JACQUES ANQUETIL
Jacques Anquetil
"Monsieur Chrono" werd op 8 januari 1934 te Mont-Saint-Aignan geboren. Jacques Anquetil is samen met Eddy Merckx, Bernard Hinault en Miguel Indurain recordhouder inzake het aantal overwinningen in de Tour de France. Maar liefst vijfmaal schreef de Normandiër de Grand Boucle op zijn naam. Toch was Anquetil niet populair bij het Franse publiek, dat bijna altijd partij koos voor de underdog Raymond Poulidor. De wijze, waarop Anquetil zijn rittenwedstrijden won, was bijna altijd hetzelfde. Steeds speelde hij zijn sterkste wapen, het tijdrijden uit, hoewel hij in het hooggebergte goed partij kon bieden. Ondanks dat er dus duidelijk sprake was van een geweldige atletische prestatie, kon Anquetil daarmee niet de sympathie van het publiek afdwingen. Vaak werd hem verweten, dat hij op de fiets te veel rekende en iedere overbodige inspanning achterwege liet.
Jacques Anquetil is ongetwijfeld de grootste tijdrijder aller tijden geweest. In zijn loopbaan won hij in totaal zo'n zestig ritten tegen het uurwerk. Negenmaal nam hij deel aan de Grand Prix des Nations en ook negenmaal ging hij met de zegepalm naar huis. In 1956 verbeterde hij voor het eerst het werelduurrecord, dat Fausto Coppi veertien jaar eerder had gevestigd. In 1967 stelde hij het werelduurrecord weer scherper, maar dat werd nooit officieel erkend, omdat hij weigerde zich aan de dopingcontrole te onderwerpen. Na zijn loopbaan maakte hij er geen geheim van gebruik te hebben gemaakt van stimulerende middelen.
In 1957 won Jacques Anquetil toch wel enigszins verrassend voor het eerst de Tour de France. Het bleef daarna enkele jaren wat stil rond hem, totdat hij in 1960 de Ronde van Italië op zijn naam bracht. In 1961 won Anquetil op indrukwekkende wijze weer de Tour en dat was het begin van een unieke serie. Vier jaar op rij was hij niet te stuiten en dat betekende een record, dat een tiental jaren later door Eddy Merckx werd geëvenaard. In 1964 slaagde Anquetil er tevens in om de dubbelslag Giro-Tour binnen te halen, terwijl hij in 1963 de Vuelta en de Tour won.
Hoewel Anquetil in de klassiekers zelden tot de uitblinkers behoorde, slaagde hij er toch in om in 1964 Gent-Wevelgem te winnen. In 1966 won hij ook nog Luik-Bastenaken-Luik. In 1965 zorgde Maître Jacques nog voor een unieke stunt, die hij vantevoren had aangekondigd. Hij zou de etappewedstrijd Dauphiné Libéré en Bordeaux-Parijs rijden en allebei winnen. Tussen finish en start van deze twee wedstrijden lag een tijdsverschil van slechts negen uur. Na een zware strijd won Anquetil inderdaad de Dauphiné Libéré. Met een speciaal vliegtuig vloog hij naar Bordeaux om er te starten voor de monsterrit van 557 kilometer. Ondanks een hevige inzinking won hij ook deze klassieker en maakte daarmee zijn boute uitspraak waar. Anquetil was een uniek figuur in de wielersport, maar zou er nimmer in slagen om het Franse volk aan zijn voeten te krijgen.
Hij werd in 1966 benoemd tot Ridder in het Legioen van Eer. In 1969 sloot hij zijn imposante wielerloopbaan af en werd hij hereboer in Normandië. Hij was tot zijn dood bij het wielrennen betrokken door zijn functie als wedstrijdleider in Parijs-Nice, een brievenrubriek tijdens de Tour in de sportkrant l'Equipe en zijn optreden als tv-commentator. Op 18 november 1987 overleed Jacques Anquetil aan maagkanker.
