De lieve kleine kuikentjes,met hun lieve zachte veertjes,ze piepen en gaan flink tekeer,de lente komt met het goede weer,al is het buiten nog koud,moeder kip die van hen houdt,geeft hun warmte met haar veren,ze beschermt hen onder haar vleugels,de kleine lieve kuikentjes hebben het vast wel heel koud.
Tranen van een engel,die stromen vrij,als genezend water,vallen ze op mij neer,ik vang ze op en wil ze weg schenken ,ik kijk om mij heen ,de engel kijkt mee,aan wie mag ik ze geven?waarom zijn er zovelen,die met hun handen open staan,vragen ze allemaal om genezing?ik kijk de engel aan en samen huilen wij,een rivier vol met tranen,eeuwig gaan we door,zijn er zoveel ,die om genezing smeken.
De bomen komen uit de grond,en uit hun stam de twijgen diep geluk,en iedereen vind het doodgewoon,dat zij weer bladeren krijgen,we zien ze vallen naar de grond en dan opnieuw weer openbloeien,zo heeft de aarde ons het geleerd,dat al wat sterft,achteraf weer gaat bloeien
Een lach haalt mij overstag,ik geniet van die trekjes om een lach,kuiltjes die het oppervlak laten hobbelen,wangetjes die heen en weer schommelen,contouren die het gezicht versieren,gelaatstrekken die even een feestje vieren,mondhoekjes die de grenzen zoeken,en daarmee vaak succes boeken,tanden worden weer gevonden,een glimlach werdt jou toegezonden
Mooi ,wat ben je mooi,je ziet het niet,maar als morgen de zon opkomt,gaan je ogen open,blinken als edelstenen,smekend om gratie,zo kwetsbaar en sterk,als morgen de zon opkomt,zie jij je ogen,als een zielenpoort,naar zoveel andere demensies,een poort naar een leven,verrijkend,volmaakt,en het regent licht,als jij morgen ontwaakt,zal jij zien,je bent zo mooi,ik zie het,waarom jij nog niet.
Dans alsof er niemand naar jou kijkt ,zing alsof nieman jou kan horen ,lach alsof je nooit verdriet hebt gekend,heb lief alsof je nooit gewond bent geweest,leef alof de hemel op aarde is