Europese Grondwet - de details
Hieronder staan de artikelen, waar het meest op is aan te merken, vergezeld van commentaar. De volgende kwalificaties worden meegegeven: |
|
Pas op! Verlies onafhankelijkheid. |
|
Pas op! Verlies democratie. |
|
Pas op! Geweld. Militarisering. |
Grondwet Artikelen met commentaar
|
Artikel |
Artikel inhoud |
Commentaar |
I-3.3 |
De Unie zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van een evenwichtige economische groei en van prijsstabiliteit, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en van een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. De Unie bevordert wetenschappelijke en technische vooruitgang. |
Mooie doelstellingen, maar prijsstabiliteit, volledige werkgelegenheid, milieu en wetenschap zijn beleid en horen niet thuis in een grondwet.
|
I-6 |
De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie bij de uitoefening van de haar toegedeelde bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.
|
Belgisch recht, maar vooral Vlaamse rechten worden ondergeschikt aan het Europees recht. Hiermee verliest België en een toekomstig onafhankelijk Vlaanderen zijn onafhankelijkheid en daarmee ook zijn democratie, aangezien de Europese instellingen niet democratisch zijn. Bovendien is dit in strijd met de Belgische Grondwet. |
I-11.3 |
Krachtens het subsidiariteitsbeginsel treedt de Unie op de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, slechts op indien en voorzover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt.
De instellingen van de Unie passen het subsidiariteitsbeginsel toe overeenkomstig het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. De nationale parlementen zien er volgens de in dat Protocol vastgelegde procedure op toe dat het beginsel wordt geëerbiedigd.
|
Het gaat hier eigenlijk om het "doe-het-zelf beginsel". Europa is alleen de baas als het gaat om zaken, die beter niet per land kunnen worden geregeld. Het is echter vaag, wat hier onder valt. Het protocol, waarnaar wordt verwezen geeft boterzachte garanties. Het is afhankelijk van het oordeel van toekomstige Europese rechters, hoeveel macht de landen houden en hoeveel macht Europa naar zich toe trekt. |
I-11.3 |
In de gevallen waarin bij de Grondwet op een bepaald gebied een bevoegdheid aan de Unie wordt toegedeeld die zij met de lidstaten deelt, kunnen de Unie en de lidstaten wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen. De lidstaten oefenen hun bevoegdheid uit voorzover de Unie haar bevoegdheid niet heeft uitgeoefend of besloten heeft deze niet langer uit te oefenen.
|
Hieruit blijkt, dat de wetgeving van de Unie voorrang heeft op die van de lidstaten, zodra de Unie op een terrein van gedeelde bevoegdheden een wet maakt. Dat betekent, dat na verloop van tijd het terrein van de zogenaamde gedeelde bevoegdheden Europees terrein wordt. |
I-12.4 |
De Unie is bevoegd om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepalen en te voeren, met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid. |
Hier wordt de basis gelegd voor een Europees leger en Europees militair optreden. |
I-14.2 |
De gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten betreffen in het bijzonder de volgende gebieden:
a. interne markt;
b. sociaal beleid, voor de in deel III genoemde aspecten;
c. economische, sociale en territoriale samenhang;
d. landbouw en visserij, met uitsluiting van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee;
e. milieu;
f. consumentenbescherming;
g. vervoer;
h. trans-Europese netwerken;
i. energie;
j. de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht;
k. gemeenschappelijke veiligheidsvraagstukken op het gebied van volksgezondheid, voor de in deel III genoemde aspecten. |
Dit zijn allemaal "gedeelde bevoegdheden", die na verloop van tijd Europese bevoegdheden zullen zijn (zie I- 11.3 hierboven). |
I-14.3 |
Op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en ruimteonderzoek is de Unie bevoegd op te treden, en met name programmas vast te stellen en uit te voeren; de uitoefening van die bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen. |
Dit zijn allemaal "gedeelde bevoegdheden", die na verloop van tijd Europese bevoegdheden zullen zijn (zie I-11.3 hierboven). |
I-14.4 |
Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp is de Unie bevoegd op te treden en een gemeenschappelijk beleid te voeren; de uitoefening van die bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.
|
Dit zijn allemaal "gedeelde bevoegdheden", die na verloop van tijd Europese bevoegdheden zullen zijn (zie I- 11.3 hierboven). |
I-15.1 |
De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie. Daartoe stelt de Raad van Ministers maatregelen vast, met name globale richtsnoeren voor dat beleid.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, gelden bijzondere bepalingen |
Economisch beleid wordt dus ook in Europa vastgesteld en niet meer in België of Vlaanderen. |
I-15.2 |
De Unie neemt maatregelen om te zorgen voor de coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, met name door de richtsnoeren voor dat beleid te bepalen. |
Werkgelegenheidsbeleid wordt dus ook in Europa vastgesteld en niet meer in België of Vlaanderen. |
I-15.3 |
De Unie kan initiatieven nemen ter coördinatie van het sociaal beleid van de lidstaten. |
Op termijn wordt sociaal beleid dus ook Europees beleid (zie het effect van I-11.3 hierboven). |
I-16.1 |
De bevoegdheid van de Unie met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid bestrijkt alle gebieden van het buitenlands beleid en alle vraagstukken die verband houden met de veiligheid van de Unie, met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid dat kan leiden tot een gemeenschappelijke defensie. |
"Kan leiden" betekent "zal leiden" (zie 1-11.3 hierboven). Een Europese militaire macht wordt dus een feit. |
I-16.2 |
De lidstaten geven in een geest van loyaliteit en wederzijdse solidariteit hun actieve en onvoorwaardelijke steun aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie en eerbiedigen het optreden van de Unie op dat gebied. Zij onthouden zich van ieder optreden dat in strijd is met de belangen van de Unie of dat afbreuk zou kunnen doen aan de doeltreffendheid ervan. |
Dit is een verdere ondersteuning van een Europese militaire macht (zie 1-16.1 hierboven) |
1-18.1 |
Indien een optreden van de Unie in het kader van de beleidsgebieden van deel III nodig blijkt om een van de doelstellingen van de Grondwet te verwezenlijken zonder dat de Grondwet in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet, stelt de Raad van Ministers, op voorstel van de Europese Commissie en na goedkeuring door het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen passende maatregelen vast.
|
De bevoegdheden van de Unie kunnen verder worden uitgebreid, als de regeringsleiders en het Europees parlement akkoord gaan. Het Belgisch parlement staat hier buitenspel. Vlaanderen en Wallonië kunnen hun toekomst vergeten. We geven dus carte blanche voor een verdere uitholling van de bevoegdheden van het Belgisch parlement. Inplaats van meer bevoegdheden over te hevelen naar het Vlaams parlement blijft er dan totaal niets meer over. |
|
|
|
|