12. Namen en gezichten.
We hebben het in de voorgaande blogs al over gehad: U dient belangstelling te hebben wilt u succes in het leven hebben en dat geldt zeker voor het onthouden van gezichten en de daarbij behorende namen.
Gerard Reichel stelt dan ook voor om een nieuwe hobby te ontwikkelen:
“Serieuze belangstelling koesteren voor anderen.” Uw geheugen voor namen wordt dan meteen vijf keer zo goed.
In de vorige blogs hebben we namen min of meer geïsoleerd beschouwd, maar het gaat er om naam en persoon stevig met elkaar te verbinden.
U zult daartoe een uiterlijk kenmerk van de persoon in verband moeten brengen met diens naam. Om u een gezicht goed in te prenten moet u een opmerkelijk kenmerk zien te vinden:
Misschien de neus ( groot, klein, dik, scherp)
zijn lippen ( dun, dik, bleek),
de ogen( vriendelijk, streng, fonkelend),
de wenkbrauwen ( borstelig, dik, dun,),
het voorhoofd ( veel of weinig rimpels( hoog of laag),
de kin ( vooruit staand, spits, met of zonder kuiltje),
de mond (scheef, groot, klein, breed).
Dat bijzondere kenmerk associeert u met de naam.
Tegelijkertijd neemt u ook de totale indruk van de persoon ( houding, stem, gebaren) in u op.
Het is dus uitermate belangrijk, u de gewoonte eigen te maken de mensen goed in u op te nemen, zodat u later deze nauwkeurig kunt omschrijven.
|