Vogelzangse perikelen (juli, augustus en september 2007):
Eindelijk ben ik er weer, na in augustus enorm gesukkeld te hebben met mijn computer (crash à panikeren, mijn haar uittrekken, zot worden, eerst alles kwijt en na dagen, weken zoeken, alles terug), van pure alternatie en tien jaar ouder, dan maar een week verlof gaan nemen in Frankrijk. Maar een ongeluk komt nooit alleen hé, want tot overmaat van ramp was daarna Kathleen voor twee weken gesloten ..Tweeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee weeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeken.
Ons madam (Kathleen) was er tezamen met ons reserve madam (Anneke) van onder getrokken naar Turkije voor een uitgebreide vakantie, alle zon hadden ze hierbij van hier meegenomen naar ginder zodat wij hier twee weken in de regen hebben gezeten. Kun je je dat voorstellen, een volle drie weken heb ik mijn stek aan den dis moeten missen. Een volle drie weken heb ik niet in de decolleté van Kathleen en Anneke kunnen kijken én bovenal, .drie weken géééén heerlijk bier met liefde getapt, in de ogen lonkend, voor mijn neus gezet gekregen .
Dit gezegd zijnde, zit ik zo eens na te denken wat er de voorbije drie maand allemaal gebeurd is in de Vogelzang.
Ondertussen is Kathleen haar voet terug in orde, ze kan weer met stappen van twee meter door het café flaneren, maar ze heeft weer last van haar rug, zo direct na een verlof is dat toch efkens verdacht hé, de habitués zijn er stillekes van overtuigd dat ze zich in Turkije weeral eens volledig laten gaan heeft hé, ze heeft daar zeker de bloemekes zwaar buitengezet en die kleine Turkskens eens de flamenco leren dansen met haar heupen en borsten zwierend tezamen met Anneke .mijn fantasie slaat weer op hol zie.
Het hondje van L (zie vorige vogelzanger) is ondertussen geopereerd én tot verwondering van sommigen, volledig hersteld.
Luc heeft het verschot van zijn leven opgedaan, dat ging zo:
Gedreven door een razende honger is Luc op zoek naar iets om te eten, iets waar hij niet teveel werk aan heeft zo en plots ziet hij daar een doos staan mét de lekkerste gerechten op getekend hij had het gevonden hé, een pasklare maaltijd, hij neemt dat pak .doet de deur van de microgolf open legt die doos daarin deur dicht, op maximum, drie minuten en wachten er kwam daar toch een beetje rook uit ja, dat zal dan al klaar zijn hé, hij haalt dat pak uit, opent dat, en wat ziet hij .kolen, rokende kolen in de plaats van heerlijk eten hij had toch wel een instant barbecue willen opeten zekers, van t verschot heeft hij dan maar een been van den hond opgegeten.
Die vervloekte barkruk staat hier ook nog altijd. Je moet weten dat al de barkrukken in het café mét leuning zijn hé uitgenomen één die heeft géén leuning, met het gevolg dat er daar geen mens wil opzitten hé. Je moet je eens inbeelden je zit op jou kruk gezapig de ene na de andere pint te drinken, ze smaken, je voelt je goed en van pure gelukzaligheid leun je heerlijk achteruit diep in de ogen kijkend van Kathleen ogenblikkelijk een verdieping lager, je mag het niet dromen dat je dát overkomt hé dus wij (de habitués) zitten niét op die kruk, met het gevolg dat tegen s avonds die kruk zeker tien keer de ronde van het café heeft gedaan onder de ogen van een gniffelende Kathleen.
Er is ook iets ernstigs gebeurd in de Vogelzang, enfin het kon ernstiger geweest zijn. In het café wordt regelmatig aan nagelen gedaan, voor de mensen die dat niet kennen, dat is een grote boomstam die in het café staat, de spelers moeten daar een grote nagel inkloppen met een klauwhamer, het komt erop neer dat je niét de eerste mag zijn die de nagel er volledig inklopt maar ook niet de laatste.
En ja R. ging ook eens mee doen hé, R. is een grote flamboyante man, een man van de wereld zoals ze zeggen hé, een die atijd klaar staat voor een grapje. Het spel was spannend, zéér spannend hij moest nog één slag doen zie hij haalt uit, zijn rechterarm omhoog, spieren tot barstens toe gespannen, die gevaarlijke klauwhamer vastgeklemd in zijn hand, hij buigt zijn hoofd vooruit om beter die kop van de nagel te zien (nu komt er een moment van spanning hé ik schrijf niét verder vooraleer je die spanning kunt voelen tot in je blaas, ga nu efkens pissen ok), die hamer komt (zoeft) naar beneden om zwaar die kop van die nagel te raken maar in die baan zit iets anders in de weg ook een kop een andere van vlees met zeer weinig haar op en patat hé niet meer te ontwijken hé met die klauw in de kop hé dienen andere nagel bleef onaangeroerd fier rechtop staan en R was verweesd aan het zoeken waar zijn hamer was, uiteindelijk hebben ze er die hamer terug uitgehaald hé, Kathleen vond het géén zicht den 100 gebeld en weg was R. Al bij al viel het naderhand allemaal nog goed mee, met een draadje of veertien was alles terug dicht en het stond hem nog redelijk goed ook, het was alsof hij terug een beetje haar had . En nu houden wij hem een beetje discreet in de gaten hé ze zeggen niet voor niets hij heeft een klop van den hamer gehad hé.
Allee tot ziens maar weer hé,
Eindelijk ben ik er weer, na in augustus enorm gesukkeld te hebben met mijn computer (crash à panikeren, mijn haar uittrekken, zot worden, eerst alles kwijt en na dagen, weken zoeken, alles terug), van pure alternatie en tien jaar ouder, dan maar een week verlof gaan nemen in Frankrijk. Maar een ongeluk komt nooit alleen hé, want tot overmaat van ramp was daarna Kathleen voor twee weken gesloten ..Tweeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee weeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeken.
Ons madam (Kathleen) was er tezamen met ons reserve madam (Anneke) van onder getrokken naar Turkije voor een uitgebreide vakantie, alle zon hadden ze hierbij van hier meegenomen naar ginder zodat wij hier twee weken in de regen hebben gezeten. Kun je je dat voorstellen, een volle drie weken heb ik mijn stek aan den dis moeten missen. Een volle drie weken heb ik niet in de decolleté van Kathleen en Anneke kunnen kijken én bovenal, .drie weken géééén heerlijk bier met liefde getapt, in de ogen lonkend, voor mijn neus gezet gekregen .
Dit gezegd zijnde, zit ik zo eens na te denken wat er de voorbije drie maand allemaal gebeurd is in de Vogelzang.
Ondertussen is Kathleen haar voet terug in orde, ze kan weer met stappen van twee meter door het café flaneren, maar ze heeft weer last van haar rug, zo direct na een verlof is dat toch efkens verdacht hé, de habitués zijn er stillekes van overtuigd dat ze zich in Turkije weeral eens volledig laten gaan heeft hé, ze heeft daar zeker de bloemekes zwaar buitengezet en die kleine Turkskens eens de flamenco leren dansen met haar heupen en borsten zwierend tezamen met Anneke .mijn fantasie slaat weer op hol zie.
Het hondje van L (zie vorige vogelzanger) is ondertussen geopereerd én tot verwondering van sommigen, volledig hersteld.
Luc heeft het verschot van zijn leven opgedaan, dat ging zo:
Gedreven door een razende honger is Luc op zoek naar iets om te eten, iets waar hij niet teveel werk aan heeft zo en plots ziet hij daar een doos staan mét de lekkerste gerechten op getekend hij had het gevonden hé, een pasklare maaltijd, hij neemt dat pak .doet de deur van de microgolf open legt die doos daarin deur dicht, op maximum, drie minuten en wachten er kwam daar toch een beetje rook uit ja, dat zal dan al klaar zijn hé, hij haalt dat pak uit, opent dat, en wat ziet hij .kolen, rokende kolen in de plaats van heerlijk eten hij had toch wel een instant barbecue willen opeten zekers, van t verschot heeft hij dan maar een been van den hond opgegeten.
Die vervloekte barkruk staat hier ook nog altijd. Je moet weten dat al de barkrukken in het café mét leuning zijn hé uitgenomen één die heeft géén leuning, met het gevolg dat er daar geen mens wil opzitten hé. Je moet je eens inbeelden je zit op jou kruk gezapig de ene na de andere pint te drinken, ze smaken, je voelt je goed en van pure gelukzaligheid leun je heerlijk achteruit diep in de ogen kijkend van Kathleen ogenblikkelijk een verdieping lager, je mag het niet dromen dat je dát overkomt hé dus wij (de habitués) zitten niét op die kruk, met het gevolg dat tegen s avonds die kruk zeker tien keer de ronde van het café heeft gedaan onder de ogen van een gniffelende Kathleen.
Er is ook iets ernstigs gebeurd in de Vogelzang, enfin het kon ernstiger geweest zijn. In het café wordt regelmatig aan nagelen gedaan, voor de mensen die dat niet kennen, dat is een grote boomstam die in het café staat, de spelers moeten daar een grote nagel inkloppen met een klauwhamer, het komt erop neer dat je niét de eerste mag zijn die de nagel er volledig inklopt maar ook niet de laatste.
En ja R. ging ook eens mee doen hé, R. is een grote flamboyante man, een man van de wereld zoals ze zeggen hé, een die atijd klaar staat voor een grapje. Het spel was spannend, zéér spannend hij moest nog één slag doen zie hij haalt uit, zijn rechterarm omhoog, spieren tot barstens toe gespannen, die gevaarlijke klauwhamer vastgeklemd in zijn hand, hij buigt zijn hoofd vooruit om beter die kop van de nagel te zien (nu komt er een moment van spanning hé ik schrijf niét verder vooraleer je die spanning kunt voelen tot in je blaas, ga nu efkens pissen ok), die hamer komt (zoeft) naar beneden om zwaar die kop van die nagel te raken maar in die baan zit iets anders in de weg ook een kop een andere van vlees met zeer weinig haar op en patat hé niet meer te ontwijken hé met die klauw in de kop hé dienen andere nagel bleef onaangeroerd fier rechtop staan en R was verweesd aan het zoeken waar zijn hamer was, uiteindelijk hebben ze er die hamer terug uitgehaald hé, Kathleen vond het géén zicht den 100 gebeld en weg was R. Al bij al viel het naderhand allemaal nog goed mee, met een draadje of veertien was alles terug dicht en het stond hem nog redelijk goed ook, het was alsof hij terug een beetje haar had . En nu houden wij hem een beetje discreet in de gaten hé ze zeggen niet voor niets hij heeft een klop van den hamer gehad hé.
