Ik ben helemaal geen fan van de stad en na onze paradijselijke verblijfplaatsen is Chiang mai, de tweede grootste stad van Thailand, toch echt even wennen. 's Ochtends nemen we weer uitgebreid afscheid en dan gaan we met onze privé chauffeur, de zus van de eigenaresse, op weg voor een rit van vier uur. Eenmaal aangekomen moeten we naar het kantoor voor onze trekking die we overmorgen gaan doen. Het adres lijkt niet te bestaan. We bellen ze op en ze blijken tijdelijk een ander onderkomen te hebben. Eenmaal daar vindt de meneer niets van ons terug. Uiteindelijk gewoon een nieuw briefje gemaakt met de gegevens uit onze voorbereiding. We moesten komen om een kopie van ons paspoort te laten maken, maar het kopiemachine blijkt dus kapot. Twee uur later staan we er weer buiten.
Op zondag is het walking street, soort van markt in een autovrije zone, maar dit is echt gigantisch groot. Er lijkt geen einde aan te komen. Het is ook bijzonder druk. Voor het eerst zien we veel westerse toeristen. We eten roti met banaan en drinken vers geperst fruitsap. Ik loop over de markt met een kleintje aan de borst en eentje aan mijn poep. De eerste broeken, kleedje en souvenirs zijn gekocht.
|