Directeur Appelboom zit nu lekker te smullen in de hemel van zijn rijstpap die hij met een zilveren lepeltje uitlepelt. Alle hemelse heerlijkheden heeft hij verdiend omdat hij vreemde indringers wegjoeg uit zijn school.
Het waren toch ook alleen maar Adam en Eva die in de tuin van Eden mochten wandelen, en naar de appelboom mochten kijken? Aankomen mocht niet. Toen hebben ze samen maar een flesje Verboden Vrucht leeggedronken... "God ziet alles", en het vervolg kennen we. Het waren dus enkel Adam en Eva, en geen opdringerige indringers die gulzig mee wilden snoepen van de sappige appels aan de bloeiende appelbomen. De appelgaard was er alléén voor Adam en Eva en hun nakomelingen, voor niémand anders. Vreemde snuiters hoorden er niet thuis.
Omdat directeur Appelboom zo goed zorgde voor de eigenheden van zijn school mocht hij onvoorwaardelijk binnen in het hemelse paradijs, zonder ingangsbewijzen, zonder uitleg, zonder iets, want Sinte Pieter kende hem, wist dat Appelboom het opnam voor zijn eigen volk en hen beschermde. Hen beschermde tegen vreemde invloeden die ons wilden uitroeien, en hier de baas wilden komen spelen.
Dus kreeg Appelboom een ereplaatsje in de hemel naast verleidelijke engeltjes, die niét geslachtsloos zijn zoals ze ons willen wijsmaken, maar het zijn de meest bekoorlijke vrouwtjes vermomd als engel, en daarmee mocht Appelboom zich amuseren in zijn hemelbed, als beloning voor zijn aardse inspanningen voor zijn eigen mensen.
Men wilde ons ook wijsmaken dat er rijstpap geserveerd werd met zilveren bestek. Vergeet het maar. De hemel is in werkelijkheid een oord van zinnelijk genot en wellustigheden waaraan geen einde komt. Eindeloze bacchanalen en uitzinnige orgieën!... Boordevolle bekers met bloedrode wijn en biervaten zonder einde... Waarvan komt anders de uitdrukking 'de zevende hemel'?!... Zo zou ik ook wel in de hemel willen komen, ik zou er haast in willen geloven, in die hemel.
Terwijl de losbandige feestelijkheden aan de gang zijn houdt Sinte Pieter de wacht aan de ingang van de hemelpoort, gewapend met riek en schotkanon om de duivelse rakkers die zich aan de hemelpoort aandienen, terug naar de hel te katapulteren. Sinte Pieter heeft geleerd dat de hemelse grenzen bewaakt moeten worden. Laat het niet gebeuren zoals op de aarde met zijn open grenzen, zo redeneerde hij...
|