1 DECOSTER CAROLUS EN VANDECASTEELE M LOUISExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Carolus °Eern 29/03/1867 x Vandecasteele xEernegem 13/01/1897
+Boezinge 09/06/1956 M Louise °Eernegem 04/08/1863
+Eernegem 07/02/1944
1 Irma °Eern 26/01/1897 x Duyck Prosper xEernegem 18/01/1923
+Eern 09/02/1984 °Snaaskerke 06/03/1892
+Eernegem 14/01/1965
2 Jules °Eern 04/03/1901 x Verzyck Irma xZuidschote 15/02/1924
+Bikschote17/12/1987 °Eernegem 06/04/1902
+Bikschote 19/03/1976
Charles was de oudste zoon in het gezin van Decoster Francies en Brouckmeersch Rosalie. Als oudste zoon mocht hij soms wel iets meer dan de andere kinderen. Vader Francies was een fervent jager. Charles mocht altijd mee op jacht. Zijn broers waren toen een beetje jaloers op hem. Ze gaven hem de bijnaam Krentestuute. Vanwaar die naam juist kwam wist onze contactpersoon niet.
Al heel jong was hij verzot op de meisjes. Dat zou hij zijn gehele leven blijven. Hij had toch de naam van
.En raak dan die naam maar eens kwijt.
Zo ook leerde hij het buurmeisje Marie-Louise Vandecasteele kennen. Marie Louise was de dochter van en Timmerman. Haar ouders waren vroeg gestorven. Ze moest het huishouden verzorgen voor zichzelf en haar drie broers. Ze hadden het niet te breed en gingen af en toe werken bij boer Cissen Coster. Daar leerde ze Charles, de oudste zoon van Cissen kennen en beminnen. Marie Louise en Charles kenden mekaar al van in hun jeugd. Ze waren immers buren. Ze wilden eigenlijk al huwen in 1896. Het huwelijk werd lange tijd uitgesteld door het overlijden van moeder Rosalie Brouckmeersch. Zij overleed op 3 oktober 1896. Marie-Louise en Charles huwden op 13 januari 1897, Katen was 30 jaar, Marie Louise was 34 jaar.
Charles en Marie-Louise gingen boeren op de hoeve op het Muizenveld (toen Muizenveld 76, nu Muizenveld nr 27). Irma werd er geboren in 1897. Henri, de oudste broer van Charles was peter. Irma ging ieder jaar nieuwjaar vieren bij peter Henri. Ze mochten er lukken eten, dat wel, maar voor de rest was Henri nogal krenterig. Vier jaar later werd Jules geboren.
Op de hoeve ging alles zijn gewone gang. Marie-Louise zorgde voor de kinderen. Charles was meer een man van de wereld. Hij trok zich aan van de politiek in de gemeente Eernegem. Na de oorlog was hij zelfs gemeenteraadslid.
De eerste wereldoorlog had veel veranderd voor de gewone mensen in de streek.
De twee arrondissementen Ieper en Diksmuide werden nagenoeg geheel vernietigd. Deze streek was het meest winstgevende en vruchtbaarste deel van ons land. Na de aftocht van de Duitsers bleef slechts een verscheurde en doorwoelde streek over. Het geheel was vervormd met obusputten, loopgraven en moerassen. De gehele streek was ontvolkt en verlaten door de gruwelijke oorlog.
De bevolking keerde geleidelijk aan terug. Men kon bijna niet meer zien waar nog mensen hadden gewoond. Hier en daar waren er betonnen bunkers die als eerste woningen moesten dienen voor de terugkerende vluchtelingen.
De aangerichte verwoesting was enorm groot. Chinese arbeiders-militairen werden ingezet om militaire wrakken en resten van munitie op te ruimen. De Belgische Heidemaatschappij had tot taak de gronden te effenen, afwateringen herstellen, grote en kleine wegen heraanleggen, werken van ontginning en beplanting. Stilletjes aan begon de heropbouw. Aannemers van over geheel Belgie konden aan de slag om de frontstreek een nieuw uitzicht te geven.
De Belgische Boerenbond richtte te Roeselare een Bijzondere Dienst der Verwoeste Gewesten op. Het werd een inlichtingenbureel, waar vanuit alle uithoeken van het land, mensen toe kwamen met de bedoeling in de streek een nieuw bestaan op te bouwen. Vele jonge boeren voelden zich aangetrokken door de ruime subsidies en de vruchtbare grond. Zo ook Charles, hij besloot zijn hoeve op het Muizenveld te verkopen en een nieuwe toekomst op te bouwen in Boezinge. Hij was trouwens niet alleen. Zijn zuster Romanie en haar man Charles Logier zagen het ook niet meer zitten verder te boeren in Leke. Zij konden een boerderij huren in Zuidschote.
