Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
22-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22 december 2021 Nivelles - Ronquières (GR121)

De wandeling.
Er is iets eigenaardigs aan de hand met GR121 die van Wavre naar Boulogne-sur-Mer loopt. We moeten het al jaren stellen met een zeer gedeeltelijke beschrijving en dan nog in een topogids die voor het grootste deel gewijd is aan de GR12 Amsterdam - Brussel - Parijs. Het lijkt wel een soort appendix in deze topogids: het traject Wavre - Braine-le-Comte (62.4 km lang volgens het boekje) is alles wat we terugvonden. Toch stapten we voor het eerst in 1976 - ik heb de primitieve gids nog liggen - langs deze GR die sindsdien grondige trajectaanpassingen heeft ondergaan. Ik veronderstel dat het wachten is op een nieuwe topogids die ons voorbij Braine-le-Comte kan brengen. De huidige topogids die GR12 (in Brussel en Wallonië) en GR 121 (het deel in Waals-Brabant) dekt, dateert trouwens al van 2009 en dat is naar de normen van de Waalse GR een eeuwigheid.

We stapten in 2016 van Wavre naar La Roche en van La Roche naar Nivelles en vandaag breien we daar een middellang vervolg aan, van Nivelles tot Ronquières. Dat is goed voor 12.3 kilometer stappen: de geforceerde doortocht van Nivelles (bekijk het maar eens op de kaart) is er wat te veel aan, maar daarna wordt het stelselmatig beter: eerst de Ravel 141 (eerder saai), dan een lange weg langs het Bois de l'Hôpital (boeiend en mooi) en als sluitstuk enkele kilometers langs het oude kanaal Brussel-Charleroi: als watervogels zelfs maar enig benul hebben van het begrip paradijs, dan vinden ze het zeker hier. Zo haalt dus stukje GR een TWQ van 55%, we draaiden eigenlijk te lang rondjes in Nivelles: zie kaartje.

De door het oude kanaal Brussel - Charleroi afgesneden bocht van de Samme is een paradijs voor watervogels.

Foto's zonder vogels vind je hier.

Het weer.
Veel cirrus en later ook altocumulus, maar eigenlijk lang best zonnig. Fris en rustig weer.

De stafkaarten.
39/7N Nivelles (Nord), 39/7S (Nivelles (Sud), 39/6S Feluy en 39/6N Ronquières, alle kaarten op 1:10.000 uit 2000. Het is nog wachten op de nieuwe kaarten op 1:25.000.

Hoe we er geraakten.
Nivelles ligt nu echt niet zo ver van onze woonst en eigenlijk zouden we mits wat zoeken zelfs een treinloze heenreis hebben kunnen maken, via Braine-le-Château of Braine-l'Alleud. Maar de GR passeert nu eenmaal in de buurt van het NMBS-station en dus nemen we toch maar de trein. We hadden nog geen duoticket gekocht, omdat een seniorenbiljet al snel goedkoper is, maar vandaag komt het er dan toch van. Voor de terugreis opteren we voor Braine-le-Comte en ook nu is het duoticket de beste optie, zelfs goedkoper dan een Keycard of hoe die tegenwoordig ook moge heten. Daarvoor moeten we in Ronquières wel de bus nemen van lijn 63.


Een beetje geschiedenis.
Het is natuurlijk verleidelijk om het hier nog eens te hebben over spoorlijn 106 Lembeek - Ecaussinnes, maar dat is al vroeger gebeurd. Het is een van de weinige spoorlijnen die geen vervangingsbus kreeg toen ze in 1984 na een lange doodstrijd uiteindelijk opgeheven werd. Het was in wezen een verbinding van noord naar zuid (of omgekeerd) die het lange tijd volhield bij de gratie van de hoogovens van Clabecq. Op een bepaald moment reed er 's morgens zelfs een rechtstreekse trein tussen Landen en Clabecq (omnibus tussen Landen en Leuven, verder nog een stop in Zaventem, Schaarbeek en de NZV en dan als stoptrein naar Clabecq, terminus. Ik herinner me uit mijn studententijd vooral de terugrit van deze trein die met 4 tweeledige stellen zoveel capaciteit op overschot bood, als de directe 2709 (met 3 M2 - Tournai - Schaarbeek) te weinig had.

Van west naar oost (of omgekeerd) duurde het tot 1950 alvorens een buslijn Braine-le-Comte met Nivelles verbond. Het is eigenlijk nog altijd die buslijn die we vandaag bij het begin van onze terugreis gebruiken. De gebruikers in o.a. Ronquières moesten het aanvankelijk stellen met 4 ritten in beide richtingen (5 op zondag) en dat zou jaren zo blijven. Geleidelijk raakte de weekdienst wat beter gestoffeerd, maar de weekenddiensten werden, zoals bijna overal, afgebouwd. De zondagdienst verdween helemaal, de zaterdagdienst biedt tegenwoordig nog 3 ritten en je moet er maar voor zorgen dat je boodschappen kort na de middag achter de rug zijn.
In de jaren 1970 droeg deze lijn de nummers 52 en 53. Het is niet duidelijk welk lijnnummer op het deel Braine-le-Comte - Nivelles slaat. In de jaren 1980 werd de lijn vernummerd naar 65 en nog later, vermoedelijk al in het begin van de 21ste eeuw, werd het 63, nummer dat vandaag nog altijd van toepassing is.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3208 10:03 10:15 stipt 436 mr80 Break controle: J
Brussel-Zuid - Nivelles 2031 10:15 10:39 +5 1802 -  61021 M6 controle: J
-
Braine-le-Comte - Halle 3416 17:06 17:19 stipt 1862 -  61005 M6 controle: J

 

En wat we beleefden.
Het lijkt wel een van die ochtenden te worden waarin alles tegelijk verkeerd gaat (3 of 4 defecte treinen, waarvan die op lijn 96 ons aanbelangt), personen op het spoor in Antwerpen en dus fikse vertragingen voor de treinen naar Charleroi en nog wat storingen erbovenop, die ons normaal gezien niet kunnen deren. Maar zoals dat wel vaker gebeurt: als alles vertraging heeft, kom je meestal zonder al te veel hinder terecht, van een vertraagde trein naar een andere vertraagde trein. We hebben bovendien ook nog eens geluk met onze bus 155 die ons 3 minuten te vroeg afzet aan het station: we kunnen meteen mee met IC 3208 (wel mooi op tijd) en IC 2031 heeft voldoende vertraging om hem vlot te halen.

Voor de terugrit rekenen we op de bus van lijn 63 naar Braine-le-Comte die ons om 15:08 in Ronquières zou moeten oppikken. Spijtig genoeg hebben délégués van de vakbond in de loop van de voormiddag plots vastgesteld dat het erg slecht gesteld is met het onderhoud van de bussen en iemand die al zo hoog op de sociale ladder is opgeklommen, neemt natuurlijk niet zijn gereedschapskoffertje om daar iets aan te doen, maar roept de collega's op om te staken. En daar staan we dan, in Ronquières, waar buiten een jaarlijks muziek(?)festival niet zo veel te beleven valt. Vanmorgen had ik nochtans de lijst van de geschrapte coronaritten geraadpleegd en alle ritten van lijn 63 reden. In werkelijkheid rijdt ook de bus naar Nivelles van 15:28 niet. Van gps-gegevens is er geen sprake en uiteindelijk zoek ik het toch maar eens op op letec.be. Daar valt met zoveel woorden te lezen dat er een spontane staking in Waals-Brabant is uitgebroken, later zal ik in de pers lezen dat die de 3 Waalse stelplaatsen treft. Dat fabeltje van spontane staking moet maar eens uit de wereld geholpen worden: bij spontaan denk ik aan spontane gisting, wat erg lekkere bieren oplevert, niet aan crapuleuze, onaangekondigde vakbondsacties. Ik hou het bij wilde staking. Bij de NMBS en bij De Lijn zijn daar na decennia eindelijk maatregelen tegen genomen, de TEC zou moeten volgen, desnoods na enkele weken staking, want zonder zul je daar een minimumdienst wel nooit van de grond krijgen.
We hebben wel een aantal mogelijkheden om hier toch weg te geraken: een taxi uit Braine-le-Comte zien we te laat terugkeren - taxi's kunnen goed geld verdienen aan het OV, een taxi uit Halle laten komen is ook een oplossing, maar uiteindelijk kiezen we voor een bijkomende wandeling naar Braine-le-Comte. Zo veel kaarten heb ik echt niet mee, maar gelukkig heb ik Topo-GPS op mijn smartphone staan, waarvan ik nu weet dat die bij temperaturen rond het vriespunt uitvalt. Gelukkig heb ik me de weg goed ingeprent: langs de N533 scheiden ons 8 km van Braine-le-Comte, langs de binnenwegen klaren we het in 6 km.

Nu de batterij een tijdje heeft kunnen profiteren van mijn lichaamswarmte is ze plots weer voor 50% geladen. En kopen we dus ons tweede duoticket. De tbg lijkt net als die vanmorgen wat verrast, maar wenst ons toch een goede reis, die na een kwartiertje afgelopen is. Het was echt wel een bewogen dag: alleen het vertrekuur van bus 155 kwam min of meer overeen met onze planning en toch zijn we maar een uur later dan voorzien thuis. Ik vind dat een opmerkelijke prestatie.

De treinlectuur.
Jens Christian GRØNDAHL, Portret van een man.
William Makepeace THACKERAY, De Kermis der IJdelheid
. (In een tweedehandsuitgave uit de jaren 1930. Dat zegt veel over de Nederlandse uitgeverswereld…)


Woord van het jaar: knaldrang. Heb ik nog nooit last van gehad, tenzij anderen me hun drang opdringen…

Publiciteit van Selexion: wat is er leuker dan cadeautjes krijgen? Veel cadeautjes krijgen. De mondmaskers blijven nog wel even, maar als ontmaskering van onze hebberige samenleving kan dit tellen. (Tot ik de spot voor de eerste keer hoorde dacht ik nog in al mijn naïviteit: cadeautjes geven…)

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

22-12-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
17-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 december 2021 - D'Hoppe

De wandeling.
Het februarinummer van Kreo van… 1992 wijdde ook enkele bladzijden aan een stevige wandeling genaamd Het (Waalse) hoogtepunt van de Vlaamse Ardennen. Enkele bladzijden, zo was dat destijds de gewoonte: naast de wandelroute kreeg je vaak ook nog uitgebreide informatie van allerlei aard, in dit geval van de hand van de auteur Lieven Stubbe. Diverse al dan niet legale privatiseringen noopten ons wel tot enige aanpassingen van de oorspronkelijke route, maar het eindresultaat mag er echt zijn. We stapten 9.2 km langs o.m. ruige (en in deze tijd van het jaar extra modderige) boswegen; de TWQ lag op 56%. We begonnen aan de halte Ronsesteenweg en eindigden bij de bushalte D'Hoppe. Zoals je op het kaartje kunt merken, bestaat de tocht uit een grote en een kleine lus. Pottelbergbos en Brakelbos spelen de hoofdrol. En dan weet je eigenlijk ook dat we aan beide zijden van de taalgrens stapten.


Het was soms behoorlijk modderig…


… en altijd erg mistig.

Meer foto's.

Het weer.
Mist (100 à 150 m zicht) en even zelfs motregen. Frank had beloofd dat die in de loop van de voormiddag zou optrekken, maar dat was hier niet het geval.

De stafkaarten.
Op 1:10.000 gebruikten we nog 30/5S (Flobecq-Vloesberg) uit 1999, maar een flink stuk ervan is verouderd, vooral door het verdwijnen, privatiseren of ontoegankelijk maken van veel boswegen en een enkele veldweg. Zelfs de recente kaart op 1:25.000 30/5-6 Brakel (2019) geeft nog wegen weer die definitief tot het verleden lijken te behoren.

Hoe we er geraakten.
Beide gebruikte bushalten liggen op lijn 21 Zottegem - Ronse, maar we kiezen voor een heenreis via Ronse en een terugreis via Zottegem, gewoon om wat meer wandeltijd te hebben.

Een beetje geschiedenis.
We maken vandaag gebruik van een buslijn die in 1963 werd ingevoerd ter vervanging van de spoorlijn 82 Aalst - Burst - Zottegem - Ronse. Vandaag blijft alleen het gedeelte Aalst - Burst over; het wordt nogal denigrerend het scholierenlijntje genoemd en als dusdanig wordt de treindienst sinds enkele jaren ook stilgelegd tijdens schoolvakanties.

Net voor het verdwijnen van het grootste deel van de lijn, had je een vrij diverse treindienst: amper 3 treinen (op zondag 2) legden het volledige traject tussen Aalst en Ronse af, veelal als stoptrein. Die povere dienst werd wel aangevuld met treinen die een deel van de lijn bereden: Aalst - Zottegem, Burst - Ronse, Zottegem - Ronse. Opvallende verschijningen waren treinen die doorreden naar Mons; toen was het maar logisch dat de mijnen van de Borinage bediend werden vanuit het zuiden van Oost-Vlaanderen, waar veel Vlaamse mijnwerkers tewerkgesteld waren. Nog opvallender is de rechtstreekse avondverbinding met Tertre, via de lijnen 86 Ronse - Leuze - Blaton, 78 Blaton - Saint-Ghislain-Hornu en 100 Saint-Ghislain-Hornu - Ath. (Gegevens uit het spoorboekje van 28.05.1961).

Toen de treinbediening verviel, werd naar goede (?) gewoonte een vervangingsbus ingelegd. Meestal was dit qua bediening niet echt een achteruitgang en dat werd nog extra in de verf gezet door het uitrollen van allerlei varianten: wel of niet langs Erwetegem, wel of niet langs Sint-Maria-Oudenhove, wel of niet langs Flobecq Bois, wel of niet via Rozebeke en Elst, wel of niet langs Ellezelles Station. Al deze bussen reden als 82a, wat - zoals op zoveel andere plaatsen - een niet bepaald overzichtelijke toestand creëerde.

Tegenwoordig - en dat sinds 1994 - rijden de varianten allemaal onder een verschillend nummer:

-21: Ronse - Erwetegem - Zottegem
-22: Ronse - Flobecq - Erwetegem - Zottegem
-23: Ronse - Michelbeke - Zottegem
-24: Ronse - Flobecq - Michelbeke - Zottegem
-25: Ronse - Sint-Maria-Oudenhove - Erwetegem - Zottegem

Lijn 21 moet beschouwd worden als de basislijn.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3658 09:10 09:26 +1 08195 mr08 Desiro controle: J
Brussel-Zuid - Oudenaarde 2332 09:39 10:27 +7 1845 - 61058 M6 controle: N
Oudenaarde - Ronse 780 10:35 10:46 +3 4144 mw41 controle: N
Ronse - Vloesberg [21] 10:57 11:08 +3 ab2209-86 MAN's Lion City Geenens
-
D'Hoppe - Zottegem [21] 14:09 14:38 stipt ab074-054 MAN's Lion City G Geenens
Zottegem - Brussel-Zuid 2312 14:47 15:20 +2 1846 - 61053 M6 controle: N
Brussel-Zuid - Halle 3436 15:30 15:40 stipt 825 mr75 vierledig controle: J

 

En wat we beleefden.
De eersteklasafdeling van deze Desiro is voor de helft gevuld, maar van één reiziger kun je voorspellen dat die problemen krijgt. En inderdaad, meteen na ons vertrek komt er controle en de "klant" kan geen biljet tonen, laat staan kopen. In Buizingen wordt hij er - zonder enige brutaliteit van beide kanten, dat wil ik beklemtonen - uitgezet. Vermoedelijk wachtend op de volgende stoptrein, en hopend dat hij deze keer wat meer geluk heeft. Het is trouwens de eerste keer in mijn decennialange treinervaring dat ik een tbg een opmerking hoor maken over een trio met enorme trolley die op het platform is blijven hangen: er zijn toch zitplaatsen genoeg! Ze moeten er in Ruisbroek al uit, dus valt het nog te begrijpen dat ze liever blijven staan. Lees er toch maar Artikel 7.2 §2 uit de vervoersvoorwaarden maar eens op na, en dan zie je dat de tussenkomst van de tbg niet echt verrassend is of zou mogen zijn.

IC 2332 heeft wat vertraging opgelopen, al voor de NZV, maar de schade blijft beperkt tot 3 minuten bij vertrek uit Brussel-Zuid. Het is echter te vroeg om te denken dat onze boontjes gedopt zijn: nog voor Burst loopt het plots erg stroef. De vertraagde S 2280 naar Zottegem is daar de oorzaak van. We vertrekken in Zottegem met 8 minuten vertraging en hebben gelezen dat de aansluiting naar Ronse gerealiseerd wordt als de vertraging minder dan 6 minuten bedraagt. Kantje boordje, dus, maar bij aankomst in Oudenaarde hoor ik plots een attente tbg achter me: "Ik zie je kijken, meneer, maar hij zal wachten." Dat stelt ons enigszins gerust, ondanks de 7 minuten vertraging, maar als we op perron 3 aankomen, samen met 6 andere overstappers, staan we voor gesloten deuren. Het sein staat wel op rood, maar de AVG is al gedraaid; zodra de 2332 ontblokt is, zullen sein en AVG hier open komen en kunnen we de beloofde aansluiting vergeten. Er is maar één oplossing: ik stap naar de kop van de trein en kan er de treinbestuurder attent op maken dat hier 8 overstappers staan. Hij roept de tbg op en even later kunnen we alsnog instappen. Dit is eigenlijk toch onvoorstelbaar en gewoon het rechtstreekse gevolg van de afwezigheid van stationspersoneel op de perrons. Je kunt je moeilijk voorstellen dat dit ook enkele jaren geleden had kunnen gebeuren. Er zijn zo veel factoren die maken dat deze aansluiting bijna een zekerheid zou moeten zijn: de trein kan niet vertrekken zo lang de IC niet vertrokken is, de keertijd in Ronse bedraagt een half uur en de hele dienstregeling is opgemaakt in functie van deze aansluiting. Als ik niet de gezonde reflex had gehad om de tb aan te spreken, waren we hier met 8 ontevreden en onbegrijpende reizigers achtergebleven.
In Ronse staat de bus van lijn 21 al aan het perron, maar van een chauffeur is er nog geen sprake. Die komt twee minuten te laat en vertrekt even later met een toeterconcert, ondersteund door dat van de bus op het perron ernaast. Nog even flink toeteren en roepen van I love you baby en we weten meteen waarom hij te laat was. Van halteaankondiging is er geen sprake en het wordt nog beter uitkijken dan anders door de dichte mist. De app van De Lijn met haltewaarschuwing vertrouw ik nog altijd niet ten volle.

Voor de terugreis worden we opgepikt door een gelede bus van de firma Geenens: terwijl we wachtten, hebben we een duidelijk beeld gekregen van de activiteiten in de garage Geenens. De busreis verloopt zonder problemen. Ook de rit in IC 2312 verloopt zonder al te veel narigheid. Een Spaanssprekend echtpaar (echt paar?) zit gelukkig ver van ons, want de kleine meid die hen vergezelt, zorgt voor behoorlijk wat afleiding: oraal en digitaal. We staan alleen even stil tussen Welle en Denderleeuw, de vertraging blijft beperkt.
IC 3436 staat geprogrammeerd voor perron 20, maar zowel op perron 19 als 20 staat een IC naar Antwerpen, de eerste met een half uur vertraging. Onze trein wordt verspoord naar perron 21; mogelijk is dat de reden waarom er nog veel reizigers komen aangelopen als de deuren al gesloten zijn. De tbg roept hen naar voren en even later vallen ze opgelucht maar buiten adem de eersteklasafdeling binnen, waar ze zich dan ook neerploffen. Meteen na het vertrek doet de tbg controle; hij hoeft maar één reiziger door te sturen naar tweede, de andere 3 volgen vanzelf. We komen stipt in Halle aan.

De treinlectuur.
Jens Christian GRØNDAHL, Portret van een man.

William Makepeace THACKERAY, Kermis der IJdelheid.


Bert Kruismans in De Tijd: "Onze marketingafdeling weet beter dan uzelf wat u belangrijk vindt in het leven." Als gebruiker van het OV en houder van een bankrekening en vele andere contacten met het economische leven kun je dat alleen maar beamen. Wat je zelf denkt, heeft geen enkele betekenis meer. Denk aan halveprijskaart, Multipass, alternatieve terugreis, papieren spoorboekje (zonder fouten!)…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

17-12-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
08-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 december 2021 Ukkel - Ukkel (Groene Wandeling)

De wandeling.
Stappen van Ukkel naar Ukkel, het lijkt op een lus, maar het is wel degelijk een wandeling in lijn, langs de Groene Wandeling, een initiatief van Leefmilieu Brussel. Het kan wat gek lijken, plattelandsmensen die in het Brussels Gewest gaan stappen, maar eerdere ervaringen hebben ons geleerd dat er best veel mooie hoekjes te vinden zijn in de hoofdstad, als je wat verder kijkt dan de dagelijkse pendel of de overbevolkte winkelstraten. We vertrekken aan de Pijnbomenstraat (grondgebied Ukkel, jawel, langs de Waterloosesteenweg alias de N5) en stappen 7 km tot Ukkel, bij het Rondpunt van Stalle, al kiezen we zelf voor de halte Eggergat die volgens De Lijn op het grondgebied van Drogenbos ligt. Op onze tocht kwamen we door het Verrewinkelbos, over het Engelandplateau naar het reservaat Kinsendaal en even later ook nog Keyembempt, stuk voor stuk redelijk gaaf gebleven en toch ontsloten stukjes natuur. De TWQ lag met 61 % behoorlijk hoog. Natuurlijk moet je er wat bewoning af en toe bijnemen, zeker in het begin, maar dit is geen vervelende tocht, integendeel.

Zelf heb ik nog de uitgave van 2010, maar het parcours is ondertussen op diverse plaatsen sterk verbeterd. Dat was ook vandaag het geval. Bepaalde gevolgde wegen komen zelfs nog niet voor op digitale kaarten waarvan je toch zou verwachten dat ze up-to-date zijn. Vertrouw maar op ons kaartje, dat is erg actueel en nauwkeurig. Een prettige constante is dat het fietsparcours meer en meer afwijkt van de wandeling en dat is onmiskenbaar een voordeel!

Het weer.
Zwaar bewolkt, winderig en fris.

De stafkaarten.
31/7Z Linkebeek - 31/7N Ukkel (op 1:10.000 uit 1994 - maak je maar geen illusies: deze kaarten zijn vaak hopeloos verouderd) - er is wel een nieuwe versie op 1:25.000 31/7-8 Ukkel.

Hoe we er geraakten.
De halte waar we uitstappen heet Pijnbomenstraat (of Pijnbomenweg...); die wordt bediend door lijn 136 van De Lijn uit Alsemberg en enkele TEC-lijnen die ons vandaag niet kunnen nutten. Lijn 136 vertrekt in Alsemberg en dat is voor ons gemakkelijk te bereiken met "onze" lijn 155. Voor de terugrit kunnen we zelfs helemaal terugvallen op lijn 155.

Een beetje geschiedenis.
De halte waar we vandaag uit de bus stappen heet Pijnbomenstraat (of Pijnbomenweg) en het is maar zeer de vraag of hier al een halte was toen de trams hier nog de plak zwaaiden. Trams hadden nu eenmaal de neiging om minder vaak te stoppen op hun traject en de Pijnbomenstraat is vermoedelijk van latere datum, toen Brusselaars uitzwermden naar het chique deel van Ukkel om er hun nederige stulpjes neer te poten. Spijtig genoeg zijn gedetailleerde haltelijsten erg moeilijk te vinden en degene waarover ik beschik dateren allemaal van het bustijdperk. Maar toch wil ik het vandaag even hebben over de trams die hier langs de huidige N5 (de Waterloosesteenweg) het mooie weer maakten vanaf 1910 tot ze hier in de jaren 1960 de plaats moesten ruimen voor het niets ontziende autoverkeer, aangejaagd door kwaadwillige en kortzichtige politici: er is niets nieuws onder de zon. De tramlijnen R en W behoorden tot het uitgebreide NMVB-net dat vrij diep Brussel kon binnendringen; samen met de lijnen O (van Observatoire, Sterrenwacht) en V (van Vivier d'Oie, Diesdelle, zeg maar Sint-Job) zorgden ze op een deel van het traject voor een zeer frequente tramdienst. Maar ja, die vele trams reden maar in de weg van de auto's in de ogen van eerder genoemde beleidsmakers en moesten vervangen worden door nog meer bussen die in dezelfde ogen… ook in de weg reden.

Het haltebord (zie foto's) lijkt wel uit een geschiedenisboek te komen. Links is er het bord van De Lijn, met de naam van de halte in het Frans, maar vóór een of andere nationalist een hartaanval krijgt: de Nederlandse benaming staat wel degelijk aan de achterzijde. Dat lijn 136 twee keer vermeld wordt is trouwens ook een stukje geschiedenis. De bussen naar Dilbeek droegen oorspronkelijk het nummer 137, maar De Lijn vond het handiger om het nummer 137 op te doeken - beide lijnen bedienden inderdaad bijna hetzelfde traject. Deze 136 valt mooi samen met de R van vroeger, al moeten er 2 opmerkingen over gemaakt worden: met de komst van de bus werd de bus van Sint-Genesius-Rode doorgetrokken tot Alsemberg, waar aangesloten kon worden op bestaande buslijnen, meer bepaald de UH en de variant UH naar Braine-l'Alleud. Ik heb nog de tijd meegemaakt dat de aansluiting tussen de R en de UH zelden in het water viel. De tweede opmerking: bus R reed door naar Dilbeek, ter vervanging van de V.
Op het haltebord van de TEC lezen we dan de rest van het verhaal. Buslijnen W en 365a vullen elkaar nu aan; aan de andere zijde van de straat zouden we kunnen aflezen dat de W naar Braine-l'Alleud rijdt en de 365a naar Jumet; voor de komst van de premetro in Charleroi reed deze lijn trouwens door tot Charleroi-Sud. Oorspronkelijk was dit een snellijn met een beperkt aantal stops. Tegenwoordig bedient de lijn alle halten op het traject. Beide andere buslijnen (123 en 124) zijn schooldiensten.

De verbinding.

Buizingen - Sint-Genesius-Rode [155] 10:48 11:01 +1 ab5693 Iveco Crossway LE Leerbeek
Sint-Genesius-Rode - Ukkel [136] 11:16 11:29 +5 ab2343 VDL Bus & Coach Citea SLE Dilbeek
-
Drogenbos - Dworp [153] 13:47 14:17 +3 ab5675 Iveco Crossway LE Leerbeek

 

En wat we beleefden.
Met wat geluk kunnen we in Alsemberg een aansluiting halen van 0 minuten, maar terwijl we wachten op groen, zien we hoe de 136 de tijdelijke (?) halte op de Delhaizeparking verlaat. Een kwartier wachten dus, maar dat was al ingecalculeerd. En dezer dagen moet je al gelukkig zijn als je ziet dat de volgende bus al min of meer klaar staat. Tot enige tijd geleden moest je voor de overstap doorrijden tot de halte Fonteinstraat en dat doen we voor de zekerheid ook vandaag nog. Maar de bus die ons daar om 11:16 moet oppikken, komt maar niet en lijkt ook geen gps te hebben. Het zal toch weer geen afgeschafte bus zijn, zeker? Ik kan daar nog wel begrip voor opbrengen, maar niet voor de communicatie van De Lijn, die op dat vlak nog altijd weinig secuur is: plotse afschaffingen verdwijnen nog te vaak onder de radar.

Gelukkig komt de bus toch, met 8 minuten vertraging. De lijnfilm is blanco, of moet dat negro zijn, maar we hebben geleerd om veiligheidshalve de bus toch te stoppen, en maar goed ook. Uiteindelijk stappen we uit met 5 minuten vertraging. Vermoedelijk zijn informaticaproblemen de bron van de vertraging.