Bij mij en mijn madam is het ongeveer altijd tussen elf en half-twaalf als we gaan slapen, dat is ons uur zoals ze zeggen, soms gaat dat gepaard met een ietwat eigenaardige gewoonte vanwege mijn vrouwtje, én mijnen hond, toch eens het vertellen waard.
Het is toch opmerkelijk van mijnen hond Wolf genaamd, wanneer het rond elf uur s avonds draait, begint hij onrustig naar mij of naar vrouwtje te kijken, je zou zweren dat hij vraagt hebben jullie nu nóg geen vaak?, nu komt het erop aan om niet te bewegen, nietske. Na speurend naar ons gezicht gekeken te hebben, zet hij zich recht en begint vol aandacht naar het tv-scherm te kijken. Ik heb mij al ontelbare keren afgevraagd hoe hij in godsnaam dat uur kan onthouden. Het is hetzelfde wanneer het nieuws gedaan is hé, dan krijgt hij namelijk een koekje van mij, wel ewel, iedere keer, op de seconde na dat de presentator (trice) aankondigd dit is het einde van het nieuws of hij (zij) zegt iets anders geenen vance, dienen hond gaat naar de kast waar de koekjes inzitten en staart héél intens vragend naar mijn gezicht, zonder verpinken, oren rechtop, onbeweeglijk staat hij daar naar mij te staren, ge zoudt van minder de zenuwen krijgen, én dat duurt tot hij zijn koekje heeft hé.
Enfin een beetje later is de film gedaan waarnaar wij zaten te kijken, en zie het is alsof Wolf dat toontje herkende, of hij zag die letterkes van onder naar boven lopen op het tv-scherm, want hij springt blaffend op (wij óók, vant verschot) en staat kwispelstaartend te wachten aan de deur om naar buiten gelaten te worden. Vrouwtje met hond naar buiten om zijn plaske te doen en ik naar de wc om eveneens mijn laatste plasken te gaan doen hé, én daarna is het aan de beurt van vrouwke. In het naar boven gaan naar de slaapkamer hoor ik de microgolfoven aanslaan, ja mijn madam heeft alwéér vergeten om haar avondthee op voorhand te verwarmen zie (ik geloof dat ongeveer alle vrouwen die ik ken moeten thee drinken om naar de koer te gaan ze zijn kennelijk allemaal geconstipeerd). Ik zal mij wééral moeten wakker houden tot die thee afgekoeld en drinkbaar is, want ik mag niét slapen vóóraleer ik een moel gegeven heb hé, ja dáár staat mijn madam op zulle, voor de mensen die niét weten wat een moel is,..ewel dat is een kus op de mond, een tot of totje voor de West-Vlamingen, mijn vrouwtje is namelijk van de kanten van Idegem (Iieeegèm in hun dialect) én tezamen met nog verschillende andere rare woorden en gewoonten was moel of een moelleke(een kleintje, rap gedaan) of een MOEL (tongdraai) wel een van de eerste woorden die ik leerde van haar. Want je moet weten, mijn madam kán niet zonder, te pas en te onpas moet ze nen moel hebben, nu na zevenendertig jaar is dat wel ietsje geminderd, maar toch, vóór ze gaat slapen moet ze er zéker eenen hebben, soms twee als ze den eersten rap vergeten is.
Nu om verder te vertellen, ik lig nog steeds te wachten, luidruchtig geeuwend van de vaak, mét boomstammetjes tussen mijn oogleden om ze toch maar open te kunnen houden ik hoor ze plotseling naar boven komen vragend ben je nog wakker ventje? alsof ze mijn geeuw niet gehoord heeft zeg, zelfs mijn gebuur heeft het gehoord. Ik murmel maar wat want mijn leed is nu nog niet gedaan hoor, nu moet ze zich nog ont-smincken, wassen, tanden poetsen, kleren weghangen, nog nen keer nen toer doen om te zien of alles goed afgesloten is er zou eens een dief haar ventje moeten durven stelen zie
Eindelijk beland ze in het bed , ik leg mijn hand direct op haar bil, want dát is nu iets wat ík niet kan missen zie, die bil, in de zomer leg ik er alleen mijn hand op en in de winter kruip ik er helemaal onder, anders kom ik moeilijk in slaap, én wanneer ik braaf geweest ben legt ze haar rechterborst ook nog op mij.
Ik wil haar nen moel geven maar ze kijkt naar mijn gezicht en ze begint me daar te lachen, te gieren van het lachen, naar mijnen kop wijzend, ik begon al ongerust mijn hoofd te betasten, of alles nog op zijn plaats stond,maar het kwam er met gorten en stoten uit, ik heb namelijk de gewoonte om mijn kussen recht te zetten achter mijn hoofd, nu dat kussen was zeker een beetje teruggevallen (het is er zo een met korrels in) én ik zag er precies Napoleon uit, althans volgens mijn madam. Ik begon me al serieus belachelijk te voelen en met een bedremmeld gezicht wilde ik haar terug dienen moel geven, maar iedere keer dat ze haar lippen wilde uitsteken om hem terug te geven schoot ze in de volgende lachbui, echt de slappe lach kreeg ze. Je moet maar eens proberen hé, je lippen bijeen houden wanneer je moet lachen dat lukt dus echt niét hoor. Ja, nu moet ik er alleen nog op letten dat ik mijn arm niet per ongeluk over haar gezicht leg terwijl ik slaap ik heb dat eens gedaan en patat, ik krijg me daar een béét in mijn arm een béét, ik wipte van t verschot een halve meter de lucht in kwam weer naar beneden op de lattenbodem die anders maar nèt mijn bescheiden gewicht kon dragen, en nu hélemaal niet meer, en beng al die latten eruit, op de vloer, gevolgd door bibi ook op de vloer, daar lag ik op mijnen arm zuigend naar dat plafond starend, mij afvragend wat er eigenlijk allemaal gebeurd was, toen een héél eind boven mij verscheen het slaperige gezicht van mijn madam vragend en wa doe è gij daar benéén? waarop ik verontwaardigd antwoordde mét een iel stemmetje én hèt gíj mij gebéten!!! waarop ze verdacht bedeesd, peinzend, langzaam repliceerde ik was een aant dromen dak én kalkoenebille aan t eten woaren
Dat was nu de tweede maal dat mijn lieftallig vrouwtje mij beet. De eerste maal was in Rudescheim, na ettelijke (zéér veel) flessen rijnwijn waarvan mijn madam er toch een paar teveel van (om bescheiden te blijven) gedronken had, moest ik haar dragen , én op de weg naar onzen fremden zimmer kwam ik die drie fonteinen tegen ( al wie daar nog geweest is kent die wel), én daar het nog een héle klim naar boven was, had ik het lumineuze idéé????? om mijn vrouwtje te verfrissen, een beetje haar hoofdje koel houden hé, door haar kop volledig onder te dompelen in dat ijskoud water maar als een furie vloog dat hoofdje uit dat water ik wilde ze troostend vastpakken maar ze dacht wellicht dat ik een wréédaardig monster was (ze zag niét echt goed meer hé) én ze béét daar in mijn schouder hé écht bijten hoor, een héél stuk vlees eruit hé, ik heb nooit geweten of ze dat stuk werkelijk opgegeten heeft of teruggespogen in dat fontein . Enfin s anderendaags heeft ze die wonde dan maar beschaamd, discreet verzorgd, ik kón daar toch niet mee naar den dokter lopen hé hoe zou ik dát moeten explikeren. Sedertdien ben ik danig beducht van die mond van mijn madam je kunt gaan denken wat ik moet uitstaan als mijn vrouwtje soms andere dingen i haar mond neemt .
Ewel terug naar het heden de buren dachten wisten zeker dat we een beetje zot aan het worden waren.
Uiteindelijk lukte het toch hé en met een tevreden lach, zachtjes knorrend dommelde mijn madam in, .waarschijnlijk van Napoleon dromend en ik van madame de Pompadour
Het was zondag, winter, koude oostenwind, tien uur dertig in de voormiddag toen ik een telefoonoproep kreeg van mijn vrouw dat mijn moeder stervende was. Onderwacht was het niet echt want mijn moeder lag al twee weken op intensieve zorgen met een longontsteking, ze was vijfentachtig jaar oud, op twee weken na, én had reeds een kwart eeuw van ziekte en invaliditeit achter de rug. Toch komt het nog als een donderslag bij heldere hemel wanneer je dat nieuws verneemt, slecht nieuws over de enige vrouw ter wereld die je onvoorwaardelijk graag ziet, graag gezien hebt én altijd graag zult blijven zien je moeder.
Thuis gekomen zijn mijn vrouw en ik dan direct naar de kliniek gereden, de intensieve zorgen binnen, wij wisten ondertussen reeds goed waar ze lag want het was reeds een tweetal weken een dagelijkse ongeruste treurgang naar dat bed in de tevergeefse zwakke hoop op een sprankeltje beterschap. Nú was er dus géén hoop meer niets niemendal, aan haar bed gekomen zagen we dat moeder niet meer bij bewustzijn was, op de monitor was te zien dat de hartslag rond de vijftig was, ademhaling achttien, bloeddruk tien de vriendelijke en bezorgde verpleegster zei dat de hartslag onder de dertig gezakt geweest was én daarom was de familie verwittigd. En dan was het wachten, wachten op de dood, onmachtig om ook maar iets te doen, helder te denken, alleen luisteren naar die moeizame ademhaling, kijkend, starend bijna, naar die monitor die de levensfuncties van ma op een overduidelijke hartvochtige manier bleef registreren, nu en dan een of ander alarm slaand waarbij ons hart zowaar een klop oversloeg. Moeder die haar laatste gevecht leverde, een gevecht zonder winstkans deze keer, want ze had er reeds zeer vele overwonnen, een gevecht die nog uren duurde ze vocht en vocht tot aan het einde met een vastberadenheid die haar zo kenmerkte én waarmee ze vroeger vrienden én familie hielp. Maar onverbiddelijk kwam dat einde dichter en dichter, je kon het horen aan de onregelmatige ademhaling waarbij ze soms tot een halve minuut lang niét meer ademde, de onregelmatige hartslag die tot juist boven de twintig was gezakt, de bloeddruk die onder de tien was gekomen én eveneens door de vriendelijke verpleegster die steeds maar in de beurt bleef en óns vroeg of het nog wel ging steeds maar al die verrekte alarmen uitschakelde. Tot ze plots zei, hoe ze het wist is en blijft mij een raadsel, kijk dit is haar laatste ademhaling, en nog één keer zagen we haar inademen, haar hart klopte nog een keer en .nog een keer nog één keer, en gedaan, het was voorbij, fini, mijn moeder had mij voor het eerst in haar leven in de steek gelaten, maar ze kon er écht niets aan doen.