De hoeve op het Muizenveld werd verkocht aan Bruno Spillier en Virginie Vandecasteele (°Aartrijke). Zij kwamen van Leffinge en verhuisden naar Eernegem op 20/02/1923. Rond 1945 kwam Petrus Vandewalle er wonen. Hij bouwde er rond 1950 een nieuwe woning.
Na de verkoop van de hoeve kocht Carolus een woning in de Stationstraat (toen nr 80) in Eernegem. Het was de woning waar postmeester Adhemar Lemiere, gehuwd met Julie Bulcke, woonde. Adhemar Lemiere verhuisde naar Langemark.
Het was wel nog even schipperen in die periode. De hoeve in Eernegem was verkocht. De familie Charles Decoster moest plaats maken voor de nieuwe eigenaars. Ondertussen was Irma gehuwd met Prosper Duyck. Zij betrokken de woning in de Stationstraat. De hoeve in Boezinge was nog niet bewoonbaar. Charles en Marie-Louise verhuisden naar Zuidschote. Daar gingen ze een tijdje inwonen bij Charles Logier en Romanie Decoster. Charles deed aangifte van zijn vertrek op het gemeentehuis in Eernegem op 07/04/1924. Zoon Jules was voordien al verhuisd (03/07/1923) naar Zuidschote. Dat is echter een ander verhaal (zie verder)
In 1924 was Charles ondertussen 57 jaar geworden, zijn vrouw was 61 jaar. In Boezinge ging het leven er verder zijn gewone gang. Charles en Marie Louise woonden er in bij hun zoon Jules die ondertussen gehuwd was met Irma Verzyck.
Naar het einde van haar leven toe wilde Marie-Louise niets anders meer doen dan werken. De kinderen vonden dat, gezien haar ouderdom, het niet zo goed meer was voor haar om in Boezinge te blijven en drongen er op aan dat ze naar Eernegem zou verhuizen. Ook haar gezondheid was niet zo goed meer, ze had nogal veel last van haar maag. Marie-Louise kwam inwonen bij haar dochter Irma.
Marie-Louise Vandecasteele stierf in Eernegem op 7 februari 1944. Ze was 81 jaar geworden. We citeren uit haar bidprentje:
De dood zal komen als een dief in den nacht, wanneer gij er't minst aan denkt. Wees dan altoos bereid
..
Meetje was bereid: haar voorbeeldig leven staat daar borg voor. Zij kenmerkte zich door haar goedheid en eenvoudigheid, gezapig en geregeld van zeden, aangenaam en gezellig in hare gesprekken, nog naarstig en bedrijvig niettegenstaande haren hoogen ouderdom. Nooit heeft zij betracht aardsche roem en glorie te verwerven, maar onbaatzuchtig haar plicht te doen tegenover God en de haren.
Charles, officieel Carolus, had twee bijnamen: Katen en De Boaerd. Hij had een zeer grote baard. Om te lachen kon hij wel eens zeggen dat hij nog naast Koning Leopold stond om met hem te vergelijken wie de mooiste baard had.
Hij was een levensgenieter. Hij zag graag de vrouwtjes maar lette toch op zijn zaken. Hij liet zijn kinderen niet onbemiddeld achter. Hij kon het huis in de Stationstraat kopen voor zijn dochter en de boerderij in Boezinge overnemen zonder schulden te maken.
Charles overleefde zijn vrouw nog 12 jaar. In Boezinge kon hij vele jaren rekenen op de goede zorgen van zijn schoondochter Irma Verzyck. Hij stierf op 9 juni 1956. Hij was 89 jaar.
1a Decoster Irma Duyck Prosper
Irma °Eern 26/01/1897 x Duyck Prosper xEernegem 18/01/1923
+Eern 09/02/1984 °Snaaskerke 06/03/1892
+Eernegem 14/01/1965
1 Jacqueline °Eern 12/11/1923 x Roelens Andre xEernegem 04/03/1946
°Eernegem 29/05/1921
2 Marie-Je °Eern 21/11/1926 x Vanbesien Roger °Klerken 08/07/1922
+ 22/10/1989
Prosper Duyck uit Snaaskerke werd op 18/09/1912 onderwijzer benoemd in Eernegem. Hij verving Arthur Fol. Prosper kreeg de eerste klas.
Bij het uitbreken van WOI vluchtte de familie Duyck naar Frankrijk. Prosper werd soldaat.
Na de oorlog was Prosper reeds op 10/02/1919 terug in Eernegem .Hij hervatte onmiddellijk de vijfde klas. Op 20 mei 1920 werd Prosper als onderwijzer vast benoemd in de gemeenteschool, ter vervanging van Arthur Vanmassenhove die ontslag nam om herenboer te worden in Normandie.
