Robotisering is een goede zaak waar zij mensen van eentonige werkzaamheden verlost op voorwaarde dat de bedienaar van de robot daar zelf geen onderdeel van wordt zoals men zich herinnert van de beelden uit Charlie Chaplins Modern Times waar arbeiders veroordeeld worden om levenslang vijzen aan te draaien in het zogenaamde bandwerk.
Echter, waar de robot gigantische afmetingen heeft aangenomen zoals dat het geval is met de robot die de maatschappij is, blijkt dit laatste euvel onvermijdelijk: mensen verworden tot radertjes in een machine die niet alleen autonoom draait maar die tevens aan de greep van elk individu ontsnapt. Behalve aan de greep van die ene persoon die erin geslaagd is om op te klimmen naar de absolute top van waaruit hij als enig overgebleven levend wezen deze machine kan (en moet) bedienen of besturen?
Vraagteken. Het personage in kwestie - noem het voor mijn part de president - heeft weliswaar een entourage maar als iemand uit die entourage ook maar een vinger durft uit te steken naar het stuurwiel, slaat hij op hun handen zoals paus Franciscus deed met de handen van een vrouw die haar leven lang gespaard had om uit verre streken af te reizen naar het plein in Rome van Sint-Pieter die uit de handen van Onze-Lieve-Heer de sleutels tot de hemelpoort ontving teneinde een blik te kunnen opvangen van Zijne Heiligheid in levenden lijve.
Vraagteken? Het wegslaan van mededingers is uiteraard een automatisme geworden na een leven lang carrière jagen en moet derhalve worden vergeven aan de voor het overige bijzonder goddelijke man in smetteloos witte gewaden maar het toont toch aan dat ook hij niet ontsnapt aan de ultieme bijwerking van de machine die er, nogmaals, in bestaat dat zij weliswaar bedoeld is om mensen te verlossen van automatenwerk terwijl zij de facto in het tegendeel resulteert en zij iedereen, incluis haar hoogste bedienaar, aan zich onderwerpt waardoor, begrijpelijkerwijze, de meest gevreesde nachtmerrie in de werkelijkheid naar binnen treedt: Jaap Kruithofs 'Wereld zonder stuurman'.
In de aanloop naar de oorlog zijn betrouwbare troepen nodig en gehoorzaamheid wordt dan de hoogste deugd, een kritische blik de meest versmade zonde. Soldaten moeten zo gehoorzaam zijn als robots en derhalve worden alle rekruten geautomatiseerd. Het begint al op de werkvloer: zelfs het onderwijzend personeel dat werkt met levende mensen in de klas, wordt gereduceerd tot loutere uitvoerders van door de overheid opgelegde programma's en die overheid, nota bene, mist zelf een kop daar zij zich zoals de windhaan richten moet - de windhaan die, zoals elkeen weet, op een goed gesmeerde as moet staan want immer draait, bijna zoals een tandwiel doolt in een machine.
Een rotor heet dat: robots zijn rotoren aangedreven door motoren die hun huik1 zetten naar de wind en deze laatste waait zoals de beurs draait, dus het geld, de munten of het goud en dezer dagen is dat klatergoud, het blinkt maar heeft geen waarde want geen zwaarte, geen gewicht, het geld is licht zoals de lichtekooien, het dwarrelt door de wind en elkeen scharrelt er gezwind doorheen en tracht aldus zijn levensmiddelen uit de lucht te plukken.
Betrouwbare troepen dus, gehoorzaamheid aan één bevel voor de unificatie van de stervelingen nog vooraleer de dood ons allen compleet gelijk maakt. Die wordt verkregen bij de gratie van de norm welke wordt opgelegd door een bijzondere wet die deze is van het fascisme dat heden opnieuw heilig wordt verklaard en vleugels krijgt zoals een mannetjesbij die heeft, een dar, waarvoor nu de Amerikaanse benaming wordt verplicht: een drone en dus een onbemande vliegende bom.