Even vóór ze stierf wist ik dat Remi (haar broer) bij haar was, eveneens Pa (haar eerste man) met twinkelende oogjes, Monique (haar eerste kind), Charles (haar jongste broer), Georges (haar tweede broer), metje en Kamiel (haar moeder en vader), Geert (haar kleinkind), en in de verte zag ik als door een mist nog een heleboel mensen staan die haar zouden begeleiden en verwelkomen in die nieuwe betere wereld waar ma nu naartoe zou gaan.
En dan begint het hé, ik kan jullie garanderen, je voelt je verloren, ontheemd, in de steek gelaten, oneindig bedroefd, je wilt alleen zijn én toch weer niet, alleen het besef dat je nog steeds omringd bent door liefhebbende mensen zijn als balsem op die diepe hartwonde .
Een zoon die zoals reeds zoveel zoons zijn moeder verloren is.
Een twaalftal jaren geleden had ik een prachtige Duitse herdershond, Luc genaamd. Een prachtbeest was het, uitermate goed getraind, stil en waakzaam wanneer dat nodig was, nooit moest ik een bevel tweemaal herhalen, hij kon zelfs soms mijn gedachten lezen geloof ik, toen ik eens met hem op kroegentocht ging in Brugge, vond ik mijn auto niet meer terug (hoe zou dat gekomen zijn?), het regende dat het goot, maar mijn vriend heeft mij rustig terug naar mijn auto gebracht. Het was reeds mijn tweede Duitse herder na een Mechelse herder en een grote dobberman. Maar jammer genoeg en tot mijn groot verdriet kreeg hij, op tien jaar, een ziekte in de ruggengraat en werd onherstelbaar verlamd op de achtersteledematen, ik heb dan mijn beste vriend moeten laten inslapen.
Een tweetal jaar ben ik dan zonder hond geweest, mijn hart bloedde iedere keer dat ik een herdershond zag. Maar op een dag kreeg ik een telefoontje van Dimitri (de zoon van mijn schoonzuster) die voor veearts studeerde in de universiteit te Gent, met de vraag of ik geen Duitse herder wilde die in de universiteit geboren was, mijn hart sprong op van blijdschap, en na een voorzichtige vraag of er niet geëxperimenteerd was op dat hondejong ben ik hem gaan halen.
Je moest dat gezien hebben, bijna volledig zwart en zo dik als hij lang was stond hij waggelend op zijn poten mij aan te staren en ik hem, we waren toen reeds elkaar aan het peilen en ik wist meteen dat dit geene gewonen was.
Wolf was in mijn leven gekomen, en ik zou het geweten hebben, het begon al meteen toen ik hem oppakte, van zodra hij tegen mijn nieuw hemd kwam piste hij, en piste hij, waar hij het allemaal vandaan haalde weet ik niet maar hij had er verdomme deugd van want hij knorde erbij en ik denk zelfs dat hij lachte.
Na enkele weken begon ik vol enthousiasme aan het leren van enkele basishoudingen bij Wolf, zoals zitten,liggen en rechtstaan op commando, en dat ging goed, uitstekend zelfs, alleen hij blééf het niet doen, ik zag namelijk dat hij het begreep want hij dééd het direct voor enkele seconden, mijn vorige hond kon ik uren laten ter plaatse zitten,liggen of staan, maar den dezen enkele seconden, en ik mocht kwaad zijn, roepen, dreigen niets hielp en niets heeft ooit geholpen nu na tien jaar nog niet. Ik kan erg koppig zijn en maanden, ja jaren heb ik het volgehouden om hem van alles te leren, en hij kon het allemaal direct, alleen niet voor lang hé. Hij is namelijk hyperkinetisch denk ik, waar ik ook ga, hij loopt achter mij of mijn vrouw en het liefst met zijn voorpoten zo dicht achter mij dat hij met zijn nagels de pantoffels of de schoenen aftrapt, wanneer wij ons dan kwaad met een ruk omdraaien, ligt hij plat op zijn buik met een blik in zijn ogen naar boven te kijken, ge zoudt hem de hostie geven zonder biechten.
Toen hij een zevental maanden oud was begon hij zich plots hevig te krabben, wij daarmee naar de veearts, en ja, hij had het schurft, wij kregen daar een speciaal mengsel mee, zéér straf spul zij de veearts en wij moesten hem daar iedere dag mee inwrijven, afspoelen en daarna wassen met een speciale (dure) shampoo.
Maar dat is niet zo evident om een dergelijke hond (een herder van zevenmaanden is al redelijk groot hoor) in een waskuip, tegen zijn zin, met een bijtend product te wassen hoor, het was een gevecht in de regel met twee volwassenen tegen Wolf. Het kwam er hierop neer dat mijn vrouw en ik zeker nooit geen schurft meer zullen krijgen, want wij waren er zelf evenveel mee ingesmeerd dan Wolf en dan die shampoo en dat afspoelen, zuipnat waren wij. Dat zou nog het ergste niet geweest zijn maar dat spul stonk uuuren in de wind. Wanneer mijn vrouw in de Kieskeur rondliep was ze steeds alleen, iedereen deed een boogje rond haar heen met een opgetrokken neus. Enfin na enkele weken was het over, tot ieders tevredenheid.
Wandelen doet Wolf ook graag en ik ook, reeds bij de eerste stap buiten de deur loopt hij op mijn commando dicht perfect naast mijn rechterbeen, maar bij de tweede stap is hij reeds een halve lengte voor en bij de derde een hele lengte, een harde ruk aan de halsband en hij begint van vooraf aan, steeds maar weer, tot mijn arm een halve meter langer geworden is en er bijna afvalt. Eenmaal in het bos is hij niet meer te houden, dan laat ik hem willens nillens los en weg is hij, in vliegende vaart verdwijnt hij tussen de struiken, alles omver lopend waar hij komt. Op mijn roep hier komt hij dan van een honderd meter verder afgestormd met zijn veertig kilogram, recht op mij, ik heb dan twee keuzes, ofwel blijf ik staan (éénmaal geprobeerd) en wordt ik vierkant omver gelopen, ofwel kan ik op tijd wegspringen. In de Ardennen heeft mij dat eens een gebroken kuitbeen gekost.
Mijn zoon Jurgen ging er ook eens mee wandelen, putje winter, de rivierbeek was overstroomd, dus Wolf direct in dat water gaan plenzen en Jurgen, van een afstandje, hield hem in de gaten, maar plots ging het mis, want doordat de rivier overstroomd was kon je het diepe water niet meer zien, en natuurlijk, wat denk je, sukkelde Wolf in het diepe water en werd meegesleurd door de sterke stroming. Jurgen niet geaarzeld, springt met kleren, GSM, portefuille en veel courage in dat water om Wolf te redden van de verdrinkingsdood, met zijn halsband kon hij Wolf nog aan de kant trekken en kletsnat stonden ze daar te bibberen van de kou. Nu in de veronderstelling dat Wolf zijn bekomst had wou Jurgen zo rap mogelijk naar huis vooraleer hij een longontsteking opliep, maar enkele meters verder duikt Wolf toch wel weer in de rivier zeker, hij vond het duidelijk zéér prettig, Jurgen is er niet meer achtergesprongen en den hond is er vanzelf weer uitgezwommen, het plezier was er kennelijk af voor hem.
Ik hoop nog steeds dat hij met ouder te worden een beetje kalmer zal worden maar hij is nu tien jaar en ik merk er nog steeds niets van. Wanneer ik naar de TV kijk, kijkt hij mee, starend naar dat scherm, zonder verpinken en wanneer er dan een hond of een kat op het scherm verschijnt dan vliegt hij naar de TV, maar ja, tegen dat hij aan dat scherm is, is dat beest meestal ook al verdwenen en dan komt hij van pure frustratie in mijn voeten bijten.
Ik heb in mijn leven nog nooit zo een ongehoorzame, ongedisciplineerde, superactieve smeerlap van een hond gehad maar hij kan toch zo lief zijn, wanneer hij met beide voorpoten op mijn schouders staat en met zijn bruine ondeugende blinkers in mijn ogen kijkt en een likje geeft, smelt mijn hart en is alle ellende vergeten, want ik hou enorm veel van dat beest ondanks alles.
Twee piccolos, twee meergraantjes en een grote witte gallette.
Dat is de standaardzin van iedere zaterdagochtend. Sinds we, mijn madam en ik, reeds jaren terug, beslist hebben om ieder om beurt de zaterdagochtend onze verse broodjes te halen is deze zin nog nooit veranderd, het is voor ons een zalig moment om smorgensvroeg onze broodjes te eten. Er achter gaan daarentegenis niet altijd zo zalig, tis vroeg, tis koud, tsneeuwt, tregent of tis veel wind, alleen in de zomer kan het aangenaam zijn om van in je bed de auto in te stappen op zoek naar brood. Daarom hebben wij een toerbeurt ingeschakeld, anders was het altijd bibi, den dezen hier, die mocht vertrekken.
Wanneer het mijn toer is profiteer ik er altijd van om eerst naar de bank ernaast te gaan om mijn financiële voorzieningen op peil te houden, ik moet nu en dan mijn pintjes kunnen betalen hé, dus vertrek ik altijd ietsje vóór zeven uur, en steevast staan er daar voor de bakker reeds een viertal oude menskens in rij te wachten, enfin oude menskens, ze zijn misschien tien jaar ouder dan ik, het zijn drie mannen en een vrouwke, allemaal op hun horloge kijkend, die allemaal verschillend staan, en commentaar gevend op het horloge van de bakker ,want die loopt steeds vóór of achter. Steeds zijn het dezelfde mensen en ik denk altijd, wanneer ik dan van de bank kom, moesten ze nu 10 minuutjes later vertrekken van thuis zouden ze even rap hun brood hebben en zouden ze hier niet in de koude, de regen, de sneeuw en de wind moeten buiten staan trappelen. Na nog enkele minuutjes, klokslag zeven uur, gaan de luiken omhoog, dat is het sein om de rij te vormen, de eerste gaat dan vlak voor de deur gaan staan gevolgd door nummer twee, drie en vier, het is duidelijk dat er geen één zal voorbij steken hé, die vier vertrouwen elkaar na al die jaren nog steeds voor geen haar heb ik de indruk, het is altijd fascinerend om ze bezig te zien. Het is eveneens een zalig moment om smorgens die bakkerij binnen te komen, de sfeer, de reuk en de warmte, het zicht op al dat lekkers, het is bijna een sacraal moment. De bakkerin kent duidelijk haar pappenheimers want ze verwelkomt ze ieder met de voornaam, een gezellig gesprek komt op gang, zo van:
Ha, Julien, en oe goat nu mè joen? Is je galle weer in ordre?