EDDY MERCKX
Eddy Merckx
Als we een titel van 'Grootste wielrenner aller tijden' zouden uitdelen, dan komt die ongetwijfeld terecht bij de Belgische vijfvoudige Tourwinnaar Eddy Merckx. Hij was een formidabele atleet, die in geen onderdeel van de wielersport gespecialiseerd was, maar elke specialist op zijn eigen terrein klopte. De sterkste klimmers loste hij in de cols, de snelste sprinters verschalkte hij in een massasprint. Tot aan het einde van zijn loopbaan had Merckx het karakter van een beginneling. Hij wilde altijd winnen en kreeg daarom al snel de bijnaam 'de kannibaal'.
De op 17 juni 1945 geboren kampioen toonde al bij de jongeren snel zijn ongelooflijke klasse. Als nieuweling werd hij al kampioen van België om vervolgens in 1964 in Sallanches wereldkampioen bij de amateurs te worden. De krachtig gebouwde atleet Merckx (1 meter 83 groot en 78 kilo zwaar) debuteerde in 1965 bij de profs. Hij wist zich snel op de voorgrond te dringen en won in 1966 zijn eerste klassieker. Dat was Milaan-San Remo, een wedstrijd, die hij in totaal maar liefst zeven keer wist te winnen. 'Superman' Merckx schreef maar liefst drieëndertig klassiekers, drie wereldkampioenschappen en één Belgisch kampioenschap op zijn erelijst. Ook als ronderenner was Merckx van buitengewone klasse. In 1968 won hij voor het eerst de Ronde van Italië, een prestatie, die hij nog viermaal zou herhalen.
Ook in de Tour de France was Merckx niet te stuiten. Al bij zijn eerste deelname in 1969 verpletterde hij alle concurrenten. Viermaal op rij won Merckx de Tour, waarbij hij op alle terreinen domineerde. Hoewel Merckx een begenadigd tijdrijder was, liet hij het niet op een rit tegen het uurwerk aankomen. Ook in de cols en in de vlakke ritten streed hij in de frontlinies. Zo won hij in 1969 alle voorkomende klassementen in de Tour. Driemaal slaagde hij erin om de dubbelslag Giro-Tour binnen te halen. In 1974 lukte hem trouwens nog een bijzondere prestatie. In dat jaar won hij naast Giro en Tour ook nog het wereldkampioenschap. Een op dat moment nog nimmer vertoonde trilogie.
In 1972 zette Eddy Merckx aan het einde van een fenomenaal wegseizoen de kroon op zijn loopbaan door in Mexico een formidabel werelduurrecord te vestigen. Pas elf jaar later slaagde de Italiaan Moser erin om met behulp van de sterk geëvolueerde wetenschap het record te verbeteren. In 1978 zette Merckx een streep onder zijn imposante loopbaan. Eén seizoen was hij ploegleider, maar dat lag hem niet. Hij introduceerde daarom met succes de Eddy Merckx racefietsen, die in zijn eigen fabriek gemaakt worden. Hij staat dus nog steeds met beide benen in de wielerbeweging.
