Laag per laag weggevreten miljoenen tonnen zand en poldergrond. Begin van een stukje heimwee. Einde van een plaatselijk tijdperk.
Waar eens de paarden graasde, zojuist een dertigtonner raasde en't boerken nu voor goed ontzield, die van zijn veld en piepers hield, ziet nu alleen maar mist en rook, en zeker van geen vuurkestook, wanneer hij op den Scheldedijk, ziet 't eeuwenoude zwarte slijk, waarnaast zij stonden eens te loeien, zijn wit me zwart geplekte koeien.
uit "gedichten van een krabbevanger" door "Werner Bril"
|