Hoe kweek ik nu mijn zebravinken? Het kweekseizoen loopt voor mij van september tot maart (evt. april). In die periode probeer ik mooie vogels te kweken met het oog op de tentoonstellingen. Uiteraard is het leuk om heel veel jongen te kweken maar het belangrijkste is nog steeds de kwaliteit. Liever 10 goede dan 50 redelijke.
De laatste drie jaar is de kwaliteit van mijn zebravinken enorm vooruit gegaan, vooral bij de grijzen. De vooruitgang in kwaliteit is wel te merken in het aantal dat ik kweek. Toen ik nog bonte en kleinere zebravinken had kweekte ik een 150 jongen met twintig koppels. Laatste jaren is dit gemiddelde gedaald naar 50. Toch merk ik dat dit aantal gestaag weer naar boven gaat. Na een rampzalig kweekseizoen in 2008 ben ik beginnen selecteren op kweekeigenschappen naast de gebruikelijke standaardeisen en dit lijkt zijn vruchten af te werpen.
Hoe begint de kweek? De kweek begint eigenlijk meteen na het vorige kweekseizoen. De vogels krijgen rust en tijd om te herstellen van hun inspanningen. Ze krijgen nog steeds veel badwater en eivoer om krachten op te doen. Dan wordt een eerste evaluatie van de voorbije kweek gedaan, aantal jongen en sterfgevallen. Tegelijk is deze periode ook en rustperiode voor mij, gedeeltelijk gedwongen door de aankomende examenperiode maar ook omdat het noodzakelijk is om zelf even wat meer afstand te nemen om er nadien weer stevig in te kunnen vliegen… Dit geldt voor de maanden april, mei en juni.
Eind juni na de examenperiode begint het zware werk voor mij. Selectie (klik hier voor meer info), kooien kuisen en ga zo maar verder. Mannen en poppen zitten apart en de verkoopsvogels zitten bij elkaar in de vlucht.
In de maand juli krijgen de zebravinken een sober menu, dat wil zeggen: geen eivoer, geen badwater, geen trosgierst,… Af en toe doe ik wel wat bioazijn in het drinkwater. Grit blijft ter beschikking. Mijn zebravinken zijn in deze periode gehuisvest in verschillende vluchtjes van 0,5m breed x 1,25m lang. In deze periode worden ook de kooien uitgekuist evenals het tuinhuis waarin ze verblijven. De woonst krijgt dus even wat meer aandacht dan hun bewoners…
In augustus begint het dan allemaal. De zebravinken worden verwend met overvloed en krijgen dagelijks badwater. Daarnaast krijgen ze nog grit, trosgierst, eivoer en vitamineral (roze poeder dat ze zo krijgen). In het drinkwater wordt regelmatig NATURAL-vitaminen of bioazijn gedaan. Het licht wordt opgedreven tot 13 à 14 uur. Alle zebravinken genieten deze voorbereiding maar enkel de koppels die compleet zijn (waar geen van beiden naar TT moet) beginnen de eerste week van september te kweken.
Na een maand, ongeveer begin september worden ze dan gekoppeld. Alle mannen (ook die voor TT) worden in de kweekbakken geplaatst. Nadien zoek ik voor elke man een geschikte pop zodat elkaars minpunten worden gecompenseerd. Twee à drie dagen later krijgen ze hun nestbak samen met nestmateriaal. Laat het kweken maar beginnen! De TT-vogels worden nagekeken op gebroken pennen en opgekooid per twee.
Tot voor kort kooide ik mijn TT-zebravinken de eerste week van september op zodat ze klaar waren tegen de eerste week van oktober voor de eerste plaatselijke TT waar ik aan deelnam. Daar ik dit jaar aan mijn eerste twee speciaalclub-TT’s heb deelgenomen, heb ik ze reeds opgekooid in de tweede week van augustus zodat ze in conditie waren tegen midden september.
De stamvorm van de zebravink komt van oorsprong uit Australie.
Grootte:
Ongeveer 10 tot 12 centimeter
Geslachtsonderscheid:
De mannetjes van de wildvorm zijn herkenbaar aan hun oranjebruine wangvlekken. Bij de vrouwtjes ontbreken deze. Bij witte zebravinken is het verschil te zien aan de snavel: de snavel van de vrouwtjes is matter van kleur.
Sociale eigenschappen:
Zebravinken zijn erg sociaal en vreedzame vogeltjes die het zowel met elkaar als met andere vogels erg goed kunnen vinden.
U houdt van deze vogels bij voorkeur een groepje in plaats van een eenling of koppel.