BERNARD HINAULT
Bernard Hinault
De Bretonse krachtpatser behoort tot de historische figuren uit de Tour. Met vijf overwinningen in de Ronde van Frankrijk was hij samen met Merckx, Anquetil en Indurain jarenlang recordhouder. Bernard Hinault, die op 14 november 1954 in Yffiniac werd geboren, heeft nog wel geprobeerd om het record op zes Tourzeges te brengen, maar hij stuitte in 1984 op een superieure Fignon en in 1986 op een sterke LeMond. Bernard Hinault debuteerde in 1971 als wielrenner. Hij won de eerste de beste wedstrijd, waarin hij aan de start verscheen. In dat eerste jaar won hij trouwens twaalf van de twintig wedstrijden. In 1972 werd hij al Frans kampioen bij de junioren, maar het volgende jaar reed hij geen wedstrijden, omdat hij zijn dienstplicht vervulde. Hinault reed daardoor slechts één seizoen als amateur. Met een tweede plaats in de Route de France en de titel van achtervolgingskampioen van Frankrijk op zak, waagde hij in 1975 de overstap naar de profs. Zijn ploegleider Cyrille Guimard gaf hem de kans om zijn loopbaan rustig op te bouwen en de resultaten waren er ook naar. In 1975 werd hij al kampioen van Frankrijk in de achtervolging. Deze titel prolongeerde hij het volgende jaar, terwijl hij ook in allerlei kleine rittenwedstrijden succesvol was. Internationaal timmerde hij vooral aan de weg met een zesde plaats in het wereldkampioenschap.
In 1977 kwam de definitieve doorbraak van Bernard Hinault. Hij won de klassiekers Gent-Wevelgem en Luik-Bastenaken-Luik en bovendien de Grand Prix des Nations. In 1978 debuteerde Hinault in de Tour de France en hij sleepte meteen een overtuigende eindzege uit het vuur. Ook in 1979 legde hij iedereen zijn wil op in de Tour, maar in 1980 moest hij vanwege een onwillige knie de strijd staken. In 1981 en 1982 viel er echter aan zijn overmacht niet te tornen. Een blessure aan zijn knie hield hem in 1983 uit de Tour, omdat er operatief ingegrepen moest worden. Wel won hij eerder in het jaar nog de Waalse Pijl en de Ronde van Spanje.
In 1985 won hij voor de vijfde keer de Tour, mede dankzij de steun van zijn ploegmaat Greg LeMond. Bernard Hinault was een opmerkelijk renner, die wist wat hij wilde. Als hij ergens zijn zinnen op had gezet, dan slaagde hij er meestal ook in om dat te verwezenlijken. Zo won hij in 1980, na dus een mislukte Tour, op zeer indrukwekkende wijze het wereldkampioenschap in Sallanches. Hinault won driemaal de Giro d'Italia, in 1980, 1982 en 1985. Zijn naam komt ook tweemaal voor op de erelijst van de Ronde van Spanje. Hinault was geen veelvraat, maar en renner, die zijn wedstrijden uitzocht. Hinaults bijnaam luidde Le Blaireau, hetgeen door Nederlandse (maar ook andere niet-Franstalige) sportcommentatoren steevast werd vertaald met De Das. Die vertaling was niet eens zo gek bedacht: dassen zijn veelvraten en Hinault was dat - in de traditie van Eddy Merckx ook. Maar de Fransen bedoelden met Le Blaireau echter dat hij een knorrig mens was en dat was nog dichter bij de waarheid, want dassen knorren. Een alternatieve uitleg is dat Blaireau scheerkwast betekent, want Bernard Hinault had in het begin van zijn carrière vaak een zweetband om zijn hoofd zodat zijn haar er als een scheerkwast bovenuit stak. Dit is ooit door een nederlandse journalist ten onrechte vertaald als de das. Dit misverstand is begrijpelijk omdat blaireau zowel het een als het andere kan betekenen; scheerkwasten werden gemaakt van dassenhaar. Na zijn carrière ging Hinault in zaken en hij werd tevens opgenomen in de organisatie van de Tour de France.
