Het bos rond het kasteel bestaat grotendeels uit eik, es en esdoorn. Daarnaast zijn beuken, tamme kastanjes, lindes en andere soorten aangeplant, veelal groepsgewijs of in een lijnbeplanting. Langs de randen van de gazons zijn veel sierstruiken en exoten aangeplant. Het bos is rijk aan stinzenplanten. Deze van origine aangeplante soorten zijn kenmerkend voor landgoedmilieus, waar ze vanaf de achttiende eeuw zijn verwilderd. Soorten die nu op het landgoed voorkomen, zoals gulden boterbloem, voorjaarshelmbloem, aronskelk en stengelloze sleutelbloem, komen al in oude documenten over Ter Hooge voor.
Opmerkelijk is het grote aantal soorten paddestoelen in het gebied: er zijn meer dan 200 soorten te vinden, waaronder enkele Rode Lijst soorten. De meeste soorten zijn hout-gebonden; dood hout in het bos is dus van groot belang voor de verscheidenheid aan soorten
Blauwe Reiger
Vogels zijn er ook talrijk. Er broeden zo'n 40 soorten in het gebied, waaronder staartmees, zwartkop, tuinfluiter en grote bonte specht. Een bijzondere broedvogel is de blauwe reiger. Deze koloniebroeder heeft zich op Ter Hooge hervestigd in 1989. De broedkolonie is de belangrijkste kolonie van Midden-Zeeland. Omdat blauwe reigers erg gevoelig zijn voor strenge winters, kan het aantal broedparen van jaar tot jaar sterk verschillen.