Begin 1922 had de gemeente Eernegem een nieuwe secretaris nodig. Prosper besloot zich kandidaat te stellen. Een secretaris wordt door de gemeenteraad benoemd en dus besloot de jonge Pros alle gemeenteraadsleden een bezoekje te brengen om hun stem te vragen. Zo ook belande hij in de woning gelegen Muizenveld 76, op de hoeve van Carolus Decoster. Deze was immers in die periode gemeenteraadslid. Op de hoeve ontmoette Prosper de jonge Irma. Naar verluid was het liefde op het eerste zicht. Zij huwden op 18 januari 1923.
Op 22/04/1922 neemt Prosper ontslag als onderwijzer. Vier dagen later (26/04/1922) stelt de gemeenteraad hem aan als nieuwe gemeentesecretaris.
Gedurende WOII ontploften er verschillende V2 bommen in Eernegem. Eén ontplofte nabij de gemeenteschool. Er waren vele doden. Ook in de tuin van de familie Duyck ontplofte een bom. Er was heel veel schade aan de woning. Het gezin besloot te vluchten. Ze kwamen op de hoeve Blomme terecht. Bij hun aankomst aldaar was Julie bezig met de pap te roeren in een grote ketel die boven de open haard hing. Julie had het blijkbaar niet erg voor de familie Duyck en zei op een schertsende manier, na het aanhoren van het relaas van de ontploffing: En zo hebben jullie ook eens tegenslag gehad, jullie hebben nog nooit iets meegemaakt. Na een viertal nachten bij de familie Blomme vonden ze onderdak in de woning van notaris Boedts.
Op zijn bidpretje werd Prosper Duyck als volgt beschreven:
Als gemeentesecretaris was hij mens met de mensen; schrander in zijn beslissingen, met doorzicht en intuïtie verkende hij elke situatie met geduld en niet voortvarend loste hij elk probleem op; hij was onmeedogend voor kruiperij en gevlei; wars van alle oneerlijkheid, chantage of omkoperij. Hij was begrijpend voor zwakheid of onkunde; voorkomend voor onwil of bedrog; zonder onderscheid van persoon, stand of rang. Hij was in dienst van de gemeente en belangeloos ten dienste van iedereen. Zo stond hij onbaatzuchtig ten dienste van zijn volk in de grootste eenvoud en de ontkenning van zichzelf.
1b Decoster Jules Verzyck Irma
Jules °Eern 04/03/1901 x Verzyck Irma xZuidschote 15/02/1924
+Bikschot 17/12/1987 °Eernegem 06/04/1902
+Bikschote 19/03/1976
· Jules was een levensgenieter. Hij leerde Irma Verzyck kennen. Het was grote liefde. Irma was afkomstig van Eernegem, van aan de andere kant van de Doolbos. Haar ouders waren helemaal niet akkoord met de vrijage. Om te kunnen huwen vertelde ze haar ouders dat ze in verwachting was, wat gelogen was, ze kreeg nooit kinderen. Irma verliet de ouderlijke woning om nooit meer terug te keren (officieel 1/10/1924).
· Jules en Irma vestigden zich in Zuidschote, in het dorp. Na hun huwelijk wilde Jules eerst een poosje van het leven genieten vooraleer het werkelijke leven te beginnen (zo vertelde hij het toch aan zijn familie). De werkelijkheid was dat de hoeve in Boezinge die ze zouden betrekken nog niet afgewerkt was. Jules ging veel helpen op de boerderij van tante Romanie in Zuidschote (o.a. bieten zetten). Jules bezat een paard. Aangezien er in zijn woning geen plaats genoeg was stalde hij het paard aan de andere kant in het café. Natuurlijk moest hij het paard te eten geven. Dit deed hij een verschillende keer per dag
· Jules en Irma boerden er op de hoeve in Boezinge. Vader Charles en moeder Marie Louise woonden bij hen in. In hun oude dag konden Charles en Marie Louise zich geen betere schoondochter wensen. Irma zorgde voor hen als geen ander.
· Jules hield van de vrouwen. Irma was dan ook heel jaloers. Toch kwam Jules altijd terug naar huis, al was het soms heel laat. Dikwijls stond hij voor een gesloten deur.
Eens had hij een verhouding met een getrouwde vrouw uit Brugge. Op één of andere manier had hij een ladder nodig om al over een dak in de woning van die vrouw binnen te raken in Brugge. De buren in Boezinge wisten wanneer Jules naar Brugge vertrok, ze zagen het aan de ladder die bovenop de auto gebonden was.
