Onze laatste dag Duitsland, Frankrijk en Luxemburg zit er bijna op. Morgen doen we 250 kilometer over Bastogne, Marche en Brussel naar Vlaanderen. De reisgidsen en wegenkaarten moeten niet ver weg gestoken worden, want vanaf morgen breekt de tijd aan om een volgende trip naar een gebied in Duitsland te ontdekken, daar waar we nog niet geweest zijn. Misschien wordt het Bayern, de Allgau en de Chiemsee. Veel lezen, studeren en zoekwerk op het internet komt eraan. De V200 gaat terug naar de modelbaan om er zijn rondjes te rijden. Maar volgend jaar mag hij terug mee, terug naar zijn Heimat!
Vandaag heb ik samen met onze hond Diarmuid efkes mijn beer uitgelaten. Een stevige voettocht met super steile hellingen leidde ons naar de barrage en door de bossen. Ik was gewapend met mijn elektronisch kompas en leuk was dat de wandelwegen goed bewegwijzerd waren. Minder leuk was dat de boeren de officiële paden overploegen. Dan ben ik maar door de akkers gestapt, zoals het op de wandelkaart beschreven stond. De herfst is goed in het land en de koude wind liet zich goed voelen op 500 meter hoogte, een stijging van 250 meter boven de camping.
Luxemburg is momenteel bezig al zijn bruggen over de Sauer te vernieuwen. Als je aan de verkeerde kant van de Sauer of de Sûre staat, dan kan je een camping nooit bereiken. Dat is de reden waarom we gisteren vruchteloos vele kilometers moesten rijden om uiteindelijk camping “Im Aal” te bereiken. Esch-sur-Sauer is een vredig dorp. Ik vond er zelfs een katje, dat met een dode muis aan het spelen was.
Hier dan de foto’s van vandaag. Camping “Aal” in Esch-sur-Sûre. Het is hier heel rustig, er is nog niemand om ons in te schrijven. Via de telefoon werd afgesproken dat dit morgen pas dient te gebeuren. We staan op 500 meter van het dorp, aan de oever van de Sauer of de Sûre.
Na vele omzwermingen zijn we aangeland op de camping “Im Aal” in Esch-sur-Sûre in Luxemburg. Na 300 kilometer gereden te hebben met omleidingen wegens vele wegenwerken in het Saarland, Duitsland, bleek dat de eerste camping niet bereikbaar was. De burg over de Sûre was opgebroken. Bij de tweede camping van onze keuze ondervonden we hetzelfde probleem. Via talloze haarspeldbochten, steile hellingen en smalle weggetjes zijn we dan eindelijk aangeland. De camping ziet er mooi uit, en rustgevend. We staan vlak aan de Sûre. Foto’s volgen morgen.
De heilige Odile draait zich tweemaal om in haar graf. Eerst omdat ze dagelijks een pak toeristen te verwerken krijgt, en nog eens omdat al die toeristen luidruchtig hun uitstapje beleven in een klooster, dat schreeuwt om intimiteit. De heilige ligt terug goed in haar graf en kan verder genieten van het prachtige uitzicht vanop de Mont St.Odile. Je hebt er uitkijk op de Elzas en de Vogezen. Morgen breken we onze luifel af en zetten koers naar Luxemburg, een rit van 300 kilometer.
Obernai is een typische stad uit de Elzas. Ook daar droppen de autocars hun toeristen. Vroeger stapten ze uit de autocar met rugzak. Tegenwoordig doen ze dat met rollators. Er zijn zelfs rollators van één meter breed, die het volledige voetpad bezetten. Maar goed, de toeristen zijn content en vinden hun obligate souvenirs. Het gebied werd door de geschiedenis heen en weer geslingerd tussen Frankrijk en Duitsland. Daarom zal je nooit aan het graf van een gesneuvelde soldaat lezen “mort pour la France”. Er staat altijd: “mort pour la patrie”, maar welk patrie of Vaterland?