De norm is een onbemande vliegende bom die treft wie zich eraan onttrekken wil, nu de president, gestuurd door de machine zonder kop, elkeen die ervan afwijkt in een vakje propt en ziek verklaart terwijl de zieken alsnog de werkvloer op worden gesleurd omdat zij veel te duur geworden zijn voor de machine die schoon schip wil maken met het afval, die wil opkuisen wat vuil is en die, zoals destijds de zelfverklaarde mensenvriend die Adolf Schicklgruber heette, de rotte appels weg wil uit de mand. Schicklgruber komt van Shecklegruber en betekent 'geldwolf'.
Alleen de president is normaal, hij immers is de norm en hij alleen, de enig zaligmakende, alle beschuldigingen van het Epstein-genre ten spijt, zoals destijds de kerk zei van zichzelf, de ene heilige katholieke en apostolische kerk met haar verborgen begraafplaatsen van ketters en misbruikte kinderen die wezen waren: ben ik dan mijn broeders hoeder? - aldus de woorden van Kaïn die na de moord op Abel de stamvader van de mensheid werd.
Zoals gezegd: de norm is een onbemande vliegende bom, men ziet hem loeren in de vorm van camera's, zo groot als een speldenkop maar zij zien alles, ze bombarderen weliswaar met enige vertraging maar zij missen nooit doel nu alles in handen van de gigantische machine is. Meneer X vertelt dat zijn betaalkaart geblokkeerd is - so what? Mevrouw Y krijgt geen ticket naar de States - so what? Aan meneer Z wordt verteld dat alle plaatsen zeer helaas volzet zijn zodat hij moet rechtstaan en moet wachten, bijvoorbeeld op werk, waarvoor hij ook nog eens beschuldigd en gestraft wordt.
So what, so what, so what: dat is de onverschilligheid waarover Primo Lévi schrijft dat zij nog erger is dan genocide en als hij in het lab met proefeekhoorntjes de stekker uittrekt van een molentje waarin een exemplaar van deze prachtige ratten zich lazarus loopt, riskeert ook hij geschrapt te zullen worden door de gigantische machine. Wij kunnen mensen missen die de norm niet respecteren, klinkt het en daar zwaait de zeis, zijn kop eraf, de volgende, totdat alleen nog microcephalen overschieten of mensen geheel zonder hoofd, naar het voorbeeld van de gigantische machine. Welcome to the Machine is een protestsong van Pink Floyd uit 1975 maar een halve eeuw later nog actueler geworden dan destijds.
Politiek rechts heeft zijn succes te danken aan de misdaad van sociale uitsluiting. In een kapitalistisch georiënteerde maatschappij is niet hard werken de bron van rijkdom, vaak integendeel: de hardst werkende mensen worden onderbetaald, zij zijn vaker ziek, worden afgedankt, missen de tijd die nodig is om zich te ontwikkelen, te oriënteren en orde op zaken te stellen, ze worden vroeger werkonbekwaam en sterven jonger. Werkmensen worden met opzet onderbetaald om aan de slag te moeten blijven om den brode. Rijken brengen rijken voort en slaven, slaven en zo is in het sociaal werk de vicieuze cirkel van de kansarmoede een gekend probleem.
Toen in de V.S. na de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) de slavernij werd afgeschaft, werd zij meteen heringevoerd in de gedaante van de loonslavernij: onwetende armen van overal ter wereld werden naar Amerika gelokt, zogezegd om daar carrière te maken en rijk te worden. In werkelijkheid werden zij uitgebuit via vernuftige chantage: hun reis naar de V.S. werd door hun werkgevers betaald waardoor zij schulden maakten en het loon dat zij ontvingen zou nooit volstaan om die afbetaald te krijgen, zodat zij aan de slag moesten blijven, letterlijk totdat ze erbij neervielen.