· Jules was een fervent pensjager. Iedereen kende hem. Heden, twintig jaar na zijn overlijden kunnen de mensen uit de buurt hem nog levendig voorstellen: De pensjager met een mond slechte tanden. Uiteraard waren de jachtwachters niet tevreden met het gestroop van Jules. Dikwijls lagen zij op de wacht om Jules te snappen. Dit gebeurde echter niet. Jules kon ermee lachen. Terwijl de jachtwachters op mij liggen te loeren in de nacht, lig ik met hun vrouw in bed, zei hij.
Jules was een expert in het stropen. Hij bond het licht onderaan zijn geweer en lichtte zo naar de hazen. De hazen zaten dan te spelen in de lichtbundel. Indien deze te ver van hem vandaan waren, kon hij ze met zijn lichtbundel dichter trekken tot ze binnen schootsafstand kwamen. Carlos Logier was het petekind van Jules. Carlos ging dikwijls met hem mee om te stropen, Jules lichte de hazen en Carlos mocht ze neerleggen.
· Na zijn op pensioenstelling ging Jules soms helpen bij Edgard Logier in Roeselare. Edgard was toen al overleden. Op een dag waren Carlos en Jules bieten aan het halen van het veld. Carlos reed met de kar en het paard, Jules keek uit op de grote baan om de autos tegen te houden en aldus het paard met de kar op een veilige manier te laten oversteken. Een prachtige Mercedes stopte en een deftige heer, met col en plastron, stapte uit. Hij vroeg welke baan dit hier was. Jules antwoordde zonder verpinken: Dit hier? Dit is een asfaltbaan. Jules knipoogde naar Carlos en beiden vervolgden hun weg.
· Een andere keer wilde Jules enkele zakken paardenstront meenemen naar huis om te verwerken in zijn tuin. Hij vulde geheel de koffer van zijn Taunus met zakken en vertrok richting Bikschote. Onderweg werd hij tegen gehouden door de rijkswacht. Na zijn papieren te hebben gecontroleerd en rond de Taunus te hebben gelopen vroegen ze hem zijn koffer open te doen. En wat is dat hier?. Dat is stront. De gendarmes dachten dat Jules hen voor aap hield en namen hem mee naar de rijkswachtkazerne. Aldaar gekomen goot hij de zakken paardenstront uit voor de neus van de verbaasde rijkswachtofficier van wacht.
· Ook op oudere leeftijd waren Jules en Irma nog levensgenieters. Velen in Eernegem zien hen nog voorbijsnorren met hun mooie sportwagen.
· Irma Verzyck is haastig overleden in haar woning te Bikschote, Langemark, op 19 maart 1976. Ze was 74 jaar. We citeren haar bidprentje:
Zij was lid van de Broederschap van 0.-L.-Vrouw.
In alle omstandigheden van het leven bleef zij de vriendelijke opgewekte vrouw, die haar eigen lasten en moeilijkheden verborg om de zorgen van de anderen te verlichten: zo dikwijls ging zij helpen bij vrienden en geburen als zij in nood waren en ze deed het gaarne.
Nu zij zo gelukkig met haar echtgenoot van een welverdiende rust genoot, heeft God haar plots tot Zich geroepen, om eeuwig bij Hem te leven.
· Na de dood van zijn vrouw leerde Jules Hilde Lambert kennen. Hij kende haar eigenlijk al van in 1965 toen hij met Irma op pensioen ging. Ze gingen toen wonen in het huisje naast Hilde Lambert, in Bikschote Diksmuidestraat 31. Beide woningen vormden een tweewoonst. Jules had toen al een verhouding met Hilde, tot groot ongenoegen van zijn vrouw. De vader van Hilde was een Duits soldaat die hier achter was gebleven na de eerste wereldoorlog. Haar moeder was vroeg gestorven. Hilde was nooit gehuwd.
Jules stierf in de kliniek in Ieper op 17 december 1987. Hij was 86 jaar.
Zijn bidprentje:
Toen hij kwam rusten in zijn huizeke te lande was hij een gelukkig man die mee leefde met de natuur en het werk op het land bleef volgen ; ook toen beleefde hij er deugd aan zijn oude sport te kunnen beoefenen en nu en dan eens te jagen. Maar met de ouderdom kwamen ook voor hem lastige jaren van ziekte en ongemakken, toch bleef hij steeds opgewekt en vol moed en bereidde zich voor op de naderende dood, die hij niet vreesde en waarover hij gemakkelijk kon spreken.
Dierbare familieleden en vrienden ik dank U voor alles wat U voor mij hebt gedaan, U vooral Hilde, mijn oprechte dank voor uw genegenheden uw liefdevolle behulpzaamheid; dankzij U kon ik in mijn huis blijven
|