"Waarom willen de Franstaligen toch samenblijven?"xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
12/12/2007 08:00 Patrick Martens
Nu Guy Verhofstadt informateur is voor een interim-regering,
willen de Franstaligen graag de Vlaamse eindtermen van een nieuwe staatshervorming kennen.
'Dan moeten ze ook duidelijk maken waarom ze zo graag willen samenblijven', vindt professor Hendrik Vuye van de Universiteit Hasselt.
Professor staats- en publiekrecht Hendrik Vuye wordt op 1 januari programmadirecteur van de nieuwe rechtenopleiding aan de Universiteit Hasselt. Hij voegt zich bij de rij van Vlaamse academici met een mening over de slepende regeringsvorming.
Houden Vlaamse en Franstalige academici er andere staatsrechtelijke opvattingen op na?
HENDRIK VUYE: Ja.
Aan Franstalige zijde hanteren ze het principe du personalisme en wordt de Vlamingen verweten dat ze het territorialiteitsbeginsel of le droit du so l huldigen. Maar het discours van de Franstaligen is ambigu.
Wanneer ze in de meerderheid zijn, zoals in de faciliteitengemeenten, betekent dit dat de helft plus één kan beslissen.
Anders grijpen ze terug naar de regels voor de bescherming van de minderheden.
Dezelfde ambiguïteit zit in het Pact e des Belges, dat in de Franstalige media werd gelanceerd na de stemming over Brussel-Halle-Vilvoorde.
Een pact moet wederkerig zijn, maar voor de Franstaligen betekent het vooral dat hun 62 Kamerzetels evenveel gewicht in de schaal zouden werpen als de 88 Kamerzetels van de Nederlandstaligen.
De herziening van de kieswetgeving in 2002 is, na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, onder de vorm van B-H-V als een boemerang naar de politiek teruggekeerd.
VUYE: Misschien biedt de vraag een uitweg of er bereidheid is om alle minderheden in België dezelfde bescherming te geven.
Nu hebben de Franstaligen in B-H-V de bescherming van een tweetalige kieskring.
Dat is er niet voor de minderheid - Nederlandstalig of Franstalig - in de meeste taalgrensgemeenten, terwijl voor Voeren en Komen een regeling bestaat om bij bovenlokale verkiezingen over de taalgrens te gaan stemmen.
De Duitstalige Gemeenschap wordt bij federale verkiezingen verzopen in de kieskring Luik.
Waarom hebben sommige minderheden meer recht op bescherming dan andere?
Omdat de Franstaligen in de Vlaamse Rand rond Brussel toevallig kapitaalkrachtiger zijn?
Ook de initiatieven van de koning om een doorbraak in de formatie te forceren, hebben veel inkt doen vloeien.
VUYE: Voor mij is dé vraag of de koning nog een rol bij de federale regeringsvorming moet hebben.
Zijn optreden is een grondwettelijke gewoonte, maar in de grondwet zelf is die niet beschreven.
De regeringen in de deelstaten worden zonder zijn tussenkomst gevormd.
Waarom zou dat niet kunnen voor een federale regering? Uiteindelijk zijn het toch de politieke partijen die het moeten doen.
Een idee van onder meer oud-premier Wilfried Martens (CD&V) om uit de communautaire impasse te raken, is: voer artikel 35 van de grondwet uit en leg de federale bevoegdheden vast.
VUYE: Dat is een Vlaamse benadering.
Voor de Franstaligen is het concretiseren van artikel 35 de sleutel tot een confederaal model en het separatisme.
Mijn collega Hugues Dumont van de Facultés Universitaires Saint-Louis vindt dat de Vlamingen bij een nieuwe staatshervorming moeten zeggen wat hun objectifs finaux of eindtermen zijn.
Mijn tegenvraag aan Dumont is: wat zijn de objectifs initiaux of begintermen van de Franstaligen?
In hun publieke opinie wordt er zo'n negatief beeld van Vlaanderen en de Vlamingen opgehangen dat men zich afvraagt waarom de Franstaligen in godsnaam willen samenblijven.
Of is het hen werkelijk alleen nog maar te doen om de financiële solidariteit van Vlaanderen?
|