En oe ist mè joen,jullienne? Zien de kozientjes alwéére opgekommen dè? Kzient an joen gank;
Of Awèl, Gérard, je ziet den derden vandaage, hèt je laten kloppen hé
Waarop dan een héééééle uitleg volgt, en de bestellingen worden gelukkig eveneens doorgegeven bestellingen, ge moogd gerust zijn, elk van de vier brengen waarschijnlijk voor hun ganse straat broodjes mee, met drie à vier zakken verlaten ze stuk voor stuk de bakkerij, ik vrees er een beetje voor dat dit het enige vriendelijk gesprek is dat ze hebben de gehele dag, ze doen dat voor het beetje interesse en drinkgeld denk ik. Uiteindelijk, na een half uur, is het aan mij, ondertussen staat er achter mij eveneens een lange rij te wachten. Geladen met mijn twee piccolos, twee meergraantjes en de witte galette, spring ik terug in de wagen en vandaag moet ik nog naar de tweede bakkerij, een honderd meter verder, voor mijn madam, want zij moet een klein volkorenbroodje hebben, en dat mag van geen enkele andere bakker komen, al die andere bakkers kennen daar niets van volgens mijn vrouwtje, enfin eigenaardig dat het steeds tijdens mijn beurt is dat ze zonder valt, want daar staan ze ook al tot buiten aan te schuiven. Ge houdt het niet voor mogelijk hé, wanneer ik aan de mensen vraag hoe lang ze slapen, hoor ik ze steeds ha, tot acht, negen, sommigen tien uur antwoorden, ik voel me dan met mijn opstaan van zes uur een beetje abnormaal, maar wat doen al die mensen van smorgens zeven uur al aan die bakkerijen dan. OK, ik sta dan maar weer te wachten hé, in deze bakkerij is het ietwat stiller, vriendelijk lachend bestellen de twee vrouwen vlug hun klanten, alles gaat heel efficiënt te werk en een paar minuten nadien ben ik terug op weg naar huis. Thuis gekomen heeft mijn madam reeds plaatsgenomen aan tafel met een pot heerlijk geurende koffie die ik in een rush nog gemaakt heb vóór ik vertrok, ik geef die zakjes brood aan haar, schenk koffie in voor mezelf en .nú is eindelijk het moment aangebroken zie mijn vrouwtje neemt de twee piccolos uit de zak, snijdt ze door, doet boter op, legt er een sneetje jonge kaas op, legt de twee helften op elkaar (ondertussen loopt het speeksel met liters in mijn mond) en met een liefdevolle blik legt ze de beide broodjes voor mij, de geur van vers gebakken brood verspreid zich in de keuken .Dát hé, mensen, dát is het hé, tezamen eten we dan die broodjes op, genietend tot in de toppekes van mijn tenen, en dan voel ik mij gelukkig, zalig, geborgen, knus, plus nog een tiental andere euforische gevoelens. Ik versta op dat moment van géén kanten hoe sommige mensen hun pap kunnen koelen met koude cornflakes of zelfs van helemaal niets. En het bewijst nóg maar eens, dat er niet veel nodig is om je goed in je vel te voelen, je moet het alleen wíllen voelen, en het geluk niet te ver gaan zoeken, juist tot aan de bakker om de hoek.
t Huis gekomen van de kliniek voelde ik mij ongeveer zoals moeder Theresa, ik zou dat hier allemaal eens even fixen zie. Zorgzaam mijn vrouwtje uit de auto geholpen en naar binnen, die trap was al een eerste obstakel, dat zijn zo van die dingen waar ge anders niet bij stilstaat hé, dus nadat mijn madam eerst geprobeerd had op haar poepe trede voor trede die trap op te sukkelen (zeg nu zelf, dat was géén gezicht hé), wat ongeveer een half uur duurde voor één verdiep, heb ik daar direkt een studie van gemaakt en na eerst mijn been met honderd meter rekkerverband omwikkeld te hebben zodat ik die ook niet meer kon plooien, had ik het na oefenen met die krukken gevonden, eerst goed been een trap nemen en daarna het slechte been erbij voegen gesteund met de kruk en zo verder, dat duurde maar vijf minuten meer. Gelukzalig démonstreerde ik dat voor mijn madam en zo werd dat eerste obstakel overwonnen. Mijn vrouwtje in de zetel geparkeerd met been ondersteund door een kussentje, in de rug een kussentje, de TV aan, een koffietje gezet én haar gebracht, ge moest ze zien zitten, een koningin gelijk, ik was trots op haar want droeg haar kruis met een waardigheid waar veel mannen een tut kunnen aan zuigen. En ze voelde zich een koningin, want na nog een appelsientje, een yogourtje, een appeltje, kussentje opschudden, een Vitalineaatje, kussentje heropschudden, een glas water, een boterhammeke met gelei, kussentje nog maar eens opschudden, was ik reeds de uitputting nabij en was de status van verpleegster voor mij naar hoge regionen gestegen. Enfin de avond is voorbij gevlogen en zoals ze bij ons zeggen tendend alle stroaten ben ik tezamen met het vrouwtje naar bed gegaan, en daar wachtte mij een enorme ontgoocheling, ik ben namelijk reeds tientallen jaren gewoon om in te slapen met de rechterbil van mijn vrouw op mij, die hou ik dan vast alsof mijn leven ervan af hangt. Andere mannen pakken een borst vast of andere dingen in lagere regionen, maar ik moet een bil hebben, ik kan anders niet in slaap vallen en dat gaat nu niet, dat been zit in een soort schelp én dik in verband, dus zuchtend lig ik daar te draaien en te keren maar niét slapen, troostend legt mijn vrouw één borst over mij, daarna nog een, en nu gaat het, en spoedig lig ik te dromen over de mooiste berglandschappen.
sAnderendaags vroeg opgestaan en koffie gezet tegen dat mijn madam opstond, en ik rustig aan het lezen in mijn boek, het is mooi weer buiten, en ik zag het helemaal zitten.
Opeens hoor ik roepen ventje!! , ja mijn vrouwtje is wakker en staat reeds aan de trap te wachten, want mijn systeem werkt alléén wanneer je de trap opgaat, je moet omgekeerd werken bij afdaling, uiteindelijk lukte ons dat en was mijn vrouwtje geplaceerd in de keuken met een tasje koffie, een glaasje water met een pilleke ontstekingswerend, een pilleke tegen de pijn en uiteindelijk twee volkorensneetjes in de broodrooster met gelei op, is ze tevreden, niet helemaal geloof ik want die schelp om haar been was gezakt, hij hangt ondertussen ongeveer een halve meter onder haar voet, dus dat er weer af én stevig er weer aan, ok, ik begon reeds verlangend naar mijn boek te kijken. Alleen ventje je moet nog de afwas doen hé , ik terug recht, mijn ondertussen nutteloos boek toe en naar de afwasbak. De bak laten vollopen met warm water, ondertussen in de kast daaronder zoeken naar een afwasproduct, maar dat staat daar vol met flessen in alle kleuren en vormen, ik had daar vroeger altijd voorzichtig, onschuldig, naast gekeken. Maar nu moet ik wel, ik neem de eerste de beste fles in mijn handen, het zal wel allemaal schuimen hé, en doe een flinke scheut in het water; maar direct vraagt mijn vrouw snuffelend als mijn hond wat hebt ge daar ingedaan?, ik kijk rap op die fles Antical met azijn zeg ik schuchter (ik denk dat ik iets verkeerd gedaan heb).
Maar ventje toch, dat is voor de badkamer
verwezen kijk ik terug naar die mierennest van flessen en wat moet ik dan nemen?
Per natuurlijk
Ja, Per natuurlijk, hoe kan ik dat nu weten hé er staan daar tientallen flessen, én er staan er nog in de garage,
tis toch simpel zegt ze, kijk: ( dit schrijf ik alleen voor de mannen die in dezelfde omstandigheden verzeild geraken, je wéét nooit het kan helpen )
Mister propre, om de keukenkasten te doen (en ik die dacht dat dat manneke dat zelf deed).
Sa va seul (daar heb je wéér zo een naam, alsof het vanzelf gebeurd)is een vernieuwer voor de andere kasten.
Pledge ook voor de kasten maar alleen te gebruiken na die Sa va seul.
Glorix voor de WC.
Antical voor de badkamer.
Carolin met Marseillezeep voor de vloer.
Maar nu komt het moeilijkste de wasmachien:
Dash voor de was (witte was op 90°; bonte was op 60°)
Dreft voor wol (30°)en schoonder tuig
Lenor antikreuk voor nog schoonder tuig
Persil black voor zwarte kleding
Vanisch voor op vlekken te doen
AC délikaat voor nog andere vlekken
Blanc voor de gordijnen.
Kun je nog méé , ik heb er waarschijnlijk nog vergeten, onthoud dat nu eens hé, ik denk dat er in de genen van de vrouwen een wasproduct zit.
Nu, na al die uitleg kon ik aan de slag hé, en draaien maar, van beneden naar boven, van rechts naar links, vooruit en achteruit enfin, doodmoe viel ik s avonds in slaap zelfs zonder die bil. Ik begon moeder Théresa te verwensen en begon reeds mezelf te zien als een oudbakken Jeanne Dark (met een roestig harnas aan en inplaats van een zwaard een vaagborstel).
De maandag kwam de dokter om die knie te bekijken, én dat zag er goed uit, uitstekend zelfs, die schelp mocht er af én de dokter zei (tot mijn onuitsprekelijke genoegen) dat ze er reeds lichtjes mocht op steunen. Wat een opluchting, ik verborg wijselijk mijn euforische gevoelens want dat zou kwalijk genomen kunnen worden.
s Avonds is mijn madam haar laten wegen bij de slanklijners én geloof het of niet maar er was daar 600 gr. af, dat moet nogal een meniscus geweest zijn hé, en de dokter had er hem nog maar voor de helft uitgehaald.
En zodoende récupereerde mijn vrouwtje, mede onder mijn enthousiaste toespelingen over haar prestaties, en kan ze nu terug het heft in eigen handen nemen.
Dus, heren, wanneer je een vrouw eens in een zetel zie zitten, denk dan niet dat ze het gemakkelijk heeft hoor, want dan heeft ze waarschijnlijk reeds het driedubbele van het werk gepresteerd dan een van ons. Hoe ze het allemaal voor elkaar krijgen is mij een raadsel, bij deze dank ik mijn vrouwtje voor haar goede zorgen die ze mij nu weer geeft.
Enkele weken terug had mijn vrouw reeds last van een pijnlijke knie, dat kwam op en dat ging dan voor onbepaalde tijd terug weg. Maar na een dagje stappen in Brugge en een nachtje serieus doorzakken met dans en plezier waarbij vermoeidheid van geeen kanten een rol speelde, was die knie danig over zijn toeren dat die pijn niet meer weg ging. Er stond niets anders meer op dan naar de dokter gaan hé, met resultaat dat de dokter met al zijn wijsheid bevestigde dat die lieve, mooie knie van mijn madam een voetbalknie geworden was die dringend moest geopereerd worden.
