Onze vierde koningin noemde koningin Astrid. Ze werd geboren op 17 november 1905 in Stockholm. In de lente van 1926 ontmoet ze de Belgische kroonprins Leopold. Het is liefde op het eerste gezicht en in november trouwen ze in Brussel. Ze krijgen samen 3 kinderen: op 11 oktober 1927 prinses Josephine-Charlotte, op 7 september 1930 prins Boudewijn en op 7 juni 1934 prins Albert, onze huidige koning. Bij de dood van haar schoonvader, Albert 1, wordt prinses Astrid de vierde koningin der Belgen. Het gezinsgeluk is van korte duur: amper één jaar later, dertig jaar oud, komt de nieuwe koningin om het leven bij een verkeersongeval in Küssnacht. Haar drie kinderen werden verder opgevoed door gouvernantes. Het zou duren tot december 1960 toen prins Bouwdewijn huwde met prinses Fabiola, vooraleer ons land weer een koningin kreeg. De nagedachtenis van deze zeer populaire koningin Astrid nam door de jaren heen mythische proporties aan. Nog steeds worden er iedere dag verse bloemen op het graf gelegd.
|