Fietsen gepakt, en op naar ECOMARE, was wel veel wind en koud.
Ecomare is zeehonden- en vogelopvang maar ook het natuurcentrum van Texel. Het bezoekerscentrum van Nationaal Park 'Duinen van Texel' is gevestigd in Ecomare.
Gelukkig was er veel binnen
En buiten
Potvis
In 1953 spoelde een potvis aan op de Hors. Er was niet veel van over. Gerrit de Haan, directeur van het Texels museum verzamelde het skelet, maar de bovenschedel was weg. 25 jaar later werd vlak bij de Vliehors een bovenschedel gevonden...van dezelfde potvis! Zo bleek het skelet weer bijna compleet. Het Texels Museum, nu Ecomare, stelde het skelet buiten bij de zeehonden tentoon en bouwde er een levensecht model omheen. Toen in 2010 het buitengebied werd vernieuwd bleek het model te zijn versleten. Het skelet wordt nog wel bewaard.
Potvis
Potvissen zijn de grootste tandwalvissen op aarde. De mannetjes kunnen een stuk groter worden dan de vrouwtjes. Vooral de kop van de potvis is enorm, die neemt eenderde deel van het hele lichaam in beslag. De onderkaak is juist weer opvallend smal. Potvissen eten vooral reusachtige pijlinktvissen, die op grote diepte leven. Potvissen zijn dan ook gespecialiseerd in diep duiken, tot een record-diepte van wel 2800 meter.
Nog even naar het Strand,
En daarna weer naar het huisje. Weer een rustige avond.
Morgen zit Texel er alweer op
Nog even langs de Vuurtoren.
Jaren lang dikwijls vanaf zee gezien.
Soms aan het begin van een reis, met zijn stralen zwaaide hij ons uit.
Of, we voeren er langs, van een verre haven naar een andere verre haven
en soms,
"jongens, kijk nog maar eens goed, morgen ben je thuis".
Was nog nooit op Texel geweest,
maar nu moest ik toch eens bij hem op bezoek.
Veel herinderingen komen dan weer boven,
Het was ijzig koud, hoge vochtigheidsgraad,
maar toch genieten.
Daarna langs de andere kant van het Eiland terug naar de boot.
07-12-2010
Nog even terugkijken.
Absoluut goed bevallen,
In het voorjaar zeker nog een doel, misschien samen met de andere eilanden.
Weer naar de Vaste wal.
En door naar Enkhuizen, waar wij met kennissen afgesproken hadden.
hier wat gegeten in het Stationrestaurant, en bijgepraat.
Ondertussen begon het te sneeuwen, dus niet meer het stadje ingeweest, en meteen door naar Egmond, waar we beiden een midweek geboekt hadden.
De volgende dag.
'sMorgens eerst naar elkaar gezwaait, toen de gordijen opengingen, we hadden huisjes naast elkaar.
En er lag een laag sneeuw van een cm of 10, een prachtig gezicht.
De morgen besteed aan het verkennen van het park, en koffie met........
Egmond aan Zee.
In de middag het dorp verkend, maar het was zo guur buiten, dat we weer snel naar het park gegaan zijn, en ons tegoed gedaan hebben aan de SNERT.
Aan het einde van deze blog komt nog een link naar Egmond aan zee, en omgevig, gemaakt vorig jaar in de lente.
Enkhuizen
De volgende dag naar Enkhuizen, waar we afgesproken hadden met enkele leden van de internetgroep "Scheepvaart".
In Egmond 10 cm sneeuw, in Enkhuizen practisch niets.
Daar kregen we eerst een rondleiding.
Een ijzige wind, gevoelsmatig -15 graden.
Naar het Museum
***
Binnenmuseum Zuiderzeemuseum
Schepenhal
Vanaf de loopbrug, hoog boven de vloer van de schepenhal, hebben bezoekers van het binnenmuseum een wijds uitzicht over de grootste verzameling houten schepen in Europa. Het is ook mogelijk om tussen de boten door lopen. Deze historische houten schepen horen tot de meest bijzondere stukken uit de verzameling van het Zuiderzeemuseum. Te zien zijn onder meer een ijsvlet, een transportschip, een Sperwer en een Fries jagersbootje.
Boeier ‘Sperwer’, 1885-1886
De Sperwer is een van de mooiste boeiers van de scheepsbouwer Eeltje Holtrop van der Zee. ‘Eeltjebaas’ wordt gezien als de meest bekwame boeierbouwer van zijn tijd. Naast functionaliteit streefde hij ook schoonheid na. Boeiers werden in de vorige eeuw al als plezierjacht gebruikt. Deze is gebouwd voor de heer A. Jurjens uit Amsterdam. Het was een snel schip, dat veel zeil kon voeren (ca. 100 m2). In 1892 won de Sperwer in Sneek de zilveren ‘New York Society Cup’. De naam van het schip wordt verbeeld in de vergulde sperwer op het roer en is in de mastplank aangebracht. In 1926 werd het schip naar Engeland verkocht. De nieuwe eigenaar Merlin Minshall voer ermee door heel Europa naar de Zwarte Zee. Deze vier jaar durende tocht beschrijft hij in zijn boek ‘De avonturier’. Hierin meldt Minshall dat hij een Engelse geheim agent is met de veelzeggende code 007. Zijn baas Ian Fleming heeft na de oorlog op basis van Minshall en zijn avonturen zijn beroemde James Bond figuur gecreëerd. De boeier is echter geen onderwerp geweest van Flemings verhalen.
Verder
Heel veel te zien, veel moois maar ook moderne kunst met voor mij ????ens.
Maar ieder zijn smaak.
Weer naar Huis
Nog een wandeling, wat eten en weer terug naar het station.
Een dag, voor herhaling vatbaar.
Genoten.
De Donderdag
Voor de middag was het glad, sneeuw en wind, thuis gebleven.
In de middag nog enen naar velzen en de sluizen van Ijmuiden.
En dan weer snel in de warmte van het huisje.
Weer naar Zeeland.
Na nog koffie gedronken te hebben, afscheid genomen, weer naar Souburg.
Mist, en voor de sneeuw uit, in Vlissingen aangekomen.
Daar wat gegeten aan de waterkant, en ongelooflijk,