MIGUEL INDURAIN
Miguel Indurain
Miguel Indurain schreef in 1995 geschiedenis door als eerste renner voor de vijfde keer opeenvolgende keer de Tour de France te winnen. Daarmee troefde de boomlange Spanjaard de andere recordhouders Jacques Anquetil, Eddy Merckx en Bernard Hinault af. Een zesde triomf zat er in 1996 echter niet meer in, waarop Miguel Indurain besloot om te stoppen met fietsen. Koel en berekenend snelde Miguel Indurain vijf jaar op rij naar de eindzege in de Tour. Vaak ontnam hij al in de eerste de beste tijdrit de Tour van alle spanning. Hij werd wel eens vergeleken met een robot, een automaat of een rekenmachine. Het geeft aan, dat er wel respect was voor zijn prestaties, maar dat ze buiten de Spaanse landsgrenzen beslist niet met enthousiasme werden begroet. Indurain werd vaak bekritiseerd, omdat hij zijn overwinningen op een gecalculeerde en defensieve wijze behaalde. Een tactiek, die Jacques Anquetil vroeger ook hanteerde en de Normandiër niet populair maakte.
De op 16 juli 1964 in Villava geboren Miguel Indurain werd als amateur in 1983 Spaans kampioen. Hij nam in 1984 deel aan de Olympische Spelen van Los Angeles en werd daarna prof. Miguel Indurain kreeg van zijn ploegleider Miguel Echevarri de kans om als renner te groeien. In 1985 reed hij vier dagen in de gele leiderstrui tijdens de Ronde van Spanje. Hij was daarmee de jongste klassementsleider in de geschiedenis van de Vuelta. Hij startte in 1985 op 19-jarige leeftijd voor het eerst in de Tour om ervaring op te doen. Net als in 1986 stapte Indurain toen voortijdig af. Echevarri zag een toekomstig rondewinnaar in de lange slungel uit Pamplona. De ploegleider, die zelf nog ploegmaat van Jacques Anquetil is geweest, had geduld en liet Indurain zich eerst enkele jaren uit de naad fietsen voor Pedro Delgado, zoals in de Tour van 1990 toen hij zijn eigen kansen opofferde voor "Perico". Indurain was al blij met zijn ritzege op Luz Ardiden en wachtte geduldig zijn kans af. In 1990 won hij de wereldbekerwedstrijd San Sebastian-San Sebastian.
In 1991 brak de 1 meter 88 lange Spanjaard definitief door. Hij werd tweede in de Vuelta en won op indrukwekkende wijze de Tour. Hij was niet als kopman gestart in de Tour, maar in de Pyreneeën sloeg hij wel zijn slag. Met steun van een sterke ploeg en door twee overwinningen in de tijdritten kon hij in Parijs als Tourwinnaar worden gehuldigd. In 1992 was hij de eerste Spanjaard, die de Ronde van Italië op zijn naam bracht. Hij droeg in de Giro maar liefst 20 dagen de rose leiderstrui. Enkele weken later won hij de Spaanse titel en ook in de Tour de France was hij weer de sterkste. Indurain dankte zijn tweede Tourzege vooral aan zijn meesterschap in de tijdritten, die hij met grote overmacht won. In 1993 won hij voor het tweede jaar op rij zowel de Giro als de Tour. In 1994 won hij als derde renner in de geschiedenis voor het vierde opeenvolgende jaar de Tour. Met een vijfde opeenvolgende overwinning in de Tour verbeterde Indurain in 1995 alle bestaande records.
In Colombia werd hij later voor het eerst wereldkampioen tijdrijden. In de wegwedstrijd loodste Indurain zijn landgenoot Abarahm Olano naar de wereldtitel om daarna zelf genoegen te nemen met de zilveren medaille. Op 2 september 1994 verbeterde hij op de wielerbaan van Bordeaux het werelduurrecord van de Schot Obree en bracht het op 53 kilometer en 40 meter. Vijftig dagen later raakte hij het fameuze record al weer kwijt aan de Zwitser Tony Rominger.
LANCE ARMSTRONG
Lance Armstrong
Eind 1996 gaf niemand nog een cent voor de loopbaan van de door teelbalkanker getroffen Lance Armstrong. Medici gaven de Amerikaan weinig kans om ooit nog op het hoogste niveau te kunnen fietsen. Bijna drie jaar na de ontdekking van de vreselijke ziekte stond Lance Armstrong in Parijs op de hoogste trede van het podium van de Tour de France. Hij volbracht een wonder en gaf daarmee andere kankerpatiënten enorm veel mentale steun.