Bijvoorbeeld in de Chinatown-districten leven nog de nazaten van de Chinese loonslaven uit die tijd - in de V.S. zijn er een zestal maar er zijn er ook elders ter wereld. In eigen land leven zoals her in der in heel Europa de loonslaven van na het 'opdoeken' van het kolonialisme in eigen stadswijken die een beetje aan getto's doen denken. De zogenaamde gastarbeiders (waarover destijds de heden tweeëntachtigjarige undercoverjournalist Günter Wallraff met Ganz Unten een spraakmakend boek schreef) of hun nakomelingen zijn intussen zowat gesetteld en vaker ziet men dat zij op hun beurt nieuwe generaties slaven tegen een hongerloon tewerkstellen: de vluchtelingen, de illegalen, de sans-papiers.
Dat zij dat doen wordt hen vergeven omdat zij aldus niet anders handelen dan hun eigen vroegere bazen maar dat autochtonen zich aan die praktijken bezondigen, is wel onvergeeflijk en meestal gaat het niet om doordeweekse landgenoten maar om grote firma's, multinationals, nationale instellingen, kortom gefortuneerde bedrijven die advocaten inhuren die wel weten hoe zij de wet kunnen omzeilen en via onderaanneming en een quasi onnaspeurbare carrousel schaamteloos het schandaal van de zogenaamde 'vierde wereld' creëren en in stand houden, alleen maar met de bedoeling om daar zelf schatrijk van te worden en dan verder met hun fortuinen op de beurs te kunnen spelen.
De leden van deze dievenbendes bekleden niet zelden de hoogste bestuurlijke posten, zij staan bovenaan op de sociale ladder, delen de lakens uit en met als hoofdkarakteristiek een teugelloze aanmatiging spellen zij anderen de les.
(J.B., 24 september 2025)
De ultieme oorlogspartijen
De ultieme oorlogspartijen
Wie de onthullingen omtrent het Belgisch koloniaal verleden een beetje gevolgd heeft, zal weten dat de Zaïrese president Mobutu de hand boven het hoofd gehouden werd: niet alleen door de Belgische en de Amerikaanse regeringen die met deze stroman hun belangen vrijwaarden, vooral dan met betrekking tot de kostbare bodemschatten van dat sinds Leopold II uitgebuite land met zijn half uitgemoorde bevolking, maar ook door het Vaticaan, meer bepaald vooral onder de heilig verklaarde paus Joannes-Paulus II, die onder meer de wapenleveringen aan Mobutu garandeerde in de financiering van oorlogen met communistische tegenstanders die bijvoorbeeld aan het licht kwamen door de moord op Patrice Lumumba. Het kapitaal en de kerk, twee handen op één buik, zoals het oude gezegde het uitdrukt, is een politieke tandem die tot op heden met bijzonder veel succes de (loon)slavernij van de volkeren in stand weet te houden en die de macht en de voorrechten van de adel en van de hogere standen bijzonder kort op de bal spelend bewaakt.
Een voornaamgenoot van de genoemde Afrikaanse dictator, tevens een van de grootste romanciers uit het Angelsaksische taalgebied, Joseph Conrad, heeft ten tijde van de kolonisering van Afrika door het Westen goed begrepen dat wat beschaving wil heten, een zich onder zogenaamde christianisering verkappende voortzetting is van de rechteloosheid van de jungle die met de sterkste sympathiseert en die de zwakke genadeloos afstraft. In dat licht stuit het bijzonder hard tegen de borst dat uitgerekend zij die zich de vertegenwoordigers van Christus op aarde laten noemen, achter de schermen samenzweren met de handhavers van het neoliberalisme, de ideologie bij uitstek die de wetteloosheid van de jungle tot de wet bij uitstek weet te maken en die haar aldus aan de wereldbevolking oplegt zodat wie het daar niet mee eens zijn, kunnen bestempeld worden als criminelen en als terroristen, waardoor zich een van de allergrootste politieke paradoxen ooit op wereldschaal realiseert. Met populisme en nog andere huzarenstukjes weten deze usurpators het volk zelfs daarvan te overtuigen dat zij aan de kant van de gewone mensen staan.