Voor de terugrit kunnen we eigenlijk kiezen tussen de halten Drogenbos Eggergat en Ukkel Stalle Kruispunt. We gaan naar het Eggergat. Een bus van lijn 155 in woensdagse vertraging missen we net, maar een 153 zal snel volgen. Dat komt ons eigenlijk goed uit, want we willen nog brood kopen in Dworp en de 153 is een stuk sneller dan de 155. Het ziet er zelfs naar uit dat we in Dworp de 155 nog halen die we daarnet in vertraging hebben gezien. Maar de 153 maakt wat vertraging, de 155 loopt wat vertraging in en bij de bakker is het aanschuiven. Nu, die 2 kilometer stappen naar huis kunnen er vandaag nog wel bij…

De treinlectuur.
Ben SCHOTT, Jeeves and the King of Clubs. Ik moet tot mijn scha en schande toegeven dat ik nog nooit wat van P.G. Wodehouse (en de bekendste butler Jeeves) gelezen heb en dan stort ik me nog op ersatz ook. In de ondertitel wordt wel vermeld dat het om An homage to P.G. Wodehouse gaat.

William Makepeace THACKERAY, Kermis der IJdelheid.


Zegt de ene kip tegen de andere: dan eens ophokplicht, dan weer geen ophokplicht, netten ja, netten nee - achter de afrastering het rijk der vrijheid binnen pootbereik, maar ook niet meer dan dat… ik ben dat jojobeleid nu echt beu.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

08-12-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
24-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 november 2021 - Dour: Triangle des Stériles

De wandeling.
Het lijkt wel alsof we er niet meer weg te slaan zijn, maar de opeenvolging van wandelingen in de mijnstreek berust helemaal op het toeval. Vandaag stappen we in Dour, meer bepaald langs de Triangle des Stériles. We vonden deze wandeling op de NGI-kaart Balades en Hauts-Pays, regio waarvan Dour een van de noordelijkste punten vormt. Je moet al veel verbeelding hebben om in de tocht een driehoek te herkennen. Voor stériles heb ik als enige verklaring dat het hier over de "nutteloze" terrils gaat, relicten van een rijk koolmijnverleden. We komen er inderdaad nogal wat tegen op deze tocht: Saint-Antoine, Grande Machine à Feu, Frédéric, l'Avalaresse, Sawartan , Trou à Dièves, Saint-Charles en Sainte-Cathérine, de ene al indrukwekkender dan de andere. Dour zelf is weinig interessant, al zullen festivalgangers daar anders over denken: de tocht door het plaatsje is er dan ook wat te veel aan, maar je moet nu eenmaal ergens beginnen. Maar al snel ontplooit deze 11.2 km lange tocht zich tot een echte boswandeling, gekruid door de begroeide bulten van de eerder genoemde mijnpuinhopen. Dat resulteert in een TWQ van 54%. De wandeling is bewegwijzerd met soms slecht zichtbare houten pijltjes met een bleekgele rechthoek. Vooral in Dour zelf durven die hier en daar nogal eens ontbreken.

Op het kaartje zul je merken dat de wandeling je door het minuscule parkje van Dour voert. Dat is op dit moment wel ontoegankelijk, omdat het een grondige opfrisbeurt krijgt. Maar het obstakel is gemakkelijk te vermijden als je deze omweg volgt: met je gezicht naar de ingang van het park ga je links en even verder rechts in de Rue Delval. Nog eens rechts in de Rue Ducrucq. Wat verder, tegenover de uitgang van het park, sluit je weer aan op de eigenlijke route. Voor de rest is de wandeling tamelijk goed bewegwijzerd, al vergt het volgen wel wat aandacht!

Nog even dit: 5 dagen vroeger en we waren eraan geweest voor de moeite, want op 19.11 waren er drijfjachten die een groot deel van het parcours troffen. Er komen er nog in december en januari, want ja, de heren moeten hun zo gewaardeerde inspanningen ten behoeve van de natuur nu ook in januari kunnen botvieren. Ik vond nergens melding van deze dagen, tenzij ter plaatse. De jacht op zich is al een verschrikking, maar dat men er niet in slaagt om de dagen van deze moordpartijen op te lijsten in een voor iedereen toegankelijke informatiebron maakt het nog erger. Nog erger is dat je meestal op de websites die de plaatselijke battues toch melden, ook nog te lezen krijgt dat er mogelijk nog meer georganiseerd worden die niet in de lijst vermeld staan. Feodaliteit in de 21ste eeuw…

Enkele foto's.

Het weer.
Zwaar bewolkt met hier en daar wat blauw, wat de weermannen 7/8 bewolkingsgraad noemen. Fris en rustig.

De stafkaarten.
Op 1:10.000 45/6S Dour (1994!) - op 1:25.000 45/5-6 Quiévrain - Boussu (2001). De nieuwe versie is er op dit moment nog niet.

Hoe we er geraakten.
Veruit de interessantste lijnen zijn de 7 Mons - Quiévrain en de 9 Mons - Dour. In combinatie zorgen ze voor een erg frequente bediening. Lijn 7 passeert ook langs het station van Saint-Ghislain en rijdt op onregelmatige basis tussen Quiévrain en Dour, reden voor ons om te proberen om ons met de 7 uit de slag te trekken. Spijtig genoeg moeten we eens te meer vaststellen dat er van aansluitingen tussen trein en bus zelden sprake is. Dat is de reden waarom we voor de heenreis via Quiévrain reizen, een omweg inderdaad, maar zo vermijden we een lange aansluitingstijd in Saint-Ghislain. De terugreis kan wel gewoon via Saint-Ghislain.

Een beetje geschiedenis.
Ik heb het ooit wel al eens gemakkelijker gehad om wat historische feitjes over onze bestemming samen te sprokkelen. Dour heeft dan ook een tamelijk riant verleden op het vlak van trein en tram en zelfs tegenwoordig wordt het stadje nog bediend door meer dan voldoende buslijnen. Een overzichtje.

Dour heeft heel lang kunnen profiteren van een spoorwegaansluiting, meer: in het station van Dour splitsten twee lijnen, één uit Jurbise en Saint-Ghislain-Hornu, één uit Mons. De eerste lijn liep door naar Roisin-Autreppe, waaraan ik de vorige keer (Angreau) al een korte bijdrage heb gewijd. De andere lijn liep via Élouges naar Quiévrain. Dour was een mogelijk overstappunt en stond dus vetjes aangegeven in het spoorboekje. Foto's en handige plannen vind je hier. Het station zou de Sixties aan zich voorbij zien gaan: het ging dicht in 1961. Paul Kevers maakt al melding van de ingewikkelde toestand in deze regio, met veel spoorlijnen en -lijntjes die de plaatselijke mijnen moesten bedienen en soms uitgroeiden tot "echte" spoorlijnen. Het laatste overblijfsel hiervan is lijn 98, zoals die nog voorkwam in het spoorboekje van 29.05.1983, met treinen tussen Mons, Cuesmes, Flénu, Pâturages, Wasmes, Warquignies, Boussu-Route en Saint-Ghislain. De gesleepte (of geduwde treinen) deden er ongeveer een half uur over tussen Mons en Saint-Ghislain. Voor alle duidelijkheid: tot enkele jaren voordien reden hier ook autorails. Het volgende uittreksel uit de topografische kaart van 1967 geeft een duidelijk beeld van de ingewikkelde toestand.


Wat overblijft van het oude station van Dour.


De ravel van lijn 98 - op zijn best in herfstkleuren.

Bovenop de treindiensten kon Dour ook nog volop gedijen als kruis- of eindpunt van heel wat lijnen: 2 (Mons - Pâturages -Dour) - 6 (Mons - Dour - Élouges) - 7 (Mons - Quiévrain) - 8 (Mons - Erquennes) - 9 (Mons - Dour Trichères). Trichères is ook vandaag nog een begrip voor het busnet. Opvallend feitje: eind jaren 1940 werd de lijn naar Dour nog doorgetrokken tot Quiévrain en (uiteraard) meteen geëlektrificeerd. In Baisieux vervoegde deze lijn die uit Roisin-Autreppe. Als je heel goed kijkt, kun je de tramlijnen die nog bestonden in 1967 ook terugvinden op de kaart. Ze worden aangeduid met heel bescheiden zwarte blokjes.

Heden ten dage reflecteert het busnet (2 - 7 - 8 - 8/ - 9 - 28 - 30 -31) nog altijd min of meer de historische toestand. Toch heeft de afbouw van sommige lijnen ervoor gezorgd dat de bediening van al deze buslijnen niet altijd even riant is.
Lijn 2 (Dour Trichères - Pâturages - Cuesmes - Mons) heeft een halfuurdienst op weekdagen, tijdens het weekend is dat een 2-uurdienst. Lijn 7 en 9 zorgen voor een erg gestoffeerde bediening die eigenlijk neerkomt op een kwartierdienst op weekdagen. Het deel van lijn 7 dat Dour met Quiévrain verbindt heeft geen gecadanceerde dienstregeling en dat dit deel niet langs Trichères rijdt, verstoort soms de kwartierdienst naar Mons. Lijn 7 bedient wel, lijn 9 niet het station van Saint-Ghislain. Doordat lijnen 8 en 8/ (Dour - Erquennes) een verschillend traject volgen, geniet alleen het gemeenschappelijk deel van een normale bediening. Blijven dan nog de lijnen 28 (Saint-Ghislain - Roisin), 30 (Angre - Saint-Ghislain) en 31 (Quiévrain - Dour). Lijnen 28 en de nieuwe lijn 30 hebben nog 3 à 4 ritten op weekdagen, lijn 31 is niet meer dan een schooldienst.

En nog een weetje dat ik geplukt heb uit Randonnées ferroviaires en Borinage - Les lignes 97, 98, 98B, 102, nog maar eens een supervolledige uitgave van TSP. Een lijn die ik hierboven nog niet vermeld had, is de spoorlijn Dour - Thulin, in gebruik tussen 1846 en 1873, oorspronkelijk zelfs met paardentractie. Het enige overblijfsel lijkt een overweghuisje te zijn op de weg van Boussu naar Quiévrain. De reusachtige terril van Saint-Antoine heeft in Dour de bedding van de spoorlijn volledig ingenomen.

De verbinding.

Halle - Quiévrain 1730 09:34 10:54 +1 303 mr80 Break controle: J
Quiévrain - Dour [7] 11:02 11:34 -2 ab3116 Van Hool AG300 Mons
-
Dour - Saint-Ghislain [7] 15:52 16:08 +2 ab3876 VDL Citea CLF120 Mons
Saint-Ghislain - Halle 1716 16:33 17:26 stipt 326 mr80 Break controle: J

 

En wat we beleefden.
In Halle heeft Aribus het eens te meer begeven, om 5:00 in de morgen om precies te zijn. Niet dat het veel verschil maakt. De chauffeurs die er inderdaad echt rekening mee houden zijn makkelijk op de vingers van één hand te tellen. De TEC heeft hier ook 2 perronnetjes ter beschikking gekregen. Daar lezen we nu al maanden dat er binnen de 2 uur geen bus komt en dat er meer info te vinden is op delijn.be. Twee keer fout: er rijden inderdaad wel veel bussen van de TEC die uit Halle vertrekken of er aankomen en of de site van De Lijn hierover de ideale info geeft, durf ik betwijfelen.

Gelukkig rijdt onze trein wel stipt. En dat zonder treinbegeleider: we zien hem/haar niet, we horen hem/haar niet en de schermen blijven zwart. We zijn nu even goed geïnformeerd als in een M1 in de jaren 1960. Vanaf Saint-Ghislain komt er dan toch een die moet proberen de schande van de onzichtbare tbg weg te nemen. Er komt meteen controle. We reizen inderdaad door naar Quiévrain, waar we 8 minuten aansluitingstijd hebben. Mocht het voor Saint-Ghislain toch nog fout gegaan zijn, dan waren we daar op de bus van de andere richting gestapt, met een erg ruime aansluiting.

De rit van Quiévrain naar Dour verloopt in een gelede Van Hool. Er rijdt wel wat volk mee: erg regelmatig vervoegen instappers ons. Een madam van tachtig of meer krijgt van de chauffeur te horen dat ze haar masker moet dragen. Ze mompelt wat en zes seconden later is het masker al opnieuw af. Ze zal wel levensmoe zijn, maar daar moet ze toch haar medereizigers niet bij betrekken. Ze zal de enige zijn van het dertigtal medereizigers van heen- en terugrit dat haar masker niet correct draagt. In Vlaanderen zie je wel eens wat anders. Veel Vlamingen ademen nog altijd langs hun kin. Corona kijkt gnuivend toe.

Voor de terugrit is geen gelede bus voorzien. Ook nu rijden 15 à 20 reizigers mee. Bovendien is de binneninrichting van die aard dat het altijd lijkt alsof de bus goed vol zit. Wie denkt dat er met (zit)plaats gesmost wordt in een Deense neus, moet maar eens een kijkje nemen in een bus als deze. Opvallend: op letec.be is een omleiding aangekondigd in Boussu, maar de bus bedient al de zogezegd geschrapte haltes. Vóór Boussu is er wel een omleiding , met enkele tijdelijke halten. Daarvan is niets terug te vinden op de website van de TEC.

En ja, de rit naar Halle verloopt probleemloos. In Saint-Ghislain staan 2 breaks klaar, er worden er nog twee aangekoppeld die uit Quiévrain komen. We wachten op die laatste en zullen tot Halle alleen reizen. Alleen een goedgemutste tbg komt even onze biljetten controleren. In Saint-Ghislain heb ik trouwens de app van de NMBS geraadpleegd; ik krijg meteen een bericht te lezen dat deze app vanaf 02.12 verdwijnt. Bij nazicht blijkt inderdaad dat de new app wat nieuwe functies heeft, maar lang niet al de functies van de oude app. Zo kun je geen volledige rit van een trein meer oproepen. Dat is nochtans erg handig, al was het maar om de eventuele vertraging van een trein in te schatten. En waar zijn de gegevens over bus en tram naartoe? Waarom mogen die ontwerpers altijd hún ding doen en nooit dat van de geïnteresseerde reiziger?

De treinlectuur.
William Makepeace THACKERAY, Vanity Fair.
Carmen KORN, De tijden veranderen.



Het is opvallend hoe vaak covid-19 in deze coronatijden ook vergeleken wordt met toestanden in het verkeer (rode lichten, veiligheidsgordel…). Het autoverkeer is inderdaad ook een virale ziekte.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

24-11-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
15-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 november 2021 Marchienne - Couillet GR 412

De wandeling.
Ik heb het probleem met thematische wandelingen hier al eerder aangekaart, maar vandaag manifesteert het zich in extreme mate: GR 412 Le Sentier des Terrils poogt het uiterste westen en het uiterste oosten van de Waalse gordel van steenkoolmijnen met elkaar te verbinden en lange tijd lukt dat ook aardig, maar de buurt rond Charleroi lijkt een onoverkomelijke hindernis om de GR over de hele afstand interessant te houden. Maar ja, als je trouw wil blijven aan je opzet, kun je de belangrijke terrils en mijnen in de onmiddellijke buurt van Charleroi moeilijk links laten liggen, ook al zullen Mont-sur-Marchienne en Marcinelle de doorsnee wandelaar maar matig kunnen bekoren. Bovendien kun je moeilijk voorbijgaan aan de Bois du Cazier, waar zich in 1956 de meest tragische mijnramp uit de Belgische geschiedenis afspeelde. Ik was 3 op het moment van de ramp en het was precies op mijn derde verjaardag dat het zoeken naar slachtoffers werd opgegeven. Maar het beeld van de gesloten poort met de bange vrouwen ervoor zou later nog zo vaak worden vertoond dat het me zelfs vandaag nog kon ontroeren.

De wandeling tussen Marchienne-Zône en Couillet is iets meer dan 14 km lang. Het oorspronkelijke traject was een 3-tal kilometers korter, maar de omweg naar het park van de Château Soupart (nu Le P'tit Bois genoemd) is inderdaad de moeite waard. Verder is het de oude trambedding van de lijn Charleroi - Nalinnes die het niveau van de wandeling enigszins verhoogt, maar de ellenlange doortocht van Mont-sur-Marchienne en Marcinelle zijn er echt te veel aan. We kwamen aan een quotering van 7.5/20, de TWQ lag op 22%.
Foto's en kaartje.


Tussen Montignies-le-Tilleul en Marcinelle lopen we toch even door meer landelijk gebied, maar Charleroi is niet ver.

Het weer.
Nevelig en betrokken, fris en af en toe winderig. Fris, nauwelijks 7°!

De stafkaarten.
46/7S Fontaine-l'Évêque (1993) en 46/8S Charleroi (1993) - of 46/7-8 Charleroi (2020).

Hoe we er geraakten.
Het is niet echt een toeval dat we als begin- en eindpunt Marchienne-Zône en Couillet hebben gekozen, beide treinhaltes binnen de zone Charleroi. Wat me toelaat om ook even bij de eigenaardigheden van via de app gekochte treinbiljetten stil te staan. Aan het loket zou ik gewoon biljetten voor de zone Charleroi hebben aangekocht, maar via de app kocht ik biljetten voor Marchienne-Zône. De app zette het biljet blijkbaar automatisch om in een biljet voor de zone Charleroi, maar bij de controle in de trein bleek wel degelijk dat ik een biljet voor Marchienne-Zône had, ondanks de vermelding op de app. Hoe ik dit te weten kwam zal ik verderop vertellen. Ik weet wel dat het eigenlijk geen probleem zou mogen zijn om uit Couillet terug te keren en dat de kans op controle tussen Couillet en Charleroi ongeveer 0 bedraagt, maar je weet maar nooit. Voortaan zal ik wel een biljet naar zone Charleroi kopen. Trouwens, er zit nog een ander angeltje aan vast: stel dat we onze aansluiting in Charleroi hadden gemist: dat zou een verlies van een vol uur en dus een recht op compensatie hebben betekend, maar hoe kun je bewijzen dat je echt naar Marchienne-Zône wilde reizen als je dat niet ingevuld had bij de aankoop?

Enfin, het afschaffen van de terugreis uit een ander station dan het aankomststation van de heenreis, zorgt andermaal voor niet-bedoelde problemen…

Een beetje geschiedenis.
Je zou het niet meteen denken, maar op de plaats van de huidige halte Couillet stond ooit een indrukwekkend station. Ik vond er sprekende foto's van op deze plek. Het is vermoedelijk niet nodig om te vermelden dat het stationsgebouw ondertussen verdwenen is… Tegenwoordig heet de halte gewoon Couillet, maar lange tijd is dat Couillet-Centre geweest.

Tussen Châtelineau-Châtelet (het huidige Châtelet) en Charleroi-Sud lagen de haltes trouwens dicht op elkaar. Op 7 km afstand vonden we niet minder dan 5 haltes of stations. Als we Charleroi-Sud als nulpunt nemen, lag er na 2 km een halte Marcinelle Blanchisserie, na 3 km Couillet Centre na 4 km Couillet-Montignies.
De halte Marcinelle Blanchisserie vonden we al terug in een spoorboekje van 1892 (maar is mogelijk ouder); ze kwam na de opschorting door WO I niet meer terug.
Dan verliep het Couillet Centre toch wel wat beter: de halte bestaat nog altijd; ze werd in het spoorboekje van 27.05.1979 voor het eerst gewoon Couillet genoemd. De schrapping van Couillet-Montignies (22.05.1977) liet toe de naam van de halte te vereenvoudigen. Ondertussen is ze de enige halte tussen Charleroi-Sud en Châtelet.
Couillet-Montignies was ooit het beginpunt van lijn 133 naar Jamioulx, die ook Couillet Centre bediende. Een lang leven was deze 9 kilometer lange lijn niet beschoren, maar voor ons is ze vandaag interessant omdat we de oude bedding ter hoogte van La Barboterie kruisten. De lijn werd gedegradeerd tot een industriële lijn met het nummer 261, die o.a. de beruchte mijn van het Bois du Cazier bediende. In een document uit de jaren 1970 vond ik niet meer dan 900 m van deze lijn terug, tussen Couillet Centre (block 53) en Hauchies. Dat stukje lijn was toen al verboden voor locomtiefreeksen 50, 59, 60/1, 64, 70, 71, 72 en voor de kraan 35T K. Je vraagt je af wat daar dan wel reed.

Nog even vermelden dat we ook geruime tijd over de oude bedding van de tramlijn Charleroi - Nalinnes stapten, gelukkig maar! Dit was ongetwijfeld het aangenaamste stukje van de hele wandeling, want de tram reed hier opvallend veel over een eigen bedding. In "Charleroi - Marcinelle - Nalinnes" van Bernard Lejeune wordt daar een verklaing voor gegeven: de stoomtreinen die hier oorspronkelijk reden zouden het moeilijk gehad hebben op bepaalde plaatsen. De lijn werd voorbij Cazier trouwens pas geëlektrificeerd in 1935; tot dan verzorgden stoomtrams de dienst tussen Nalinnes en Cazier. (De tramlijn werd geopend in 1902 en gesloten in 1968.) De sporen en de bovenleidingen verdwenen in 1972, maar wat overbleef is een erg goed te pruimen onverharde wandelweg.


De oude trambedding.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +3 825 mr75 vierledig controle: N
Brussel-Zuid - Charleroi-Sud 4530 09:45 10:36 stipt 844 mr75 vierledig controle: J
Charleroi-Sud - Marchienne-Zône 4760 10:43 10:49 stipt 975 mr ex Cityrail controle: N
-
Couillet - Charleroi-Sud 4585 14:34 14:39 stipt 685 mr73 controle: N
Charleroi-Sud - Brussel-Zuid 2014 14:54 15:45 +9 812 mr75 vierledig controle: J
Brussel-Zuid - Halle 3786 16:03 16:20 +17 08179 mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
IC 3408 rijdt Halle buiten op dubbel geel. Ik vermoed dat een leeg stel (HLE27+M5) de oorzaak is van deze stremming. Om welke afgeschafte P-trein het zou gaan, kan ik niet meteen thuisbrengen. Zowel de 7801 als de 7802 (de P-treinen op lijn 96 met M5-rijtuigen) lijken gereden te hebben. Dat heb ik achteraf opgezocht. Waarschijnlijker is dat de 3779 aan de basis ligt van de volledige stilstand ter hoogte van Y. Halle-Noord. Wij gaan immers naar lijn 96N; 3 minuten vertraging vallen ons door deze onvoorziene kruising ten deel.

IC 4530 bestaat uit 1 vierledig stel. Sinds enige tijd is de voorziene samenstelling (december 2020: M6+M4) vervangen door 2 vierledige stellen; vandaag is zelfs die samenstelling nog gehalveerd. Niet dat dit problemen zal veroorzaken tussen Brussel en Charleroi, maar vermoedelijk is het er in de ochtendspits even anders aan toe gegaan. De gewijzigde samenstelling wordt niet gemeld. Bij zijn eerste controleronde merkt de tbg al dat we naar Marchienne-Zône rijden. Hij vraagt laconiek of we wel weten waar we naartoe gaan. Dat kan van alles betekenen, maar gelukkig weten we sinds enkele maanden dat het misschien wel een van de sjofelste halten van het land is, maar dat we niet meteen agressiviteit of criminaliteit moeten vrezen. Misschien heeft hij als tbg andere ervaringen op de lijn Charleroi-Erquelinnes. Hij brengt ons ook nog op de hoogte van de overstap. Bij zijn tweede doortocht betrapt hij een zwartrijder: zonder masker, zonder biljet, zonder identiteitskaart. De administratieve plichtplegingen gebeuren op het platform. In de vorige week zou de aansluiting in de helft van de gevallen in het water gevallen zijn, maar vandaag rijden we stipt. Ter hoogte van Courcelles-Motte is er een vertragingszone, maar zelfs daarna houdt de tb er een slakkengangetje op na. Maar de man/vrouw heeft de reservetijd goed ingeschat, want zelfs dan komen we 2 minuten te vroeg aan in Marchienne-au-Pont. In Charleroi-Sud vallen de enorme werken aan de uiterste sporen op, maar de S naar Erquelinnes wordt daar niet door gehinderd.

De terugreis begint zoals de heenreis geëindigd is: met een klassiek tweeledig stel. In het septemberspoorboekje vertrekt deze trein nog om 14:38, maar in werkelijkheid is dat ondertussen al 14:34. Waarom? Sinds wanneer? Doe geen moeite…
IC 2014 staat nog niet aan het perron en dat is hoogst bedenkelijk. En inderdaad, zo een minuut of 3 voor zijn voorziene vertrek wordt die plots aangekondigd met 16, even later 18 minuten vertraging. Het zullen er uiteindelijk 13 worden, ik vermoed dat problemen met één of meer deuren aan de basis liggen. We maken onze eerste foute inschatting van de dag, want via La Louvière-Sud zouden we zonder problemen in Halle geraakt zijn. Maar op het moment dat we dat beseffen zijn de deuren al onherroepelijk gesloten. Net voorbij Braine-l'Alleud krijgen we controle. Er loopt van alles mis met app van NMBSNew: de app lijkt een eeuw nodig te hebben om te laden, dan ben ik zogezegd afgemeld en het duurt een tijdje voor ik opnieuw verbinding krijg. Pas dan verschijnen de biljetten. Ik dacht eerlijk gezegd dat die op de smartphone opgeslagen stonden en dat je geen verbinding nodig had om ze op te roepen. De vertraging slinkt nog tot 9 minuten, maar de voorziene aansluiting met de S naar Aalst is vertrokken. En dus wordt het de S naar Braine-le-Comte. Die lijkt zonder problemen te zullen vertrekken om 16:03 zoals voorzien, maar dan weerklinkt de onheilspellende roep om assistentie. Als ik het allemaal goed begrepen heb, is er een balsturige reiziger. Alhoewel de tbg door veel reizigers wordt aangeklampt, vindt hij het niet nodig de reden van de vertraging om te roepen, zelfs niet als die uiteindelijk 16 minuten bedraagt. En ik geef toe, anders dan enkele andere reizigers die wel het klappen van de zweep kennen, verhuizen we niet naar de IC naar Doornik of de P naar Geraardsbergen: tweede foute inschatting van de dag. Van de eersteklasafdeling zijn alle ramen beklad en de info in de trein is onbestaande of foutief. Hoe moet je dan verdorie weten wanneer je aankomt? Het blijft onbegrijpelijk dat graffitispuiters ongebreideld hun gangen kunnen blijven gaan. Uiteindelijk belanden we in Halle met 17 minuten vertraging; via La Louvière-Sud zou het 18 minuten sneller zijn gegaan, maar je kunt onze terugreis moeilijk karakteristiek noemen.

De treinlectuur.
William Makepeace THACKERAY, Vanity Fair. We zijn op het moment gekomen dat Britse troepen het Kanaal oversteken om de uit Elba ontsnapte Napoleon warm te ontvangen, maar we zijn nog niet toe aan de grote slag en de militairen beschouwen de bezetting van het sympathieke België eerder als een uitje - de vrouwen zijn mee! - dan als het moment om zich voor te bereiden op het treffen met Bonny…

Carmen KORN, De tijden veranderen.


Was ik maar rapper geworden: een twijfelachtige melodie die je de rest van je leven kunt recycleren en teksten die nergens op slaan. Nog snel even een sprekend pseudoniem: Ik veeg er mijn kas aan. En voor de tweede plaat: Ik veeg aan alles mijn kas…

Vaccineren of syndikeren: vernuft tegenover verdomming en verdoemenis… ik zou het wel weten…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


Mr4114 passeerde ons op lijn 132 ter hoogte van kp 67.8, op weg van Charleroi-Sud naar Couvin. Het stel was over de hele lengte ontsierd door de meest afschuwelijke graffiti. Het heeft me ongeveer 20 minuten gekost om het stel enigszins toonbaar te maken.


