Een legaat
In 1971 vermaakte de heer P.J. van der Kamp de stoomwasserij die generaties lang in zijn familie was geweest aan de Hervormde Kerk van IJsselmuiden. Het legaat gaf aanleiding tot groot gekrakeel. De gemeente wilde op het terrein bungalows bouwen. Fabrikanten wilden de grond gebruiken als fabrieksterrein. En de kerk wilde zoveel mogelijk geld vangen voor de grond en de opstallen. De monumentenliefhebbers wilden echter de wasserij bewaren als uitzonderlijk monument van techniek en bedrijf. De strijd om de stoomwasserij barstte in volle hevigheid los. Het familiebezit was zo goed mogelijk onderhouden. De stoommachine die omstreeks 1900 was gebouwd door de firma Bayer in Rotterdam en de wasmachines waren er nog. Weliswaar waren in de Tweede Wereldoorlog alle ruiten gesprongen, toen de IJsselbrug werd opgeblazen, maar deze waren later provisorisch dicht gemaakt, zodat het weer geen invloed op het verval zou krijgen.

De kerk ging het er alleen maar om zoveel mogelijk geld te krijgen. Het kwam tot een Salomonsoordeel. De stoomwasserij moest bewaard blijven, en mocht worden verplaatst. En zo belandde het hele bedrijf in het Zuiderzeemuseum waar jaarlijks duizenden mensen, die thuis gewend zijn om snel even een wasje te draaien en te drogen, kunnen zien wat een enorme klus het vroeger was om een schone was te krijgen.