We zijn nog maar een dag verder. Ik moet me al slepen om dit hier te noteren. Gelukkig voor de gaten in de literatuur, is het vrijdag vandaag. Vrijdagavond welsiwaar. Maar ik troost me mocht dit tegenvallen, dan kan ik morgen nog lekker uitslapen.
Brussel is een kalme plek. Zo zeggen ze toch, de mensen die ergens op uit zijn. Ze geven me de kans om met eens me hen af te spreken. Daar, je weet wel, dicht bij hun nieuwe werkstek. Daar zijn er toffe kroegen. Fijne terrasjes. Schoon volk. Stel je voor. Al is het nu kalmer, toch is er best veel sfeer. Moeten we eens doen. Wat raar is dat toch. Het is zoals met tv. Iedereen weet, of zou het kunnen weten. Deze brombeer kijkt al dertig jaar geen tv meer. Of ik thuis gezien heb? ... Staat dit me te wachten? De jaren dat ik ( dit ) mijn zelfgekozen corvee afwerk. Of ik eens wil afspreken? Of geen zin heb om eens naar Couleur Café te komen. Zo van die gezellige, misschien kleinere, festivalletjes? Niet van dat commerciëel gedoe? Mensen kunnen daar niet tegen, dat je eigen plan naleeft. Ik antwoord hen. Op zondag breng ik ons mama een bezoek, altijd fijne ambiance daar in de Home. Voor de rest ben ik graag thuis. Ook samen met jullie trouwens. Een schrijver moet schrijven. Alles moet daartoe in het teken geleefd worden. Een schrijver die schrijft, leest veel. Tegenwoordig documenteert hij zich verder, via andere invalshoeken, over wat er speelt. Zoals ik gisteren al wilde ontboezemen: taal is in oorlog met ons. We lijden aan onszelf, maar kunnen dit niet uitdrukken. Niet dat ik geloof in Psychoanalyse, of Existentialisme. Wie biedt meer? Jezus of Mohamed. Best wel fijne mensen die ons hiervoor willen prepareren. Maar ik kan niet 24h per dag, zonder het troosteloze Niets in taal te vatten.
Gezegd en geschreven, ook op deze wat druilerige, zwoele avond: er is werk aan de winkel. Misschien moet ik iets eten. Eten is dè ontdekking in mijn leven, op dit moment. Je kan er zoveel creativiteit in kwijt. Als je kan nadenken, kom je zoveel te weten... Vooral in dialogen, kan je makkelijk op automatische piloot, de tijd doden. Ondertussen, geef je je ogen de kost. Hoe mensen eten, zegt zowat alles over hen. Zoveel. Dit kan makkelijk de test met sex doorstaan als metafoor, om een mens te typeren. Zo diep gaat het, wat je aan tafel prijsgeeft.
Maar leive, vrienden, hier laat ik jullie, dan de nacht mee in. Voor de groepen onder ons: er is nog voetbal vananavond.
Dit werk, moet mijn tijd hier op het internet terugbrengen naar wat me er oorspronglijk toe bracht. Halverwege de jaren negentig, moet het geweest zijn. Ik denk, zoiets rond 1998, wie kent dit nog? De krakende inbelverbinding, bijna al een vintage -issue vandaag de dag. Het lijkt er soms op dat hoe beter de techniek is, hoe minder Jan met de pet, nog vat heeft op zijn eigen creaties en ontdekkingen op het net. Deze blog moet dus, tabula rasa, mijn gedoe op het net een doorstart toelaten. Maar vooral, de vruchten plukken van mijn relaas, en mijn archieven.
Al heel wat jaartjes terug is dit zgn. Seniorennet me opgevallen, in al haar degelijkheid en fijne variatie aan onderwerpen. We beginnen hier middels een Dagboekblog, deels omdat ik echt wel nog heb aan een klankbord. Of toch ten minste de idee, dat iemand dit leest. Het grootste geheim, dat je deelt met een dagboek is toch dat iemand het ontdekt ... Maar het valt me meteen op, de mot zit wat in mijn geschrijf, na al die jaren van lamme pennen. Zonder vandaag vooruit te lopen op een eerste echte bijdrage, sluit ik hier dan ook af met een woordje van dank aan Seniorennet, die deze fijne blog in elkaar helpt zetten. De stukjes, hier in de cattern, Dagboek (titel), Woeste Hoogten, zijn een eerste kennismaking, die ik op de trein kan schrijven. Maar onze ambities kunnen best een ruimer karakter krijgen. In die zin, dat ik graag, mettertijd, over diversere onderwerpen een zekere actualiteit wil bieden; bijvoorbeeld: poëzie, (gitaar)muziek, workshopping, hobby' s, ... IcT, etc etc. Het moet kunnen, om zeggen en schrijven tegen het eind van de zomer, op verschillende sites actief te zijn. Maar hier steken we dus meteen van wal, met de bedenkingen van een pendelaar laat noteren. Het moet me er vooral toe brengen om de dissipline van het schrijven, opnieuw aan te kweken. Zo laat ik hier deze eerste bijdrages, toch staan, al lijken ze natuurlijk qua stijl, op dan deze van een flirtende Zulja.
Bon Brombeer, laat jullie achter in de nacht, ondertussen.