En het is altijd verrassend als je nog eens een tweeledig stel ziet zonder al te veel graffiti: ms 738 rijdt van Wavre naar Jambes en bedient hier Couillet.

15-11-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
09-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 november 2021 Angreau - Le Caillou-qui-Bique

De wandeling.
Ik weet niet eens meer waar ik het kaartje destijds heb gedownload - ik noteerde hainauttourisme, maar daar vind ik deze wandeling niet meer terug; gelukkig vond ik hier wel een uitgebreide beschrijving met commentaar. We volgden de wandeling over de hele lengte (6 à 7 km) en hoefden niet eens gekke toeren uit te halen om ze geschikt te maken voor OV-gebruikers. Begin en einde van deze lus liggen bij de TEC-halte Angreau Église.

Angreau is een deelgemeente van Honnelles, dat zich bij de fusie liet inspireren door de Grande en de Petite Honnelle, twee erg schilderachtige riviertjes die elkaar ten noorden van de gemeente vinden. Tegenwoordig is Angreau een wat uitgestorven landbouwgemeente maar voor de Grote Versnelling (geleend bij Jef Geeraerts) herbergde het een steenbakkerij, een tabaksfabriek, een klompenmakerij, een watermolen en een brouwerij.
Veruit het interessantste punt is de Caillou-qui-Bique. Volgens de legende is die hier neergepoot door de satan, die de steen uit de Pyreneeën naar hier gedragen zou hebben, met de bedoeling de abdij van Stavelot in opbouw te vernielen. Toen hij hier aanbelandde en de weg vroeg, kreeg hij van een oud ventje (misschien wel Sint-Remaclus, de bouwer van de abdij, zelf) te horen dat Stavelot nog heel erg ver was. Van woede smeet de duivel de steen hard tegen de grond, maar gelukkig voor ons steekt nog 25 m boven de grond uit en dat al 370 miljoen jaar lang. Elders vond ik een verklaring voor biquer: het zou verwijzen naar een dobbelsteen die op zijn punt blijft staan, bijvoorbeeld tegen de rand van de pitjesbak. Dat kun je er inderdaad wel in zien. Ik vermoed dat de worp in beide verklaringen ongeldig is.
De wandeling zelf is kort maar ongelooflijk mooi. Dat de TWQ 73% bedraagt zegt al veel, maar de delen langs de Grande Honnelle en door het Bois d'Angre zijn topklasse en op het moment dat je het bos verlaat, word je getrakteerd op een denderend vergezicht over Les Hauts Pays. Tussendoor passeer je ook langs het Musée Verhaeren, Vlaams dichter die niet te beroerd was om in het Frans te schrijven. In Sint-Amands (aan de Schelde) vind je ook een monument, want daar is hij geboren. Het kaartje.


De Grande Honnelle


Le Caillou-qui-Bique

Alle foto's.

Het weer.
Zo goed als helder, rustig weer bij 10°: zo een dag is 50 hete zomerdagen waard…

De stafkaarten.
51/1N Roisin (uit 2000, maar nog perfect bruikbaar) of 51/1-2 Honnelles uit 2018.

Hoe we er geraakten.
Angreau wordt bediend door buslijn 29' (Quiévrain - Roisin) en vermits we uit Halle over een overstapvrije verbinding met Quiévrain beschikken, was de keuze snel gemaakt. Er waren trouwens geen alternatieven. Toch was het niet zo eenvoudig: de TEC vertikt het om hier aansluitingen tussen de IC en hun eigen buslijn te voorzien, met meestal onmogelijke aansluitingstijden tot gevolg. Uiteindelijk vonden we een doenbare oplossing tegen het eind van de namiddag aan, wat in deze donkere dagen nog net kon.

Een beetje geschiedenis.
Angreau - en meteen ook le Caillou-qui-Bique - heeft een op het eerste gezicht riante OV-geschiedenis, maar ik vrees dat de schijn bedriegt. Caillou-qui-Bique is - getuige de vele prentkaarten op Delcampe - een toeristische trekpleister van tweede categorie, maar blijkbaar was die op een bepaald moment toch belangrijk genoeg voor een treinhalte op lijn 90A, tussen Angre en Roisin-Autreppe en voor een tramhalte op de lijn Quiévrain - Roisin.

Die treinhalte vinden we voor het eerst terug in het spoorboekje van 15.05.1933. Het toeristische karakter van de halte wordt geaccentueerd door de dienstregeling: alleen op zondag waren er 2 heenritten (rond de middag) en 2 terugritten (in de avond). De halte moet dan ook echt in het bos gelegen hebben, dicht bij het restaurant dat de wandelaars kon spijzigen na een fikse tocht door het bos, langs de rotsmassa die le Caillou-qui-Bique is. Le Chalet du Garde bestaat nog altijd, trouwens. Het leek wat op een valse start, maar in het spoorboekje van 15.05.1936 vinden we de halte terug en deze keer op alle dagen van de week, met meteen 6 stops. Bij het begin van WO II is er weinig gewijzigd, maar na het uitbreken van de oorlog verdwijnt de halte en later zelfs de hele lijn 90A. In het spoorboekje van 15.05.1949 keert de halte terug, opnieuw met 2 ritten, alleen op zondag. Eerder was een nog beperktere dienst ingevoerd met 1 rit richting Roisin (boekjes van 08.10.1945 en 07.10.1946). Op 22.05.1954 viel het doek over lijn 90A en meteen dus ook over de halte Audregnies. Welgeteld één foto van de halte lijkt nog te zijn overgebleven: http://www.garesbelges.be/angreau.htm. Het spoorboekje van 04.10.1959 is het laatste waarin de halte Audregnies nog voorkomt. Als dit geen vergissing is (toen al?) dan was er geen trein meer richting Roisin-Autreppe en nog welgeteld 1 richting Saint-Ghislain.
De zieltogende treinhalte overleefde zelfs de tramhalte: de tramlijn werd bediend van 10.11.1890 tot 22.05.1954.Lange tijd kon men niet klagen over de dienstregeling: in het spoorboekje van 01.07.1913 vinden we 7 ritten terug en in de loop van de jaren zou dat aantal eerder stijgen dan dalen: zo reden er op 07.02.1994 niet minder dan 12 ritten, op woensdag schooldag zelfs nog één meer. Eerst bevatte de tabel (412) ritten tussen Quiévrain en Roisin, maar geleidelijk werd de lijn uitgebreid tot Pommerœul, in de jaren 1980 zelfs tot Bernissart (lang niet alle ritten!). In 30.09.1962 vinden we de lijn nog terug met film 59, vanaf 23.05.1971 wordt dat 29. De weekdienst houdt behoorlijk stand, maar de weekenddienst wordt in enkele jaren tijd afgebouwd: vanaf 28.05.1989 moeten we het stellen met 4 ritten op zaterdag en zondag, in 1994 is hun aantal al gereduceerd tot 2 en enkele jaren later wordt de weekenddienst helemaal afgeschaft.
Op 10.06.2001 vinden we voor het eerst de eigenaardige lijn 29' terug: de oorspronkelijke lijn 29 was ondertussen beperkt tussen Hensies en Roisin en beide lijnstukken waren nauwelijks op elkaar afgestemd. Het deel Quiévrain - Roisin kreeg de aanduiding 29', bij mijn weten de enige Belgische lijn met een accent in het lijnnummer. Overigens vind je dat accent niet terug op de lijnfilm van de bus en ook niet op de halteborden…
Heden ten dage houdt de weekdienst vrij goed stand, met een 12-tal ritten. In Roisin had je vroeger aansluitingsmogelijkheden met lijn 28 naar Dour en Saint-Ghislain, maar de dienstregeling van die lijn is nu zo uitgedund dat de kans op een goede aansluiting verwaarloosbaar klein is geworden.

De verbinding.

Halle - Quiévrain 1733 12:34 13:49 stipt 363 mr80 Break controle: N
Quiévrain - Angreau [29'] 14:32 14:46 stipt ab3888 VDL Bus&Coach Citea CLF120 Roisin?
-
Angreau - Quiévrain [29'] 16:49 17:03 -1 ab3888 VDL Bus&Coach Citea CLF120 Roisin?
Quiévrain - Halle 1717 17:13 18:26 stipt 327 mr80 Break controle: J

 

En wat we beleefden.
Het is even schrikken , nu ja: met drie kwartier aansluitingstijd - als we merken dat IC 1733 tussen Ans en Waremme plots 8 minuten vertraging oploopt, maar die vertraging zal snel slinken. We vertrekken stipt in Halle. In Braine-le-Comte, Soignies en Jurbise komen we telkens 2 minuten te vroeg aan, in Mons zelfs 3! Waarom we dan toch met een minuut vertraging vertrekken in Mons is me onbekend, al wordt de capaciteit van dit station al jaren beperkt door de bouw van het nieuwe station, waar maar geen eind aan komt. Het is wat kort door de bocht als je zou stellen dat de rit gerust 9 minuten sneller kan, maar de reserve is toch wel ruim. Twee rijtuigen van stel 363 lijken niet beschadigd, maar op het derde rijtuig (en op het volgende stel) hebben de vandalen in Kinkempois hun duistere lusten botgevierd.

Als we in Quiévrain aankomen, zien we dat de bus van lijn 29 naar Hensies met 7 minuten vertraging vertrekt. Zou de chauffeur op eigen initiatief de aansluiting met de IC hebben geregeld? Het is toch wel spijtig dat de TEC blijkbaar niet de moeite neemt om dit te institutionaliseren.
Het is trouwens die bus die onze bus zal worden op lijn 29'. Meer dan een dame die enkele halten meerijdt en wijzelf zal de bus niet vervoeren.


Deze bus zal ons na de pauze naar Angreau brengen. Hij is net teruggekeerd uit Hensies. Bemerk de nieuwe kleur(en?) van de TEC.

Voor de terugrit zal dezelfde bus opduiken. Ab 3888 behoort volgens het tijdschrift Tram2000 tot Eugies of Roisin, ik ga er maar van uit dat het een bus van Roisin is, een stelplaats die een fossiel is uit de tijd toen hier nog trams reden, met een beperkt aantal bussen. Haltelink brengt ons even in de war: de bus zou met 7 minuten vertraging rijden, even later zelfs met 32, maar de bus richting Roisin komt stipt op tijd. De keertijd in Roisin bedraagt welgeteld 1 minuut en dus is het maar best dat de bus geen vertraging heeft. We zijn de enige reizigers naar Quiévrain, al hebben we deze keer wel een goede aansluiting.

De IC heeft in Quiévrain een keertijd van om en bij het half uur en dus staat de trein klaar als we aankomen. We lopen het laatste stel voorbij omdat eerste klas ontsierd is door graffiti tot halfweg de ramen. Het eerste stel ziet er beter uit, maar daar staan de graffiti aan de andere kant van het stel. In Jemappes stapt een reiziger in met rugzak, die eerst wat heen en weer loopt, deuren opent en sluit en zich uiteindelijk afkapt in eerste. Fantasie heeft hij wel, want in Jurbise vraagt hij of we in Louvain zijn? Hij zal uiteindelijk in Soignies uitstappen; zijn mondmasker zal dan al een tijdje verdwenen zijn. Er moeten er van alle soorten zijn. Overigens zijn er vanaf Mons staande reizigers, al veronderstel ik dat er verderop in de trein meer dan voldoende zitplaatsen zijn. De tbg is al gepasseerd na Saint-Ghislain en daar kunnen enkele reizigers van profiteren. Bij betrapping zouden ze trouwens toch maar gewoon in tweede moeten gaan zitten.

De maan, in haar eerste kwartier, volgt ons van Quiévrain tot Halle. Ze gluurt onbeschroomd binnen in deze trein met vreemde tekeningen. Ze? Is ze wel vrouwelijk? Het is toch Janneke Maan? Al is Janneke in Nederland ook een meisjesnaam. Al die geslachtelijke aanslagen op de taal komen me stilaan de strot uit. En ik struikel dan ook steevast over Nederlandse auteurs die de maan mannelijk maken…

De treinlectuur.
William Makepeace THACKERAY, Vanity Fair. Ik kocht deze pocket in 1972 en heb de volumineuze roman dus zo een halve eeuw geleden voor het eerst gelezen. Het is een verhaal zonder held volgens de auteur, maar Becky Sharp, een wat achteruitgestelde wees, die zich listig weet op te werken in de Engelse maatschappij van net voor 1815, speelt toch een duidelijke hoofdrol. Satire, zoals ze nu door allerlei tendensen zo goed als onmogelijk is geworden. Maar wat een genot!

Carmen KORN, De tijden veranderen.


Eind boskap: 2030 ???. Eind mondkap: ???

Fantastisch toch? Lydia Peeters op 1 dag aangepakt over haar beleid bij De Lijn: door Schoubs en Descheemaeker in De Morgen, door Marc Reynebeau in De Standaard. En dat op een dag dat hier alweer 2 bussen na elkaar werden afgeschaft…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

09-11-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
28-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 oktober 2021 - Thorembais-les-Béguines

De wandeling.
We laten altijd het toeval beslissen waar we stappen. Maar als dat toeval dan wil dat we in Thorembais-les-Béguines de Promenade des fermes (rode rechthoek) volgen, dan zitten we met een (klein) probleem, dat wel gemakkelijk te omzeilen is. Met vier kilometer is dit nu niet bepaald de afstand waar we van dromen en dus zochten we combinatiemogelijkheden; die vonden we met de Promenade des trois clochers (groene cirkel), zodat we uiteindelijk een parcours konden uittekenen dat tegen de 15 kilometer lag. Spijtig genoeg is de weg die we gebruiken om beide wandelingen met elkaar te verbinden niet echt aangenaam - we moeten de kleine kilometer die beide van elkaar scheidt bovendien 2 keer volgen. Op het kaartje wordt het meteen duidelijk dat we een verre van gewone lus hebben gestapt.

De eerste wandeling (les fermes) is dus kort, maar spijtig genoeg ook niet echt interessant. Toegegeven, je stapt langs enkele mooie hoeven en de gevolgde wegen zijn rustig. Al hebben we ons de vraag gesteld hoeveel van die hoeven nog echt door boerenhanden gaan: als je 9 brievenbussen ziet hangen, weet je wel dat de boerderij al lang niet meer voor landbouw en veeteelt instaat. De tweede wandeling begint op het gemeenteplein van Malèves, maar wij sluiten onderweg aan. Waar de eerste wandeling wat steriel was, loopt deze wel over interessante stukjes: men heeft duidelijk geprobeerd om wat onverharde wegen in het parcours op te nemen, ook al leidt dat tot een TWQ dat niet hoger komt dan 18%. (Zelfs als je de verbinding tussen beide niet meerekent, komen we nog niet hoger dan 20%.) En voor de rest is het dus genieten van deze tocht, langs velden en weiden, waarin de koeien nog een laatste stukje verdraaglijke herfst meepikken.
Nog even dit: Malèves is een dorp in Malèves-Sainte-Marie-Wastines. Tjonge, als je dit moet leren schrijven in de lagere school loop je waarschijnlijk een trauma op; dat kan zelfs al door het dragen van mondmaskers, getuige de commotie van de voorbije dagen daarover.
Volgens het destijds nog door Dexia gesponsord boek over de Belgische gemeenten zou de naam Wastines van Germaanse oorsprong zijn en verwijzen naar woeste grond. In mijn geboortedorp Gooik is de Woestijn een bekende plek en laat men die in het plaatselijke dialect nu ook Vastijn noemen. Groot is de stap naar Wastines niet meer.

Aan mooie, grote boerderijen geen tekort. Of er ook nog in al die indrukwekkende gebouwen geboerd wordt, is een andere vraag.


De wandeling leed misschien wel wat aan een tekort van mooie, onverharde veldwegen als deze.

Meer foto's op deze plaats.

Het weer.
Helder, winderig, aangenaam fris.

De stafkaarten.
40/3 S Opprebais (1:10.000 uit 2001 - die op 1:10.000 zijn nog altijd mijn favorieten) of 40/3-4 Jodoigne (op 1:25.000 uit 2019).

Hoe we er geraakten.
Er lagen nogal wat mogelijkheden open: via Tienen en Jodoigne, via Gembloux of Namur, al dan niet met overstap in Perwez of zelfs Glimes, de planners konden weer hun hartje ophalen aan de meest onwaarschijnlijke verbindingen, soms om enkele minuutjes tijd te winnen, maar altijd zonder er rekening mee te houden dat je tegenwoordig geen biljetten en terug van meer kunt kopen. En dus schakelden we ons eigen gezond verstand in en dan bleek nogal snel dat we het best konden reizen met een combinatie van 2 expresslijnen van de TEC en het treintje van lijn 26 tot Etterbeek.

Een beetje geschiedenis.
Het gebeurt niet zo vaak dat we niet eens zo heel ver in de tijd terug moeten gaan om het verhaal van een buslijn op te snorren. Dat is vandaag wel het geval met de korte geschiedenis van E1, de expressbus tussen Louvain-la-Neuve en Jodoigne. Het begint pas in 1997, met de creatie van de Rapidobus 1. Die krijgt zelfs een uurdienst vanaf 2007. Vanaf 01.10.2020 wordt de lijn omgedoopt tot E1, in het kader van de uitbouw van een net van expressbussen (vandaar de E). Ondertussen is daar ook nog de E82 (Namur - Jodoigne) bijgekomen: deze bus heeft een deels gemeenschappelijk parcours, wat de bediening tussen Perwez en Jodoigne wel bijzonder fleurig maakt.

De verbinding.

Halle - Etterbeek 3358 08:45 09:07 +3 908 mr86 Sprinter controle: N
Elsene - Louvain-la-Neuve [E11] 09:22 09:56 stipt ab6101-13 Irisbus Arway 15 F. Cardona & Deltenre
Louvain-la-Neuve - Thorembais-les-Béguines [E1] 10:03 10:27 -3 ab6322 Irizar i4 L Jodoigne (?)
-
Thorembais-les-Béguines - Louvain-la-Neuve [E1] 14:33 14:57 +3 ab6323 Irizar i4 L Jodoigne (?)
Louvain-la-Neuve - Etterbeek [E11] 15:06 15:42 -2 ab6101-37 Setra S 419 UL F. Cardona & Deltenre
Etterbeek - Halle 3386 15:52 16:14 +1 943 mr86 Sprinter controle: J

 

En wat we beleefden.
Ik meen op te merken dat de treinbestuurder wel bijzonder zuinig is met zijn tractie tussen Huizingen en Moensberg. De slechte reputatie van lijn 26 in de herfst en ook van de duikbrillen zal daar wel niet vreemd aan zijn. Wijs man! In Diesdelle stappen twee Slavische vrouwen in; als je het niet beter zou weten, zou je denken dat een ervan een opgenomen monoloog afratelt, zonder dat de andere de kans krijgt om op de pauzeknop te drukken.

In Etterbeek vertrekt de bus van lijn E11 aan de halte Elsene (Plein) - daar moet je gewoon het hoekje voor om, letterlijk dan. Er staan twee bussen klaar: hier wordt op dit moment van de dag nog een kwartierdienst gereden. Anders dan enige andere reizigsters wachten we tot de film de correcte bestemming toont. Aan de deur prijkt een knop; als we die indrukken, horen we een bel en de deur gaat open. We zullen vandaag vier bussen hebben die qua inrichting weinig van doen hebben met de gewone lijnbus. Hoogst vervelend is dat we vooraan moeten ontwaarden: de gang tussen de zetels is daar duidelijk niet op berekend, maar de reizigers tekenen zelf voor een soort beurtelings verkeer.
Op het busstation van Louvain-la-Neuve is het even wachten op de E1 die al van Ottignies komt. Ook dit is een bus van een aparte klasse in vergelijking met de E82 Namur - Jodoigne, die met oudere brol gereden wordt. Maar die wordt door de TEC-Namur geëxploiteerd. De halte Thorembais-les-Béguines (Rte de T-L-Bég.) is een van die landelijke halten waarvan je niet verwacht dat hier klanten in- of uitstappen. Nochtans zal zo goed als elke bus die we hier vandaag zien passeren, reizigers oppikken of afleveren. De TEC maakt het zijn reizigers nochtans niet simpel: er bestaat ook een halte Thorembais-les-Béguines (Rte de Thor.-les-Béguines). Aan de reiziger om juist te gokken, want het is belangrijk dat je de juiste benaming kiest, anders krijg je maar een beperkte set mogelijkheden.

De terugrit gebeurt met een even comfortabele bus van dezelfde reeks; ook nu hebben we een medereiziger aan onze halte. Ter hoogte van de halte Bonne Espérance stappen drie controleurs in. Een reiziger heeft niet het tarief voor de expresslijnen betaald; hij krijgt de raad om zijn abonnement zo snel mogelijk aan te passen. We verliezen 3 minuten door de controle: vroeger reden controleurs nog een eindje mee, tegenwoordig is het wachten tot ze opnieuw uitgestapt zijn. Maar 9 minuten overstap volstaan wel. Even later zitten we in de bus naar Elsene. In deze richting bedient die wel een halte Etterbeek Station, om het andere hoekje, maar nog wat dichter bij het NMBS-station.

Van de rit in de S naar Geraardsbergen valt weinig te vertellen. Tussen Huizingen en Halle zijn er 3 minuten voorzien, maar dat lijkt me vaak net een minuutje te weinig. Al is dat niet de reden dat we niet meteen een bus van De Lijn ter beschikking hebben. En dus nemen we de 114 van de TEC: een halfuurtje stappen kan er nog wel bij. Achteraf bekeken valt het trouwens nog erg mee: de 155 die we anders hadden genomen heeft 20 minuten vertraging, mogelijk als gevolg van het tragische dodelijke ongeval waarbij een 44-jarige om het leven kwam in een poging om 2 jongens uit een vijver te redden.

De treinlectuur.
Terry Hayes, Ik ben pelgrim. De auteur van hét standaardwerk over internationale criminaliteit stelt vast dat zijn boek als een soort handleiding gebruikt wordt voor de perfecte misdaad. Tegelijkertijd moet hij op zoek naar een terrorist die een gemodificeerd pokkenvirus, dat daardoor vaccinbestendig is, op de USA wil loslaten. En nee, de roman is niet verschenen na het losbarsten van de coronacrisis.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Een vrouwelijke beer is een berin, een vrouwelijke ezel een ezelin, een vrouwelijke aap een apin… een vrouwelijke leraar een lerares, een vrouwelijke directeur een directrice, een vrouwelijke socioloog een sociologe… oei, die laatste drie kunnen niet meer door de beugel. (En wat doe je met mannetjesputter en vrouwtjesputter?)

Gehoord op de verkeersapp van radio 1 die nu ook fietsnieuws geeft: fietsers zonder verlichting, bel, helm of fluovest gesignaleerd in de ruime omgeving van Halle. Automobilisten wordt aangeraden om niet uiterst rechts te houden…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


28-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 oktober 2021 Stalhille

De wandeling.
Het Nieuw groot wandelboek Vlaanderen is ondertussen oud (uit 2001) en 20 jaar is echt oud als het over boeken gaat, je moet maar eens proberen om nog een roman van een jaar of 5 geleden op de kop te tikken. Maar dat betekent daarom nog niet dat het boekwerkje ook verouderd is. Honderd lusvormige tochten stonden erin: auteurs waren Vakantiegenoegens en ene Margit Sarbogardi. Bijna helemaal achteraan (nummer 97) vonden we een wandeling in Stalhille met als titel Wandelen op de Polderkreken. En wij die dachten dat kreken vol water stonden. Laat het er ons dus maar op houden dat we langs deze kreken stapten, die een essentiële rol speelden in de drooglegging van dit thans veie poldergebied. De tocht is iets meer dan 7 kilometer lang en een TWQ-score van 12% voorspelt niet veel goeds, maar wie niks heeft tegen wandelen over verharde wegen kan hier misschien toch zijn hartje ophalen in dit vlakke en schaars bevolkte plat pays. Die TWQ zou zelfs gewoon 0 geweest zijn, ware het niet dat we een kleine verbetering hebben aangebracht aan het oorspronkelijk gepubliceerde traject. Niet dat we daar zelf zoveel verdienste aan hebben, maar blijkbaar kon men op bescheiden manier een oude wandelweg herstellen, ter hoogte van wat de recente stafkaart Schobbejak noemt; die enkele honderden meters onverhard slagen er natuurlijk niet in om de TWQ op te trekken, maar het is alvast dat. Overigens loopt de wandeling ook gedurende meer dan 2 kilometer over het jaagpad van het kanaal Gent - Oostende, maar die ziet er te sterk uit als een gewone betonweg om hem "traag" te noemen. Het kanaal zelf is gelukkig wel het bekijken waard, met bomen aan beide zijden.


Rustig grazende koeien, de bomen flankeren het kanaal Gent - Oostende - veel meer echt groen vind je niet onderweg.


Het kanaal Gent - Oostende is hier ongetwijfeld op zijn mooist.


Dit brugje heeft in de voorbije jaren de wandelmogelijkheden stevig opgevijzeld. Meer moet dat niet zijn.

Meer foto's.

Het weer.
Eerst zwaar bewolkt, later half bewolkt met mooie wolken op hoog en middelhoog niveau. Fris en gezien de nabijheid van de zee winderig.

De stafkaarten.
12/3-4 Oudenburg (2018)

Hoe we er geraakten.
Stalhille ligt dan wel tussen Oostende en Brugge maar van de basismobiliteit is hier niet veel te merken. De belbus gebruiken zou redelijk complex zijn en dus gingen we op zoek naar een mogelijkheid om met lijn 35 ter plekke te geraken. Veel mogelijkheden waren er niet: uiteindelijk waren we zo goed als verplicht om halfweg de namiddag te starten, maar door de beperkte lengte van de wandeling was dat doenbaar. Voor de heenreis moesten we naar Oostende reizen, want uit Brugge was er helemaal geen bus, tenzij op woensdagmiddag…

Een beetje geschiedenis.
Stalhille is nog nooit verwend geweest op het vlak van openbaar vervoer. De ligging van het dorp zal daar ongetwijfeld niet vreemd aan zijn: een gewone doorgaande bediening is immers moeilijk. Het duurt dan ook lang voor we Stalhille zien opduiken in de lijst van de bediende gemeenten die je vroeger in de spoorboekjes kon aantreffen.

