Een eeuwige zondaar?
'Ben ik een eeuwige zondaar?' Zo mag je jezelf niet noemen! Tenminste, niet als je ja hebt gezegd tegen Jezus. Als je een kind van God bent, verandert er iets. Want daardoor is er iets gebeurd met je, ook al voel je dat niet altijd: 1 Johannes 4:17 Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus. Je bent niet meer je oude ik, ook al gedraag je je soms nog zo. In Gods ogen ben je als Jezus. Wat een geschenk! (en wat gaaf en duidelijk die NBV-vertaling) Ja maar, zou God mij niet zat worden, ik blijf maar de fout in gaan... Jij kunt niet zo vaak de fout in gaan, of God kan het vergeven. Maar wil Hij het ook? Laten we het antwoord zoeken. Om te beginnen kijkt God niet gek op dat wij struikelen, het staat in Zijn Eigen woord: Spreuken 24:16 want de rechtvaardige valt zeven maal, doch staat weer op. Natuurlijk doet het God geen plezier ofzo als je de fout in gaat, maar wat Hem echt verdriet doet is blijven liggen! Sta op, staat er meteen achteraan! Door op te staan geef je alleen maar meer eer aan wat Jezus heeft gedaan! Het was God al bekend dat Zijn kinderen fouten zouden maken. Anders had Hij Zijn Zoon niet hoeven sturen. Die ging trouwens nog veel verder dan 7 keer. Jezus zei: Vergeef elkaar zeven maal zeventig maal per dag. Om dat te kunnen, hebben we Hemzelf nodig, dus zo is Hij Zelf blijkbaar ook naar ieder van ons! Onbegrijpelijk? Tsja, genade betekent eigenlijk ook iets krijgen wat je niet verdient. Niet logisch dus.... Hoe kun je goed/eerlijk omgaan met deze onbeperkte genade: 1) Geef je fouten toe (1 Joh. 1:9, 1 Joh. 2:1-2). Trouwens, als je schuldgevoel hebt, heb je daarmee in principe al bewezen dat je iets als fout erkent. Meer vraagt God niet, dus vraag jij dan ook niet meer van jezelf! 2) Blijf niet hangen in een zonde, dan raakt je geweten gebrandmerkt. Leer anders met je zonden omgaan, door er juist terwijl je er middenin zit, mee naar God te gaan (Hebr. 4:14-16) 3) Als het je zelf niet lukt om met iets te stoppen, zoek dan iemand op die voor je kan bidden. Principe: je kunt jezelf niet uit een put tillen, dan heb je iemand daarbuiten nodig om je eruit te trekken. Het stemmetje wat zegt: Bij jou is het te vaak misgegaan is een leugen. Lees Psalm 51.
|