Er leefde eens heel lang geleden, een boertje werksaam en tevreden. Van weelde ,was hij niet gewoon een spiegel had hij nooit gekend.
Eens yoen hij aan 't spitten was vond hij een stukje spiegelglas. Hij nam't in zijn vereelde hand. t'Zat onder vuil en onder 't zand.
Hij veegde 't af aan zijn broekspijp af en keek er in en stond toen paf. "Mijn vader" zei hij,sapperloot die is al vele jaren dood.
"Mijn vader" ach die goeie man hij is her en hij kijkt mij an. Hoofdschuddend stak hij 't in z'n zak. Bekeek het thuis op zijn gemak.
En hij begon te overleggen wat zijn vrouw ervan zou zeggen. ze was wat bazig ,zijn Katrien zou er om lachen mischien.
En omdat hij daar zo bang voor was verborg hij 't onder zijn matras. Maar telkens ging hij er weer heen "Mijn vader" zei hij dan tevreën.
Dat wekte argwaan bij z'n vrouw die het hare er van weten wou. E zodra hij de deur uit was toen zocht en vond zij't spiegelglas.
Wat moet hij daarmee,peinsde zij er moet iets niet in orde zijn. Zo wantrouwde zij haar goede Hein Ze keerde 't om en keek en geraakte toen geheel van streek.
Daar heb je't nou,ik dacht het wel er is een andere vrouw in'spel. Mijn man,hij heeft geen hart in 't lijf hoe kan hij houden van zo'n lelijk wijf
We zijn verleden week-end voor de eerste keer blijven slapen in onze chalet aan de Netevallei. s'Morgens als we ontwaakten was alles wit gevroren. Gewoon prachtig.