Na de obligate chokkolatte koffie met brood, soms met beschuiten van Heudebert maar die kwamen niet dikwijls op tafel, gingen we ons één voor één wassen aan de pompbak aan de keuken. Een badkamer was in onze jeugdjaren een luxe die we niet kenden. Iedereen aan de pompbak en het wassen bestond eigenlijk uit niks meer dan de oren en het haar nat maken. Haar kammen in een vogelnestje, wat afgekeken was van den Elvis, vond ons moeder vulgair en goed voor 'het soort' waarmee ze het volk van de werf bedoelde, een woonerf in de gebuurte. De kunst bestond er in om, mét een vogelnestje, buiten te geraken zonder dat ze het had opgemerkt.
Over de deur: de kerk, de mis van 8 of 9 uur, vollen bak (toen toch), en als den deken preekte dan werd het muisstil. Alle plagen, ziekten en verdoemenissen werden de goegemeente beloofd indien niet geleefd werd volgens de regels van de Rome en van hemzelf. Men heeft ons indertijd toch nogal wat wijsgemaakt ..
Na de mis reed onze gebuur zijn auto voor om ons naar onze grootouders in Wilmarsdonk te rijden want wijzelf hadden nog geen auto. 's Avonds zou hij ons, mits een vergoeding, dan terug komen oppikken. Nadien, toen we wat ouder werden, leerden we hem kennen als nen echte gierigaard. Het gezegde gaat dat hij elke keer naar 'zijne kampioen ging zien' telkens het zijn beurt was om er éne te geven in het parochiehuis. 'Joske Pis' was geboren ..
's Middags was het warm eten, gewone boerekost die mijn grootvader won op de lap grond die hij bewerkte in het Tolstraatje (waar komt dié naam vandaan ? ..). De radio stond aan en er werd elke zondag naar belcanto geluisterd. Niet dat men dat graag hoorde maar iedereen werd dan verzocht stil te zijn omdat onze va zijn wekelijkse kaartje bij Jaak Gijs en de nodige pinten moest verteren vooraleer hij naar de voetbal zou gaan. Later kwam dan het programma van Guy Mortier, maar dat werd door de ouderen niet erg geappreciëerd, hoewel ..
Als er geen voetbal was in het dorp werd er 's namiddags thuis gekaart of door het dorp gewandeld ..
Het balletje kletterde tegen de muur van de slaapkamer, nog eens, en nog eens, kletste op de stenen vloer en werd terug tegen de muur gekletterd in een oorverdovende stilte .. iedereen liep op de tippen van de tenen, iedereen bewaarde het stilzwijgen, geconcentreerd op het afsterven van respectievelijk de moeder, de grootmoeder, de opoe, alles in overeenstemming met de Voorschriften. Alleen dat balletje .. dat ging op en neer, en vandaag mocht dat, dat was toegelaten want de speler had nog geen benul van de omstandigheden.
Maar als je vijf bent dat weet je al dat er iets aan de hand is. Iedereen pakt je vast, geeft te knuffels, je krijgt cadeautjes waar je anders weken en maanden voor moet zagen; nu krijg je ze wél, kwestie van 'keep the customer satisfied', voor de lieve vrede in huis ..
Buiten, aan de overkant van de straat, liep de begrafenisondernemer in en uit. Ik zag door de kieren van de blaaikes die het zonnelicht op deze duistere dag moesten buitenhouden. De gang van het huis aan de overkant was volgehangen met zwarte doeken, er stond een zwart kruis voor de gesloten ramen. Paard en kar stonden te wachten voor de ultieme trip, alles in het zwart, kleur van het grote afscheid.
Verder reiken mijn eerste herinneringen niet. Dit is echt het allereerste wat ik van mijn jeugd heb onthouden: de stilte, dat balletje, tante die zich meer dan anders met me bezighield (wat haar waarschijnlijk was opgedragen ..), mijn opoe, 'peetje', werd begraven. Kan me haar niet meer voorstellen, moet in de geest van de tijd een oud gebogen vrouwke geweest zijn, zwart gekleed zoals iedereen boven de 35 in die tijd, krom van de reummetis, de moeder van mijn grootmoeder.
's Middags zal er een koffietafel geweest zijn in het parochiehuis of in het café van den nonkel, maar daar was ik, denk ik, niet meer bij .. toen niet ..
Ik ben geboren op 28 februari 1948 in Wilmarsdonk, in de Wilmarstraat, in het bed van mijn grootouders Jef Peeters en Carolien Van den Weyngaert ... Mijn vader was Gust Van Dyck, meesterkleermaker, en mijn moeder Irma Peeters, dochter des huizes
voilà, de start is genomen ...
Ik loop al jaren rond met de gedachte om alle herinneringen die ik aan mijn jeugd heb te noteren. Herinneringen die steeds maar blijven terugkomen en die steeds maar precieser worden en blijven aangroeien. Er zijn momenten dat ik ze bijna fysiek onderga, dat ik door het groot-ouderlijk huis loop (dat sedert 40 jaar onder 4 meter aangespoten grond zit) en elke stap quasi bewust meemaak, dat ik de kamers voor me zie, de koer, de stal, de zolder ..
Daar wil ik in deze blog enkele herinneringen in noteren omdat ik mijn roots mis, alles wat er in dat dorp was en leefde is weg, alleen de kerktoren staat er tussen de containers te verpieteren. Clou van het verhaal is dat ik sinds 1971 tussen deze containers werk en elke werkdag dat torentje zie staan. Het is alsof de herinneringen worden opgedrongen ..