Op 2 oktober 1996, om 17.15 uur kreeg Lance Armstrong in het Saint David-ziekenhuis van Austin de ontstellende diagnose van kankerspecialist Dudley J. Youman: “Lance, je hebt kanker”. Het was een keiharde klap in het gezicht van de man, die iedereen kende als een gezonde brok natuur, een man die met zijn stoere kracht een topwielrenner werd. Hij moest geopereerd worden, want er waren ook uitzaaiingen in de hersenen geconstateerd. En verder onderging hij enkele chemokuren.
Lance Armstrong keek de dood in de ogen, maar eind 1997 kondigde hij toch zijn comeback aan, maar sponsor Cofidis zag dat niet zitten. Armstrong tekende een contract bij de Amerikaanse US Postal-ploeg. Begin 1998 voorspelde hij al zijn comeback. In de Vuelta verraste hij met een knappe vierde plaats in de eindstand en bij het WK in Valkenburg eindigde hij ook twee keer net naast het erepodium. De twijfels over zijn comeback waren toen al verdwenen, maar ploegleider Johan Bruyneel zette Lance Armstrong pas op het goede spoor. Hij overtuigde Armstrong van zijn kansen op een Tourzege.
De 1 meter 77 lange Lance Armstrong was op 16-jarige leeftijd al professioneel triatleet, maar omdat hij geen sponsors kon vinden, schakelde hij over op het wielrennen. In 1989 debuteerde de op 18 september 1971 geboren Texaan bij het WK voor junioren in Moskou met een 73ste plaats. Na de Olympische Spelen van Barcelona, waar hij veertiende werd, stapte Lance Armstrong over naar de profs. In de klassieker San Sebastian-San Sebastian maakte hij zijn debuut. Kort daarop demonstreerde hij met een tweede plaats in het Kampioenschap van Zürich zijn capaciteiten. Daarna won hij nog een rit in de Ronde van Galicië en de GP Sanson. In zijn eerste volledige profseizoen zette Armstrong zijn opmars direct voort door kampioen van zijn land te worden.
Lance Armstrong maakte een bliksemcarrière, want in 1993 werd hij op zijn 22ste in Oslo al wereldkampioen. Lange tijd dacht Armstrong dat hij een renner voor eendagswedstrijden was. Op zijn erelijst staan niet voor niets de Clasica San Sebastian en de Waalse Pijl. In de Tour won hij wel ritten, zoals in 1993 in Verdun en in 1995 de etappe naar Limoges, waarmee zijn verongelukte ploegmaat Fabio Casartelli werd geëerd. Maar illusies over het eindklassement maakte de Yank zich nooit. Totdat Johan Bruyneel hem overtuigde van zijn mogelijkheden. In 1999 greep hij in Le Puy du Fou in de proloog zijn eerste gele trui, die hij na de tweede etappe aan sprinter Kirsipuu moest afstaan. Maar in de tijdrit van Metz heroverde Armstrong het begeerde tricot en hij stond het daarna niet meer af. Met zijn Tourzege realiseerde Lance Armstrong een mirakel, dat lijkt op een modern sprookje. Maar het was de waarheid in een wereld waarin zelden plaats is voor sentimenten. Met zijn comeback was hij een voorbeeld voor vele andere kankerpatiënten. Zijn tweede overwinning in 2000 was een bevestiging van zijn terugkeer op het hoogste niveau. De concurrentie werd in de eerste de beste bergrit al de genadeslag toegebracht. Daarna kwam de positie van Armstrong niet meer in gevaar. Met een overwinning in de laatste tijdrit zette Lance Armstrong de kroon op het werk. Niet alleen winnaar van deze twee maar nog eens vijf maal was hij winnaar van de Ronde van Frankrijk dus totaal zeven maal.
|