Uiteindelijk komt er in 1984 een uitbreiding van tabel 770 Brugge - Houtave - Oostende. Van maandag tot zaterdag wordt het dorp dan bediend door 5 busritten in elke richting die even lusvormig van hun rechtstreekse parcours afwijken.
Voor het zover is wordt er vrij vaak gewisseld van lijnnummer: eerst is er tabel 790 met de buslijn Wenduine - Brugge - een vakantiedienst -, later tabel 770 Brugge - Houtave - Oostende. In het spoorboekje van 31.05.1964 vinden we lijn 16 terug, enkele jaren later wordt dat lijn 33 (1969?). Dat busnummer verdwijnt op het moment dat West-Vlaanderen beslist om de lijnnummers niet meer te gebruiken en te vervangen door tabelnummers, in dit geval 770.
Denderend kun je de dienstregeling niet noemen en op een bepaald moment verdwijnt ook de zondagdienst (met 3 ritten), vermoedelijk op het moment dat Stalhille voor het eerst bediend wordt. (Stalhille heeft dus nooit een zondagsdienst gehad, tenzij met de belbus: zie verder.) Vanaf 05.01.2004 duiken er opnieuw echte lijnnummers op: tabel 770 krijgt lijnnummer 35 en dat nummer heeft het tot vandaag overleefd.
In 2008 komt er een belbus bij: in wezen staat die in voor de verbinding van Stalhille (het uiterste punt) en Jabbeke met het AZ Sint-Jan. Door een verregaande reorganisatie (samensmelting en inkrimping) is het inderdaad kleine belbusgebied van weleer nu uitgebreid tot Middelkerke. Het is een van de weinige belbusgebieden die geen NMBS-station bedienen. Om vandaag naar Stalhille te reizen, heb je minstens 1 bijkomende bus nodig - of tram als je eerst naar Middelkerke wil rijden. Onnodig te zeggen dat zo een belbus alleen van locaal belang kan zijn en dus niet bruikbaar is voor ons, wandeltoeristen. Een bijkomende belemmering is dat je als reiziger nu ook de speelbal bent van de belbuscentrale: vroeger beschikte je over voldoende gegevens om zelf het grootste deel van je verplaatsing te plannen, tegenwoordig hang je gewoon af van de goede wil van de belbuscentrale. Stilaan komen we aan het eindpunt van de belbus, die na de invoering in enkele jaren tijd erg populair was geworden, met een trouw publiek, maar die nu zonder veel scrupules naar de uitgang wordt geleid.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3411 12:20 12:30 stipt 2708 -  51021 M4 controle: N
Brussel-Zuid - Oostende 0534 13:04 14:17 +3 1847 -  73025 M7 controle: ja
Oostende - Stalhille [35] 14:35 15:00 -3 ab5472 Van Hool New A360 Oostende
-
Stalhille - Brugge [35] 17:40 18:12 stipt ab5987 VDL Bus&Coach Citea SLF Hybrid Oostende
Brugge - Brussel-Zuid 2818 18:31 19:29 stipt 1870 -  61041 M6 controle: ja
Brussel-Zuid - Halle 3690 19:34 19:51 stipt 08192 mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
We zouden in theorie meekunnen met IC 1911 van 12:37, maar komen voor IC 1711 van 12:27 en nemen uiteindelijk IC 3411 van 12:20. Het lijkt wel alsof we een revival van treinen met M4-rijtuigen beleven dit jaar, maar dat is dus een gelukkig toeval. Dat leidt wel tot een half uur tijd in Brussel-Zuid. Op het perron kun je altijd wel wat beleven, toch als treinliefhebber. IC 534 rijdt stipt. In de M7 valt het op dat de mededelingen nauwelijks hoorbaar laat staan verstaanbaar zijn. De hele rit verloopt stipt, of toch bijna: in Gent en Brugge staan we in totaal 14 minuten stil, maar het binnenrijden van Oostende lukt niet zonder hapering: ik vermoed dat het IC 1814 naar Antwerpen-Centraal is die we moeten kruisen en die ons 3 minuten vertraging kost.

We zijn al een hele tijd niet meer in Oostende geweest en het nieuwe busstation is een verrassing. Een rastaman stapt in, probeert 2 kaarten, allebei zonder resultaat, en reist zonder masker. Dat zet een mechanisme in werking dat ik al langer bij mezelf waarneem. Dergelijke ervaring voegt een druppeltje gif toe aan het emmertje dat telkens weer wat voller wordt, tot weerzin en ongenoegen van mezelf, want ik wil iedereen een eerlijke kans gunnen. Maar ja… De zitjes van de bus zijn overtrokken met een stofje waarvan ik vermoed dat het nooit tot het centrum van het land is geraakt; ik herinner het me wel van op de kusttram. De bus heeft 3 deuren en ook al door de coronamaatregelen heeft de bus amper 5 zitjes tussen voor- en middendeur. Wel is er een soort danszaal voorzien in dat deel van de bus. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor dit onding: De Lijn als opdrachtgever of Van Hool als fabrikant. Het argument zal wel zijn dat dit in wezen een stadsbus is, alsof reizigers ook daar niet liever zitten dan staan.

De terugrit loopt wel over Brugge. We zitten een tijdlang achter een tractor; de drie minuten vertraging worden toch nog uitgewist.

We zouden nu terug kunnen keren met een overstap in Gent-Sint-Pieters en zo enkele minuten tijd winnen, maar we besluiten wijselijk om toch maar voor de directe trein naar Brussel te kiezen. Overigens zien we IC 1818 binnenrijden: het eersteklasrijtuig zou in vierde positie hangen, maar als je beter kijkt, merk je dat deze trein helemaal geen eersteklasrijtuig meeheeft. Als je haltelink raadpleegt, blijkt dat euvel al van vorige week te stammen. Blijkbaar is het eenvoudiger om de gedupeerde reiziger een habbekrats terug te betalen dan de misser zo snel mogelijk te herstellen. Verder valt er over de terugreis niet veel te vertellen. De omineus korte overstap in Brussel-Zuid verloopt zonder problemen en komen stipt in Halle aan.

De treinlectuur.
Henri TROYAT, Amélie. Zoals verwacht raakt Pierre zwaar gewond in de slag bij Verdun en hij herstelt langzaam van de ernstige kwetsuur aan het hoofd.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Men wil binnenkort politieagenten filmen of fotograferen tijdens hun tussenkomsten. Moet kunnen, als je het maar niet aandurft om een bus te fotograferen, want stel dat de kop van de chauffeur op het internet belandt! Wat een ongelooflijke schending van zijn privacy zou dat zijn!

Reclame voor digitalisering: monniken kopieerden maanden lang aan een boek, tenzij die ene die met een simpele druk op de digitale knop de klus in een mum van tijd kon klaren. Maar wie zou er nu eigenlijk de meeste voldoening halen uit zijn werk?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
14-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 oktober 2021 - GR Mol-Om: Dessel - Ezaart

De wandeling.
Vandaag stappen we een 13-tal km van de GR Mol-Om, tussen Dessel en Ezaart. Als je echt alles te weten wil komen over deze GR moet je hier eens een kijkje nemen. Dan leer je meteen dat ze altijd al een buitenbeentje is geweest in de GR-catalogus. Nu ja - catalogus, mijn topogids dateert al van mei 1990 en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn een nieuwe versie komt, al is de oude lang uitverkocht. Misschien verdwijnt deze GR dus ooit wel helemaal uit de catalogus. Nochtans is deze GR niet zwakker of sterker dan veel andere Vlaamse GR's. Met de sterktes en de zwaktes van deze GR zijn we vandaag al te duidelijk geconfronteerd. Een kleine 2 km meteen bij het begin zijn waardeloos: ze voeren je door Donk langs een dubbele macadamweg. Maar dan openbaart zich plots de pracht van de Molse bossen, die we over aangename wegen doorkruisen; uiteindelijk leidt dat tot een TWQ van 58%! Tegen het einde aan verzwakt het gevolgde traject dan weer, omdat we hier vaker dan ons lief is over asfalt en beton moeten stappen. Zoek geen interessante eigenaardigheden of belangwekkende punten onderweg, die zijn er gewoon niet. De bewegwijzering is slordig en eigenzinnig, maar wel perfect te volgen. We dachten dat dit deel van deze GR 14/20 waard was. Het kaartje.


Een lang traject door de bossen redde uiteindelijk deze GR, die erg slapjes begonnen was.


Bijna altijd vind je in de Kempen wel een mooi versierd kapelletje.

Alle foto's vind je hier.

Het weer.
Zwaar bewolkt tot betrokken, fris, maar wel rustig.

De stafkaarten.
17/2Z Mol - 17/1Z Millegem - 17/5N Sint-Dimpna. Recenter op 1:25.000 geeft dat 17/1-2 Mol en 17/5-6 Balen.

Hoe we er geraakten.
Over de heenreis moesten we niet te lang nadenken: de halte Mol Langendijk is te bereiken met lijn 470 Mol - Turnhout. Deze lijn rijdt op weekdagen om het half uur en het gaat sneller via Mol dan via Turnhout.

De apps suggereren nogal dwaze terugreizen, met overstappen in Aarschot of Leuven en dus lange stukken bus. Wij houden het liever eenvoudig, via Geel met lijn 84 uit Mol Gerststraat. Het tijdverlies is op deze manier te verwaarlozen en vooral: overstappen van bus naar bus zijn over het algemeen niet zo betrouwbaar.

Een beetje geschiedenis.
Laat ons even stilstaan bij het deel Herentals - Mol. Voor de rest verwijs ik graag naar de site van Paul Kevers: zie link onderaan. Oorspronkelijk lagen er tussen Herentals en Mol halten of stations in Olen, Larum, Geel en Millegem. Olen, Larum en Millegem zijn verdwenen in het spoorboekje van 29.09.1957. De bestaande vervangingslijn 15a Mol - Neerpelt - Hamont (dat deel van de spoorlijn was al eerder zonder reizigersverkeer gevallen) wordt op dat ogenblik 15b en wordt verlengd tot Herentals. (Lijn 15a wordt nu toegewezen aan de bus Lier - Herentals/Bevel, die de treindienst moet vervangen: ook daar sneuvelt immers een tussenliggende halte: Kessel.)

Op 27.05.1979 vinden we lijn 15b opgesplitst terug in het busboekje: 15b/1 staat voortaan voor Hamont - Mol, 15b/2 voor Mol - Herentals. Handige lijnaanduidingen zijn dit allerminst; vanaf 01.07.1989 (of vroeger?) worden beide tabellen weer samengevoegd onder de noemer 15b Hamont - Mol - Herentals.
Vanaf 28.05.1995 wordt lijn 15b vrij grondig aangepast: buslijn 15b verliest het deel Hamont - Geel. Reizigers moeten voor die verbinding voortaan gebruik maken van de vroegere snelle lijn 307 Hamont - Neerpelt - Mol - Leuven. Helemaal onlogisch is dit niet: Geel wordt immers een belangrijk knooppunt trein/bus, met veel buslijnen die in aansluiting met de IR Antwerpen-Centraal - Neerpelt rijden. Vandaag rijdt lijn 15b nog tussen Geel en Herentals. De 307 is verschrompeld tot een zogenaamd functionele lijn, waarvan het voornaamste kenmerk is dat ze niet functioneel is voor het grootste deel van de bevolking. Het gedeelte Hamont - Geel rijdt nu onder het lijnnummer 84, het lijngedeelte tussen Geel en Leuven heet voortaan 306.

De verbinding.

Halle - Herentals 3409 10:20 11:38 +6 2713 -  58041 M4 controle: J
Herentals - Mol 4311 11:43 12:02 +4 4184 mw 41 controle: N
Mol - Mol [470] 12:15 12:23 +1 ab2015 VDL Bus&Coach SLE Turnhout
-
Mol - Geel [84] 16:46 17:04 +5 ab615-044 MAN's Lion City R. Melotte & Co
Geel - Herentals 2988 17:43 17:53 +1 08558 mr08 Desiro controle: N
Herentals - Halle 3440 18:22 19:40 +1 2739 -  58057 M4 controle: J

 

En wat we beleefden.
Ik las onlangs dat de treinen in september bijna allemaal op tijd rijden. Zelf heb ik het tijdens recente uitstappen toch wel anders ervaren. Niet dat het echt al eens helemaal de spuigaten uitgelopen is, maar er is altijd wel iets dat aangeeft dat het allemaal niet zo vlot loopt. Neem nu IC3409 van vandaag: tot Vilvoorde rijden we zo goed als stipt, maar het binnenrijden van Mechelen kan beter: 4 minuten vertraging. Of slechter: want het ging traag voor Mechelen, maar ook traag erna en dat een eind voorbij Nekkerspoel. Vermoedelijk verlenen we voorrang aan een S1-trein naar Nivelles. In Lier is de vertraging opgelopen tot 9 minuten. Herentals zullen we uiteindelijk bereiken met 6 minuten vertraging en dat zou er dus niet echt goed uitzien, mocht de aansluitende IC 4311 niet zelf met vertraging rijden. Erg veel zorgen maken we ons trouwens niet over de aansluiting: de treinbegeleider heeft ons tijdens de controle op de hoogte gebracht van de overstap in Herentals, op hetzelfde perron. Later weet hij mee te delen dat we vertraging hebben, maar dat hij gevraagd heeft om in Herentals de aansluiting toch te verzekeren, en dat zal ook kunnen. Net voor Herentals komt hij ook nog eens melden dat de aansluitende trein ook vertraging heeft en dat de aansluiting dus geen probleem zal zijn.

Er zit nogal wat reserve in de dienstregeling tussen Lier en Herentals: ondanks een vertragingszone in Nijlen kan zowel IC 3409 als IC 4311 enkele minuten vertraging inlopen. IC 4311 gaat dan nog van 6 in Herentals naar 4 bij aankomst in Mol.

De bus van lijn 470 is stipt. Twee pummeltjes van een jaar of 14 zitten ons met de rug naar de chauffeur aan te gapen. Het is duidelijk waarom: ze verorberen van die enorme broodjes, die misschien wel ontbijt en middageten vervangen, wat dus niet mag in de bus. Uiteraard dragen ze geen mondmasker en na de maaltijd blijven de maskers onder de kin hangen. Je reinste pubergedrag en dus dom en uitdagend.

Ook tijdens de terugrit zitten we trouwens in een bus met 2 ongemaskerde net geen twintigers. De puberteit zou nu achter de rug moeten liggen, maar dat is geen garantie dat de domheid ook verleden tijd is. We hebben de bus langere tijd op haltelink gevolgd en tot Mol loopt alles vlot. In het centrum maakt de bus wel vertraging: het is een ziekte waaraan ook de TEC lijdt: te weinig rittijd voorzien in de veelal drukke stadskernen en te veel buiten de stad. Het scenario zal zich herhalen in Geel. Heimelijk hadden we gehoopt op een overstap van 2 minuten, maar het weinig vlotte verkeer in Geel boort die hoop al vlug de grond in.

Van Geel naar Herentals nemen we dan maar de S 2988, twee desiro's. Dat we de S nemen en niet de IC betekent wel dat we nu een erg ruime overstap hebben in Herentals. Dat IC 3440 ook weer uit M4's bestaat, werkt enigszins troostend. Het stuurstandrijtuig hangt achteraan, we zullen tot Halle de enige reizigers zijn in de staart van de trein. Ook hier loopt het verkeerd: van voor Schaarbeek al gaat het traag, maar dan blijkt ook dat vertragingen even snel kunnen verdwijnen als ze opduiken: Noord +4, Centraal +3, Zuid +1 en Halle stipt!

De treinlectuur.
Henri Troyat, Amélie.
Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.



Er zijn opvallende overeenkomsten tussen Weyts en Decroo senior. Als je een departement de grond in wil boren, moet je het aan deze heerschappen geven: dat geldt voor mobiliteit en onderwijs, in beide gevallen. Ze zijn geen van beiden aangename sprekers en op tijd en stond hangen ze graag de clown uit. En visie is belangrijk: hún visie. Decroo zijn we al kwijt, nu Weyts nog…

Overigens: Eva De Bleeker, staatssecretaris voor begroting, slaagde er vanmorgen in om 2 taalfouten te maken in minder dan 5 minuten: noemen i.p.v. heten en ingeslaan i.p.v. ingeslagen. Zo breng je de politiek dichter bij het volkje… Hopelijk staat haar begroting beter op punt dan haar taaltje, dat uitblinkt door zinnen die halfweg oplossen in …

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


Een toemaatje voor de liefhebbers: desiro 08573 rijdt als S 2964 van Antwerpen-Centraal naar Mol. Lijn 15, kp 50.4.

14-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
08-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 oktober 2021 Héron

De wandeling.

Soms sta ik zelf verbaasd over wat er allemaal in onze immense verzameling wandelfolders terechtgekomen is. Vandaag putten we inspiratie uit een folder uit 2003, toen uitgegeven door Parc naturel des Vallées de la Burdinale et de la Mehaigne, ter gelegenheid van de Waalse patrimoniumdagen. Je vindt er 7 lusvormige wandelingen in en wij kiezen vandaag de wandeling in Héron, de Promenade des Alouettes. Die alouette heet in het Nederlands leeuwerik en geloof het of niet: we hebben er ook echt door de lucht zien wapperen en horen kwelen. Dat hoeft geen verbazing te wekken: een groot deel van de tocht loopt door de uitgestrekte velden; alleen op het einde in de onmiddellijke nabijheid van enkele grote boerderijen vonden we weiden met een bonte variatie aan koeien. Wie houdt van een rustige, landelijke tocht vindt hier zeker zijn meug, maar je moet er wel bijnemen dat de TWQ laag ligt: 23% is echt geen topprestatie. Héron en het erg mooie Lavoir zijn de dorpen waar je langskomt en de Moulin de Ferrières is een bijkomende attractie. De korte excursies naar het erg mooie Sint-Hubertuskerkje - spijtig genoeg gesloten, maar daar zijn we onderhand gewend aan geraakt - en naar de genoemde molen zijn zeker de moeite waard. Je herkent ze meteen op de kaart. In onze ogen scoorde deze wandeling 14/20.


Het dorpje Lavoir is ongetwijfeld een van de mooiste punten op de tocht: het inkaderen waard!


De Ferme de Boin is één van de grote hoeven waar we tegen het einde aan langskwamen.

Al de foto's.

Het weer.
Prachtig nazomerweer: helder en ongeveer 17° warm, rustig.

De stafkaarten.
Je hebt er 4 nodig op 1:10.000 want Héron heeft zich in een hoek van een kaart genesteld: 48/1N Hingeon - 48/2N Couthuin - 41/6N Marneffe - 41/5N Burdinne. Recentere kaarten op 1:25.000 zijn 41/5-6 Braives en 48/1-2 Andenne.

Hoe we er geraakten.
Héron mag dan wel langs de drukke N643 liggen, er met het openbaar vervoer geraken is een ander paar mouwen. Het tramnet was destijds al behoorlijk complex en het huidige busnet is na 70 jaar nog altijd een duidelijk herkenbare kopie van dat net. Eigenlijk vonden we maar één verbinding heen die ons, wandelaars, aantrekkelijk leek en die ons ook uitzicht gaf op een doenbare terugreis. Hoewel Héron net over de provinciegrens Namur/Liège ligt - aan Luikse kant - is een verbinding uit Namur aangewezen. Kort na de middag vertrekken er uit Namur enkele bussen die ons in de richting van Héron brengen: de 816 en de 17, allebei om 12:28, komen in aanmerking om ons een eind op weg te helpen. We kiezen voor de 816 die ons tot Forville Avenue de la Libération brengt, waar we een wel erg ruime overstaptijd van 47 minuten hebben op lijn 18 Forville - Huy. Het is behelpen…

Voor de terugrit kunnen we opnieuw met lijn 18, deze keer tot de halte Bierwart Carrefour, waar we dan na alweer 27 minuten wachten kunnen overstappen op lijn 17 Acosse - Namur, zowat de enige buslijn hier in de streek met een min of meer aanvaardbare dienstregeling. Het is ronduit onbegrijpelijk dat men bij de TEC-Namur nooit een poging heeft ondernomen om hier een duidelijker en beter gestoffeerd busnet uit te bouwen. Hier en daar een busje meer en vooral: een betere aansluitingspolitiek zouden hier het verschil van hemel en aarde kunnen betekenen.
Sommigen vragen zich waarschijnlijk af of we niet makkelijker via Andenne of Huy hadden kunnen reizen, maar wees maar zeker: ik vond geen betere combinatie dan de gebruikte!

Een beetje geschiedenis.
Héron werd tot 30.06.1955 bediend door de tramlijn Burdinne - Bierwart - Statte. We vinden de dienstregeling terug onder tabel 530. Een andere tramlijn (tabel 525) verbond Eghezée via Forville, Bierwart en Petit-Waret met Andenne. Burdinne is het punt waar beide lijnen samenkomen. Je krijgt een idee van het vrij ingewikkelde, tamelijk dichte tramnet op deze plaats.

De dienstregeling van de tramlijn die Héron bediende (oorspronkelijk tabel 530) vinden we later terug onder tabel 631. Als de tramlijn vervangen wordt door een busdienst, wordt dat tabel 945 (en later 940) en daar kunnen we meteen ook het lijnnummer 18 aflezen dat tot vandaag standhoudt. Overigens verandert er in eerste instantie weinig aan de dienstregeling, pas later zou de lijn wat beter gestoffeerd worden. Zoals bij zo veel lijnen verdwijnt later (in 1981, nog voor de door Decroo gedicteerde grote besparingsronde in de weekenddiensten) de zondagdienst. Vandaag blijft op weekdagen een vijftal ritten over, met in de richting Forville een immens gat tussen 09:16 en 17:02; er rijden wel schooldiensten op woensdagmiddag en een rit op de andere dagen om 16:33. Op zaterdag zijn er nog altijd 4 heen-en-terugritten, die een stuk beter gespreid zijn dan die van de weekdagen.
Waar hier nooit echt werk van gemaakt is, zijn bruikbare aansluitingen tussen al de busritten die tussen Namur en Huy het gebied ten noorden van de Maas bedienen. Dat hebben we vandaag aan den lijve ondervonden!

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3208 10:03 10:15 +10 1813 -  61072 M6 controle: J
Brussel-Zuid - Namur 2110 10:33 11:43 +3 1359 -  11831 I11 controle: J
Namur - Forville [816] 12:28 13:01 +2 ab4655 Van Hool New A330 Andenne (Forville?)
Forville - Héron [18] 13:48 13:59 +2 ab4515 Jonckheere Transit 2000 Andenne (Forville?)
-
Héron - Bierwart [18] 17:04 17:11 -7 ab4515 Jonckheere Transit 2000 Andenne (Forville?)
Bierwart - Namur [17] 17:38 18:05 +15 ab4390 Mercedes Citaro G C2 Andenne (Forville?)
Namur - Etterbeek 2539 18:34 19:17 +5 08020 mr08 Desiro controle: J
Etterbeek - Halle 3390 19:52 20:14 +5 907 mr86 - Sprinter controle: J

 

En wat we beleefden.
Met één bruikbare verbinding om in Héron te geraken, kunnen we ons niet te veel frivoliteiten permitteren. Gisteren zijn er problemen geweest met de bovenleiding tussen Edingen en Halle, vanmorgen is hetzelfde baanvak getroffen door een seinstoring en tot overmaat van ramp merk ik wat later - we staan zo goed als vertrekkensklaar - dat er nu ook problemen zijn met de infrastructuur; je kunt alleen maar vermoeden dat al deze storingen met elkaar verband houden. Het is al vrij snel duidelijk dat we onze verbinding via lijn 26 kunnen vergeten en dus wordt het behelpen via Brussel-Zuid, als dat al zal lukken! IC 3208 vertrekt in Halle met 6 minuten vertraging en zal via lijnen 96E, 96 en 96A rijden; vooral het naderen van Brussel-Zuid verloopt stroef genoeg om ons nog met 4 extra minuten vertraging op te zadelen. Maar we houden nog 8 minuten overstap over. Achteraf zal blijken dat de geplande S 3560 met meer dan 20 minuten in Brussel-Luxemburg zal aankomen en dat zou betekend hebben dat we de aansluiting met de 2110 hadden gemist. Het was dus een goede beslissing om via de NZV te reizen.

Door corona en klimatologia is het al heel lang geleden dat we nog eens naar Namur spoorden. De treinen naar Luxemburg rijden al een hele tijd deels in een samenstelling met locs van de reeks 13 en een sleep I11/I10-rijtuigen, maar erg veel hebben we daar dus nog geen gebruik van gemaakt. Toen deze trein nog uit 2 Deense neuzen bestond, bood die plaats aan 334 zittende reizigers in 2de klas en 90 in 1ste. De huidige samenstelling is goed voor 384 zitjes in 2de klas en 60 in eerste. Die winst van 50 zitplaatsen komt al goed van pas vanaf Ottignies. Het jonge studerende volkje is er in het begin van het academiejaar al vroeg bij om terug te keren naar Hotel Mama en eigenlijk kan ik het hen niet kwalijk nemen. Zelf behoor ik tot de tweede lichting van de toenmalige UFSAL en was ik verplicht om mijn licentiejaren in Leuven af te werken. Dat was niet meer of niet minder dan een koude, erg onaangename douche. Omdat een deel van de UFSAL-studenten naar Antwerpen uitweek, hadden we besloten om via een regelmatig te verschijnen boekje met elkaar contact te houden. Van mij stond in het eerste en enige exemplaar vermeld dat ik er een erezaak van maakte om zo weinig mogelijk in Leuven aanwezig te zijn. Ik was nochtans absoluut geen brosser - ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik nooit een les overgeslagen heb - maar als spoorstudent kwam ik inderdaad nooit meer dan 20 minuten voor het begin van de cursus in Leuven aan en voor de terugreis gunde ik mezelf nog minder marge. In Namur kan ik vaststellen dat de drie laatste rijtuigen duidelijk minder bezet zijn.
De rit zelf verloopt niet helemaal zonder hindernissen: er zijn nog vertragingszones voorbij Mont-Saint-Guibert waar indrukwekkende werken aan de hoge spoorwegberm nog niet helemaal achter de rug zijn en in Rhisnes is men blijkbaar ook nog niet helemaal klaar. Ook in Rhisnes zie ik een oud spoorwegwachtershuisje met zonnepanelen: hoe twee tijdperken elkaar de hand reiken. De vertraging blijft beperkt tot 3 minuten.

In Namur is het oude, weinig aantrekkelijke busstation al enkele jaren gesloten, in afwachting van de bouw van een nieuw busstation boven het NMBS-station. Wij moeten op zoek naar de Rue Borgnet. De bushalten liggen nu verspreid in de aanpalende straten. Het is trouwens niet de eerste keer dat we de bus hier nemen. Bus 816 zal ons naar Forville brengen. Onderweg is er een omleiding in Bouge, maar de vertraging blijft beperkt. Forville Avenue de la Libération is dus het eindpunt van deze lijn (en het vertrekpunt van de 815, want de 816 verandert hier van bestemming). De halte is eigenlijk de vroegere halte Dépôt: als we de halte naderen zien we inderdaad het silhouet opduiken van wat onmiskenbaar ooit een NMVB-gebouw geweest moet zijn. In oudere dienstregelingen heet de halte trouwens gewoon Dépôt. Het is een troosteloze halte, waar nochtans enige buslijnen samenkomen. De stelplaats ligt nu in de buurt, maar ik blijf me toch de vraag stellen waarom men hier nog altijd een soort overstappunt voorziet, bijna 70 jaar nadat de laatste trams hier uitreden. We maken van de lange overstaptijd gebruik om een stukje oude trambedding te verkennen.
Het vertrek van lijn 18 is geprogrammeerd voor 13:48, maar er is nog geen bus te zien. Als de vertraging oploopt tot 6 minuten, breekt het moment aan waarop je als reiziger begint te twijfelen; we zijn trouwens de enige klanten. Uiteindelijk vertrekken we met 7 minuten vertraging; na een veel te snelle rit stappen we bij de halte Héron Route de Franc-Warêt uit met 2 minuten vertraging. Dat de chauffeur het ommetje langs Bierwart Carrefour heeft overgeslagen zal wel geholpen hebben. Het moet gezegd dat je vanaf de rotonde wel een duidelijk zicht hebt op de halte in kwestie. Op de bus ligt een blauwe knuffel. Ergens is een peuter nu aan het huilen…

De terugrit gebeurt in hetzelfde voertuig. De knuffel ligt nog altijd op dezelfde plaats. De tranen zullen nu al wel op zijn. Deze chauffeur bedient de halte Bierwart Carrefourwel. Tussendoor zien we een bus van lijn E84 passeren, maar die mag hier niet stoppen. De terugrit lijkt erg vlot te verlopen in een gelede bus, die voor deze terugrit een zee van plaats biedt. Dat we echt niets geleerd hebben van de coronacrisis wordt duidelijk vanaf de eerste halten op grondgebied Namur, dus vanaf de Faubourg Saint-Nicolas. We staan van hier tot het station meer stil dan dat we rijden: een vol kwartier vertraging is het resultaat.