En zo gezegd zo gedaan hé, die dokter had er maar een kwartje uur werk aan en met de raadgeving van ge moogd er één week niet op staan en drie weken niet werken en binnen vijf weken moet ik je terug zien en het is zoveel ; mocht mijn madam beschikken. Voor hem was de kous af .maar voor mij niet, het begon pas zelfs hier mijn wedervaardigheden.
Ik savonds terug achter mijn vrouwtje naar die dagkliniek, toch enigszins ongerust want je hoort van alles vertellen hé, ze kunnen een been afzetten wanneer je alleen voor een zere teen komt, of ze behandelen het verkeerde been enfin daar toegekomen zag het er op het eerste gezicht goed uit, en uiteindelijk na een grondige inspectie van mijn madam haar ledematen op het tweede gezicht ook. Maar ja op dat vijfde verdiep hadden ze géén rolstoel, terug naar beneden aan de ingang, had de verpleegster vriendelijk gezegd, ze had er wel niet bijgezegd dat ge daar ook moest geld insteken, en ik met een briefje van twintig euro aan de helft van die kliniek gaan vragen of ze konden wisselen, uiteindelijk lukte dat, en nu rap naar die rolstoelen, maar het was weer vandatte hé, ik kwam daar juist op een ogenblik aan dat de helft van het vijfde verdiep eveneens een rolstoel gehaald had, met als resultaat géén rolstoel, wel een verloren winkelkarretje van den Aldi (hoe kwam dat hier verdomme), ik was reeds aan het bekijken hoe ik mijn vrouwtje op een deftige manier in dat karretje zou krijgen, toen plots van buiten een madammeke binnen gereden kwam met ja een lege rolstoel, ik met een brede smile op mijn gezicht naar dat mens met mijn euro in mijn handen, die euro in haar handen gestopt en weg was ik, mèt kar, zo fier als een gieter. Het was er een van voor den oorlog geloof ik. Terug naar het vijfde, mijn vrouwtje daar zachtjes ingezet, maar dat been mocht niet plooien en ik vond eerst niets aan die verdomde stoel waar ze haar been kon opleggen. Uiteindelijk lag ik op mijn rug onder die stoel én vond ik daar een systeem onder om naar voor te schuiven. Ok nu zo rap mogelijk weg. Maar hebt ge al eens iemand rondgereden waarvan dat been recht vooruit ligt? Het is alsof die voet een kilometer voor u ligt, eerst en vooral moet ge zien dat ge nergens tegen stoot, dat zou maar al te pijnlijk zijn, bij iedere draai zwiert dat been overal naartoe waar het niet moet, ik geraak ,reeds met het zweet op mijn gezicht, aan de lift, op dat knoppeke geduwd en wachten maar, argwanend loerend naar nog twee rolstoelgebruikers die gevaarlijk dicht bij mij staan, ik verdenk ze ervan dat ze mij willen voorbijsteken want er kan er maar één tegelijk in die lift. Pfoeitt, de lift gaat open, ik vlieg daarin maar moet plots enorm remmen want die voet zit daar weer een kilometer voor mij uit reeds tegen de achterkant van de kooi, de achterkant van mijn vrouwtje zit er ook in, maar mijn voorkant geraakt er niet meer bij en mijn achterkant uiteraard ook niet hé. Dan maar zijwaarts ertussen gewrongen, mijn buik eerst op mijn madam haar hoofd geplooid en ja, zo ging het maar net. Nu sta ik toch wel geprest met mijn achterkant tegen die knop zeker om naar beneden te kunnen, op de tast mijn hand achter mijn rug, al die knopkes ingedrukt, ondertussen waren al al de knoppekes van mijn vest eraf gesprongen, en we waren weg, eerst naar boven dan een verdiep lager, nog een verdiep, nog twee verdiepen en uiteindelijk beneden. Nu rap mijzelf uit die lift geperst vooraleer hij terug aan een estafettetocht begon, mijn vrouw niet vergeten, en naar buiten hé. Maar dat is ook niet simpel, er staat daar namelijk een gigantische draaideur te draaien, ik bekijk mezelf en ik bekijk mijn geladen rolstoel met dat been recht vooruit, hoe moet ik dat in godsnaam arrangeren? Dat zal een kamikazetocht worden denk ik. Ik duw mijn vrouw daar alleen in en ik zal in het volgende compartiment stappen hé, we zijn aan het ronddraaien en aan het ronddraaien, ik kan er niet meer bij. Dus ik er buiten uitgesprongen en wachten tot mijn vrouw nog een toertje gedaan heeft en dan met de voet eruit getrokken, allemaal in een uitzonderlijk hoog tempo anders was die voet alsnog geamputeerd. Nu de auto in en naar huis waar het vervolg van mijn wedervaren in deel twee te lezen is.
Het is mij weer eens overkomen, ik heb ruzie met mijn madam. Het is namelijk zo dat ik soms (niet dikwijls) durf "plakken" op café met de vrienden, en op "zwarte" zondag na nieuwjaar was het weer eens zover dat mijn horloge bleef stille staan, de klik in mijn hoofd was omgedraaid in de verkeerde richting en de "ouwe" (zo voel ik mij nu toch) zou eens op gepaste wijze nieuwjaar vieren met de vrienden, het kon weer niet op, en onder begeleiding van de gepaste dranken, muziek en zang hebben wij onze jarenlange vriendschap herbezegeld en nog eens herbezegeld en nog eens.., we kunnen reeds jaren verder. Uren nadien en in een euforische bui, enigszins (alleszins) onzeker stappend ben ik uiteindelijk toch thuis geraakt. Voorzichtig mijn vest uitgedaan en nu mijn schoenen; indien jullie reeds in dezelfde toestand verkeerd hebben, weten jullie dat dit niet evident is om zomaar die schoenen uit te krijgen, die voeten staan ongeveer een kilometer onder je hoofd, je moet voorover buigen, "diep" voorover buigen waarbij het evenwicht compleet uit balans is, na in de laatste seconde mijzelf waardig van een aanvaring met de gootsteen gered te hebben, kom ik tot het "verre" besef dat mij dit op deze manier niet zal lukken. Mijn been opheffen tot ik aan mijn schoen kan.is ook geen optie. Dan maar op een taboeretje gaan zitten.die voeten zijn al een halve kilometer dichter gekomen, met een laatste krachtinspanning, met één hand angstvalling de gootsteen vasthoudend lukt het. Waardig ga ik nu naar boven waar mij een confrontatie wacht met mijn edele echtgenote. Ze zit naar de TV te kijken en op mijn vriendelijk " hallo" wordt niet gereageerd, ik krijg alleen een blik die zelfs satan uit zijn hel zou jagen, oei oei, de euforie is compleet verdwenen, ik ga stilletjes in de zetel zitten met de intentie om ook een beetje TV te kijken (zo van gezellig samen te zitten), maar de temperatuur naast mij is onder nul gedaald, diep onder nul, ik weet niet meer wat het absolute nulpunt is maar het zal er niet ver boven liggen. Toch maar braafjes naar die TV kijken,. er is iets met dat scherm, het zwalpt van de ene naar de andere kant van mijn gezichtsveld, het is zooo vermoeiend voor mijn ogen dat ik ze amper open kan houden, het is tijd voor mijn bed, nu uiterst voorzichtig en discreet verdwijnen zonder tegen de zetels en de deuren te lopen. Na nog een half uur gesukkeld te hebben om mijn kleren uit te krijgen, probeer maar eens een broek af te krijgen waar ge op zit, kon ik eindelijk slapen. "D" day plus 1: 's Morgens vroeg opgestaan met een hoofd dat ik hier niet zal beschrijven, zet ik eerst koffie voor mijn vrouwtje, kwestie van haar in een betere stemming te krijgen, en ik leg haar vitaminepilleke klaar met een glas water. Een beetje later hoor ik haar de trap afkomen., ja nu komt ze binnen, oei,oei, die blik is nog dezelfde als gisteravond, ik begin er al uit te zien als een rasechte jachthond, mijn oren naar beneden, onschuldig(??) kijkend en mijn "staart" tussen mijn benen zit ik discreet naar een kruimelke brood te kijken die voor mij ligt. Het is nu de moment om uitermatig tactvol te zijn, onzichtbaar eigenlijk,. maar dat lukt niet, van geen kanten. Na een eerste en laatste vraag van " WAAROM DOET GE DAT EIGENLIJK???" , repliceer ik met een schuchter "sorry", want ieder excuus, weet ik, zal niet in dank afgenomen worden. Maar dan begint het.., een serenade van jewelste krijg ik daar naar mijn hoofd, (een hoofd die er voor het ogenblik aan geen kanten tegen bestand is), na een half uur is dat kruimelke brood reeds véél groter geworden, of is het "ik" die kleiner geworden ben? Ik heb hoog nodig een Alka Seltzerke nodig, maar dat lijkt mij niet het juiste moment. Na één vol uur, een helemaal vol uur, begin ik mij af te vragen of ik dat vitaminepilleke beter niet had gegeven. Stopt het,.Nog een laatste vraag,. "waarom zegt ge nu niets?". Ik zou er , indien ik al had gewild, geen gebenedijd woord tussen gekregen hebben, ik heb dan maar nogmaals "sorry" gezegd. En dan was er stilte, een stilte die welkom was voor mijn gemarteld hoofd, maar een stilte die je voelt!!! Die je kunt horen zelfs!!! "D" day plus 2: Dit is rap geschreven STILTE "D" day plus 3: Neutrale conversatie is mogelijk., ik voel dat mijn madam aan het ontdooien is, mijn ballingschap is bijna over. "D" day plus 4: s'Morgens opgestaan, terug een koffieke klaar gezet, dat vitaminepilleke voor alle zekerheid maar achterwege gelaten, ze staat op, ik in angstige afwachting.. En zowaar ik krijg een ochtendzoen, mijn euforie is onbeschrijfelijk, maar ik mag dat niet direct laten merken, want anders denkt ze dat ik er te gemakkelijk vanaf gekomen ben. "D" day plus 5: Ik ben terug een gelukkig man, met een poeslief vrouwtje die ik zo graag zie. Getekend, Een gelukkige getrouwde man die het soms niet altijd beseft. (sorry)
Ik ben een "jonge" man van 59 jaar, gelukkig getrouwd, en met één zoon, een schoondochter en twee kleinzoontjes (een tweeling). Ik ben reeds drie jaar in brugpensioen en mijn laatste actieve functie was er een als industrieel ingenieur in een Amerikaanse multinational. Mijn interesses gaan voornamelijk naar het zenboedhisme, de parapsychologie en de psychologie. Mijn hobby's zijn: lezen, schrijven, kunstsmeedwerk, en wandelen in de natuur.
