Donderdag 19 mei 2005xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Reeds vroeg ben ik uit de veren. Een Fransman en een Spanjaard hielden deze nacht een wedstrijd snurken, dus veel geslapen hebben we niet.
Dan maar gedoucht en ontbeten en om 7 uur vertrokken naar Azofra
We hadden een zeer rustig en nogal vlak parcours tot aan Najera. Weer hielden de druivenranken ons gezelschap. Terug een pracht van een morgen om van te genieten. Iets voor Najera kwamen we weer zon specialiteit van de Camino tegen, namelijk allemaal hoopjes met op elkaar gestapelde steentjes , wel honderden stapeltjes van twee tot tientallen steentjes op elkaar, een eigenaardig zicht.
Een eenzaam lang stuk zandweg, kronkelend door de heuvels stond ons nu nog te wachten tot Najera. Er scheen geen einde aan te komen en de zon brandde al terug ongenadig op onze hoofden.
We daalden nu een flink stuk en kwamen aan de poyo de roldan ( de heuvel van Roldan ) waar volgens de legende een gevecht plaatshad tussen Roldan en een reus. Een klein monument herinnert aan deze legende. Met nog een ommetje rond een grote cementfabriek en na het oversteken van het riviertje Yalde passeerden we een betonnen muur waar in het Spaans en in het Duits een lange tekst over de tocht naar Santiago stond opgeschreven.
We kruisten de N-120 en liepen Najera binnen.
We hadden maar de schelpen te volgen die in de voetpaden waren aangebracht om de stad doorheen te gaan; praktisch !!!
Over de brug met de rivier Najerilla onder ons vonden we links een soort parkje waar we konden rusten en een beetje de inwendige mens versterken.
Er was een bouwwerf met een torenkraan en bovenop die kraan nestelde een ooievaar.
Telkens die kraan in beweging kwam moest die ooievaar alle moeite van de wereld doen om overeind te blijven en lachen deed ons deugd.
Toen we vertrokken zagen we rechts de refugio van Najera, een mooi complex met een mooie afbeelding van een pelgrim erop geschilderd, dus vlug ernaast om een kiekje te maken.
We verlieten de stad , terwijl ons van boven uit een venster van een vrouw nog een buen camino peregrinos ( goede reis pelgrims ) werd toegeroepen.
We bedankten met een handgebaar en we waren de stad uit om plot de beklimming aan te vatten van de ALTO DE PICO NAJERA een verduiveld moeilijk stuk tussen ruwe rotsmassas en geen schaduw om te schuilen.
Eenmaal boven begon dan de afdaling naar Azofra waar we zouden overnachten.
Maar eerst kregen we nog bezoek onderweg. Uit een stukje beboste heuvel kwamen plots 5 grote wilde honden gerend. Halt, niet bewegen was ons parool terwijl een vrouw achter ons zich bij ons aansloot. Het was een Hongaarse en in het gebroken engels riep ze : Wild dogs !!!!!!. Maar even vlug als ze gekomen waren , waren ze weer verdwenen. OEF !!!
Tegen de middag rond 12 uur bereikten we Azofra. Het was tijd , want de hitte begon toe te slaan. We ontbeten op een plein naast een kerkje en ontmoeten daar terug onze twee duitse vrienden ( broer en zuster ). Er was een refugio op het pleintje maar xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />50 meter verder was een nieuwe gebouwd , dus die zouden we nemen.
Dit was de mooiste refugio van de ganse tocht.
We konden onze oren niet geloven. Een eigen kamertje met twee afzonderlijke mooi bedden, prachtig nieuw sanitair, een enorm mooie moderne keukenblok met microgolf enz
. zon luxe op een tocht naar Santiago, wie had dat gedacht.
We deden onze dagelijkse beslommeringen , wassen, douchen, enz
en dan buiten wat uitrusten en napraten met andere pelgrims over de dagtocht.
Na 17 uur, de siesta was dan voorbij, vlug de nodige boodschappen gedaan voor s anderdaags en dan rond 18,30 uur gingen we een pelgrimsmaaltijd nemen in een bar vlakbij.
We genoten daarna nog van een prachtige zonsondergang en gingen dan vlug onder de wol.
.
|