De opstand tegen de uitbuiting van het volk werd in de loop van de geschiedenis herhaaldelijke keren ontketend en de bekendste poging is uiteraard de marxistische omdat zij de enige is die erin geslaagd is om politieke veranderingen te verwezenlijken in een groot deel van de wereld. In de wereldoorlogen die worden uitgevochten zijn het niet zomaar twee contrasterende ideologieën die de overgang maken van bekvechten naar vechten: de werkelijke strijd is deze tussen enerzijds de handhavers van een gigantisch humanitair onrecht die zich verschuilen achter religie en beschaving en anderzijds opstandelingen daartegen die, vanuit een oprechte humane of christelijke inborst, dit door paus en wereldheerser gecreëerde kardinale onrecht aanklagen en uit de wereld willen helpen.
(J.B., 24 september 2025)
Waanzinnigen aan de macht
Waanzinnigen aan de macht
De kans dat iemand in een leidinggevende functie trekken heeft van een psychopaat is even groot als voor iemand die in de gevangenis zit en dat is 21 percent. Dat is significant meer dan de 1 percent psychopaten elders. Onderzoeker Nathan Brooks zegt: “"Voor psychopaten is zakelijk succes een spel. Het maakt ze niet uit of ze grenzen overschrijden. Het gaat ze alleen om het bereiken van hun doelen en het domineren van anderen."” Het zijn niet noodzakelijk messentrekkers maar wel vaak opscheppers, en manipulators die diepgang missen en die, paradoxaal genoeg, onverantwoordelijk handelen.1
Er lijkt waarheid te zitten in het gezegde dat de wereld aan de 'durvers' is en uitgerekend deze categorie van mensen schrikken er dan ook niet voor terug om het monopolie te verkrijgen over het starten van een nucleaire oorlog: een enorme verantwoordelijkheid maar zij voelen het niet echt omdat het voor hen een spel lijkt.
Uiteraard zijn er graden van waanzin, ook onder onze leiders en politici maar blijkbaar jagen zij de mensen zoveel angst aan dat zij tijdens hun bewind door het volk en door hun tegenstanders vaak ontzien worden, zelfs als ze van de macht af zijn of allang overleden. De grote Vlaamse dramaturg Dirk Biddeloo schreef met betrekking tot die lui dat als hun misdaden maar groot genoeg zijn, men hen er gaat om eren. Zo blijken de grootste massamoordenaars die de geschiedenis opgeleverd heeft, op de sympathie van het volk te kunnen rekenen: Nero verrijst als stripfiguur en naar Napoleon Bonaparte worden bonbons genoemd, likeuren en tavernes.
Nero kreeg onderricht van de grote filosoof Seneca nadat hij werd geadopteerd door keizer Claudius die hij als achttienjarige opvolgde toen hij zijn rivaal Britannicus vergiftigd had. In feite regeerden Nero's leermeesters die hem aldus een godenstatus bezorgden maar hijzelf gaf zich over aan zijn passies: drank, seks, oorlog. Hij hield zichzelf voor een genie (onder meer als dichter), zag overal complotten tegen hem en moordde erop los, stak Rome in brand en gaf de schuld daarvoor aan de christenen die hij later in teer doopte en als levende fakkels gebruikte. Hij liet een luxe paleis bouwen en een 35 meter hoog standbeeld van zichzelf.
Dictator Napoleon Bonaparte stond op ten tijde van de Franse Revolutie die nog maar net de dictatuur van het Ancien Régime had neergeslagen met de absolute monarchen, de adel en de clerus die hem een usurpator noemden. Hij hervormde het recht en was tuk op oorlogen. Bij zijn veldtocht naar Rusland verloor hij vrijwel al zijn manschappen en hij eindigde als banneling. Napoleon gebruikte de religie om het volk eronder te houden. Voor hij zichzelf tot keizer uitriep (in aanwezigheid van Pius VII - die hem later in de ban sloeg), sloot hij een concordaat met de paus waarbij de eigendommen van de kerk werden aangeslagen en in ruil ging de clerus in loondienst bij de staat.