Ik heb er een hekel aan, een grondige hekel zelfs, mijn madam heeft beslist dat ik een nieuwe outfit moet hebben, wij moeten namelijk naar drie feesten op korte tijd en mijn persoon heeft volgens mijn madam niet genoeg passende zomerkledij, dus ben ik verplicht om mijn vrouw te vergezellen naar Brugge. Ik ben op het hart gedrukt dat ik deze martelgang, deze processie van Echternach, deze zwanengang moet volbrengen met de glimlach en zonder morren. Weeral eens moet ik de meelijwekkende blikken verdragen van de verkopers en verkoopsters die mijn postuur eens van alle kanten bekijken, een korte nek, brede schouders, een nogal corpulente buik en kort van gestalte, das een postuur waar iedere machosistischekleermaker natte dromen van krijgt maar waar iedere verkoper van maatkledij nachtmerries en hopeloze frustraties van opdoet.
Dus op een mooie dinsdagmorgen, ik mee met mijn madam én met een glimlach op mijn gezicht (of was het een grijns), geparkeerd onder t zand, het is nog maar net iets over negen uur, reeds van thuis had ik gezegd dat ze in Brugge zo vroeg niet op waren maar ja, geenen vanse hé. Boven gekomen van de parking, nog maar eens (voor de vijftigste keer) uitgelegd hoe je kunt betalen, op naar de eerste winkel, op mijn voorzichtig vraagske hoeveel winkels heb je zo in gedachten? krijg ik direct het antwoord ge gaat toch niet beginnen hé!!!! zwijg ik wijselijk, mijn glimlach terug op mijn gezicht gewrocht verder stappend naast mijn vrouwtje. De eerste winkel is nog niet open (natuurlijk, zeg ik stil in mij zelf), de vrouw kijkt wantrouwend naar mij .gevaarlijk wachtend op een opmerking mijnentwege maar .ik zeg niets, ik doe zelfs alsof ik niets gemerkt heb en begin naar de vogeltjes in de lucht te staren en te fluiten maar ik zeg niets, dan zegt ze voorzichtig wie zou dat nu gedacht hebben, het gaat maar om tien uur open? ik zeg nog steeds niets.
En weg waren we weer, naar een andere klerenwinkel, natuurlijk aan de andere kant van de stad. Het was eigenlijk best aangenaam hoor, weinig volk (natuurlijk) zo flanerend langs gesloten winkels hé hé. Na ruim een half uur wandelend kwamen we aan de achterkant van de halletoren, daar moeten we zijn zie, en t is open roept mijn madam triomfantelijk uit. Op de vitrine staat in de kat, wat een naam, op mijn vraag of het een bontwinkel is misschien, krijg ik weeral een eigenaardige blik van haar en in alle stilte treden wij binnen in het monster van Loch Ness. Eerst werden wij begroet alsof wij den Albert en Paola zelf waren door twee oude menskens (waarschijnlijk de stichters van de zaak, die in de jaren 1800 zijn deuren opende); die man had een pikzwart tokske (pruik) op zijn hoofd, en rond dat tokske had hij spierwit haar, het kon niet méér opvallen dat hij onder dat tokske kaal was. Wat is dat toch met sommige oudere kale mannen, ze willen die kaalheid verbergen in hun hopeloze ijdelheid en ze bereiken het omgekeerde resultaat want van een kilometer ver kan je zien dat er wat aan scheelt. Ik mag eigenlijk niet lachen hé want het waren vriendelijke mensen. Mijn madam stevent direct naar de herenafdeling met mij in haar kielzog, maar vóóraleer ze ook maar iets in haar handen kon nemen stond er al een mijnheer bij ons kan ik jullie helpen? , ik zou er wat van krijgen hé, ge hebt geen tijd om even rond te kijken en er staat daar al nen pipo rond u te draaien, maar ja manieren houden hé. Mijn vrouwtje zegt dat ze een bleke vest wil en een donkere broek voor mij (je moet weten dat ík daar géén enkele keus in heb hé, niets niemendal heb ik eraan te zeggen hoe ik wil gekleed gaan), ik sta daar al als het derde wiel aan een wagen een beetje met mijn vingers te draaien. Die vent bekijkt mij van alle kanten alsof ik een soort prijsstier ben, seffens trekt hij mijn mond open om te kijken of ik goede tanden heb, wantrouwig hou ik hem in de gaten want hij heeft nogal wat vrouwelijke maniertjes als je weet wat ik bedoel. Ja mevrouwtje ik heb wat voor u zegt hij, alsof ik er verdomme niet bij ben, bijna had ik gezegd dat het voor mij was en niet voor mevrouwtje, maar ja rustig Remi. Hij gaat naar een meterslang rek vol met vesten helemaal op het einde hangt daar een vestje helemaal apart en alleen, hij neemt trots dat vestje vast en zegt dat is de enige keus voor mijnheer, mevrouwtje, gelukkig zie ik die vest nogal graag anders was ik al direct weer de deur uit. Hij staat al uitnodigend klaar met die vest, ik heb maar mijn twee armen naar achter te steken en hup die vest aan (die mannen denken nu eens altijd dat ge alléén geen vest kunt aantrekken hé), hij is te groot, laat ik mij voorzichtig ontvallen, natuurlijk mijnheer, zo kunnen we hem aanpassen aan uw lichaam hé zegt hij fronsend naar mijn buik kijkend, en hij begint hé mét die naalden te werken, ik ben duvels verschrikt van die naalden want zonder dat je er op bedacht bent heb je een steek vast hé, mompelend zegt hij mijnheer heeft een korte nek hé waarop mijn madam prompt zegt en een dikke nek ook, ik sta daar alweer hé, ondertussen doet die gast steeds maar voort, aan alle kanten worden die naalden gestoken, plots zegt hij steekt mijnheer veel in zijn zakken? dat is zo een vraag die dubbelzinnig klinkt hé, maar hij is serieus want hij zegt wanneer mijnheer een dikke agenda in zijn zakken steekt moet die vest anders aangepast worden hé nee dus na een blik op mijn gezicht. doet mijnheer zijn vest uit in de auto? Want als hij hem aanhoud moeten die mouwen iets langer, mijn vrouw antwoord direct met een dwingende blik in mijn richting vanaf nu zal hij zijn vest uit doen in de auto!! voilla ik weet dat weer zie. Uiteindelijk en na nog een twintigtal rondjes gedraaid te hebben zitten al die naalden op hun plaats, mijn vrouw is tevreden, dus ik ben klaar, direct die vest uitgetrokken vóóraleer hij mij weer hielp maar ik was er nog niet vanaf want nu komt de broek nog, Na eerst mijn heupomtrek gemeten te hebben (die lintmeter is juistekes lang genoeg), verdwijnt hij weer tussen de rekken en komt met drie broeken weer tevoorschijn, die broeken onder mijn vest gelegd en het overleg begon tussen die man en mijn madam over de passende kleur, ik heb er weeral niets in te zeggen en begin weeral met mijn vingers te spelen, na een tijdje zijn ze eruit, het is die blauwe geworden, en ik moet weer passen hé, dat kotje binnen, wat is dat toch met die paskotjes, steeds zijn ze te klein, dat kapstokske is maar een centimeter groot, mijn broek valt daar steeds af, wanneer ik mij buk staat mijn achterste tegen de ene muur en mijn kop tegen de andere, maar ja uiteindelijk lukt het, mijn nieuwe broek aan en de oude op de grond.
Die broeken zijn natuurlijk kilometers te lang, je moet je daarmee eens meters verplaatsen zonder je waardigheid te verliezen hé, maar goed, die broek zit anders perfect moet ik zeggen, die man kent er wat van. Nog eens die vest aangetrokken, en ja, die twee naast en voor mij zijn tevreden, die gast is daar alweer met zijn spelden om die broekspijpen aan te passen, terwijl hij daarmee bezig is denk ik plots aan die andere keer dat ik zo stond, dat was in de E5, ook een kostuum laten maken, maar daar was het een blonde godin die mij hielp, alles eraan was perfect (ik ben nu niet van mijn kostuum bezig) een décolleté van jewelste, mijn ogen sloegen tilt , het ging nog wanneer ze aan mijn vest bezig was, maar toen ze vóór mij op haar knieën zat, kon ik naar beneden kijkend de prachtigste berglandschappen van de wereld zien, mijn ogen vielen bijna in dat oneindig diep dal daar beneden, iedereen kon duidelijk zien aan wat ik dacht, ik werd rood van schaamte, ze zat daar met haar hoofd juist op de goede hoogte , ik moest aan wat anders denken, maar toen ze vroeg draagt mijnheer links of rechts? had ik het niet meer hé, bijna had ik gezegd recht vooruit voor het ogenblik!!! maar zwetend keek ik rond, ik moest vlug aan iets anders denken, en ja, daar passeerde of waggelde een dik vrouwmens voorbij met borsten als van die pannekoeken met de tepels tot juist boven de knie, en hup mijn probleem was géén probleem meer en toen kon ik antwoorden ik draag links mevrouwtje. Nu terug naar het heden, die broek was eveneens afgespeld, ik dat kotje weer binnen en mijn andere kleren aan, ik was er vanaf dacht ik, néé ik was er niet vanaf, nu het bijpassend hemd nog, terug de keus tussen drie kleuren, ik kon weer beschikken en begon voor de zoveelste keer met die vingers te spelen, maar toen die kerel voorstelde om dat hemd te passen was de maat vol ik weigerde nog langer mee te werken, ik ging in staking, ik had er genoeg van, die vent zag waarschijnlijk aan mijn bezweet gezicht wat ik dacht want direct zei hij ik zie dat mijnheer niet graag past dus zal ik op de maat van de vest voortgaan ik was opgelucht dat een nationaal conflict vermeden was, nu nog de das, dezelfde procedure, mijn vingers begonnen al pijn te doen want die sukkelaars hadden al veel te verduren gehad. Plots zegt mijn vrouw alles goed en wel maar wij hebben nog over geen prijs gesproken? waarop prompt geantwoord werd ge krijgt 20% korting op de vest en 10% op de rest van mij mevrouwtje, ik telde alweer niet meer mee, maar toen begon hij te rekenen en te rekenen en ik zag die cijfers alsmaar verhogen en verhogen, mijn vrouwtje met een benepen stemmetje kan ik dat met de kaart betalen mijnheer? natuurlijk mevrouwtje, niemand heeft zoveel cash geld op zak hé .