Op die manier missen we de aansluiting met IC 2139 naar Brussel-Zuid, maar dat zou niet eens al te zware gevolgen moeten hebben. IC 2539 volgt immers en dankzij de overstap in Etterbeek zouden we dezelfde trein kunnen halen als met de 2139, op voorwaarde dat de trein uit Dinant nauwelijks vertraging maakt, want nu is de overstap wel beperkt tot 5 minuten. We horen een joviale, grappige treinbegeleider aan het woord in Namur. In Gembloux komen we aan met 2 minuten vertraging - nog altijd geen ramp - maar een tussenkomst van de politie, die een betrapte zwartrijder van onze trein plukt, zorgt voor 6 minuten vertraging. In Ottignies zijn er dat zelfs acht (vertragingszones!) en als we met 5 minuten vertraging in Etterbeek aankomen, rijdt de S naar Halle en Edingen net buiten.

S 3390 rijdt wél met de vertraging die de vorige trein (S3589) had moeten hebben, maar we hebben een dag met een wat vreemde verbinding toch goed ten einde gebracht.

De treinlectuur.
Henri TROYAT, Amélie. Het verhaal van Amélie, die haar opgeroepen echtgenoot Pierre mist. Het is 1915, WO I woedt volop.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


We hebben toch wel enkele politici met eigenaardige namen. De Wever, die liever uit elkaar haalt dan weeft, Jambon die obstinaat weigert te herkennen dat zijn naam Frans is en eigenlijk jean bon betekent, Rousseau en de Verlichting (?), Van Grieken, blijkbaar een immigrant, Lachaert die alleen grijnst… Je mag het lijstje naar hartenlust aanvullen.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

X

08-10-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
28-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 september 2021 - Borgloon - Kortenbos (GR Haspengouw)

De wandeling.

In lang vervlogen tijden was GR-wandelen simpel. Je kocht de topogids, bereidde de tocht(en) voor op de stafkaart en wandelde het hele boekje uit, van de eerste tot de laatste bladzijde. En eenmaal aan het eindpunt aangekomen, kon je tevreden terugkijken op je prestatie. Dat was te simpel blijkbaar. Tegenwoordig is zo een topogids een boek dat de complexiteit van een echte thriller ruimschoots overstijgt - met varianten en suggesties, waarvoor je best ook nog het bijhorende gpx-bestand op je gps laadt en niet vergeet de avond voordien de website te raadplegen, want koerswijzigingen zijn zo frequent als op de beurs. Het kan zelfs gebeuren dat de GR-paden op een minder geïnspireerd moment de uitgave van een topogids helemaal achterwege laten, al zijn ze op die beslissing misschien wel teruggekomen.
Voor de GR Haspengouw is er alleen maar een kaart op een veel te kleine schaal: gelukkig is de basis de topografische kaart van het NGI zodat het niet zo moeilijk is om alles om te zetten op een kaart met een handiger schaal. We zetten vandaag in op een deel van de oost-westvariant, met name tussen Borgloon en Kortenbos. Beide plaatsen liggen langs het GR-pad pal 19 km van elkaar. Het is een tocht van wisselende kwaliteit: met 44% ligt de TWQ eerder laag, er worden dus nogal wat betonwegen gevolgd en de fruitstreek wordt met de laagstamplantages vrij snel eentonig. Toch is de eindbalans zonder twijfel positief: stappen op of vlak naast de oude spoorwegbedding van lijn 23 is zonder meer verfrissend, omdat men er hier nog niet toegekomen is om ze vol te storten met beton. De bestaande voetwegjes zijn zonder meer topklasse. Op het einde zorgt Domein Nieuwenhoven voor een waardige afsluiter, met terras. Tussendoor leidt de GR je over gaaf gebleven voetwegjes. We kwamen tot een score van 14.5/20.


Meteen na Borgloon volgen we de oude spoorbedding van lijn 23 Tongeren - Sint-Truiden, nu eens aan de voet ervan, zoals hier en later ook op de eigenlijke bedding.


't Kelshof in het Domein Nieuwenhoven.


Kortenbos met Basiliek.

Meer foto's.

Het weer.
Een temperatuur zoals je die in de vroege herfst kunt verwachten, rustig en eigenlijk zwaar bewolkt, maar de ene soort bewolking is de andere niet en ook dat viel dus mee.

De stafkaarten.
33/8N Borgloon - 33/7 N Hoepertingen - 33/3Z Wellen - 33/2Z Gorsem. Recente kaarten op 1:25.000 zijn 33/7-8 Borgloon, 33/3-4 Alken en 33/1-2 Zoutleeuw.

Hoe we er geraakten.
Zoals veel kleine stadjes heeft ook Borgloon geprobeerd om zo goed en zo kwaad als het ging het autoverkeer vlotter te maken en dan volgt wel vaker een verkeersplan met veel eenrichtingsstraten. Automobilisten vinden zoiets al snel hoogst vervelend, maar de echte slachtoffers zijn de busgebruikers. Toen we enige tijd geleden in Borgloon aankwamen, dachte we dat de halte Kanunnik Darisstraat voor ons interessant was, maar bij de voorbereiding van deze toch bleek dat die alleen maar in de richting Sint-Truiden door lijn 23a bediend werd. We moesten dus op zoek naar een andere oplossing, maar spijtig genoeg zijn de aansluitingen van lijn 23a met de trein uit Brussel in Sint-Truiden lamentabel. Dus verkenden we andere paden, via Hasselt en met lijn 38 Hasselt - Heers in aansluiting. Dat betekende wel dat we een afstaphalte moesten vinden, dicht bij het Speelhof, zoals het plaatselijke centrale plein hier heet. We pikten er het Graaf Lodewijkplein uit. Dat leidde tot de eigenaardige krul op het kaartje bij het begin van de tocht.

De terugrit was ook wel even zoeken. Ideaal is natuurlijk lijn 21a nemen tot Alken en daar overstappen op de IC naar Quiévrain die ons zonder overstap naar Halle kon brengen. Maar er waren wel meer opties: overstappen in Sint-Truiden, in Hasselt of zelfs in Alken waar de halte Kruispunt op stapafstand van de treinhalte ligt.

Een beetje geschiedenis.
Kortenbos heeft vandaag geen station meer en moet het sinds 29.09.1957 stellen met een busdienst die toen al meteen 21a heette en vandaag nog altijd dezelfde lijnaanduiding heeft. Het is een klassiek OV-verhaal maar de afbouw van het aantal stopplaatsen en stations is op lijn 21 Landen - Hasselt toch wel bijzonder drastisch geweest. Je kunt er alles over lezen op de website van Paul Kevers, die ik altijd weer dankbaar onderaan deze bijdragen vermeld. Eigenlijk is alleen Sint-Truiden nooit ter discussie gekomen en dat het veel bescheidener Alken de achtereenvolgende kaalslagen heeft overleefd, mag een wonder heten. Kortenbos had trouwens een echt station, enkele honderden meters van de Basiliek en dus van het centrum.

Maar in 1957 kwam hier dus een bruusk einde aan: de vervangende buslijn 21a deed inderdaad wat in haar naam vervat was: spoorlijn 21 vervangen en dat waarschijnlijk ongeveer parallel met de uitgedunde spoorlijn. Later kwamen daar een busantenne uit Kozen bij en vanaf 28.05.1978 kreeg Kozen er zelfs een min of meer volwaardige bediening bij, zodat het dorp zowel uit Hasselt als uit Sint-Truiden bereikbaar werd. In 1998 werden nog enkele ritten toegevoegd die een omweg via Alken Centrum maakten. Dat heeft geleid tot de huidige toestand die gemakkelijk van de Limburgse netkaart is af te lezen: een basislijn zonder veel omwegen, en een uitwas naar Alken en één naar Kozen. Aanhangers van de basisbereikbaarheid moeten hier wel van huiveren.
Dat De Lijn Limburg nooit een poging heeft ondernomen om wat klaarheid te scheppen in deze varianten door het invoeren van nieuwe lijnnummers kan verbazing wekken. Wij hebben vandaag de keuze tussen 4 inplantingspunten voor de halte Kortenbos Basiliek. Je mag er niet aan denken dat deze toestand ook al bestond toen hier gewoon nietszeggende rood-witte bordjes AUTOBUS hingen.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +1 995 mr CityRail controle: N
Brussel-Zuid - Hasselt 2208 09:44 10:48 +13 1922 -  61044 M6 controle: J
Hasselt - Borgloon [38] 11:33 12:08 +3 ab4421-73 Mercedes Citaro LE C2 Autobus Dony
-
Kortenbos - Landen [21a] 17:39 18:20 +2 ab4942 Jonckheere Transit 2000 G Sint-Truiden
Landen - Halle 1740 18:28 19:33 stipt 410 mr80 Break controle: J

 

En wat we beleefden.

Het kan verbazing wekken dat we IC 2208 verkozen om naar Hasselt te rijden, maar het gezond verstand eist soms zijn rechten op. Uiteraard zou de overstap in Hasselt een stuk korter zijn als we met IC 508 naar Leuven reisden en daar overstapten op IC 2609 (aankomst om 11:22), maar de tijdswinst bij vertrek in Halle is klein en we sparen een overstap uit door IC 2208 te nemen.
Net als vorige week staat IC 3408 stil in Ruisbroek om van lijn 96N naar 96 te gaan. De beide infrabellocs die we in Halle hadden zien passeren (6278 en 6315) konden daar nauwelijks de oorzaak van zijn. Vergeleken met de loop van IC 2208 was de reis tussen Halle en Brussel-Zuid echter probleemloos. Tot Brussel-Noord liep het nog wel los, maar dan begonnen de problemen zich stilaan op te stapelen: stil bij Y. Holsbeek, traag tussen Wezemaal en Aarschot, sterk vertraagd in Testelt, bijna stil in Kermt en volledig stil in Hasselt ter hoogte van de werkplaats. Het resultaat mag er zijn: Aarschot (+10/+9), Diest (+11/+10) en uiteindelijk Hasselt +13.
In Hasselt lijkt er op het eerste gezicht weinig aan de hand met de bussen, alleen de Centrumpendel zou met een aanzienlijke vertraging rijden. We vernemen pas achteraf wat er gebeurd is: vandalenstreken in drie Limburgse stelplaatsen. Onze treinen en bussen zijn zo gemakkelijk bereikbaar dat het een wonder is dat dergelijke dingen niet vaker gebeuren, al is het aantal besmeurde treinen toch wel alleszeggend. Mocht de brave burger zijn materieel niet beter beveiligen, er zou geen verzekeringsmaatschappij zijn die ook maar een euro zou uitbetalen.

De vertrekschermen bevatten de vreemde boodschap Limburg Dienstregelingen en dan 3 letters die ik niet onthouden heb. De bus komt aanrijden met als bestemming Hasselt. Ik denk dat de film verbeterd wordt na een opmerking van een reiziger als we toch al zo een vijftal minuten onderweg zijn.
Op onze bus heeft het allemaal niet zo veel invloed: blijkbaar wordt de chauffeur nog wegwijs gemaakt door een collega, de bezetting is meer dan behoorlijk en de 2 minuten vertraging bij vertrek groeien nog wat aan maar zijn in Borgloon alweer gezakt tot 3 minuten.

Voor de terugrit kunnen we dus gebruik maken van de gemakkelijkste mogelijkheid: lijn 21a tot Landen. Gelukkig is de informatie aan de halte in de loop van de decennia sterk verbeterd zodat we zeker zijn dat we aan de juiste halte staan. Ook deze bus is nog goed beklant, dat het een gelede is, is geen overbodige luxe. De bus rijdt bijna stipt en dat is maar goed ook met 8 minuten aansluitingstijd in Landen. Maar ook nu lijkt de dienstregeling krap opgesteld: we zien de vertraging groeien naar 5 minuten en in Sint-Truiden last de chauffeur ook nog een plaspauze in. Maar eenmaal voorbij Sint-Truiden begint het allemaal wat vlotter te lopen. We arriveren in Landen met 2 minuten. Dat neemt niet weg dat we gelijk met IC 1740 op perron 3 aankomen. Hij een tweetal minuten te vroeg. In onze afdeling zit een dame (?) die blijkbaar van plan is om langere tijd lawaai te maken: de smart(?)phone is daartoe het aangewezen instrument. We veranderen nog snel van treinstel: gelukkig hangen beide eersteklasafdelingen tegen elkaar aan. Alleen het binnenrijden van Brussel-Noord neemt wat meer tijd in beslag dan voorzien, maar in Halle komen we stipt aan.

De treinlectuur.
Mano BOUZAMOUR, Bestsellerboy. Jonge Nederlander met Marokkaanse roots schrijft roman en krijgt op die manier de Islamgemeenschap, inclusief de eigen familie, tegen zich. Maar de literaire wereld erkent zijn uitbundig talent.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Telkens als ik een belbus zie rijden, vraag ik me af wat er nu wel zo slecht is aan dit systeem. De kostprijs? De reserveringsplicht? Alsof Via gratis werkt. Alsof reserveren onoverkoombaar is; het is een van de weinige dingen die je nog met een gewoon telefoontje kunt doen. Alsof flexibus niet de zoveelste naamwijziging is die geen echte verandering dekt…

 

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

28-09-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
21-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 september 2021 Tiège

De wandeling.
We putten onze inspiratie vandaag uit een boekje met de titel Nouveau guide des circuits pédestres, van de hand van Michel Moxhet en Fernand Roumez, klaarblijkelijk in opdracht van het SI de la vallée de la Hoëgne à Sart. Het dateert van… 1982, maar wees gerust, de wandeling staat als een huis, al is dat in de streek tegenwoordig een ijdel begrip. We kozen wandeling 8: Arbespine - Ligne et son extension par Sarpay et Bansions. Die is 10.4 km lang en haalt een TWQ van 44%, wat eerder weinig lijkt, maar de gebetonneerde wegen zijn rustig en de niet verharde wegen zijn topklasse voor wandelaars die wat ruigte onder de wandelschoenen weten te appreciëren. Kort samengevat bestaat de wandeling uit 2 afdalingen en uiteraard ook 2 klimmen: eerst naar de prille Ri de Chawion, daarna naar Polleur en de Hoëgne. Vooral de klim uit de vallei van dat laatste riviertje is een stevige kluif. Eenmaal voorbij Tiège (en de Route de Liège) kom je in een zeer open landschap terecht, met prachtig glooiende weiden die er dankzij de extreme regenval ook nog frisgroen bij liggen. Wij vonden het alleszins een erg aangename wandeling die in de voorbije 40 jaar nog niets van haar charme verloren heeft. We gaven ze een score van 16.5/20. Het kaartje vind je hier.


Deze kapel werd niet eens vernoemd in de gebruikte wandelbeschrijving, want ze dateert pas van… 1993!


Weiden en koeien, je kunt je nauwelijks voorstellen dat deze dieren misschien ooit verdwijnen. Gascentrales, ja, gas producerende koeien, neen!

Meer foto's hier.

Het weer.
Licht bewolkt bij een zeer aangename staptemperatuur.

De stafkaarten.
49/4N Theux en 50/1N Sart, op 1:10.000. Alleen 50/1-2 is ondertussen al uitgebracht in de nieuwe versie op 1:25.000. Op 49/3-4 is het nog wat wachten.

Hoe we er geraakten.
Nu de treinen weer zo goed en zo kwaad als dat gaat tussen Liège en Verviers rijden, wagen we ons - waarschijnlijk de laatste keer dit jaar, want de jagers staan al paraat om het leven van de wandelaars zuur te maken - nog eens naar Hoog-België, meer bepaald naar Tiège dat eigenlijk erg goed bediend wordt, afwisselend door lijn 395 (van en naar Malmedy) en lijn 294 (van en naar Trois-Ponts). Zo ontstaat een bijna perfecte uurdienst.


Een beetje geschiedenis.
Tiège werd tot 30.06.1952 bediend door de elektrische tramlijn Spa - Verviers. Het is ongetwijfeld een tramlijn die nog altijd tot de verbeelding spreekt. In 2009 verscheen dan ook een prachtig boek van de hand van Georges Henrard: L'épopée du tram vicinal. Je vindt er alles in over de aanleg van deze tramlijn die niet minder dan 3 valleien moest overwinnen over een afstand van 16.8 km: die van de Wayai in Spa, die van de Hoëgne in Polleur en die van de Vesdre in Verviers. Toch liep de tramlijn langere tijd naast de weg: dat was ook in Tiège het geval.

Het deel Spa - Balmoral werd als eerste aangelegd in 1909; in hetzelfde jaar nog werd de lijn doorgetrokken tot Tiège (Charmille) en later tot het tractieonderstation van Tiège, dat trouwens nog altijd zijn naam geeft aan een bushalte. Uiteindelijk werd Heusy bereikt, een tweetal kilometers buiten Verviers, waar eerst overgestapt moest worden op het tramnet van deze stad. Pas in 1930 zou de lijn doorgetrokken worden tot Verviers-Gare Centrale, over een gemeenschappelijk baanvak met de Vervierse trams. De lijn werd geëlektrificeerd in 1912, maar zou gesloten worden op 30.06.1952. Ter gelegenheid van de opheffing verschenen uiteraard artikels in de pers; uit één ervan vernemen we dat de lijn het hoogste punt bereikte van het Belgische tramnet (370 m in Arbespine, Henrard heeft het over 382 m). Vermoedelijk is het inderdaad het hoogst geëlektrificeerde punt, maar een aantal niet-geëlektrificeerde tramlijnen in de Ardennen haalt hogere scores.
Het boek bevat ook een schat aan anekdotes en voor de echte tramliefhebbers ook uitgebreide gegevens over het gebruikte materieel: vanaf 1936 werden panoramische rijtuigen ingezet, de zogenaamde bateaux, die door hun korte wielbasis en zwaar chassis alles behalve aangenaam reden.
In 1947 leek het nog even alsof men de lijn zou moderniseren, o.a. wat betreft het materieel maar ook wat de elektrische uitrusting betreft. O.m. het onderstation in Tiège was dringend aan versterking/vervanging toe. Veel verder dan de vervanging van enkele wissels en enkele kilometers rail kwam men echter niet, al werd in 1949 ook nog de bekende NMVB-seininrichting aangebracht. Maar het was al snel duidelijk dat de eindstrijd was ingezet: zoals op zoveel andere plaatsen kon men kiezen tussen grondige vernieuwing of opheffing, en de landelijke lijnen waren daar het eerste slachtoffer van.
De vervangende bus werd oorspronkelijk ingezet vanuit Balmoral, later uit Eupen, maar op 31.12.1971 hield de NMVB op met de exploitatie van de lijn: tussen Verviers en Jehanster nam lijn 3 van de STIV het over, en de firma Autobus Gohy ontfermde zich over de rest van het parcours.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +1 830 mr75 controle: J
Brussel-Zuid - Verviers-Central 0508 09:55 11:30 +3 1824 -  73023 M7 controle: J
Verviers - Tiège [395] 11:40 12:02 +1 ab5010-41 Mercedes Citaro LE Satracom
-
Tiège - Verviers [395] 15:06 15:31 stipt ab5012-61 Mercedes Citaro LE C2 Satracom
Verviers-Central - Brussel-Noord 0438 15:52 17:20 stipt 1876 -  61076 M6 controle: J
Brussel-Noord - Halle 3239 17:35 17:57 +2 1846 -  61072 M6 controle: J

 

En wat we beleefden.
We nemen IC 3408 tot Brussel-Zuid. Die bestaat uit een twee- en een vierledig stel. Meestal zit het vierledig stel vooraan, maar vandaag rijdt het in tweede positie. Het grootste deel van de rit gaat over lijn 96N, maar in Ruisbroek staan we even stil, voor we naar lijn 96 getrokken worden. IC 508 bestaat uit het stilaan gewone allegaartje van I11, I10 en M7. In Leuven stappen 2 jonge gasten in die zo ongeveer in de buurt van Hoegaarden plots doorhebben dat ze in eerste klas zitten. Je kunt het hun nauwelijks kwalijk nemen: ondanks de enorme, maar slecht geplaatste 1 aan de buitenzijde, is de aanduiding binnen verre van klasse. De rit zelf verloopt vlot, tot voor Ans: de trein vertraagt meer dan gewoonlijk en we komen met 2 minuten vertraging in Liège-Guilemins aan. Tot Verviers duurt de rit nu officieel 10 minuten langer dan voor de zondvloed, maar eigenlijk wordt de normale snelheid alleen gehaald tot net na Chênée en tot vlak na Goffontaine. Drie minuten vertraging lijken onvermijdelijk te zijn: de vertragingszones variëren van 60 tot 40 km/u, maar het hele traject is dubbelsporig en zo is een vlotte exploitatie toch haalbaar.

Door de langere rijtijd van de trein krimpt de aansluiting met de bus in Verviers wel: normaal vertrekt de 395 20 minuten na de aankomst van de IC, nu wordt dat dus 10 minuten minus de 3 minuten vertraging. Bovendien zitten we helemaal achteraan de trein, want daar hangen de eersteklasrijtuigen in laatste en voorlaatste positie, maar we halen toch gemakkelijk onze bus. Als je tegenwoordig je abonnement ontwaardt in een bus of tram van De Lijn, lijk je wel een afwijking te hebben; hier ontwaardt iedereen en dat is zelfs moeilijker dan bij De Lijn omdat er alleen een ontwaarder vooraan zit. Toegegeven, bijna alle biljetten staan bij de TEC op een mobib, maar ik durf toch te betwijfelen dat al die reizigers van De Lijn die niet ontwaarden, een biljet op hun smartphone hebben staan.

Bij de terugrit zien we net hetzelfde patroon: reizigers ontwaarden stelselmatig. Ik had het zopas al even over de gekrompen aansluitingstijd trein/bus, maar voor onze terugrit is het nog erger: de bus komt aan om 15:31; op dat moment is de IC naar Oostende één minuut geleden vertrokken.Ik wil ook nog een dikke pluim steken op de hoed van Simpy: Haltelink toonde perfect de TEC-bussen die aan de halte in Tiège moesten passeren, met oproepnummer én busnummer. Knap, hoor!

Maar ook al door de verschuivingen ten gevolge van de watersnood, hoeven we niet eens zo lang te wachten op de tweede IC (naar Kortrijk) die ook stopt in Pepinster en Angleur. Blijkbaar zit er wel veel reserve in de dienstregeling tot Liège-Guillemins. De rit verloopt dan ook stipt. IC 3239 zal ons dan van Brussel-Noord naar Halle moeten brengen; die raakt niet helemaal zonder haperingen door de NZV, maar ik heb de neiging om 2 minuten vertraging bij aankomst in Halle als peanuts te beschouwen. Alleszins in vergelijking met wat de reizigers van deze trein daarna nog te beurt viel: tussen Halle en Edingen loopt deze trein 40 minuten vertraging op en hij zal niet verder rijden dan Ath. Ik heb nergens kunnen vinden wat aan de basis lag van het probleem.

Mooi is dat we vandaag 4 keer gecontroleerd zijn, zelfs op de korte trajecten tussen Halle en Brussel. En nog mooier: de 4 tbg's straalden een welbepaald enthousiasme uit, dat we toch al maanden missen.

De treinlectuur.
Sinéad MORIARTY, Our secrets and lies. Het soapgehalte blijft hoog, maar gaandeweg ga je je als lezer toch wat inleven in de perikelen van de personages.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Je kent ze wel, die bevragingen als je weer eens een of andere klantendienst gecontacteerd hebt. Veruit de domste vraag die men daar kan stellen is of je hun bedrijf, shop zou aanbevelen aan kennissen, vrienden en familieleden. Ik quoteer daar stelselmatig met een dikke, vette nul. Ik moei me niet met wat anderen moeten kopen. En ik wil al helemaal geen gratis reclameman zijn. In het beste geval krijg ik de kans om die erg lage score uit te leggen. Meestal schrijf ik dan dat ik uiterst tevreden ben over hun product, dienst... maar niet over die domme vraag.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

21-09-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
13-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 september 2021 Meersel - Baarle (GR Kempen)

De wandeling.
Net een maand geleden kwamen we met de GR Kempen aan in Meersel en vandaag stappen we al het vervolg, naar Baarle-Hertog of Baarle-Nassau, het kan alle kanten uit. Dat is een tocht van 21.3 km. Vermoedelijk is de GR Kempen recordhouder van het aantal wijzigingen: de topogids dateert nochtans maar van 2012. De wijziging van vandaag maakt de tocht 1.6 km langer, maar gelukkig lijdt de kwaliteit er niet onder, misschien wel in tegendeel. Het begint met nog een stukje langs de Mark, maar dan gaat het resoluut het veld in. Tot aan het Bels Lijntje krijg je een afwisseling tussen akkers, weiden en bos geserveerd. Op een actieve landbouwer na kun je kilometers stappen zonder iemand tegen te komen, al is het niet overal mogelijk om veelgekozen fietsroutes te ontwijken. Het Bels Lijntje is daar hét voorbeeld van. De TWQ bedraagt 41% en dat is mooi, al leent het Bels Lijntje zich beter tot fiets- dan tot wandeltoerisme. Op het kaartje kun je hopelijk goed volgen.


De Mark is meteen een klassevolle opener van de tocht.


Zoveel tagetes hebben we nog in ons hele leven niet gezien.

Meer foto's vind je hier.

Het weer.
Ideaal wandelweer: vrij rustig, een aangename 20° en veel maar onschuldige bewolking.

De stafkaarten.
Ik heb de wandeling verleden jaar nog voorbereid met Belgische en Nederlandse stafkaarten en dat zijn er nogal wat. Op 1:10000 zijn dat de kaarten 2/7Z Meerle en 8/4N Baarle-Hertog en de Nederlandse kaarten op 1:25.000 50G Baarle-Nassau, 50E Gilze, 50D Ulicoten en 50B Ulvenhout. Op de Belgische kaarten staat het grootste deel van het traject in sepia afgedrukt en dat is niet altijd even handig. Vandaar de Nederlandse kaarten.

Recente kaarten van het NGI op 1:25.000 zijn 2/6-7 Meerle en 8/3-4. Het Nederlandse deel is nu wel in kleur, maar het meest noordelijke deel van de tocht valt buiten de Belgische kaarten.

Hoe we er geraakten.
Voor de heenreis reizen we naar Noorderkempen, waar bus 602 wacht op aansluiting, hopen we. Diens eindpunt is Meersel-Dreef Nieuwe Dreef en vandaar is het maar een hanenschrede tot de GR.

De terugreis gebeurt uit Baarle-Nassau met lijn 460 naar Turnhout. Na aankomst is het 55 minuten wachten op de rechtstreekse trein naar Halle (en Binche), maar via Antwerpen-Berchem reizen levert een verwaarloosbare winst van 7 minuten op.

Een beetje geschiedenis.
Over het Bels lijntje, dat we vandaag over enige afstand volgen, heb ik het al gehad in mijn bijdrage van 17 augustus 2018. Wie er niet genoeg van kan krijgen verwijs ik graag naar deze ongelooflijke site. Je raakt er niet op uitgekeken.

Al op 7 oktober 1934 viel het doek over deze nooit echt succesvolle treinverbinding: was het erg beperkte aantal treinen de reden voor het matige succes? Of was het net omgekeerd? Meteen werden vervangingsbussen ingelegd, die je in het spoorboekje van de NMBS nog altijd onder tabel 15 vond. De bussen brachten je van Tilburg naar Turnhout, via Weelde, ongetwijfeld de oorsprong van de huidige buslijn. Het aantal verbindingen werd meteen verdubbeld, van 3 naar 6. Op 01.02.1937 werd de verstandige beslissing genomen om de busdienst in een afzonderlijke tabel - 15A - onder te brengen. Op 16.04.1939 werd dat 206, nu met 8 ritten in beide richtingen. Zo vinden we de dienst ook terug in het spoorboekje van 15.03.1940, aan de vooravond van WO II. In het erg dunne spoorboekje van 15.12.1940 is de bus niet meer opgenomen. Het is pas in het boekje van 04.05.1947 dat die opnieuw opduikt, in tabel 215. Later (05.10.1952) wordt dat tabel 305, zonder spectaculaire wijzigingen aan de dienstregeling.

