4
In het eenzame hart van geluk, dat mijn hart is geworden, Wat een goddelijke vrede in deze dag,
En wat een opperste volheid!
O de aanbiddelijke lach van de liefde Van alles wat mij omringt! Rond mijn geluk in bloei Zoemt een eeuwige bij...
Het sluit zich zachtjes en wordt tot rust gebracht, Mijn gelukkige ziel; De roos die zong zweeg
***Liefs Myriam*** .
|