De Spaanse dictator en massamoordenaar Francisco Franco liet zich “leider van Spanje bij de Gratie Gods” noemen. Hij dronk noch rookte maar richtte een vreemdelingenlegioen op en ging zich te buiten aan moordpartijen en terreur, onder meer in de Spaanse Burgeroorlog. Hij smeedde samen met Mussolini en met Hitler, nog twee waanzinnigen met goddelijke status. En niet toevallig gaat het telkenmale om nationalisten. Dan zijn er nog Stalin, Mao, Pol Pot, Bouterse, Ceaușescu, Pinochet, Leopold II, Mobutu, Kagame en vele anderen.
Macht en waanzin, zij walsen met elkaar op de dansvloer van de geschiedenis, zij spelen met eenieders leven, verpersoonlijkt in monsters die er nooit genoeg kunnen van krijgen. Vroeger en nu.
Het Kerstekind en het badwater - Aflevering 4: het Kerstekind en koffie
Het Kerstekind en het badwater
Aflevering 4: het Kerstekind en koffie
Het maakt niet uit of de god met wie men een relatie heeft, al dan niet bestaat, ongeacht of hij zich geopenbaard heeft. Onze vermogens tot herinnering en verwachting maken het ons ook mogelijk om relaties te onderhouden met personen die niet meer of nog niet bestaan. Ook kunnen wij ons vergissen inzake degene met wie wij een relatie onderhouden in de zin dat wij dan zeggen dat iemand niet degene was die men dacht dat hij of zij was, terwijl er toch die relatie was. Dit brengt het probleem van de fictieve identiteiten naar voren en dat van de artificiële intelligentie. Uiteraard kan een robot geen bewustzijn hebben en blijft hij een louter instrument, een werktuig dat uiteindelijk door mensen bestuurd wordt. Maar uitgerekend dit feit roept de vraag op naar de echtheid van de mens zelf die immers in het kader van het geloof beschouwd moet worden als onbestaande zonder God en derhalve als een instrument in Gods handen. Met andere woorden: voor wie in een god geloven, is de mens even onzelfstandig als de robot dat in onze ogen is. Zoals de robot alles wat hij is, ontleent aan mensen en het ding dus altijd een ding blijft, zo ontleent voor wie geloven ook de mens zijn hele zijn aan God die hem in leven houdt en die hem bestuurt. Wie in een god geloven en derhalve aannemen dat zij alles wat zij zijn aan die god te danken hebben, zullen, als zij consequent zijn, de relatie tussen mens en god moeten vergelijken met die tussen robot en mens. Dat houdt in dat zij hetzij de mens degraderen tot een robot Gods, hetzij de robot verheffen tot een bewuste en zelfbewuste entiteit. Echter, omdat dat laatste onmogelijk is, lijkt ook het eerste niet te kunnen. Uit eigen ervaring weten wij dat wij, mensen, beschikken over bewustzijn en over zelfbewustzijn. Tegelijk echter moeten wij ervaren dat dit feit niet te danken is aan onze eigen wil omdat die eigenschappen ons op elk willekeurig ogenblik kunnen ontnomen worden door wat wij beschouwen als het lot. Ons bewustzijn en ons zelfbewustzijn geven ons het gevoel dat wij in onszelf gegrondvest zijn, ja, dat we zelf goden zijn, zoals dat beleden wordt in het Hindoeïsme en in nog andere religies. Is dat een zekerheid, dan is de dood een illusie. Maar is de dood een zekerheid, dan zijn het bewustzijn en het zelfbewustzijn illusoir zoals ook dromen dat zijn. De zaak is nu dat het niet lijkt uit te maken of het hier om illusies gaat ofwel om waarheden omdat vanaf dat punt elk mogelijk criterium ontbreekt om daaromtrent beslissingen te kunnen nemen.
