Raak bevangen door het volmaakte. Snoei chaos uit de wereld weg. Duld geen missing. Leef foutloos.
Vervloek de onverschilligen, die hun falen een feestje zien en maar wat rondhangen op de laagvlakte van hun halfslachtigheid.
Nee, dan jij! Modelmens van altijd weer perfectie in de tijdgeest prenten. Ga ver voorbij je grootste angst: gezien te worden in het bijzijn van je eigen mankementen.
Jantje zag eens pruimen hangen, o ! als eieren zo groot. 't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken, schoon zijn vader 't hem verbood. Hier is , zei hij, noch mijn vader, noch de tuinman, die het ziet: Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf zes pruimen niet. Maar ik wil gehoorzaam wezen, en niet plukken: ik loop heen. Zou ik, om een hand vol pruimen, ongehoorzaam wezen ? Neen. Voord ging Jantje: maar zijn vader, die hem stil beluisterd had, Kwam hem in het lopen tegen voor aan op het middelpad. Kom mijn Jantje, zei de vader, kom, mijn kleine hartedief ! Nu zal ik u pruimen plukken; nu heeft vader Jantje lief. Daar op ging Papa aan 't schudden, Jantje raapte schielijk op; Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen, en liep heen op een galop.
ALS PUNTJE BIJ PAALTJE KOMT. Auteur: Driek van wissen
.
ALS PUNTJE BIJ PAALTJE KOMT
Ooit vond ik in mijn vroegste puberteit Toen Sissi voor het eerst werd uitgezonden De filmster Romy Schneider echt zo'n meid. Van haar werd ik bijzonder opgewonden.
En daarom had ik in mijn stoute dromen Haar alle nachten in mijn bedje lief. En zo is het waarschijnlijk ook gekomen dat zich opeens mijn jongeheer verhief.
En net als alle verontruste zonen Riep ik terstond mijn moedertje te hulp En om aan haar het wangedrocht te tonen Ontknoopte ik reeds ijverig mijn gulp,
Maar zij wist mij meteen gerust te stellen. Zij sprak: ' Mijn jongen, dat is heel normaal. Dat ding dat daar vervaarlijk op gaat zwellen Heet in de wandeling de EERSTE PAAL !
Vervloekt zijn vrouwen met een knoflooklucht ! Ik ben hun sponde menigmaal ontvlucht Tenzij ik ook in zonde was gevallen En met hen at van de verboden vrucht.
Soms is er kriebel in mijn benen. Soms is er jubel in mijn hart. Soms is er giechel in mijn tenen. Soms lach ik veel en hard. Soms kan ik de wereld zoenen. Soms is het leven een feest. En dan lijkt het of ik nooit verdrietig ben geweest.