Geschikte behuizing:
Zebravinken kunnen probleemloos gehouden worden in zowel buiten- als binnenvoliere
En ook in (broed) kooien doen ze het uitstekend. Beplanting wordt wel op prijs gesteld maar is niet strikt noodzakelijk.
Omgevingstemperatuur:
Deze razend populaire Australische vogeltjes zijn redelijk gehard en kunnen in een buitenvoliere overwinteren, mits ze zich terug kunnen trekken in een slaapnest in een goed geïsoleerd, vorstvrij nachthok.
Voedsel:
U geeft als basisvoer een goed zaadmengsel voor tropische vogels, aangevuld met trosgierst en graszaden. Daarnaast lusten de dieren graag eens wat vogelmuur en ander groenvoer, en in de kweekperiode eivoer en kleine insecten. Grit en maagkiezel horen altijd beschikbaar te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen.
Activiteiten:
Zebravinken zijn vrij actieve- en niet schuwe vogeltjes. Ze houden zich in alle lagen van de voliere op en zijn ook veel op de grond te vinden waar ze een deel van hun menu bij elkaar scharrelen. Ze nemen graag eens een bad, dat zowel op de bodem van de voliere als op een verhoging kan staan. Ze behoren tot de zogenaamde “nestslapers”, wat inhoudt dat deze vogels niet op een stok of tak de nacht doorbrengen, maar in een nestje. Wanneer U op verschillende plaatsen in de voliere nestkastjes ophangt, kunnen de vogels zelf hun keuze bepalen.
Kweek:
Zebravinken staan bekend om hun grote productiviteit. Ze planten zich zowel in een kweekkooi als in een buiten- of kamervolière voort. Hebt U meerdere paartjes- en dat is alleen maar aan te bevelen-, zorg dan voor ruim voldoende nestkastjes; het komt nog al eens voor dat de vogels het met elkaar aan de stok krijgen, omdat meerdere vogels hetzelfde nestkastje uitkiezen. Geschikte nestkastjes hebben afmetingen van ruim 10 centimeter breed, met eenzelfde hoogte en diepte. Ze kunnen gesloten of halfopen zijn en ook traliekastjes worden doorgaans goed geaccepteerd. Het nest wordt gemaakt van materialen zoals sisaltouw en kokosvezel. Gemiddeld kunt U op 4 tot 6 heel lichtgroene eitjes rekenen. Na 12 tot 13 dagen komen de jongen uit het ei. Ze worden gevoerd met allerlei zaden en eivoer. Ook klein dierlijk voer wordt goed opgenomen. De jongen vliegen uit als ze krap 3 weken oud zijn, maar worden dan nog een week of twee gevoerd en begeleid. Na twee tot drie maanden hebben de jongen hun volwassen kleur. Ze zijn al heel snel broedrijp, maar U kunt geslachten beter van elkaar scheiden totdat ze minimaal negen maanden oud zijn. Wanneer de vogels te jong gaan broeden, geeft het vaak problemen. Zebravinken kunnen probleemloos drie tot vier legsels per jaar groot brengen, maar omdat dit erg veel vergt van de ouderdieren, is het beter na een derde legsel alle nestkastjes te verwijderen.
Mutaties:
Er zijn talloze kleurslagen van deze vogels. De originele zebravink is de normale grijze. Hieruit is onder meer de normale bruine voortgekomen. Er zijn talloze mutaties opgetreden die we kennen als grijze of bruine bleekrug, bruin-,zwart- en grijswang, zwart- of bruinmasker, grijs- en bruinpastel, wit-, zwart- en oranjeborst, en ook combinaties hiervan zijn mogelijk. (zwartborst bruinpastel, oranjeborst bleekrug, grijze bleekrug pastel enz.)
Hiernaast zien we ook de kleurslagen phaeo, effen wit, isabel, bont en getekend veel op tentoonstellingen. Deze kleuren zijn allemaal vastgelegd in standaards, aan de hand waarvan ze op tentoonstellingen worden gekeurd. Er zijn ook gekuifde zebravinken. Deze worden bij voorkeur niet aan elkaar gepaard, omdat het gen dat verantwoordelijk is voor de kuif in homozygote vorm lethaal is. Dat betekent dat een deel van de jongen uit een dergelijke combinatie al afsterft in het ei. De kuiffactor is echter dominant over normale kopbevedering; het combineren van een gekuifde zebravink met een niet-gekuifde geeft ongeveer 50% gekuifde jongen.
Bijzonderheden:
Zebravinken zijn bij uitstek geschikte vogels voor beginnende vogelliefhebbers, aangezien ze erg weinig eisen stellen. Er komen zo veel verschillende kleuren en aftekeningen voor bij deze soort dat er altijd wel een kleurslag is die U aanspreekt.