Het geloof is derhalve een eindeloos wendbaar ding, op zich oneindig onbepaald maar niet onschuldig omdat religie functioneren kan zoals de verliefdheid en de liefde (die overigens ook nog eens zeer verschillende dingen zijn). Zoals liefde en verliefdheid de wereld van wie daaraan onderhevig zijn, kleuren, zo ook geeft religie een lading aan de dingen die zij op zichzelf niet hadden. Zoals verliefden hun verliefdheid uiteindelijk niet zelf beheren doch ontlenen aan fysiologische alsook psychosociale toestanden waaraan zij onderhevig zijn, is ook religie werkzaam in een onbepaalde richting. Haar essentie zit derhalve in haar uitwerking op ons: religie kleurt onze wereld precies zoals hormonen dat doen of - om maar iets te zeggen - koffie.
(J.B., 22 september 2025)
21-09-2025
Het Kerstekind en het badwater Aflevering 3: Puur badwater
Het Kerstekind en het badwater
Aflevering 3: Puur badwater
Zoals hoger gezegd zijn er maar weinig historische gegevens over de figuur van Jezus van Nazareth, al acht men het bijzonder onwaarschijnlijk dat Hij helemaal niet zou bestaan hebben. Maar laat ons dat nu eens veronderstellen en laat ons dus vertrekken van de hypothese dat Jezus van Nazareth helemaal niet bestaan heeft, dat het een fictief personage betreft, iemand die enkel leeft in de fantasie van welhaast de gehele wereldbevolking.
De veronderstelling is allerminst absurd want zij wordt door menigeen gemaakt met betrekking tot 'God'. In dat laatste geval is sprake van theïsme: God is een idee waarvan men al dan niet gelooft dat er iets of iemand aan beantwoordt in de werkelijkheid. Maar het christendom is - overigens samen met het jodendom en de islam - een openbaringsgodsdienst: het godsbegrip steunt daar niet op een idee maar op getuigenissen van de openbaring van God en derhalve is de vraag daar niet langer of er aan de idee 'God' een werkelijkheid beantwoordt maar wel of Gods getuigen de waarheid spreken. Zijn de mensen die zeggen dat ze Jezus over het water hebben zien lopen, geloofwaardig? Hebben zij gezonde ogen? Moeten hun beweringen letterlijk opgevat worden of spreken zij veeleer in beelden? En als het aannemelijk is dat zij een man ontmoet hebben die over zichzelf zegde dat hij de zoon van god was, sprak die man dan wel de waarheid? En als de mirakels die iemand verricht hem geloofwaardig maken, wat dan gezegd van getuigenissen over de vele andere wonderdoeners in de verhalen die ons ter ore komen?
Veronderstellen we dus dat Jezus helemaal niet bestaan heeft en dat hij een product is van de menselijke fantasie zoals ook de duivel, de engelen en al die andere sprookjesfiguren waarmee wij van kindsbeen af kennis maken. En stellen wij ons dan de vraag of het zin kan hebben om alsnog in zo'n fictief personage te geloven. En we maken onze veronderstelling met betrekking tot het bestaan van een geopenbaarde god aannemelijk door haar hetzelfde recht toe te kennen als de godsidee in het theïsme: de theïst gelooft in God op grond van eigen redeneringen en affecten en wie geloven in een geopenbaarde god doen op de keper beschouwd precies hetzelfde.