Verder zitten er regelmatig hiaten in mijn documentatie: in een van de eerste nationale busboekjes van de NMVB vinden we de lijn terug onder tabel 649, meteen met de waarschuwing dat de tabel vatbaar is voor wijzigingen. Twee jaar later is er nog altijd geen wijziging doorgevoerd. Vanaf halfweg de jaren 1960 wordt het aantal bussen opgedreven en de verbinding wordt doorgetrokken tot Breda. Wat later verschijnt het lijnnummer 46 (in tabel 645, met die voor Antwerpen typische verschuiving van één eenheid tussen lijn- en tabelnummer). Begin 20ste eeuw zal de lijn het nummer 460 krijgen en wordt de bediening ook nog eens fors uitgebreid. De lijn rijdt ondertussen al een hele tijd niet meer tot Breda, al worden de aansluitingen in Baarle (naar Breda en Tilburg) nog een hele tijd in de tabel vermeld.

Tegenwoordig geniet lijn 460 van een best bruikbare dienstregeling, toch voor iemand die opgegroeid is in een tijd dat een uurdienst het van het was. Het jongere geweld gaat natuurlijk niet voor minder dan een kwartierdienst…

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3407 08:21 08:32 +5 2746 -  58046 M4 controle: J
Brussel-Zuid - Noorderkempen 9223 08:45 09:59 stipt 186 006 -  61 84 1070 49 ICR controle: N
Brecht - Meersel [602] 10:05 10:48 +2 ab2522 VDL Bus&Coach Citea SLFA Oostmalle
-
Baarle-Nassau - Turnhout [460] 18:16 18:39 -3 ab2523 VDL Bus&Coach Citea SLFA Oostmalle
Turnhout - Halle 3441 19:04 19:40 +8 982 74C - tweeledig stel controle: N

 

En wat we beleefden.
IC 3407 bestaat uit 10 M4's. Ervaring leert dat het stuurstandrijtuig, helemaal vooraan de trein, meestal erg rustig is en dus kiezen we daar voor. Het ergste dat je dan kan overkomen, is dat het rijtuigenstel om een of andere reden gekeerd is en dat je dus terug moet naar het midden van het rijtuig. Het is een zeldzaamheid, maar het gebeurt. En de aankondiging zijn verre van betrouwbaar. We rijden via lijn 96N, maar even voor Ruisbroek staan we al stil. Dat is de reden waarom de aanvankelijke vertraging van 2 naar 5 stijgt. We krijgen zowaar controle van een vriendelijke tbg, maar haar lezer weigert dienst en dus leest ze de biljetten af van het scherm, zoals we dat allemaal lang geleden geleerd hebben. Het wordt meteen de enige controle van vandaag. Wie schudt de tbg's eens wakker?

IC 9223 staat keurig paraat op perron 12, maar toch vertrekken we met 8 minuten vertraging. In Antwerpen-Centraal blijven daar nog 3 minuten van over, maar in Noorderkempen komen we stipt aan en dus kunnen de 4 wachtende bussen op tijd vertrekken. Aribus is hier wel geïnstalleerd maar we hebben - gelukkig - geen ervaring met treinen in vertraging bij aankomst in Noorderkempen.

Er is een probleempje met de film vooraan van ab2522: de 602 kun je nog vermoeden, voor de rest is het scherm leeg. Ik vraag het toch maar even aan de chauffeur die met een collega staat te praten. Uit verstrooidheid probeer ik zelfs in te stappen door de openstaande deur vooraan… Als we naar de tweede deur stappen, merken we dat de zijfilm wel volledig de bestemming afficheert. We vertrekken met 1 minuutje vertraging en bereiken Meersel met 2 minuten. Veel reserve is de bussen op deze lijn niet gegund, maar dat wisten we al van de vorige keer.

De terugreis is een ander paar mouwen. In Baarle-Nassau ligt de bushalte aan beide zijden van de straat en dus kun je verwachten dat je de bus eerst ziet tegen het einde van de heenrit aan. Dat is niet het geval met die van 16:30; we staan mooi op tijd te wachten op de bus van 16:46, maar die komt niet. De app van De Lijn en Haltelink maken nochtans geen melding van een afgeschafte bus, maar als een rit tegenwoordig geen gps-gegevens heeft, is dat vaak een veeg teken. Het scenario herhaalt zich een uur later. Ondertussen zijn we aan het spreken geraak met een andere klant van De Lijn: het gaat helemaal niet goed, er zijn te vaak ritten die uitvallen. Ook die van 17:46 staat vermeld bij De Lijn en dus ook op Haltelink en Buzz, maar we blijven op onze honger zitten. Dat wordt dus 18:46, of toch niet? Plots meldt Haltelink een bus die zal vertrekken om 18:16. De Lijn weet blijkbaar niet van het bestaan van deze bus af: niet op de papieren dienstregeling aan de halte, niet op de pdf, die ik thuis zo goed en kwaad als dat gaat gedeeltelijk heb afgedrukt en niet op hun eigen digitale communicatiekanalen! En ja hoor, die bus blijkt echt te rijden.
Tussendoor heb ik geprobeerd om de klantendienst van De Lijn te bereiken, om 18:00 sluit die. De Nederlandse provider die ons ondertussen dienstig zou moeten zijn weigert echter het nummer, ook met 0032 als voorloper. Eigenaardig genoeg kom ik wel in de Stelplaats Sint-Niklaas terecht, maar daar blijft het oorverdovend stil. Ik weet niet eens of er echt een verbinding geweest is.
Een geluk bij een ongeluk is dat we met die bus van 18:16 nog de IC van 19:04 kunnen halen, wat de vertraging over het hele traject tot één vol uur "beperkt". Achteraf zal blijken dat het 68 minuten zullen worden.

Want… de trein uit Brussel (IC3416) heeft 15 minuten vertraging en dus vertrekken we zelf ook met 8 minuten. Niet in het verwachte vierledige stel, maar in een klassiek tweeledig stel, dat nochtans de hele dag gekoppeld is gebleven aan de 830. In Lier is de vertraging al gehalveerd, maar de miserie moet nog echt beginnen: in Mechelen hebben we alweer 9 minuten vertraging, ik vermoed omdat we een trein die van spoor 11 vertrekt voorrang moeten geven. Ik denk even aan een Amsterdammer, maar de graffiti aan die kant van de trein bestaan voor een stuk uit rood en geel, maar die kleuren zijn ondertussen historie. In Vilvoorde komt daar nog een minuutje bij. In Brussel-Zuid blijven er nog 7 minuten over, maar we vertrekken na de S naar Braine-le-Comte en dus lukt de afleiding naar lijn 96 N niet meteen.
De tbg is wel zeven keer door ons coupé gelopen, maar van controle is er geen sprake. Bovendien zijn veel reizigers verrast door de korte trein: in elk Brussels station stappen reizigers in de smalle deur van de eersteklasafdeling en enkelen nemen niet de moeite om door te schuiven, waar nochtans veel zitplaatsen beschikbaar zijn. Een zwarte belt alsof ze het thuisland wil bereiken zonder gsm. Een andere doet het iets rustiger; vermoedelijk heeft een kwart van de reizigers hier geen eersteklasbiljet of zelfs helemaal geen biljet. En nee, dit is geen racistische reflex, want ook autochtonen laten zich niet onbetuigd in het zwart of grijs rijden. Dat komt ervan als er nauwelijks gecontroleerd wordt en als je bij betrapping toch gewoon vriendelijk verzocht wordt om in tweede plaats te nemen.

De treinlectuur.
Sinéad MORIARTY, Our secrets and lies. Ik geef toe, voor het eerst sinds lang heb ik me miskocht. Ik had beter moeten weten als op de kaft in gouden letters The number 1 Bestseller te lezen staat. Het is het verhaal van een briljant Iers meisje dat in 1999 zwanger geraakt van de zoon van een topmagistraat en die alleen blijft zitten met een tweeling. Hoog soapgehalte.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.



Wie heeft het toch in zijn hoofd gehaald om de klassieke volgorde op doodsbrieven door elkaar te gooien vanuit een misbegrepen feministische reflex, zodat kinderen nu stelselmatig voor de schoonkinderen komen te staan ?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

13-09-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (2)
07-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 september 2021 Anderlues - Marchienne (GR412)

De wandeling.
We hadden deze wandeling al een tijdje op het programma staan, maar na berichten dat een nieuwe topgids van GR 412 op verschijnen stond, stelden we de tocht wijselijk uit. De nieuwe topogids is er nu (sinds juli 2021) en bij de aankondiging was al duidelijk dat er nogal wat wijzigingen doorgevoerd werden. Ons oorspronkelijk traject tussen Anderlues en Marchienne was nog geen 13 km lang, vandaag stappen we ruim over de 15 km.

Die 412 is de Sentier des terrils (en 4.12 is de naamdag van Sinte-Barbara, o.a. patrones van de mijnwerkers) die van Bernissart naar Blegny loopt: de 307 km zijn nu opgenomen in één topogids; oorspronkelijk waren er twee topgidsen: west en oost. Deze themaroute lijdt onder hetzelfde euvel als zoveel andere routes die zich vasthaken aan een bepaald thema. Bepaalde delen zijn echt de moeite waard. Ik denk dan aan het begin van onze tocht, langs de terrils van de Calvaire en van de Pétria, aan het Bois de Goutroux en ook aan bos en park die bij het Château de Monceau horen. Helemaal op het einde lopen we nu langs de Eau d'Heure, langs een pad dat dringend beter onderhouden moet worden (netels!) en dat bijna op zijn eentje verantwoordelijk is voor de verlenging van het oorspronkelijke parcours. Maar er is ook de wat troosteloze doortochten van Fontaine-l'Évêque en Goutroux. Met een TWQ van 48% wordt het een deliberatiegeval.


Dit is de meest fotogenieke van vandaag.


Ferme La Casse, met in de achtergrond terrils en in de voorgrond een eenzame fietsster.

Meer foto's.

Het weer.
Warm (27°) en op wat cirrus na helder.

De stafkaarten.
46/6S Anderlues en 46/7S Fontaine-l'Évêque.Op de recente schaal 1:25.000 wordt dat 46/5-6 Binche en 46/7-8 Charleroi.

Hoe we er geraakten.
De aantrekkingskracht van een tramritje tussen Charleroi en Anderlues is natuurlijk groot, maar het gaat nu eenmaal een stuk sneller als we naar La Louvière-Sud rijden en daar overstappen op bus 30 die ons naar de halte Anderlues Roi des Belges brengt en dat elk half uur.

Voor de terugrit kiezen we de NMBS-halte Marchienne-Zône. Zo kom je nog eens waar je anders nooit komt. Met een erg kort stukje over lijn 130A en een normale reisweg via Brussel geraken we vrij vlot thuis.

Een beetje geschiedenis.
In deze streek stappen betekent "onvermijdelijk" dat je oude spoorbeddingen her en der kruist. Tegenwoordig blijft er alleen de "nieuwe" lijn 112 over, die Marchienne-au-Pont met La Louvière-Centre verbindt en een tramlijn Anderlues - Charleroi, maar in een nu al niet meer zo dichtbij verleden werd de hele regio bediend door spoorlijnen, waarvan een niet onaanzienlijk deel gewoon instond voor de afvoer van de kolen die hier door de mijnindustrie uit de grond gehaald werden.

Het begint al in Anderlues, dat destijds een station en een tijdje ook een halte had. Die laatste werd Anderlues-Chaussée de Charleroi genoemd, wat weinig twijfel laat over de exacte inplanting ervan. Anderlues zelf lag even van de steenweg verwijderd. Ik heb een sterk vermoeden dat de tram hier nog altijd even de Steenweg naar Charleroi verlaat omdat op die manier een aansluitingspunt ontstond met spoorlijn 110.
Die 110 zullen we trouwens een eindje volgen langs de Terril n°2 (Le Calvaire). Onmiddellijk daarna zal het over een oude spoorbedding van een industriële lijn gaan in de richting van de Terril du Pétria n°1. Beide beddingen zijn niet meer als dusdanig herkenbaar, maar wel erg goed begaanbaar.
In Fontaine-l'Evêque kruisen we de vroegere lijn 112 Marchienne-au-Pont - Piéton - La Louvière. Hier is de bedding helemaal verdwenen, al volgen we een tijdje op afstand van de oude bedding de Ravel 112, nog maar eens de aanleiding om een bospad keihard te betonneren. Fontaine-l'Évêque had een zeer beperkte bediening; in het spoorboekje liep een andere verbinding Roux - Piéton, die duidelijk meer treinen had. Met de komst van de "nieuwe" lijn 112 verdwenen beide verbindingen.
Verderop kruisen we in het Bois de Goutroux een andere verbinding, die in Goutroux afsplitste van lijn 112. Goutroux had tot voor WO II trouwens een tijdlang een eigen halte.
Met de teloorgang van het mijnwezen in de regio werden ook de vele koolsteenlijnen overbodig. Sommige zijn nog duidelijk te herkennen op de stafkaarten, van andere blijft werkelijk geen enkele herinnering meer over.

De verbinding.

Halle - La Louvière-Sud 3430 09:41 10:22 +3 2728 -  51028 M4 controle: J
La Louvière - Anderlues [30] 10:28 11:06 +4 ab3425 Solaris Urbino T2 Hybrid La Louvière/Houdeng
-
Marchienne-Zône - Charleroi-Sud 4785 15:33 15:39 stipt 984 mr74 controle: N
Charleroi-Sud - Brussel-Zuid 2015 15:54 16:45 stipt 2730 -  61019 M6 controle: J
Brussel-Zuid - Halle 8741 16:49 16:59 stipt 2737 -  51015 M4 controle: J

 

 

En wat we beleefden.
Het begint wat onheilspellend met problemen tussen Lier en Herentals, maar de vertraging blijft al bij al beperkt en in Halle is ze zo goed als volledig ingelopen. Volgens de tracker bestaat IC 3430 alleen uit een locomotief: de 2728. Dat klopt en gelukkig sleept die ook nog een lang stel M4-rijtuigen mee. In rijtuig 51028 zit nog altijd een glazen wand om symbolisch de rokersafdeling te scheiden van de niet-rokers. In coronatijden denk je dan aan iets anders. We staan even zo goed als stil voor Braine-le-Comte en met maar 6 minuten overstaptijd is dat niet bepaald geruststellend. Twee minuten vertraging zijn het gevolg en de trein zal deze vertraging tot La Louvière-Sud meeslepen.

In La Louvière-Sud is sinds de laatste keer een nieuw busstation aangelegd, aan de andere zijde van het spoorwegstation. We zien er o.a. een nieuwe E7. Onze 30 is al verdwenen van de app van de TEC, maar met een lichte vertraging komt de voorziene bus toch aanrijden. Het is een Solaris Urbino T2 Hybrid. Bij de TEC moeten ze denken dat reizigers graag rechtstaan: 3 deuren, veel anderhalve zitplaatsen, je moet al geluk hebben om te zitten. Een jongedame is bereid om van plaats te veranderen zodat wij bij elkaar kunnen zitten. De bus nemen in een ruime regio rond La Louvière is altijd frustrerend; voor de chauffeur moet het nog erger zijn: smalle straten met veel geparkeerde auto's, enige snelheid halen is gewoon onmogelijk. De chauffeur is trouwens rustig en voorzichtig, daar scheelt het hem deze keer niet. We arriveren bij de halte Roi des Belges met 4 minuten vertraging.

De terugreis wordt busloos, al hadden we ook bussen tot Marchienne-au-Pont kunnen nemen. De halte Marchienne-Zône ligt in een bocht en de perrons zijn erg laag, zoals dat vroeger de gewoonte was. De NMBS zou hier touwen en haken ter beschikking moeten stellen zodat de reizigers zich in de trein kunnen hijsen. De tbg komt niet verder dan Attention, c'est haut. Het tweeledige stel wordt weer ontsierd door verfvlekken die vermoedelijk allemaal iets te betekenen hebben.
In Charleroi-Sud staat IC 2015 al klaar. We rijden over lijn 124A naar Luttre: Infrabel werkt hier tot eind 2022 aan de vernieuwing van de bovenleidingen. Dat kan alleen maar vertraging veroorzaken maar dat valt nog mee. Tegen valt dan weer de jeugd die in Braine-l'Alleud instapt en liefst in eerste klas wil zitten. De tbg's zijn wel in de buurt en dus schuiven ze toch maar door. Eén pummeltje lijkt dat niet door te hebben, ook niet dat je een mondmasker moet dragen als je de trein neemt. Ik doe hem teken, maar liever dan een masker op te zetten verlaat hij de afdeling. Mij niet gelaten. We komen zo stipt aan in Brussel-Zuid dat we zelfs nog meekunnen met de P8741 naar Binche. Dat we alleen maar van spoor 20 naar 19 moeten helpt de zaak.
We zitten ons al af te vragen waarom we nog betalen voor eerste klas, als de tbg komt. Een zwarte vrouw zonder masker beweert over een attest te beschikken dat haar vrijstelt. Ze wordt naar tweede verwezen, want een eersteklasbiljet heeft ze ook al niet. Na de doortocht van de tbg is de bezetting van het rijtuig met een vierde gezakt. Het ritje naar Halle verloopt voor de rest helemaal volgens het boekje.

De treinlectuur.
Antonio MUÑOZ MOLINA, Als de schaduw die verdwijnt.
Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.



Domus Medica vindt dat we de lasten van de coronacrisis helemaal op de jeugd afschuiven en wil dat er minder getest wordt in de scholen… Sterven was inderdaad een handige zet van al die oudjes.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

07-09-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
02-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 september 2021 - Maaseik - Opoeteren (Via Limburgica)

De wandeling.
Het was alweer van 20 augustus 2013 geleden dat we het eerste deel van de Via Limburgica, tussen Thorn en Maaseik, stapten. Vandaag staat een tweede etappe op het programma: van Maaseik tot Opoeteren. Dat is 16 à 17km, met een TWQ van 36% en dat laat eigenlijk het ergste vermoeden. Laat ons beginnen met wat echt interessant is: het pad naar Heppeneert, aan de Maaszijde van het muurtje dat in de kletsnatte julimaand nog in het nieuws kwam - op zich beter dan de oninteressante weg, met veel fietsers aan de andere kant van de muur; de wandelvriendelijke oever van de Zuid-Willemsvaart (de andere oever met verhard pad is niet veel soeps) en een echt mooi wandelstukje langs de Bosbeek, die hier ook echt in een bos loopt. En daarmee hebben we het spijtig genoeg ook wel gehad. Twee lange, bijna rechte stukken met woningen aan weerszijden zijn er echt te veel aan. Kortom, dit deel van de Via Limburgica is de inspanning eigenlijk niet waard. Bovendien is de bewegwijzering onbruikbaar (geworden): meer dan je af en toe eens bevestigen dat je nog steeds op het rechte pad loopt, doet ze niet… Het kaartje.

De foto's vind je hier. De volg drie geven een voorproefje:


Alle eendjes zwemmen in het water… falderaldeliere


In anderhalve maanden tijd kwamen we Amor 3 keer tegen, telkens op ver uit elkaar gelegen locaties: Turnhout, Brugge en Neeroeteren. Het is lang niet zeker dat het altijd over dezelfde boot gaat.


Ongetwijfeld het mooiste punt van de hele wandeling, dit brugje over de Bosbeek, vlak bij Opoeteren.

Het weer.
Licht bewolkt en aangenaam warm.

De stafkaarten.
18/7Z Maaseik - 26/3N Rotem - 26/2N Opglabbeek. Op 1:25.000 en recent worden dat 18/7-8 Maaseik, 26/1-2 Opglabbeek en 26/3-4 Dilsen-Stokkem.

Hoe we er geraakten.
Maaseik wordt al bij al goed bediend door De Lijn, maar lijn 45 steekt er toch bovenuit. Met een halfuurdienst en de keuze om in Hasselt of Genk over te stappen kun je de reismogelijkheden zelfs riant noemen. We kiezen de overstap in Genk, in aansluiting met de IC uit Blankenberge en Brussel.

Voor de terugrit is er minder keuze: lijn 11 zal ons tot Genk brengen, waar de aansluiting met de IC naar Brussel en Blankenberge met 12 minuten zelfs tijdens de spits geruststellend is.

Een beetje geschiedenis.
Opoeteren kreeg een station op de lijn 21A Hasselt - Maaseik, maar verloor blijkbaar zijn statuut als station in 1913, toen het tot halte gedegradeerd werd. De naam van de halte was Opoeteren-Dilsen, maar dergelijke dubbele benamingen voorspellen zelden veel goeds: de kern van Opoeteren lag inderdaad meer dan 3 km van de spoorweg. Nu zag men er in die tijd waarschijnlijk niet echt tegenop om zich enkele keren per jaar te voet of met de fiets - of met paard en kar! - naar de halte te begeven, maar echt praktisch moet het allemaal niet geweest zijn. Toch lijkt het er wat op dat de aanwezigheid van een treinhalte de echte ontsluiting van het dorp in de ogen van de gezagsdragers onnodig maakte. Het duurt inderdaad erg lang voor er een bus komt. Een eerste vond ik dankzij zone01 in 1938 toen een buslijn Bree - As - Hasselt 3 keer per dag Opoeteren met Bree of Hasselt verbond. Dan volgt een enorme blinde vlek in mijn gegevens. Vanaf 03.06.1956 verschijnt wel een tabel 1174 (lijn 11) in het spoorboekje: Maaseik - Opoeteren - Zwartberg - Genk, met 3 ritten in elke richting. Op 28.09.1958 worden dat er vier. Het zou wachten worden tot 29.05.1960 voor de lijn een min of meer gestructureerde dienstregeling kreeg, met een onregelmatige bediening de hele dag door én een verlenging van Genk naar Hasselt.

Opvallend is dat je in de dienstregelingen van de volgende jaren een stukje economische geschiedenis van Limburg kunt herkennen: sommige ritten rijden alleen als de Mijn van Zwartberg werkt, later wordt dat Ford Werke en nog later Philips. Om uiteindelijk te constateren dat al de ritten naar bedrijven helemaal wegvallen.

Vermoedelijk op 01.09.1989 komt er een beperkte sneldienst Hasselt - Maaseik, die een snellere reisweg volgt, maar ook onder het lijnnummer 11 rijdt. Vandaag rijden er nog altijd twee lijnen met hetzelfde nummer en toch een sterk afwijkende reisweg. De oudste van de 2 rijdt nu tussen Genk en Maaseik.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 7574 08:33 08:43 stipt 2157 -  51003 M4 controle: J
Brussel-Zuid - Genk 1507 09:11 10:50 +4 1919 -  61044 M6 controle: J
Genk - Maaseik [45] 11:00 11:46 +2 ab5642 Iveco Crossway LE Lanaken
-
Opoeteren - Genk [11] 17:23 17:55 -3 ab4408-77 Van Hool New AG300 Heidebloem
Genk - Brussel-Noord 1541 18:07 19:38 +2 534 ms96 - Deense neus controle: J
Brussel-Noord - Halle 3790 19:52 20:19 +1 08196 ms08 - Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
We hebben nogal wat mogelijkheden om in Brussel-Zuid de trein naar Genk te halen, maar we kiezen de rustigste trein: P7574 uit Geraardsbergen naar Schaarbeek, samengesteld uit M4-rijtuigen bovendien. Geluidsinstallatie en perronschermen zijn het erover eens: er hangen eersteklasrijtuigen in eerste en laatste positie. In werkelijkheid hangt er één enkel rijtuig ergens middenin de trein. Dat de samenstelling in de praktijk afwijkt van de theoretische kan ik nog enigszins begrijpen, dat men er niet in slaagt om correcte info te geven, vind ik al minder aanvaardbaar.

De IC 1507 naar Genk heeft in Brugge vertraging opgelopen, maar die slinkt naarmate de trein Brussel nadert. Bij vertrek in Brussel-Zuid blijven er maar 2 minuten meer over, maar de doortocht door de NZV verloopt deels met een slakkengangetje: in Brussel-Noord is de vertraging alweer opgelopen tot 6 minuten. De rest van de rit verloopt volgens coronaprincipes: nu eens wat meer, dan weer wat minder, maar nooit nul: in Genk tekenen we 4 minuten vertraging op.

Limburgse busreizigers kunnen maar beter uit hun doppen kijkende bollebozen zijn. Op hetzelfde moment, op hetzelfde perron vertrekt lijn 45, naar keuze naar Maastricht of Maaseik. De behulpzame chauffeur van de bus naar Maastricht vraagt ons waar we naartoe willen en op dat moment komt de bus naar Maaseik zich achter die naar Maastricht posteren. Het is markt in Genk, maar aan de bezetting van de bus valt dat niet te merken. We stappen uit bij de halte Plantage, die het dichtst bij de markt van Maaseik lijkt te liggen. De bus is een Iveco, zoals we die in eigen streek ook in de stelplaats Leerbeek vinden.

Voor de terugrit moeten we lijn 11 naar Genk halen. De bus is een gelede Van Hool New AG300, zoals we die in eigen streek kennen van de stelplaats Het Rad. Voor de variatie hadden we het dus niet moeten doen.

De IC naar Blankenberge bestaat uit 4 Deense neuzen: een indrukwekkende trein die terugkerende toeristen vast wel zullen weten te waarderen. We zitten helemaal vooraan en dat staat garant voor een erg rustige reis. We worden voor de derde keer gecontroleerd vandaag. De treinbegeleider voelt zich duidelijk in zijn sas, maar 6 of 7 keer een volledige aankondiging te horen krijgen, is voor de meeste reizigers niet langer handig, maar storend. De trein doet het erg behoorlijk onderweg, maar net tussen Leuven en Brussel-Noord loopt hij 2 minuten vertraging op: dat is dat ietsje te veel om de S-trein naar Halle en Aalst nog te halen en dus wordt het de S-trein naar Braine-le-Comte. Opvallend: meteen na Brussel-Noord, waar we nochtans op tijd vertrekken, wordt 1 minuut vertraging voorspeld in Brussel-Centraal en dat klopt nog ook. Als we in Halle met 1 minuut vertraging aankomen, is dat trouwens een minuut opgelopen tussen Lot en Halle, waar de dienstregeling opvallend krap is. Een vierde controle blijft uit.

De treinlectuur.
Antonio MUÑOZ MOLINA, Als de schaduw die verdwijnt. Behoorlijk moeilijke roman over het schrijven van een roman over James Earl Ray, de moordenaar van Martin Luther King, die op zijn vlucht in Lissabon strandt.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Ik blijf me verbazen over politici die verbaasd staan dat wij verbaasd kijken naar hun beleid.

En ik verbaas me ook over al die naamwijzigingen die bedrijven menen te moeten doorvoeren. Beweging.net, bij Belfius binnenkort Beats en vooral bij de NMBS: als je de oude naam moet blijven vermelden, waarom hou je die dan niet gewoon aan. Ongelooflijk dat mensen betaald worden om nieuwe namen voor oude producten te bedenken
.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

02-09-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (1)
24-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 augustus 2021 - Bomal

De wandeling.
Veel valt er over Saint-Rahi niet te vertellen: neem van me aan dat er weinig over te vertellen is, als je zelfs op deze plek nauwelijks wat gegevens kunt vinden. In het driedelige standaardwerk voor het herkennen van heiigen (Sanctus, Sancti, Sanctorum) wordt de heilige zelfs helemaal niet vermeld. En nochtans heeft deze heilige een kapel gekregen die aan hem toegewijd werd in 1915, met een opschrift dat tijdens de Duitse bezetting op zijn minst subversief genoemd kan worden (zie foto's). De wandeling die we vandaag in Bomal volgen heet trouwens gewoon Saint-Rahi, draagt op de wandelkaart van Durbuy het nummer 17 en is voortreffelijk aangeduid met groene ruiten. Na 11 km sta je opnieuw bij het station van Bomal. De TWQ bedraagt een eerder povere 42%, maar toch hadden we achteraf de indruk dat onze tocht erg vaak over interessante paden liep en dat de wandeling als geheel erg weinig verstoord wordt door het autoverkeer.