Wij zijn weer buiten gekomen, de eerste minuten werd er niets gezegd en dan zijn we van frustratie ons verschot gaan verdrinken op een terras op de markt dat moest er nu ook maar bij kunnen.
In ieder geval ik zal schoon zijn zulle op die feesten, denk ik.
Het is zondagmorgen, ik ben juist grondig gewassen en gekleed om een stapje in de wereld te zetten met de vrienden, er rest mij, zittend op de rand van mijn bed, nog één ding te doen, namelijk de gepaste sokken te vinden die bij mijn outfit passen, ik zit verloren in de lade te kijken naar héél mijn collectie. Ge zult zeker zeggen moet hij zich daar druk over maken, ik kan u zeggen het is belangrijk, zeg nooit dat sokken niet belangrijk zijn, de aantal keren dat ik terug naar boven gestuurd ben door mijn schattig lief vrouwtje om andere sokken te kiezen zijn niet meer te tellen.
Ik zit nog altijd verweest in dat schof te kijken, rechts liggen de zomersokken, in alle kleuren van wit tot zwart, ik begin te kijken naar die witte, maar met een zwarte broek aan nee, dat zal ze niet moeten weten, het past eigenlijk niet ook hé, het is mijn plechtige communie niet hé. De groene dan, ik probeer ze, maar mijn voeten zijn juist gelijk twee mini grasveldjes, dat gaat ook niet, terug uit!!Ik zie daar opeens een paar gele tussenzitten met een tekeningetje op, ik probeer ze aan te krijgen maar dat lukt aan geen kanten, ik begin al wantrouwig naar mijn voeten te kijken maar daar is niets mis mee, dan maar eens goed gekeken naar die sok en ja er staat Pokémon op, dat zijn er natuurlijk van de kinderen.
Ik heb nog de keuze tussen bordeaux en zwart, dat zwart vind ik een beetje te zwart, zwarte schoenen, zwarte broek en dan nog zwarte sokken, ik zal in het donker mijn benen niet meer vinden, nuchter gaat dat nog, maar .
Dus het zullen de bordeaux worden, want dat staat chic hé, das klasse, das hét van hét, vol vreugde bijna euforisch zelfs omdat de keuze nu eindelijk gevallen is, ik zal niet meer terug naar boven vliegen, trek ik mijn sok aan, maar .wat is dat, bij mijn weten mag een sok maar één (1) opening hebben, den dezen heeft er méér drie van de vijf tenen vertonen zich van schaars gekleed tot helemaal naakt, pure discriminatie is dat, wat hebben die drie tenen misdaan om zo aangeschoffeld te worden, mijn grote teen zal mij in de kortste keren uit pure frustratie een jichtaanval bezorgen (dat heeft hij nog gedaan), vooraleer de frustratie te groot werd, die sok uitgetrokken. Ge kunt nu wel zeggen dat wanneer ge uw voeten in uw schoenen steekt, daar niets meer van te zien is, maar wedden dat ge dan juist in een plas water of een hondendrol zult stappen, en dan uw schoenen uitdoen om uit te drogen of af te vegen, vergeet het maar, rood van schaamte zult ge worden wanneer gans de wereld met medelijdende blikken naar uw sokken met meerdere openingen zullen staren, of ze zullen denken dat ge een wielrennershandschoen aan uw voeten hebt.
Rechts in de lade heb ik geen gepaste keuze meer, in het midden liggen mijn werksokken of lassokken maar daar is van geweten dat ze meerdere openingen hebben, hoe ik ze soms nog aankrijg is een wonder. Links liggen mijn wintersokken, ze zijn dikker allee een beetje toch, ge kunt er heel Parijs niet door zien zoals met die andere. Daar vindt ik waarachtig ook bordeaux, opgelucht adem halen nu, ik doe ze aan en aan en aan, ik ben reeds boven mijn knie en ik kan nog, mijn hiel zit halverwege mijn kuit ik zie er gehandicapt uit, ze zullen allemaal denken dat ik een reusachtig gezwel op mijn kuit heb staan. Ik dacht nochtans dat men de maat van de sokken kan meten door de voet van de sok over je gebalde vuist te doen? Eenzaam aan de kant van mijn bed gezeten denk ik, vraag ik mij af, pieker ik, wie heeft in godsnaam in mijn plaats zijn vuist geleend om te passen? Ik kijk nogmaals naar die sok, het moet een héééle grote kerel geweest zijn, mijn stoere mannelijkheid is gekrenkt, ik zet mijn borst uit en ik wil roepen naar de vrouw maar na nog een laatste peinzende
blik op het formaat van die sok zal ik het maar laten zeker.
Terug in de lade gekeken, links bovenaan liggen hele stapels sportsokken, tennissokken, wandelsokken, voetbalsokken, allee ieder sport is vertegenwoordigd, ge ziet maar hé, mijn vrouwtje leeft op hoop dat ik ze eens in mijn leven nog zal gebruiken, hoop doet leven nietwaar.
Uiteindelijk heb ik mijn zwarte sokken aangedaan, mijn vrouwtje knikte goedkeurend en riep nog toen ik vertrok niet te veel drinken hé ventje waarop ik héél overtuigend antwoordde zeker niet schatje ..
Zo ziet ge, mensen, dat sokken belangrijk zijn, ga er niet lichtvaardig mee om.
Het is vrijdagmorgen, de morgen waarvan het mijn beurt is om de living,de keuken,de WC,de trap,de inkom en het chauffagekot te kuisen. Ik heb namelijk het twijfelachtige genoegen om dit om de veertien dagen te "mogen" doen. Dat kuisen op zich is eigenlijk nog niet zo erg ware het niet dat het kreng van een stofzuiger het mijn leven enorm zuur maakt, meer zelfs, het mormel staat mij naar het leven, zie het verslag hieronder van het gevecht met mijn ultieme vijand:
Ik begin steevast met opwekkende muziek op te leggen, kwestie van een beetje courage op te doen hé, daarna volgt het afstoffen, precies op de manier dat mijn lief vrouwtje het mij ,met sadistisch genoegen, voor heeft gedaan, ge weet wel hé, van boven naar beneden en om de vijf minuten dat stofvod gaan uitslaan door de venster, liefst met de wind mee anders moogt ge herbeginnen. Dat weeral gedaan zijnde begint de miserie, ik langs de trap naar beneden, ik zie ze al staan door de open deur van het chauffagekot, geniepig loerend naar mij en ik even humeurig terugblikkend. Met een kordate greep neem ik haar vast en ...het begint al, haar rubberen slang is volledig vernesteld in de chauffagebuizen, ik buk mij om haar los te maken en poeff de vaste buis valt in mijn nek. Het begint weer goed hé. Ik geraak eindelijk boven en plaats het mormel in de living, nu nog het snoer eruit krijgen, de stekker erin en we kunnen beginnen, maar ja wat dacht ge, juist op het moment dat ik die stekker in het stopcontact wil steken schiet die veer los en weg is het snoer terug in dat gedrocht, terug herbeginnen, schielijk loerend naar dat ding en ja. nu lukt het. De motor aanleggen en weg zijn we hé, met volle moed en de luide muziek van Eddy Wally begin ik eraan, de stofzuiger achter mij aan trekkend wil ik het tapijt beginnen maar het kloteding loopt helemaal naar rechts, het begint op mijn zenuwen te werken, met een harde ruk wil haar achter mij aan krijgen en hup, ze schiet naar links tegen de zetelpoot, ja weeral een schending, nogmaals getrokken en ze volgt gelukkig, het tapijt gestofzuigd en vervolgens de vloer er rond het gaat goed, ik begin me al euforisch te voelen, nu nog die enkele bladeren van de potplanten opzuigen en ik kan aan de keuken beginnen, floep en de bladeren zijn weg. Nu de keuken, de keuken gedaan zonder problemen, ik begin mee te zingen, en plots floep, die bladeren er terug uit, ze begint er weer aan, na nog enkele pogingen zijn ze eindelijk weg, nu naar de WC maar ze stribbelt weer tegen, links en rechts weg schietend, overal naartoe uitgenomen waar ik wil, met een harde ruk wil ik ze dichter trekken en hup die darm schiet los, recht in mijn gezicht. De darm er terug in geduwd en terug aan de slag, het zweet begint op mijn voorhoofd te parelen, nu de trap stofzuigen, met het klereding in mijn linkerhand en met de rechterhand de trappen zuigen, halverwege voel ik iets rond mijn benen draaien, ik kon mij nog juist vastgrijpen aan de trapleuning anders lag ik beneden, het elektrisch snoer was volledig rond mijn enkels gedraaid. Na nog enkele malen stilgevallen te zijn en met haar wielen volledig vernesteld raakte, heb ik eindelijk gedaan, opgelucht en niets meer vermoedend duw ik op de knop om het snoer terug te spoelen en pats de stekker vliegt tegen mijn linkeroog, vloekend maar toch zo oneindig gelukkig dat ik het gevecht weer eens overleefd heb zet ik het ding op zijn plaats en met nog boosaardige blik achteruit ga ik terug naar boven om te beginnen dweilen, enigszins gelukkig dat ik dat monster voor veertien dagen niet meer zal zien.
Lang geleden, als klein kind was het bij mijn ouders de gewoonte om, bij het slapen gaan, elkaar een kruisje te geven op het voorhoofd met de geprevelde woorden God zegene je en bewaar je. Deze gewoonte stierf bij mijn tienerjaren geleidelijk uit, en uiteindelijk vergat ik dat helemaal, tot een tiental jaren terug toen mijn twee kleinkinderen (een tweeling) geboren werden. Ik zag dat mijn schoondochter haar kinderen bij het slapen gaan een kruiske op hun voorhoofd gaf. Het was mooi om te zien, het ontroerde mij echt en in een oogwenk herinnerde ik mijn veilige kinderjaren terug.
Ik had tot die tijd altijd een onwennig gevoel bij kinderen, nooit wist ik goed wat te doen, en van hun gebrabbel verstond ik ( in tegenstelling met alle vrouwen) al helemaal niets. Dus ik trok mij altijd een beetje achteruit in het bijzijn van kleine kinderen, maar dat was buiten de waard gerekend, want van kleins af heeft die tweeling (Sven & Niels) mij uitgekozen en geadopteerd als hun lievelings pépé, hun speelgoed hondje, hun paard, hun beste kameraad, hun slaaf enz..
Het begon reeds zeer jong, nadat ze hun papfles gekregen hadden moesten ze beiden op mij liggen om hun boerke te laten, en steevast kwam met dat boerke nog een hoopje pap mee die altijd op mijn hoofd, mijn gezicht, mijn hemd terecht kwam tot groot jolijt van die twee. Daarna moest pépé paardje rijden rond de tafel, kilometers heb ik zo rond die tafel getoerd op mijn knieën.