Onmiddellijk kan men inzien dat het helemaal geen verschil uitmaakt of Jezus van Nazareth al dan niet echt bestaan heeft. Dat er geen echt harde historische bewijzen zijn voor zijn bestaan, doet uiteindelijk niet ter zake omdat geloof hoe dan ook vereist wordt. Met andere woorden heeft het geloof op de keper beschouwd helemaal geen behoefte aan bewijzen en, meer nog dan dat, zijn bewijzen in geloofszaken totaal irrelevant want sowieso volstrekt krachteloos. En in dat opzicht is godsgeloof volkomen vergelijkbaar met bijvoorbeeld de trouw tussen geliefden. Er bestaat geen diepere grond voor de trouw dan de belijdenis zelf en zo ook is het geloof in wezen trouw en bevindt het zich in een domein waarin de waarheid alleen voor zichzelf kan spreken.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 21 september 2025)
Het Kerstekind en het badwater - Aflevering 2: Ambivalent christendom
Het Kerstekind en het badwater
Aflevering 2: Ambivalent christendom
Theologen, historici en nog andere onderzoekers zijn het er bijna allemaal over eens dat er nauwelijks geschiedkundige gegevens bestaan over Jezus van Nazareth en men is pas tientallen jaren na zijn dood over Hem beginnen te schrijven. Dat Hij gekruisigd werd zoals het misdadigers betaamt, wordt in de interpretatie van Paulus1 gezien als door de Voorzienigheid zo bedoeld en op die manier is men gaan geloven dat Hij precies met die kruisdood de zonden van de mensheid heeft uitgeboet waardoor wij allen verlost worden ('Christus' betekent 'Verlosser'), op voorwaarde dat wij dat ook voor waar aannemen of belijden.
Als respons op de zondeval wordt de mensheid aldus door Christus vrijgekocht tegen de prijs van zijn (menselijk) leven dat dus geëist wordt door de duivel die de mens in zijn macht heeft sinds hij hem tot ongehoorzaamheid aan de Schepper heeft verleid.
Die idee kan vreemd lijken maar ze stamt uit de tijd van de slavernij waar lijfeigenen die bijvoorbeeld buit gemaakt werden in oorlogen, konden gekocht worden en dus ook konden vrijgekocht worden. De mens was door de duivel buit gemaakt in de oorlog tussen God en de duivel en kon pas terug vrij worden als hij vrijgekocht werd door God, wat gebeurde middels de tol van het leven van Gods Zoon, Christus, die daarom geldt als de Verlosser van de mensheid.
Jezus was een jood en de joden verwierpen uiteraard zijn optreden, Hij noemde de joodse Schriftgeleerden immers 'witgekalkte graven' en zijn kruisiging werd geëist door de joden die liever de moordenaar Barabbas de vrijheid gaven dan de door Pontius Pilatus onschuldig bevonden Jezus. Hij had wel volgelingen onder de joden maar terwijl de joodse christenen zich als uitverkoren volk de nieuwe religie toe-eigenden, verkondigt Paulus dat Christus er is voor alle mensen, waardoor het christendom een wereldreligie kon worden, een universele religie: katholiek betekent namelijk universeel; het katholicisme is het Paulinische christendom.
Het christendom was weliswaar rebels maar wat het katholicisme daarvan gemaakt heeft, is dat allerminst en dat zal wel de reden zijn waarom deze godsdienst door de Romeinse bezetter vrij snel als staatsgodsdienst werd uitgekozen. In de interpretatie van Friedrich Wilhelm Nietzsche2 vertegenwoordigt het christendom de slavenmoraal, die allereerst moet beschouwd worden als een overlevingsstrategie: de slaaf dient zijn heer, niet uit liefde maar omwille van zelfbehoud. De in de slavenmoraal verkondigde altruïstische waarden zorgen ervoor dat de slaaf zich als het ware ongevoelig kan maken voor de belediging die zijn onderwerping betekent, met name door zichzelf voor te spiegelen dat hij zich uit vrije wil onderwerpt: hij heeft de dienstbaarheid aan anderen tot zijn edelste principe gemaakt en zo lijkt het alsof hij alleen maar het eigen principe volgt waar hij zonder tegenstand de bevelen van zijn overheersers uitvoert.