Eigenlijk kozen we deze wandeling wat schroomvallig, want we wilden absoluut niet als ramptoeristen door het door de regenbom zwaar getroffen Bomal stappen: Ourthe en Aisne hebben voor een echte ravage gezorgd, met zwaar toegetakelde en voor auto's afgesloten brugjes als gevolg en de ellende achter de muren van de getroffen huizen kan alleen maar vermoed worden. Maar we gingen algauw de hoogten opzoeken en daar leek de schade zich te beperken tot die van een banaal zomeronweer.
Op de kaart is te merken dat we de wandeling klaargestoomd hebben voor stappers die met de trein naar Bomal komen. De eigenlijke wandeling (en bewegwijzering) begint pas in de buurt van de Kerk. Op de hoogte kom je bij de kapel van Saint-Rahi en na nog wat stijgen bereik je het rustige dorpje Ozo. Het einde biedt een uitkijktoren en interessante voetwegen, o.a. langs de Trou des Nutons, een grot waar aardmannetjes zouden wonen. Wie herinnert zich de alverman nog?


De Chapelle Saint-Rahi heeft haar naam gegeven aan deze wandeling.

Het weer.
Licht bewolkt, maar winderig en eerder fris: bijna ideaal stapweer.

De stafkaarten.
49/5S Bomal - 49/6S Ferrières. Het is voorlopig nog even wachten op de nieuwe kaart op 1:25.000, maar in deze regio zijn de wijzigingen niet van die aard dat je niet met een 20 jaar oude kaart op stap kunt.

Hoe we er geraakten.
Eigenlijk liggen er 2 reiswegen open naar Bomal, een langs Liège en de andere via Marloie, maar die laatste is op dit ogenblik minder aangewezen omdat lijn 161 tussen Ottignies en Gembloux nog niet volledig hersteld is na de hevige regenval van enkele weken geleden. En dus wordt het reizen langs Liège-Guillemins. We zouden zelfs een overstap kunnen uitsparen door voor een IC 17xx te kiezen, maar met een overstap in Brussel-Zuid op een IC 5xx creëren we toch wat meer overstaptijd en zou het toch wat sneller kunnen. Dat geldt ook voor de terugreis.

Een beetje geschiedenis.
Bomal werd sinds 18.06.1866 bediend door de treinen van de lijn 43 Angleur - Rivage - Marloie. Meteen na Angleur waren er treinhaltes in Streupas, Sauheid, Colonster en Sainval, wat eigenlijk een voorproefje was van een echt voorstadsnet. Sauheid was de enige halte die het overleefde (hoewel), getuige het spoorboekje van 28.05.1972, zowat het eerste dat ik ook daadwerkelijk gebruikt heb om mijn treinreizen voor te bereiden. Ik heb wat gegevens uit dat jaar samengesprokkeld in de volgende tabellen, één in de richting Jemelle, de andere in de richting Liège.

3406 R 07:04 Jemelle
8406 N7 07:51 Jemelle niet Biron
8408 R 09:08 Jemelle niet Biron
8409 R7 10:39 Jemelle niet Biron
3410 R7 11:34 Jemelle van 24.06 tot 03.09.72
3410 N7 11:34 Jemelle
8412 R6 13:42 Jemelle
8412 N6 13:50 Jemelle
bus R6 14:55 Jemelle niet Melreux-Hotton
8414 R 15:46 Jemelle
3416 N7 17:50 Jemelle
8417 N7 18:40 Jemelle niet Biron
8417 R7 18:46 Jemelle niet Biron
8419 N7 19:50 Jemelle niet Biron
8419 R7 20:42 Jemelle niet Biron
8421 R 22:11 Jemelle niet Biron
8422 N7 23:34 Jemelle niet Biron
8423 R7 00:09 Jemelle niet Biron

En in de richting Liège.

8453 R 04:16 Liège-G.
8454 N7 05:04 Liège-G.
8481 R7 06:41 Liège-G. niet Sauheid
3481 N7 06:54 Liège-G. Rivage - Sauheid direct
8456 N7 07:25 Liège-G. niet Sauheid
8457 R 08:33 Liège-G. niet Sauheid
8460 R 10:51 Liège-G. niet Sauheid
8461 R 12:27 Liège-G. niet Sauheid
bus R6 14:37 aankomst uit Jemelle
8465 R6 15:51 Liège-G. niet Chanxhe, Souverain-Pré, Sauheid
8466 N67 16:37 Liège-G.
8467 N6 18:05 Liège-G. niet Souverain-Pré, Sauheid
8468 N7 18:47 Liège-G. niet Sauheid
8468 R7 19:12 Liège-G. niet Sauheid
3469 N7 19:47 Liège-G. Rivage - Angleur direct
8469 R7 20:23 Liège-G. niet Sauheid
8470 R7 21:24 Liège-G. niet Sauheid - rijdt van 24.06 tot 03.09.72
8471 N7 21:50 Liège-G. niet Chanxhe, Sauheid - enkel 2de kl. en geen pakwagen
8471 R7 22:17 Liège-G. niet Chanxhe, Sauheid

De treinnummers zijn een aanduiding van het bedieningstype: 84xx staat dan meestal voor treinen die het volledige traject als omnibus reden, 34xx verwees naar semi-directe treinen die veelal alle halten tussen Angleur en Rivage oversloegen, maar dan verder toch als stoptrein naar Jemelle spoorden. In de andere richting was het eindpunt Liège-Guillemins, maar na de verbeteringswerken aan de tunnels tussen Liège-Guillemins en Herstal (toen al!), kregen de meeste treinen Liers als startpunt of eindbestemming. De eerste treinsamenstellingen die ik me herinner spraken en spreken nog altijd tot de verbeelding. Diesellocs van reeks 55 sleepten meestal 3 M2-rijtuigen (1A, 1B en 1BD). Omdat de referentiesnelheid van de lijn 90 km/u bedroeg, kon je hier altijd zeker zijn van comfortabele ritjes in rijtuigen die om en bij de 20 jaar in dienst waren.
Vreemde eend in de bijt is een busrit heen en terug op zaterdag, uit Jemelle tot Bomal en terug. Die bus vertrok om 13:40 uit Jemelle en arriveerde in Bomal om 14:37.Vandaar ging het terug om 14:55 (in aansluiting met een trein uit Liège-Guillemins) naar Jemelle. Bij de terugrit werd Mereux-Hotton niet bediend.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 stipt 960 mr70 (CityRail) controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 0508 09:55 10:59 stipt 1874 -  11815 I11 controle: J
Liège-Guillemins - Bomal 5560 11:14 12:00 stipt 08548 mr08 Desiro controle: J
-
Bomal - Liège-Guillemins 5587 15:57 16:43 stipt 08548 mr08 Desiro controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 0539 17:00 17:49 stipt 1828 -  73014 M7 controle: J
Brussel-Noord - Halle 1939 18:01 18:23 +1 530 mr96 - Deense neus controle: N


Desiro 08548 bracht ons als L 5560 van Liège-Guillemins naar Bomal.


En dan moet je wat geluk hebben als je toevallig deze kalktrein uit Jemelle kunt fotograferen met de 7844 en de 7854 voorop.

 

En wat we beleefden.
Zoals wel vaker zijn we behoorlijk op tijd in Halle. Het zou ook met de IC van 9:37 kunnen, maar we hebben in onze lange treincarrière toch wel al eens meegemaakt dat een trein laten rijden niet zo een goed idee was. En dus wordt het IC 3408, samengesteld uit een tweeledig en een vierledig stel. We halen onderweg waarschijnlijk de goederentrein in die we even voordien door Halle hebben zien rijden en voor die uit de voeten is, staan we zelfs bijna helemaal stil, maar toch komen we nog stipt aan in Brussel-Zuid.

In de IC naar Welkenraedt verwacht je tegenwoordig al M7-rijtuigen, maar vandaag is het een stel I11-rijtuigen en zijn er geen M7's te bespeuren. In de voorbije dagen zat dit stel in een van de expresstreinen naar Oostende. De L-trein naar Marloie staat klaar op perron 7: door de werken tussen Liège-Guillemins en Liège-Saint-Lambert rijden deze treinen de hele zomervakantie lang van en naar Liège-Guillemins i.p.v. Liers. We vertrekken met 3 minuten vertraging; in Comblain-la-Tour is de vertraging volledig weggewerkt. Van het weidse uitzicht uit een M2 of een klassiek stel is in deze Desiro geen sprake. Toch krijgen we zicht op al die ontwortelde bomen die op de oever van de nu kalme Ourthe beland zijn. De enige wc in deze Desiro is afgesloten.

De terugrit begint in hetzelfde stel van daarstraks. Stipter dan deze trein kan er niet gereden worden. Een jongedame vraagt de tbg of de wc toch niet even open kan, want ze moet dringend. De tbg stemt toe, niet zonder waarschuwing dat het toilet er niet uit ziet. Je spaart natuurlijk wel plaats uit door maar een wc te voorzien, maar als het fout loopt is, is de nooddruftige reiziger de dupe. De IC naar Oostende komt uitzonderlijk vroeg aan in Liège-Guillemins: een eerder rit via Montzen had ons al duidelijk gemaakt dat er behoorlijk wat reserve zit in de dienstregeling van de omleidingsroute. Van de ICE moet het vertrek nog bevestigd worden, we zullen hem pas terugzien in Brussel-Noord, met een klein half uur vertraging. In de IC krijgen we voor de vierde keer vandaag controle; het lijken wel pre-coronatijden. IC 1939 zal ons ten slotte naar Halle brengen, met het bijna klassieke minuutje vertraging. Die vindt deze keer zijn oorsprong in Brussel-Zuid, meestal is het de S2 die net voor Halle voor de lichte vertraging zorgt.

De treinlectuur.
Raymond CHANDLER, Tot ziens Mr. Marlowe.
Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.



Ik lees dat de topman van het gemeenschapsonderwijs de taken van de leerkrachten wil opsplitsen: lessen voorbereiden, les geven, toetsen opstellen, toetsen verbeteren. Iedereen naar eigen godsvrucht en vermogen. Moet je echt topman geworden zijn om niet in te zien dat een leerkracht die naam waardig dat hele proces van begin tot einde wil doorlopen? Alleen voor al die vergaderingen voor, tijdens en na het schooljaar zou men specialisten kunnen inzetten. Die vaardigen dan allerlei dwaze maatregelen uit, waaraan de leerkrachten zich niet storen omdat ze er toch geen rekening mee houden. En wie er na enkele jaren het best in slaagt om te vergaderen, kan topman van het GO! worden en daar zijn onzin uitkramen. Arm onderwijs…

Ik las ook dat plofkippen milieuvriendelijker zijn… omdat ze minder lang leven. Als we dat nu eens toepasten op mensen?

Ik las ook nog dat twee madammen in Tienen vinden dat de lindebomen in hun straat hun auto's bevuilen. Wat kun je nu eigenlijk het makkelijkst verplaatsen?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

24-08-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
13-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 augustus 2021 Wortel - Meersel (GR Kempen)

De wandeling.
Het was alweer van 26 maart 2018 geleden dat we ons laatste stukje van de GR Kempen stapten en arriveerden in Wortel. Vandaag stappen we het vervolg: ongeveer 23 kilometer verder komen we aan in Meersel. Het is een typische Vlaamse GR: denk niet dat je hier lange aaneengesloten interessante stukken zult vinden; dus komt het erop aan dat je met volle teugen geniet van al het moois dat je af en toe toch geserveerd krijgt. De TWQ van 45% zegt eigenlijk al genoeg: in deze regio, die ook nog door een ruilverkaveling getroffen is, ligt het gehalte aan asfalt en beton erg hoog voor een GR. Met name voor en na de kern van Hoogstraten is het duidelijk dat Vlaanderen in de laatste halve eeuw versneld is volgebouwd en dat levert niet meteen de aangenaamste wandelervaringen op. Gelukkig is er de Mark die we enige tijd, tegen het einde aan, mogen volgen. Het zal wel een rivier zijn, maar door zijn sloomheid lijkt het wat op een langgerekte vijver. Je vraagt je af hoe die al die watermolens draaiende kon houden. Dat we regelmatig uit de weg moeten voor veelal rustige fietsers moeten we erbij nemen. Het valt ons trouwens op dat de meeste mensen - ook de niet-fietsers - hier bijzonder en gemeend vriendelijk zijn.

De topogids is van 2012: dat staat garant voor een aantal wijzigingen. Voor ons is het die in het Nederlandse Castelré die ons vandaag aanbelangt. Volgens de website van de GR ligt de schuld bij het Staatsbosbeheer, dat een aantal nieuwe wandelwegen heeft aangelegd ter compensatie van die, die oorspronkelijk op het GR-parcours lagen. Nu volgen we een zandweg die het traject met een kleine kilometer inkort. Blijkbaar lopen er niet alleen in België natuurmensen rond die de wereld zo snel mogelijk naar hun onfeilbare hand willen zetten.
In Hoogstraten moet je rechts van de Sint-Katharinakerk stappen in plaats van links: steigers voor de restauratie van deze kerk versperren je daar de weg. Beide wijzigingen kun je terugvinden op het kaartje.


Het Begijnhof in Hoogstraten.


De Mark, met bloemetjes en koetjes.

Wie meer foto's wil zien, kan hier terecht.

Het weer.
Zwaar bewolkt, met uitgestrekte altocumulusvelden, schapenwolkjes in de volksmond. Aangename temperatuur tegen de 25 graden aan en tamelijk rustig.

De stafkaarten.
Op 1:10.000 zijn het er heel wat: 8/3Z Wortel - 8/2Z Hoogstraten - 8/2N Meer - 8/3N Heerle - 2/6Z Ipenrooi en 2/7Z Meerle. In de nieuwe reeks op 1:25.000 komt dat neer op 8/1-2 Hoogstraten - 8/3-4 Baarle-Hertog en 2/6-7 Meerle.

Hoe we er geraakten.
Wortel kun je bereiken uit Turnhout met lijn 430 Reusel - Turnhout - Hoogstraten. De aansluiting met de IC uit Binche en Brussel is wel erg ruim: 55 minuten. Bij nadere beschouwing bestaat er wel een redelijke aansluiting met de trein uit Antwerpen, maar we zouden amper 6 minuten later kunnen vertrekken uit Halle. Dus is de keuze snel gemaakt: we kiezen de rechtstreekse trein i.p.v. een verbinding met 2 overstappen.

De terugreis kan met lijn 602 Meerle - Brecht - Antwerpen. Die lijkt een prima aansluiting te geven op de IC uit Amsterdam naar Brussel in station Noorderkempen. We hadden natuurlijk ook tot Antwerpen in deze bus kunnen blijven zitten, maar we willen nog wel eens zien hoe het er in Noorderkempen aan toe gaat. Dit is trouwens ook de snelste manier om naar Halle te reizen.

Een beetje geschiedenis.
Eigenlijk heb ik het bij aankomst in Wortel (26.03.2018) al uitvoerig gehad over de tramlijn die Turnhout met Meersel verbond en dus hoef ik daar vandaag niet zo heel veel aan toe te voegen. De tram bereikte Meersel-Dreef (of verderop Tol, of Douane) op 20.03.1899 en sneuvelde in WO II. Het gedeelte tussen Meersel en Rijsbergen (NL) werd trouwens al in 1934 opgeheven.


Hier reed tot 1943 het trammetje. Nu is de brug blijkbaar privébezit geworden.

De buslijn die Meersel-Dreef bediende duikt voor het eerst weer op in het spoorboekje van 1949, onder tabel 925, Meersel - Hoogstraten - Turnhout, met 4 HT-ritten per dag. Let wel, het is best mogelijk dat een busdienst al eerder de tram verving, maar de erg dunne spoorboekjes in de nasleep van de wereldoorlog, vermeldden geen NMVB-dienstregelingen.
In 1952 vinden we zelfs 2 busdiensten terug: 801 (Brassschaat - Sint-Job - Loenhout - Meer - Meersel) en 802 (Turnhout - Merksplas - Meersel). Vanaf 1957 wordt die laatste lijn ondergebracht in tabel 641, op 01.06.1975 verschijnt voor het eerst lijnnummer 43. Op 03.06.1984 wordt de bediening schuchter verbeterd: op weekdagen (zelfs zaterdag) verschijnt iets wat op een 2-uurdienst lijkt, op zondag blijven intervallen van 3 tot 4 uur.
Op 05.01.2005 wordt de buslijn vernummerd naar 430; de bediening wordt wel ingekrompen: de belbus van Hoogstraten moet soelaas brengen. Ondertussen is die belbus, zoals de meeste in de entiteit Antwerpen, wel opgedoekt. Maar niet getreurd: vermoedelijk samenvallend met de opening van het NMBS-station Noorderkempen (2009) wordt het busnet in de ruime omgeving aangepast en voor Meersel komt dat neer op een buslijn die Meersel via Noorderkempen en Turnhout met het Nederlandse Reusel verbindt. Maar meer nog springt lijn 602 in het oog die Meersel via Hoogstraten met Antwerpen verbindt.
Ik schrijf hier eerder vermoedelijk omdat het al eerder vrijwel onmogelijk geworden was om de onregelmatig verschijnende busboekjes vast te krijgen: zo ontstond een hiaat in de gegevens dat door het geheugen niet ingevuld raakt. Bij de NMBS publiceert men de spoorboekjes nog in pdf-formaat. Bij de TEC probeer ik om de zoveel jaar alle dienstregelingen in pdf-formaat op te slaan, echt wel een werkje van lange adem. Bij De Lijn is dat nauwelijks doenbaar omdat je nooit een volledige dienstregeling (dus voor alle rijperiodes) in één keer kunt downloaden. Simpy probeert al 2 jaar om de dienstregelingen toch op een bruikbare manier ter beschikking te stellen, maar voor De Lijn beschik ik over weinig tot geen gegevens vanaf pakweg 2005.

De verbinding.

Halle - Turnhout 3406 07:21 08:54 +1 1818 - 61060 M6 controle: J
Turnhout - Wortel [430] 09:49 10:11 -2 ab1103-60 Mercedes Citaro LE KAV
-
Meersel - Brecht [602] 17:10 17:55 +5 ab2509 VDL Bus&Coach Citea SLFA Hoogstraten
Noorderkempen - Brussel-Noord 9252 18:01 19:05 stipt 186 011 - 61 84 1070 356 NS controle: N
Brussel-Noord - Halle 1740 19:13 19:33 +10 418 mr80 Break controle: N

 

En wat we beleefden.
Niet IC 1706 wordt dus onze eerste trein van de dag, wel IC 3406 die ons rechtstreeks naar Turnhout brengt. Die rijdt behoorlijk, zelfs onberispelijk tot Mechelen. Meteen na Mechelen krijgen we trouwens onze enige controle van de dag: een Franstalige treinbegeleidster spreekt ons aan in vlot en vrijwel accentloos Nederlands. Dat is toch wel wat anders dan veel treinbegeleiders, Vlamingen zowel als Walen en Brusselaars, die zelfs voortdurend struikelen over de standaardzinnetjes, die ze soms op een onbegrijpelijke manier uitbroebelen. Bij de vertakking Duffel staan we een tijdje stil: P 7209 Neerpelt - Brussel-Zuid rijdt met 5 minuten vertraging en dat is ook precies de vertraging bij aankomst in Lier. In Turnhout is de vertraging geslonken tot een verwaarloosbare minuut.

Het stationsbuffet - lang geleden goed voor vermeldingen in pers en toeristische tv-programma's - is ondertussen opgefrist en gelukkig opnieuw open. Koffie helpt wel vaker om lange aansluitingen wat korter te doen lijken.

Bus 430 bedient vandaag het AZ Sint-Jozef niet en dat verklaart dat we enkele minuutjes te vroeg in Wortel aankomen. Een dame op weg naar het ziekenhuis wordt goed op de hoogte gehouden door een andere dame. Solidariteit tussen zwart en wit…

Voor de terugreis kunnen we gebruik maken van de halte Meersel-Dreef Nieuwe Dreef, een hele mond vol, en eind- en vertrekpunt van lijn 602 naar Antwerpen. De chauffeur stapt uit, vermeldt zijn vertrekuur, suggereert dat we mogen instappen maar dat we misschien liever nog wat buiten in de frisse lucht willen blijven en haalt dan zijn boterhammetjes te voorschijn. Op een geapprecieerde manier zoekt de chauffeur hier contact met zijn klanten, iets wat maar al te vaak ontbreekt.
Hij houdt er een stevige vaart in en dat blijkt ook nodig. Je zou de verantwoordelijke(n) van De Lijn moeten uitdagen om deze rit in de voorziene tijd te rijden, met inachtneming van het verkeersreglement en om de drie halten 10 seconden oponthoud. Het wordt al snel duidelijk dat de aansluiting in Noorderkempen een dubbeltje op zijn kant wordt. Als we in de stelplaats van Hoogstraten ook nog een chauffeurswissel meemaken, worden de vooruitzichten helemaal hachelijk. Na Hoogstraten rijden we met 5 minuten vertraging en daar gaat geen seconde af.

Ik ken Noorderkempen niet zo goed: als we over de brug rijden staat een Amsterdammer klaar, maar dat blijkt een trein richting Amsterdam te zijn. Onze IC wordt aangekondigd met 7 minuten vertraging, voor een keer is dat een goede zaak. We nemen plaats in een stiltecoupé, de vertraging slinkt snel: vanaf Mechelen rijden we op tijd. De tbg zullen we pas in Brussel-Noord te zien krijgen.
De IC naar Quiévrain rijdt wel met vertraging: eerst 7, dan 8 minuten en bij aankomst in Halle 10 minuten. We rijden over lijn 96N en voor we Halle kunnen binnenrijden, moeten we voorrang geven aan de Thalys naar Brussel. Op lijn 96 staat een koppel 13'en voorrang te geven aan onze trein en achterop zit nog de IC naar Binche. Het kan soms behoorlijk druk zijn op het spoornet. Halle wordt automatisch aangekondigd als Landen, we hebben trouwens ook Waremme al de revue horen passeren…

De treinlectuur.
Raymond CHANDLER, Tot ziens Mr. Marlowe. Tja, wie is nu eigenlijk het bekendst, de auteur of zijn hoofdpersonage? Als een miljonairsdochter vermoord wordt, is de man met wie ze voor de tweede keer gehuwd is, de hoofdverdachte. Bij zijn vlucht naar Mexico wordt Marlowe ongewild betrokken bij de zaak.

Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.


Lang was de truc om een procedureslag tegen een bouwvergunning te starten, de te verwachten verkeersproblematiek. Sinds kort is dat het gevaar op overstromingen geworden…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

13-08-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
29-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.29 juli 2021 - Tildonk

De wandeling.
Eigenlijk hadden we voor vandaag een tocht van meer dan 20 km voorzien, maar een halsstarrige hals en een wat knikkende knie noopten ons ertoe wat gas terug te nemen en dus werd het een wel erg korte wandeling die we normaal gezien voor de donkere wintermaanden reserveren. Enkele jaren geleden heb ik eens alle gemeentelijke sites afgeschuimd om uit te vlooien wat de gemeenten aan wandelingen in de aanbieding hadden, en dat was heel wat. Spijtig genoeg wordt de vluchtigheid van het internet hier nog eens ten overvloede geïllustreerd en de meeste wandelingen die ik toen kon optekenen zijn ondertussen van het web verdwenen. Dat was niet het geval met de wandeling van vandaag: Tildonk Vaartdijk en Sussenhoek. Die is net iets meer dan 5 km lang. De TWQ bedraagt 52%, dankzij het pad naast het kanaal Leuven - Dijle (trouwens niet zo aantrekkelijk) en een tweetal goed bewaarde en onderhouden voetwegen. Op het einde stap je door de kleine kern van Tildonk. Even klopt de weg niet meer, omdat ook hier duchtig huizen en straten werden bijgebouwd. We zijn met te veel…


Het kanaal Leuven - Dijle.


Voetweg 33: nabij de Sussenhoek.

Alle foto's.

Het weer.
Zwaar bewolkt, al scheen de zon er af en toe wel eens tussendoor, fris en winderig.

De stafkaarten.
24/5Z Kampenhout en 24/6Z Rotselaar. Heel recent werd ook de kaart op 1:25.000 24/5-6 Haacht beschikbaar. Op stap gaan met een recent bijgewerkte kaart bespaart je wat frustratie, want dan valt het niet zo op hoeveel open ruimte in de voorbije 20-25 jaar is volgebouwd. En wij ons maar verbazen dat de natuur af en toe zwaar terugslaat.

Hoe we er geraakten.
Het dorp Tildonk wordt bediend door buslijn 284 (en enkele schooldiensten voor de bediening van Sint-Angela): die konden we zowel in Mechelen als in Leuven nemen. We kozen Leuven, omdat dat een stukje sneller ging. Overigens ligt de treinhalte Wespelaar-Tildonk ook niet zo ver.

Voor de terugreis kiezen we er trouwens voor de trein te nemen in Wespelaar-Tildonk, na een erg kort ritje met de bus van lijn 284.

Een beetje geschiedenis.

De huidige lijn 284 heeft een op zijn minst opvallende geschiedenis: we vinden een vergelijkbare lijn voor het eerst terug in het spoorboekje van 30.09.1956, onder tabel 340: Leuven - Tildonk, met als vermelde halten Leuven Station, Wijgmaal Station, Wijgmaal Kruispunt, Herent Station en Tildonk Brug, het eindpunt.
Op 01.10.1961 vinden we een eerste verlenging van deze lijn, nog altijd onder tabel 340, die voortaan Leuven - Wespelaar (met uitbreiding naar Wakkerzeel) heet: de bus bedient Leuven Station, Wijgmaal Klooster, Tildonk Brug en Wespelaar Dorp, en uiteraard een heleboel tussenliggende halten.
Op 30.05.1965 wordt de lijn zelfs uitgebreid naar Mechelen; in de dienstregeling vinden we nu halten als Leuven Station, Wijgmaal Klooster, Wijgmaal Ursulinenstraat, Tildonk Brug, Wespelaar Dorp, Boortmeerbeek Dorp, Hever Dorp, Hever Tip, Muizen Klooster en Mechelen Station.
Niets staat nu een samensmelting met lijn (tabel) 285 in de weg. Dat gebeurt op 23.05.1971. Op 23.05.1998 krijgen beide reiswegen een ander nummer: 285 voor de reisweg die we al grotendeels terugvonden in een spoorboekje van 15.05.1938, 284 voor de reisweg die afgeleid is van de oude tabel 340. In de pdf's anno 2021 staan beide reiswegen nog altijd door elkaar.

And now for something completely different: Toen ik in het begin van dit jaar De Lijn aanschreef met de nederige vraag om me wat busboekjes van de Pajottenlandse lijnen op te sturen, kreeg ik als onthutsend antwoord dat ik maar naar het stadhuis moest trekken waar de boekjes beschikbaar zijn of dat ik de pdf's kon raadplegen en afdrukken. Ik heb de madame in kwestie teruggeschreven met de vraag of ze dat ooit zelf al geprobeerd had; ik wacht nog altijd op antwoord en in het stadhuis vind je nooit al de boekjes die je wil hebben… Voor de lijnen 284-285 heb je de bladzijden A1 tot A8, B1 tot B8 en zo verder tot J1 tot J9 nodig: 82 bladzijden in totaal en dan heb je nog maar de vakantiedagen! Handig, hoor!)

