T E N N I S I N I T I AT I E
1. BEGINSTAND.
1. Twee voeten achter de baseline.
2. Benen uit mekaar.
3. Knieën gebogen.
4. Bovenlichaam helt naar voor.
5. Het lichaamsgewicht rust op de voorvoeten.
6. Armen gebogen.
7. Rechterhand houdt het racket vast.
8. Linkerhand ondersteunt.
9. Houdt uw ogen gericht op de bal.
l0. Backhandgreep.
2. FOREHANDGREEP.
1. Racket in de linkerhand met de steel vastpakken, besnaring is loodrecht op de grond.
2. Vlak van de rechterhand op de besnaring houden.
3. Beide armen zijn lichtjes gebogen.
4. De rechterhand strijkt naar het begin van de steel.
5. De vingers sluiten zich om de steel, de duim raakt de middelvinger, middelvinger en
wijsvinger hebben geen contact, wijsvinger is gekromd.
6. Racket en onderarm vormen een hoek van 120°.
3. FOREHANDSLAG.
Voorbereiding.
Het racket met gebogen arm naar achter brengen, de linkerhand helpt. Racket niet boven de schouder en loodrecht op de grond. Het lichaamsgewicht wordt door het rechterbeen gedragen.
Slag.
1. Linkervoet naar voor, het gewicht op het linkerbeen brengen.
2. Het racket komt naar voor.
3. DOOR DE KNIEËN BUIGEN.
4. De bal 10 tot 15 cm voor de rechter schouder raken.
5. HET RACKET NU STEVIG OMKLEMMEN. (de pols blokkeren!!!!!)
6. Racket ver genoeg evenwijdig met het net VOORUIT bewegen.
7. De arm mag lichtjes gebogen zijn.
Begeleiding.
1. Op het einde van de beweging is de arm gestrekt.
2. De schouders zijn evenwijdig met het net.
3. Het racket tot minstens voor het linkeroog bewegen, snaren zijn niet zichtbaar.(mag verder tot boven de andere schouder)
4. BACKHANDGREEP.
Het racket wordt met de linkerhand aan de hals van de steel vastgehouden. De rechterhand wordt nu zover naar links om de racketgreep gedraaid, zodat het racket en de onderarm (van bovenaf gezien) een rechte lijn vormen.
5. BACKHANDSLAG.
Voorbereiding.
De schouders draaien verder dan loodrecht op het net is aangeraden. De rechtervoorarm is tegen de maag geplakt. De linkerhand trekt het racket achteruit. Een lichte draaiing van de rechterhand van buiten naar binnen is toegelaten. Het lichaamsgewicht wordt door het linkerbeen gedragen.
Slag.
1. De rechtervoet komt naar voor.
2. Het gewicht op het rechterbeen brengen.
3. DOOR DE KNIEËN BUIGEN.
4. De bal raken lichtjes voor de rechterschouder.
5. Op het ogenblik van het treffen is de arm gestrekt en is de steel van het racket STEVIG GEKLEMD.
Begeleiding.
1. De schouders blijven loodrecht t.o.v. het net.
2. Op het einde van de beweging is de arm gestrekt.
3. De besnaring van het racket is minstens ter hoogte van het hoofd in een vlak dat loodrecht op het net staat. Een lichte draaiing van binnen naar buiten is toegelaten.
TE ONTHOUDEN BIJ ELKE SLAG.
KLEMMEN-BUIGEN- ZWAAIEN
Zwaaien = achter, onder, vooruit, boven
N.B. Fysiek, techniek, concentratie en motivatie bepalen UW tennispeil.
|