Een kast in de gang is aan de beurt voor de grote opkuis, een jaarlijks ritueel waar mijn vrouw aan verslaafd is. De grote kuis brengt tegenwoordig een hoop brol aan het licht dat in de weg staat en weg moet volgens mijn wederhelft. Acht schoendozen vol fotografische antikwiteiten uit een analoog verleden, een fototas met mijn Pentax camera en bijhorende objectieven plus allerlei foto-accesoires die indertijd veel geld gekost hebben: alles moet de deur uit volgens het onherroepelijk verdict van de vrouw des huizes. Eigenlijk is het waar, met dat toestel van dertig jaar geleden zal ik nooit meer fotograferen en al die lenzen en filters ga ik inderdaad nooit meer gebruiken. Al die dozen vol lege diaraampjes, een lichtbakje om dia's op te leggen en een diavieuwertje liggen al twintig jaar onaangeroerd in de kast en zullen het blijven. Tientallen dozen met dia's wachten al jarenlang om digitaal ingescand te worden, tot ik ooit eens in gang schiet. Nu wordt het plots menens, alles gaat onherroepelijk de vuilbak in als ik er nu geen werk van maak, dreigt mijn madame. Dus gaat mijn diascanner eindelijk van pas komen om alles in te blikken. Maar ik geef toe dat het pijn doet om afscheid te nemen van iets waar ik indertijd zoveel plezier van gehad heb. Een tijdperk wordt afgesloten. En de kast in de gang is heel wat minder vol, maar er staan heel wat schoendozen en -tig diadozen in mijn burootje, met de komplimenten van mijn Jacqueline. Ik ga moeten in gang schieten.
|