Toen ze op hun potje zaten moest ik steeds naar hun prestaties kijken, iets waar ik eigenlijk niet goed tegen kan, en hoe groter hun productie hoe fierder ze waren. Naar de TV kijken was steeds een strijd van wie op mijn hoofd zou gaan zitten (niet steeds zonder gevaar want dan hadden ze dikwijls hun pamper niet aan) en wie op mijn schouder of mijn nek, en maar aan mijn haar trekken (ik heb er vele verloren in die tijd), aan mijn neus, mijn oren, in mijn oren, niets was veilig.
Later toen ze mee gingen wandelen in het bos heb ik zeker niet het goede voorbeeld gegeven, door nooit op de wandelpaden te lopen, achter de konijnen en fazanten aan te zitten, waarbij ze steevast in de bramen vielen, maar nooit weenden ze van de pijn want dan zouden ze waarschijnlijk niet meer mee gemogen hebben met hun pépé. Ook heb ik ze leren luisteren aan de bomen, je moest ons zien staan, met drie tegen een boom geplakt, de ogen toe en maar luisteren naar de stem van de boom.
In mijn garage heb ik hen getoond hoe zwaarden, pistolen, speren en bogen te maken in hout. Hoe ze nagels moesten in een stuk hout slaan, (waarbij ze steevast de grootste hamer moesten hebben) mijn vrouw durfde het soms niet meer aanzien toen ik ze toonde hoe ze met zeer scherpe beitels konden beeldhouwen in een stuk brandhout, maar nooit (ik houdt nu hout vast) hebben ze zich gekwetst en wanneer ze nu en dan eens op hun vingers sloegen sprongen hun traantjes dikwijls uit hun ogen van de pijn maar bij de vraag of ze zich hadden pijn gedaan was het antwoord steeds neen.
Die rakkers zijn nu bijna tien jaar en onlangs, nadat ik ze weeral eens op weg geholpen had op mijn computer, ging ik terug naar de keuken om een sigaretje te roken. Zonder dat ik er erg in had was er één terug meegekomen naar beneden en stond zo een beetje rond mij te dralen, ik zag direct dat hij iets wou zeggen maar niet goed wist hoe, uiteindelijk kwam het eruit, met een schuchter stemmetje vroeg hij aan mij pépé, zou het moeilijk zijn om te laten van roken?
Waarop ik antwoordde waarom vraag je dat?
ewel pépé, op school zijn er veel vriendjes waarvan hun pépé dood is door het roken, en ik zou jou graag nog zéér lang houden.
Ik werd er toch eventjes stil van en toen heb ik die kleine pruts beloofd om te stoppen met roken (ik kan ze namelijk niets, niemendal weigeren) van zodra een pakje sigaretten op 4,50 zou komen.
Maar die dag toen hij terug naar huis ging, voelde ik, toen hij een kus gaf, met zijn duim een kruisje maken op mijn voorhoofd, het ging echter zodanig vlug dat het toeval kon geweest zijn, maar enkele weken later, waarbij ze allebei de prijs op mijn pakje sigaretten bleven controleren, voelde ik terug, bij hun heengaan, een kruisje op mijn voorhoofd zetten, duidelijk ditmaal.
Dit heeft me gepakt, dit was de omgekeerde wereld, die kleine rakkers waren aan God aan het vragen mij te beschermen (toch een oude man in hun ogen) tot ik kon stoppen met roken.
Daar kun je toch geen nee tegen zeggen hé.
Pépé
PS: Ondertussen ben ik reeds zeven maanden rookvrij, ik heb niet gewacht op die verhoging van de prijs van een pakje sigaretten.
Het is zaterdagavond rond 18u30, mijn madam en ik staan klaar om tezamen met de zoon en schoondochter een lekker maaltje te gaan eten in Damme, Mijn vrouwtje is namelijk veranderd van voordeur en dat mag niet ongemerkt voorbij gaan hé. Dus wij de auto in, mijn madam rijdt natuurlijk want ik heb reeds een aperitief binnen, en naar de zoon want die gaan met ons mee. Je moet ook weten dat ik niet in de beste stemming was, ik ben namelijk al 18 dagen 11 uur en 30 minuten gestopt met roken, dat verklaard wellicht de eigenaardige beschrijving die volgt.
Wij, dus naar Damme, we moesten daar eigenlijk al een half uur zijn maar de schoondochter was uiteraard niét op tijd klaar, maar ja, het wachten was het waard geweest, de beide vrouwtjes in mijn gezelschap zien er prachtig uit, de zoon in Versace-stijl gekleed en ik met mijn vestje van 20.000 Bf mét plastron, we mochten gezien worden hé. In Damme toegekomen herinner ik mij dat het parkeren hier niet zo simpel is, je kan namelijk altijd terecht in de randparkings maar dan moet je er wel een wandeling van een half uur voor over hebben. Dus wij (ik) hebben dat er niet voor over en dan maar zoeken hé, nogmaals zoeken en maar verder zoeken, wij zaten gelijk op de kermis waar ze roepen ronddraaien maar, na een twintigtal keren al de straatjes van Damme tevergeefs in en uit gedraaid te hebben, stopt de zoon (na een blik op mijn gezicht) voor het restaurant xxx-xxxxx, om ons uit te laten, hij zal het verder alleen wel uitzoeken zonder mijn gekanker van ik kom nooit meer naar Damme.
Ik, met mijn twee madammen naar binnen het beviel mij eigenlijk van in het begin niet in dat restaurant, niét gezellig, kaal, koud moderne stijl zegt mijn vrouwtje later, géén asbakken op de tafels, maar ja ik heb er nu geen meer nodig hé en tóch stoort het mij. Rustig plaatsgenomen, direct was die garcon daar al met de menus en wachtte, alsof we dat hier eens in twee minuutjes gingen flikken zie. Nadat ik in alle geforceerde beleefdheid zei dat er nog iemand moest komen, trok hij zich terug tot achter het hoekske waarvandaan hij ons ongemerkt (dacht hij) in de gaten hield. Kijk ik krijg het ervan hé, als ze mij zitten te beloeren. Na een half uurtje komt de zoon einde adem binnen, hij had eindelijk de auto kwijtgespeeld, alleen voor mijn gemoedsrust vroeg ik niet waar, maar ik dacht toch zal wel aan de statie in Brugge zijn zeker. Die garcon ogenblikkelijk terug aanwezig om die verdomde kaart onder de neus van zoonlief te steken. We keken elkaar in de ogen en wisten gewoon dat we de beste maatjes niet zouden worden. Hij wachtte alweer, na een aperitief besteld te hebben én de menu all in want eerder ging dienen tiesten niet weg, konden we heerlijk ontspannend keuvelen over van alles en nog wat, de vrouwtjes over hun eeuwige dieeten, én gewicht en wij mannen luisterend naar de vrouwtjesen stiekem rondkijkend naar eventueel mooie vrouwelijke rondingen en zo meer. De aperitief was ondertussen voor mijn neus gekomen, je houd het niet voor mogelijk hé, maar mijn glas Ricard zat vol van het ijs, met een karaf ernaast met gekoeld water. Iedere Ricarddrinker wéét gewoon dat er géén ijs in het glas mag indien er gekoeld water ter beschikking is dienen pipo wist dat natuurlijk niet.
Die man aan het tafeltje links van mij geleek een beetje op een havana en zijn madam op een ondersteboven gehouden joint, stop Remi .aan andere dingen denken. Bij het aperitief kregen we ook hapjes, alléé 1 enkel hapje, een soepje ,een gazpacho, gebracht door een garcon klasse 10 schof 5 achteraan, uit pure kwaadaardigheid vroeg ik hem hoe ze die soep noemden gazpacho zegt hij toch (verdomme hij wist het) ik zeg nu wat is carpacio dan? hij antwoord mijnheer dat is gazpacho mijn madam begint van pure schaamte tegen mij uit te leggen wat cartpacio is enfin die garcon weer weg. Ja na enkele minuten verschijn het voorgerecht reeds, mijn Ricard is bijlange nog niet op, je moet maar eens twintig ijsklompen laten smelten in je mond vóóraleer je aan de Ricard kunt. Uiteindelijk toch aan het voorgerecht begonnen, het was best wel lekker, één glaasje witte wijn gekregen dat was iets eigenaardig met die wijn, we hadden elk recht op een halve fles wijn, en ik krijg het op mijn heupen wanneer ze stiekem met die wijn zitten knoeien, in sommige restaurants léven ze maar als ze je een glas wijn door de neus kunnen boren hé. Ik heb al aan het gedrag van dien pipo hier gezien dat het hier van hetzelfde laken een broek is . Er was bij mijn voorgerecht eveneens een tuiltje groenten, (verschillende slasoorten kunstig samengebonden) ik ben niet aan sla en liet het op mijn bord staan. Bij het hoofdmenu, een steak a los, voor de mannen en caloriearm voor de vrouwen en .op mijn bord datzelfde tuiltje sla van mijn voorgerecht, idem dito, je houd het niet voor mogelijk hé, ik heb het wéér niet opgegeten. Ik krijg ondertussen mijn tweede glaasje wijn, rode nu, na een tijdje, mijn eten was bijna op, mijn glas was al weer een héle tijd léég, kreeg ik nog een half glaasje, ik had het in de gaten hé , ik zou er géén meer krijgen en ik kréég er ook geen meer tot ik er nog een vroeg, waarop de garcon zei de rode wijn is op mijnheer ik antwoordde ik wéns nog een glas rode wijn !!!&@# , ik kreeg een glas wijn maar op de rekening achteraf zag ik dat ik er 3.50 extra voor betaald had. Enfin, na een half uur gewacht te hebben op de koffie heb ik uit pure frustratie een groot glas cognac leeggedronken, had ik nu maar een sigaar hé, dat past ermee op iets anders denken Remi. Toen ik later mijn hand omhoog stak om te betalen stond dienen tiep in een halve seconde mét de rekening voor mij. Ik betaal steevast met mijn Visa kaart in een restaurant want ik zou er iets van krijgen hé, wanneer je cash betaald staat die garcon bij het teruggeven in zijn zakken te zoeken en te zoeken, te treuzelen tot ge zegt hou de rest maar, maar niet met den dezen hier zulle. Dus mijn Visa kaart gegeven, hij daar mee weg, en ermee terug hebt ge geen andere kaart, mijnheer?, het was duidelijk mijn dag niet hé, het moest mijn bankkaart zijn, én ik moest nog eens mee met dienen tisten pulle door gans het restaurant om te kunnen betalen met mijn kaart.
Na nog eens gezegd te hebben tegen mijn madam ik kom naar Damme niet meer ben ik braaf naar huis gereden overal sigaretten langs de straat zien liggen, aan wat anders denken Raspoetin