19 januari 2022
Naar Cerro Lodge geraken was vrij eenvoudig: je neemt op de luchthaven een taxi en die levert je netjes aan de receptie af. Er weg geraken is een stuk moeilijker. We vragen het aan de receptie en die vertellen ons dat er een bus is naar onze bestemming (Puntarenas) 'op de grote weg'. En die bewuste grote weg zou heel gemakkelijk te voet te bereiken zijn.
Niet dus. We vertrekken rond zeven uur na een goed ontbijt. Rugzak op de rug, vol goede moed. Het is al flink boven de vijfentwintig graden, de weg is slecht (keien en putten) en gaat bijna heel de tijd bergop. Enfin, na drie kilometer (!) bereiken we opgelucht de grote weg. Een half uurtje wachten en de bus verschijnt. We vinden gelukkig nog twee plaatsen naast mekaar, bagage onderaan in de bus en rustig op weg.
Reizen in coronatijden valt hier erg mee. Op het openbaar vervoer zijn mondmaskers verplicht, maar de bussen zijn ruim, niet overbevolkt en de ramen en de deur staan heel de tijd open. De bus van Wilrijk naar Antwerpen is erger!
Na anderhalf uur bereiken we onze bestemming: Puntarenas. Het is een klein, sympathiek stadje aan de kust. Rustig, veel hotelletjes en overal restaurantjes en eetstalletjes. We zullen het hier wel enkele dagen uithouden denk ik.
Hier houden we ons bezig met strandwandelingen, iets drinken in een strandbarretje en vooral uitkijken over zee en de pelikanen van op een hoogte het water zien induiken op zoek naar vis.
Het eten is hier anders: het lekkerste gerecht hier is 'cevice'. Heel kleine blokjes vers gevangen vis, beetje tomaat, rode ui, koriander en dat alles gemarineerd in limoensap. Heerlijk!
Een zalig leventje dus, maar na een paar dagen steekt onze reislust weer de kop op.
Volgende bestemming: Canas. Dit is voor ons een tussenstop op weg naar Cano Negro.
Toch heeft het stadje iets: gelegen in het binnenland is het een winkelcentrum voor de verre omgeving. Heel veel winkels, grootwarenhuizen, eethuisjes en restaurants enz.... Ook het covidgebeuren valt mee: in de winkels draagt iedereen een mondmasker, voor het binnengaan handen wassen of ontsmetten en soms wordt je temperatuur gemeten voor je binnen mag.
We vinden hier ook een paar banken, nuttig om onze geldvoorraad aan te vullen. Niet alle plaatsen waar wij slapen en eten hebben een vorm van bankcontact die onze kaarten aanvaardt, zodat we altijd een voorraadje cash moeten bij hebben. Met name in onze volgende bestemming is er geen bank, geen bankcontact om geld af te halen en de eigenaars van de lodge waar we slapen en het restaurant waar we gaan eten, hebben geen bankcontact.
En na twee dagen weer op weg. Eerst met de bus van Canas naar Upala. Duur: twee uur. Dan vier uur wachten. Dan de bus Upala – Los Chiles, waar we ongeveer halverwege moeten afstappen in Cano Negro. Het eerste deel van de reis verloopt vlot. Het wachten lukt wel, maar de laatste bus slaat alles: een onvoorstelbaar oud scharminkel, roestgaten in de carrosserie, vering versleten en remmen krijsen elke keer het rempedaal ingedrukt wordt. Duur van de rit: drie uur. Oh ja, de laatste twee uur is de weg verschrikkelijk: kuilen, stenen …
Eindelijk komen we aan in Cano Negro. Dit is een heel klein dorpje, gelegen aan een rivier, de Rio Frio en grenzend aan een heel groot natuurgebied. Het is gelegen in een 'Pantanal', dat wil zeggen dat de omgeving bestaat uit weiden, ondergelopen weiden, moerassen, rivieren, beekjes … kortom: nat en een paradijs voor vogels. Hier hebben we vijf nachten geboekt in 'Poponjoche', de lodge waar we al een paar keer geweest zijn.
Stel je een heel grote tuin voor, veel tropische bomen en middenin een paar 'blokhutten'. Dat klinkt primitief, maar dat is het niet: heel goede, propere bedden, goede douche, proper toilet en een veranda om buiten wat te lezen … Bovendien heeft de eigenaar sinds vorige keer internet laten aanleggen, ons geluk kan niet op. De tuin geeft uit op een 'lagoon', een waterpartij die heel veel watervogels aantrekt.
Hier gaan we elke dag vogels kijken, eten in het dorpje ('s morgens weer 'gallo pinto': rijst met bonen, gebakken banaan, eitje, stukje kaas. Hier krijg je er bovendien een stukje 'calcichon' bij: worst die smaakt naar onze eigen cervela. Schitterend!)
Zoals gezegd vullen we onze dagen hier met vogels kijken, vogelfoto's sorteren, gaan eten iets gaan drinken, wandelen langs de rivier (uitkijken voor krokodillen, die liggen hier soms naast de weg) … en An blijft hier dapper Spaans studeren. Dat blijkt ook nodig, want noch in de lodge, noch in het hotel spreekt er ook maar iemand een andere taal dan Spaans.
Tot zover. Morgen trekken we verder naar een vogelgebied in het binnenland en dan mogelijk via een aantal tussenstops naar de Caraïbische kust.
De details hiervan lees je in een volgend verslag.
De foto's van An vind hieronder, de vogelfoto's voor de echte liefhebber: https://observation.org/users/50424/photos/














|