De verbinding.

Halle - Leuven 1709 10:27 11:08 stipt 315 mr 80 Break controle: N
Leuven - Tildonk [284] 11:25 11:54 +3 ab5595 Van Hool New AG300 Leuven-Noord
-
Tildonk - Wespelaar [284] 13:54 13:57 stipt ab4415 Jonckheere Transit 2000 G Leuven-Noord
Wespelaar-Tildonk - Leuven 4112 14:03 14:14 stipt 08156 mr08 Desiro controle: J
Leuven - Brussel-Noord 1536 14:21 14:38 stipt 560 mr96 Deense neus controle: N
Brussel-Noord - Halle 1586 14:42 15:02 +18 08165 mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
In Brussel-Zuid komen twee louche jongeren ons vervoegen. Een dame wat verderop grabbelt meteen naar haar tas, wij zelf schakelen over naar een hogere graad van alertheid. Ze zijn dan wel samen ingestapt maar hebben elk een strategische (?) plaats ingenomen. Zoals verwacht stappen ze uit in Brussel-Noord. Je kunt er bijna donder op zeggen dat ze zwart reden en dat ze uit waren op buit. De rit zelf verloopt zoals gepland.

De aansluitende bus vertrekt zes minuten te laat. Nochtans had die zijn vorige rit op tijd beëindigd. Je weet natuurlijk nooit wat de oorzaak is van de vertraging, maar babbeltjes kunnen soms lang uitlopen. Ook hier valt het op hoeveel reizigers hun boodschappen- of andere tas tegen het raam posteren en zelf naast de middengang postvatten. Het euvel is zo oud dat je het niet echt aan een verkeerd begrepen coronamaatregel kunt toeschrijven.

De bus van de terugrit is stipt: de zes minuten overstaptijd tussen bus en trein zullen volstaan. We krijgen meteen controle van een overigens vriendelijke en plichtsbewuste treinbegeleider. De reeks stops die hij nog moet omroepen is natuurlijk wel kort, maar hij doet het toch maar. Het zal meteen de enige controle van de dag worden.
IC1536 legt tussen Leuven en Brussel-Noord een vlekkeloos parcours af met vier mr 96. De krappe aansluiting met S 1586 wordt gehaald, we komen samen met de Desiro aan het perron. Ook deze rit lijkt probleemloos te worden, maar in Brussel-Zuid wordt de trein opgehouden. Het verhaal dat we te horen krijgen is vrij schimmig: iemand zou een vermist meisje herkend hebben en twee politieagenten lopen enkele keren door de trein, zonder resultaat. We vertrekken uiteindelijk met 13 minuten vertraging. Een treinbestuurder zit met het mond- en neusmasker onder de kin, zo goed als de hele weg in onze afdeling. Treinbegeleiders houden zich van den domme. Hoe ging dat weer over die voorbeeldfunctie?
De vertraging is groot genoeg om achter de S-trein naar Braine-le-Comte te hangen. Dat probeert men blijkbaar te vermijden, maar dan moeten we wel eerst de Eurostar voor laten. Als die gepasseerd is, gaat het van lijn 96 naar lijn 96N, dan op tegenspoor van lijn 96 N en van lijn 96, naar lijn 96E. Het kan allemaal niet vermijden dat onze vertraging nog groeit tot 18 minuten. De twee S-treinen rijden samen Halle binnen.

De treinlectuur.
Rachel KADISH, Het gewicht van inkt. Deze roman, met het verhaal van Esther Velasquez die in het Londen van de 17de eeuw terechtkomt en er getuige zal zijn van een pestepidemie en de grote brand, en het verhaal van professor geschiedenis Helen Watt, die toevallig in het bezit komt van de papieren van Esther, kan wat mij betreft gerust de vergelijking met De naam van de roos van Umberto Eco doorstaan.

Carmen KORN, Dochters van een nieuwe tijd.


Neil Young, 1972: Look at Mother Nature on the run in the nineteen seventies… Vijftig jaar later…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

29-07-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
20-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 juli 2021 - Brugge - Beernem (GR129)

De wandeling.
GR129 doet bij sommigen ongetwijfeld een belletje rinkelen: dat was inderdaad het langeafstandswandelpad dat Arnout Hauben Dwars door België volgde en dat heeft op geen enkele manier te maken met onze derde editie van het Vlaamse deel dat ons in de buurt van Ronse zal brengen: het stond gewoon al vroeger op ons programma dat door de coronatoestanden flink wat vertraging heeft opgelopen. Op 12.01.1992 stapten we deze GR voor het eerst (tussen Brugge en Beernem), op 11.04.2007 deden we dat voor de tweede keer (tussen Brugge en Bulskampveld) en vandaag doen we het voor de derde keer, opnieuw van Brugge naar Beernem. Oorspronkelijk leek dat uit te komen op 17.790 km, maar een omleiding ter hoogte van Gevaert-Noord heeft daar 18.950 km van gemaakt: meer dan een kilometer volle omleiding omdat een inboorling een erg handig pad heeft geüsurpeerd: verbodsborden laten er weinig twijfel over bestaan en er is zelfs sprake van camerabewaking! Als ik zelf (na de domme extra kilometer) eens poolshoogte kom nemen, staat meneerke als een pitbull klaar om me af te blaffen, maar hij krijgt de kans niet. Iemand die zijn privé-eigendom (?) zo hardnekkig moet verdedigen kan onmogelijk recht in zijn schoenen staan: een inbreuk op de ruimtelijke ordening lijkt me nog het minste wat men hem kan verwijten. Ook bij de GR lijkt men er trouwens vrij gerust in: het is een omleiding tot nader order. Op het kaartje is het duidelijk dat het om iets erg doms en slecht verteerbaars gaat.

Gelukkig is dit stukje GR wel van prima kwaliteit: zelfs het eerste deel, dat zich eigenlijk nog in de stad afspeelt, is goed te pruimen, het deel langs het Kanaal Gent- Brugge is best aangenaam en de eindeloze populierendreven voorbij Ver-Assebroek zijn klasse. Het natuurreservaatje langs het kanaal Gent - Brugge ter hoogte van Gevaert-Noord is een bijzonder waardevol stukje natuur. De TWQ ligt trouwens met 72% hoog voor een Vlaamse GR.

Foto's vind je hier.


Ver-Assebroek.


Gevaert-Noord: prachtig reservaatje!

Anekdote 1: Net bij het begin heeft een koppel meerkoeten een nest gebouwd aan de onderzijde van een dukdalf in het kanaal Gent - Brugge. Het tafereel is niet zo idyllisch: in het nest liggen twee eieren koud te worden, terwijl pa en ma hopeloos en hulpeloos een kuikentje dat in het water terechtgekomen is, proberen te redden. Met kinderen niets dan last, dat is duidelijk, want kuikenlief zwemt rondjes maar het nest ligt net iets te hoog om bereikbaar te zijn. We volgen de schrijnende gebeurtenis een tijdje, maar veel vooruitgang valt niet te bekennen. Lang kan dit kuiken dit niet meer volhouden en zelf zou ik met een reddingspoging alleen maar mijn eigen ondergang induiken, want ik kan niet zwemmen…

Anekdote 2: we stappen nu toch al zo een 45 jaar door het hele Belgenland en in die lange tijd is het ons zelden overkomen dat we aangesproken werden door collega-wandelaars, maar vandaag hebben we twee keer prijs in enkele minuten tijd. Eerst is er die dame die vraagt of we ook de route van Arnout Hauben volgen: zij is onderweg naar Brugge en hoopt blijkbaar op een middagpauze met ravitaillering in Ver-Assebroek. Dat zal wel lukken al was het enige etablissement op onze route nog dicht toen wij er passeerden, maar ze zal pas halfweg de namiddag aan de versnaperingen toe zijn want Ver-Assebroek ligt al ver achter ons en dus ver voor haar. Even verder worden we aangesproken door een stel Nederlanders die enthousiast zijn over onze Arnout Hauben. Ja, die man heeft niet alleen zichzelf in beweging gezet.

Het weer.
Erg aangenaam zomerweer: niet te warm, licht bewolkt, rustig.

De stafkaarten.
13/1Z Brugge - 13/2Z Sijsele - 13/6N Beernem - 13/6Z Sint-Joris. Recentere kaarten op 1:25.000 zijn 13/1-2 Brugge en 13/5-6 Oostkamp.

Hoe we er geraakten.
Halle - Brugge is natuurlijk een peulschil in vergelijking met sommige van onze expedities. We vertrekken vroeg genoeg om de stroom kusttoeristen voor te blijven, zowel 's morgens als in de namiddag. De terugrit uit Beernem is nauwelijks complexer dan de heenrit.

Een beetje geschiedenis.
Eerst en vooral stappen we een eindje over de vroegere bedding van lijn 58 Brugge - Eeklo - Gent. De bedding is discreet verhard, wat me een redelijk compromis lijkt om fietsers en wandelaars te vriend te houden. Het deel Brugge - Eeklo was operationeel voor reizigersverkeer van 1863 tot 1959. Toen werd de lijn opgedoekt tussen Brugge en Eeklo. Interessant om weten is dat het Stoomcentrum Maldegem zijn museumlijn uitbaat tussen Maldegem en Eeklo. De spoorlijn werd vervangen door buslijn 58a - later gewoon 58 - ongetwijfeld een van de succesrijkste buslijnen van De Lijn in de Vlaanders.


De oude lijn 58 Brugge - Gent, waarvan aantal het deel Eeklo - Gent nog in NMBS-gebruik is.


Even komen we ook dicht bij de nauwelijks herkenbare oude bedding van de tramlijn Brugge - Ursel - Zomergem. Hier reed vanaf 1904 een trammetje tot Knesselare, vanaf 1908 tot Ursel en vanaf 1931 tot Zomergem. Echt druk is het hier blijkbaar nooit geweest, met 4 à 5 ritten per dag. Op 16.05.1953 kwamen de bussen (tabel 786): het werd buslijn 21. In de jaren 1980 besliste de NMVB-West-Vlaanderen om voortaan de tabelnummers te gebruiken i.p.v. lijnnummers, een echte zegen voor wie het bus- en tramnet als een homogeen geheel beschouwde dat zich uitstrekte over heel België. Op 10.01.2005, bij het begin van het gouden decennium van De Lijn, werd een buslijn 63 gecreëerd: Brugge - Beernem - Knesselare (Ursel); dat ging trouwens gepaard met een forse uitbreiding van de bediening.
Het station van Beernem is nu afgebroken: de lijn moet hier viersporig worden... Een aardig wist-je-datje: tot 1896 heette het station Bloemendaal, verwijzend naar het aanpalende kasteeldomein.


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 7572 07:34 07:44 stipt 08075 mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Brugge 1529 07:55 08:53 +5 1911 -  61015 M6 controle: N
-
Beernem - Gent-Sint-Pieters 0564 14:45 15:15 stipt 08140 mr08 Desiro controle: J
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid 0514 15:23 15:52 stipt 1825 -  73030 M7 controle: N
Brussel-Zuid - Halle 1937 16:13 16:23 stipt 2742 -  61030 M6 controle: N

 

En wat we beleefden.
Zoals gezegd was het echt de bedoeling om de drommen kustgangers voor te blijven. En dus vertrokken we al om 7:34 uit Halle met P7572 uit Geraardsbergen die vanaf Brussel-Zuid een gewone stoptrein wordt naar Ottignies. Veel gebeurt er niet. De aansluitende trein is de IC naar Blankenberge: vanaf Beernem vertraagt die en wat verder staat die zelfs volledig stil. Vijf minuten vertraging bij aankomst in Brugge is het bilan.

Beernem station is een grote werf: het stationsgebouw is verdwenen en de uitbreiding naar 4 sporen is volop aan de gang. Waar we een toegang tot het station verwachten, vinden we alleen een afsluiting. Eén jongeman blijkt nog actief te zijn op de werf, het bouwverlof heeft toegeslagen. We vragen wat uitleg en hij wil weten of we op het perron willen geraken of aan de overkant. De brug wat verderop is de enige oplossing. Die kunnen we blijkbaar alleen bereiken als we op onze stappen terugkeren door de Stationsstraat. We geraken er, maar de berichtjes ontdekken we pas na een tijdje: blijkbaar hoeven we voor perron 2 niet eens over de brug. Als we hier vrij laat waren aangekomen, hadden we onze trein ongetwijfeld gemist. Op de stoptrein naar Gent en Mechelen krijgen we de enige controle van de dag.
In Gent is er een goede aansluiting met de IC naar Brussel en Welkenraedt: normaal is dat Eupen, maar in Wallonië is het spoorwegnet zwaar getroffen door de bijzonder felle regenval uit een nukkige occlusie. Er rijden 2 eersteklastijtuigen M7 mee: voortaan worden we geacht op het bovendek plaats te nemen. Dat is nog even wennen, want ik stoot mijn hoofd en meer dan 1.72m haal ik nochtans niet.

Anekdote 3: Een madam bekijkt ons wat uitdagend, want wat komen die rugzaktoeristen in korte broek hier in eerste doen? Ze heeft het bijzonder druk met haar smartphone; mond- en neusmasker hangt doelloos onder de kin. Hoeveel coronagolven moeten er nog komen voor iedereen doorheeft dat deze maskers eigenlijk het minst hinderen als ze gedragen worden zoals het hoort? Ik wacht mijn kans af om haar erop te wijzen dat ook zij haar masker moet dragen. Haar reactie is brutaal: en wij zitten in eerste klas. Niks zo gemakkelijk om haar gerust te stellen als te beweren dat we inderdaad de geschikte biljetten op zak hebben. Ik weet van mezelf dat ik in die omstandigheden weinig ad rem ben, want ik had haar natuurlijk ook kunnen vragen of zij de treinbegeleidster was. De reis verloopt verder stipt.
We laten de S naar Braine-le-Comte, een enkele desiro in de vakantie, rijden en reizen Hallewaarts met IC 1937: de aanduiding van de eersteklasplaatsen is eens te meer erg fout. Maar ook deze trein zal stipt in Halle aankomen.

De treinlectuur.
Rachel KADISH, Het gewicht van inkt. Een dubbel verhaal, dat zich deels in het Londen van vandaag afspeelt: Engelse historici buigen zich over gevonden documenten uit de 17de eeuw en dat leidt tot wetenschappelijke na-ijver en twijfel. Als lezer krijgen we informatievoorsprong omdat we ook het verhaal van Esther kunnen volgen. Zij is een Joodse vrouw die brieven en teksten neerpent voor een blinde rabbi. Dat is in die tijd ongehoord en dus neemt ze een mannennaam aan, ook al omdat ze in contact wil komen met de uit Amsterdam verbannen Spinoza.
Carmen KORN, Dochters van een nieuwe tijd.



De ideale combinatie van hobby en masochisme: hobbytuinieren. Het is altijd wel iets: te droog, te nat, te koud, te warm. Hoewel, in vergelijking met wat men in de Ardennen meemaakt, zijn 30 beschimmelde tomatenplanten nauwelijks het vermelden waard.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

20-07-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (1)
09-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 juli 2021 - Waasmont - Orsmaal

De wandeling.
In de jaren 1970 vonden de meeste gemeenten dat ze niet achter konden blijven in het uittekenen van wandellussen ter meerdere eer en glorie van het gekoesterde grondgebied. Wandelfolders verschenen bij de vleet en dat leidde vaak tot weinig interessante routes, ook al omdat men niet de moed had om afgesloten voetwegen opnieuw te openen en omdat veel routes vooral gericht waren op het eigen publiek. Hetzelfde verschijnsel doet zich vandaag voor met heel wat van de in de voorbije jaren uitgetekende wandelnetwerken: sommige zijn van uitmuntende kwaliteit, andere zijn gewoon te groot om uitsluitend aangenaam wandelvoer te bieden. (Grootte is blijkbaar belangrijk.) Vandaag stappen we van Waasmont naar Orsmaal, over het wandelnetwerk Getevallei, meer bepaald over het zuidelijke deel ervan. Dat moet enkele decennia geleden geteisterd geweest zijn door een ruilverkaveling en zoals overal heeft dat geleid tot een verregaande verschraling van het landschap. Eentonigheid is dan ook troef: amper 10% loopt over onverharde wegen, waar de moderne landbouw nog niet meedogenloos zijn stempel heeft op gedrukt. Je zou de wandelpalen 611 610 609 608 607 625 626 634 629 628 148 156 149 150 151 115 en 141 kunnen opzoeken, tevergeefs echter, want de allernieuwste trend is dat er geen wandelpalen meer geplaatst worden, maar dat je maar je plan moet trekken met de elektronische middelen die je eventueel ter beschikking staan. Ik heb onlangs nog een vroegere president van Europa een lofzang op QR-codes en smartphones horen afsteken: elektronische bewegwijzering is het zoveelste gadget waarvan men ons wil doen geloven dat het onmisbaar en bijzonder handig te gebruiken is. Achter onze weide door loopt een paadje dat zo goed als kapotgewandeld is in de hoogdagen van het coronatijdperk en dat gaf mij de kans om wandelaars en stappers te observeren. Soms passeerden er tientallen per dag: de gebruikers van smartphone of gps waren telkens weer op één hand te tellen, gebruikers met al dan niet uitgeprinte kaarten waren er des te meer. Maar we zullen en we moeten apps gebruiken.

De wandeling die we volgden is 15 à 16 km lang en ze voert ons van dorp naar dorp: het is eigenlijk erg als dorpen voor afwisseling moeten zorgen, maar dat is vandaag duidelijk het geval: we kwamen in of langs Waasmont, Overwinden, Laar, Wange, Neerhespen, Gussenhoven en Orsmaal, je zou het alleen al voor deze namen doen. Op het kaartje merk je dat we veelal kaarsrechte betonwegen moesten volgen. Gelukkig ontdekten we een schat aan planten, want blijkbaar deden sommige boeren hier met de ruggensteun van natuurorganisaties flink hun best om alvast de akkerranden tot uitbundige stroken van inlandse fauna te maken: de gelukkig onvermijdelijk geworden klaproos ondervindt hier de concurrentie van enkele soorten kamille, van kaasjeskruid, cichorei, korenbloem, boerenwormkruid, Hongaarse raket, distels en brandnetels, margrieten, zelfs gevlekte scheerling! Na iets meer dan 13 km kwamen we dan toch in een gebiedje waarvan de charme vermoedelijk herontdekt is in het kader van het wandelnetwerk. (Héhé, iets positiefs!) De foto's geven een ietwat vertekend beeld van de kwaliteit van de wandeling. Wie niet opziet tegen lange stroken beton, kan deze tocht vermoedelijk nog appreciëren. Wij kwamen met onze quotering niet verder dan 11.5/20.


Overwinden


Wie van weidse landschappen houdt, vindt hier heus wel zijn gading: Laar.


De Kleine Gete.

Het weer.
Half bewolkt, aangename temperatuur en rustig.

De stafkaarten.
41/1 Lincent - 33/5Z Landen - 33/5N Wommersom. De nieuwe kaarten op 1:25.000 zijn beschikbaar: 33/5-6 Sint-Truiden en 41/1-2 Hannut. Kaarten 41/1 en 41/1-2 heb je nauwelijks nodig, alleen het beginpunt en enkele tientallen meters van de tocht bevinden zich op deze kaart(en).

Hoe we er geraakten.
In een poging om meteen op het platteland te beginnen, leggen we ons beginpunt bij Waasmont, meer bepaald bij de bushalte Kapel, die o.a. om de 2 uur bediend wordt door de TEC-lijn 148, althans door een variant ervan. Die vertrekt uit Landen, dat voor ons overstapvrij te bereiken is uit Halle.

Ons eindpunt ligt in Orsmaal bij de halte Oude Dorpsstraat. Die wordt op weekdagen om het uur bediend door buslijn 313 Sint-Truiden - Tienen. Reizen via Tienen brengt een langere busrit met zich mee, maar via Sint-Truiden is weinig aangewezen: de bus komt er aan op het moment dat de IC naar Blankenberge vertrekt: overstaptijd 60 minuten! Ook uit Tienen is er een rechtstreekse verbinding met Halle, dezelfde als vanmorgen trouwens.

Een beetje geschiedenis.
Ons eindpunt van vandaag heet Gusselingen-Orsmaal Oude Dorpsstraat, maar eigenlijk had men het net zo goed Oud Station kunnen noemen. Maar de wegen van De Lijn zijn soms ondoorgrondelijk en de naam Orsmaal Oud Station is nu voorbehouden aan een halte van de belbus. Ik ben er vrijwel zeker van dat de naam van die belbushalte verwijst naar het Oud Station van Gussenhoven. De tram volgde anders dan de huidige buslijn tot net voorbij Hakendover de huidige N3.

In het spoorboekje van 01.07.1913 - de tram werd ingehuldigd op 29.06.1907 - vinden we onder tabel 315 de dienstregeling van deze lijn Sint-Truiden - Tienen, met tramstations in o.m. Dormaal, Orsmaal, Gussenhoven, Overhespen en Hakendover. Speciale aandacht verdient het station van Overhespen, met een aftakking richting Ezemaal en Jodoigne. Later zal tabel 315 omgedoopt worden tot 525 (en 530 voor het deel Overhespen - Jodoigne): zo vond ik het terug in het spoorboekje van 1952. Op 02.10.1954 rijden de laatste reizigerstrams uit: de verbussing is ook hier het eindstation. Vanaf 1956 zal de lijn terug te vinden zijn in tabel 591 en het lijnnummer 13 vond ik voor het eerst terug in de NMVB-gids van 26.05.1974. Mogelijk was het nummer al langer in gebruik. Ook het doorstreepte lijnnummer 13 was trouwens in gebruik, vermoedelijk voor de uitbreiding naar Eliksem, Overhespen en Landen.
Dat lijnnummer 13 zal wel de inspiratiebron geweest zijn voor het huidige nummer 313. Het verschijnt voor het eerst in het busboekje van 09.01.2006, maar De Lijn kennende kan het best ingevoerd zijn tussen 20.01.2005 en 09.01.2006. De dienstregeling lijkt wel vastgeroest: een uurdienst (ongeveer) op weekdagen, een 2-uurdienst op zaterdag en 4 ritten op zondag. Vermoedelijk ging men er al die tijd bij De Lijn van uit dat de belbussen de rest van de vervoersnoden konden opvangen.

De verbinding.

Halle - Landen 1708 09:27 10:33 stipt 408 mr80 Break controle: J
Landen - Waasmont [148] 10:42 10:48 +1 ab6106-14 Mercedes Citaro LE C2 Cintra
-
Orsmaal - Tienen [313] 15:32 16:01 +9 ab3047-27 MAN Lion's City G Van Mullem (Tienen)
Tienen - Halle 1738 16:37 17:33 stipt 305 mr80 Break controle: N

 

En wat we beleefden.
Het is me weer wat met de app van de NMBS die blijkbaar voor altijd het epitheton new zal dragen. En dus begint dit verhaal lang voor we in de trein stappen. Bij twee pogingen om biljetten aan te maken, mislukt de betaling. Eerdere ervaringen leren me dat dit niet noodzakelijk betekent dat je kaart niet gedebiteerd wordt. Ik probeer dan maar via de website maar die functioneert evenmin voorbeeldig: ik slaag er niet eens in om begin- en eindstation in te voeren. Dan maar een derde poging gewaagd via de app. Die lijkt zowaar te lukken: de betaling gaat door en er wordt een mail gestuurd met de bevestiging van de aankoop: die zal nooit aankomen. Trouwens, ondanks de gelukte betaling lijkt de verwerking in een eindeloze loop terechtgekomen te zijn. Het wordt dus afwachten wat er gebeurt bij de controle, want de QR-code verschijnt niet. De rit zelf verloopt stipt; na Leuven krijgen we controle. De tbg heeft misschien wel meer ervaring met elektronische biljetten die niet controleerbaar zijn, maar voor haar volstaat wat ze kan lezen: onze namen, onze reis, de rijtuigklasse, de datum. Ze is nog maar nauwelijks verdwenen als ik de pagina eerder toevallig ververs, en zie, daar floepen de QR-codes te voorschijn. De tweemaal twee biljetten waarvoor de betaling mislukt was, verdwijnen op slag en even op slag lijkt alles dus prima in orde. Na 2 uur proberen mag dat ook wel.

In Landen staat een drietal bussen van de TEC klaar. Twee ervan zullen op lijn 148 rijden; de onze is de variant die beperkt is tot Jauche. We vertrekken met een minuutje vertraging, want een jonge vrouw vraagt of ze in 4 minuten een biljet Horizon kan kopen. Lopend komt ze terug, nu vergezeld van een andere vrouw annex kind.

Voor de terugrit stappen we op lijn 313 bij een halte die sinds kort Orsmaal-Gussenhoven Oude Dorpsstraat heet. Toen ik vorig jaar deze tocht voorbereidde, was dat nog Dormaal Oude Dorpsstraat. Haltelink is ook in de knoei geraakt; voor beide richtingen worden verschillende benamingen gebruikt, Buzz houdt het bij de oude benaming. Behalve voor het opzoeken maakt het allemaal niet zo veel uit. De bus rijdt sinds de start met een vijftal minuten vertraging; even hadden we gerekend op een aansluiting van drie minuten in Tienen, maar dat kunnen we nu wel vergeten. De vertraging loopt trouwens op tot 10 minuten, om uiteindelijk uit te komen bij 9 minuten als we aankomen in Tienen.

Voordeel is wel dat we nu opnieuw overstapvrij naar Halle kunnen. Net als vanmorgen werkt deze trein ons hele parcours stipt af. In Leuven stapt een poetsster op: ze gaat mechanisch door de trein en slaagt er wonderwel in de passagiers compleet te negeren. Niet dat we nu meteen een babbeltje verwachten, maar enige rimpel in het half zichtbare gelaat zou al veel sympathieker zijn.

De treinlectuur.
Rachel KADISH, Het gewicht van inkt. Nieuwe eigenaars van een historisch pand willen er een hotel-restaurant inrichten, maar een elektricien die een houten paneel onder de trap uitbreekt, vindt een reeks documenten uit de 17de eeuw, die half opgevreten zijn door de gebruikte zure inkt. Een professor geschiedenis Helen Watt wordt er bijgehaald en die komt samen met Aaron Levi om de belangrijke documenten te bestuderen. Hoofdbrok is de briefwisseling tussen 2 Joodse rabbi's.
Carmen KORN, Dochters van een nieuwe tijd.



Hoe zou het komen dat we hier in de regio - als er nog dialect gesproken wordt - de populaire kranten 't Nuusblad en 't Leste Nuus noemen en dat de would-be kwaliteitskranten nooit De Stonjerd of de Marget genoemd worden?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

09-07-2021 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • bus 13 (Vic)
        op 18 juli 2024 - Kanne - Visé (GR5)
  • Bus 13 (Etienne Tas)
        op 18 juli 2024 - Kanne - Visé (GR5)
  • Lijnen 712/714 (Etienne Tas)
        op 17 augustus 2023 Herne - Bever (Voettocht in Pajottenland)
  • Inhoud blog
  • Veldegem - Gits (Via Brugensis)
  • 8 oktober 2024 - Sint-Joris-Weert - Tervuren (GR Dijleland)
  • 19 september 2024 - Marneffe - Warnant-Dreye (GR412)
  • 30 augustus 2024 - Grobbendonk - Herentals - Vorselaar - Grobbendonk
  • 26 augustus 2024 Sart-lez-Spa - Spa GR573

    Archief per maand
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!