Die visie op het christendom is uiteraard die van de overheerser die de religie aldus te baat neemt maar het is niet noodzakelijk de visie van de gelovige en in geen geval die van Jezus zelf, die volgens Nietzsche de enige ware christen was. Deze ambivalentie is nogal complex, waar vandaan dan ook onze titel die er voor waarschuwt het Kerstekind niet met het badwater buiten te gooien.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 21 september 2025)
1Paulus (Saulus) was aanvankelijk een christenenvervolger maar hij bekeerde zich nadat de verrezen Jezus aan hem verscheen toen hij van Jeruzalem naar Damascus reisde)
2Cf. F.W. Nietzsche, Jenseits von Gut und Böse (1886) en Zur Genealogie der Moral (1887).
20-09-2025
Het Kerstekind en het badwater - Aflevering 1: Het begin
Het Kerstekind en het badwater
Aflevering 1: Het begin
In de zesde eeuw voor het begin van onze tijdrekening (volgens de legende nog eerder met Romulus en Remus die door een wolvin werden gezoogd) begon zich vanuit Rome en niet toevallig onder het embleem van een roofvogel - de steenarend - middels gewelddadige onderwerping van steeds nieuwe gebieden een polytheïstisch imperium te vormen dat de hele Middellandse Zee omkringelde en dat meer dan duizend jaar zou standhouden, meer bepaald tot de vijfde eeuw: het (West-)Romeinse Rijk (dat nog eens duizend jaar werd voortgezet in het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk) en dit onder keizers die zichzelf uitriepen tot goden. Het rijk bereikte zijn top rond het jaar 100 onder keizer Trajanus. Dat was zowat driekwart eeuw na de kruisiging van een predikende joodse Nazoreeër, een van de velen die zich keerden tegen de door de Romeinse keizer opgelegde wetten en waarden.
Nazareth was een gehucht in Galilea dat zich in Libanon situeert. 'Libanon' betekent 'wit (besneeuwde) berg' - reeds vermeld in het Gilgamesj-epos rond drieduizend jaar voor Christus; Galilea betekent 'land van de heidenen'. Een kleine eeuw na de dood van de Nazoreeër begon men over hem te vertellen en te schrijven omdat men geloofde dat hij de Messias was: de bij monde van de joodse profeten door Jahweh beloofde redder die aan de gevallen mensheid de onsterfelijkheid terug zou geven.1
Dat vroege christendom bracht vooral de onderdrukten en de slaven hoop waardoor het explodeerde en sinds 303 bloedig vervolgd werd door keizer Diocletianus. Maar toen men de beweging niet klein kreeg, werd zij in 308 erkend door de dictatoriale keizer Constantijn de Grote, die zich 'Augustus' of 'de verhevene' liet noemen. Volgens de legende zou Constantijn in 312 een visioen hebben gehad: een lichtend kruis boven de zon dat hem m.b.t. een veldslag de overwinning beloofde. Hij overwon en stopte de christenvervolgingen. In 381 werd het christendom de staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en later in heel Europa.
Reeds in het jaar 107 werd (namelijk in een brief van Ignatius van Antiochië aan de christenen van Smyrna2) de benaming 'katholieke kerk' gebruikt ('katholiek' betekent 'universeel') en zij dook weer op in het eerste concilie van Nicea in 325.
De eerste bisschop van Rome was de door Jezus aangeduide apostel Petrus3 (†64 door kruisiging onder Nero); Paulus († na 60 door onthoofding onder Nero) was toen bisschop in Klein-Azië en Griekenland. Petrus werd opgevolgd door Linus (67-†76) en dan volgen er tot op heden nog tweehonderdvijfenzestig.4 Pas in 384 liet Siricius zich 'paus' noemen en voor die titel wedijverde hij met 'tegenpaus' Ursinus die eveneens aanspraak maakte op de paustitel. Nota bene: in de kerkgeschiedenis duiken zo'n 39 tegenpausen op.
1Ter situering dient verwezen te worden naar de 'zondeval'. In zijn Lucifer verhaalt Joost van den Vondel hoe een deel van de engelen hun misprijzen niet onder stoelen of banken steken nadat God hen heeft opgedragen om de mensen te dienen. Weliswaar kunnen zij niet anders dan de menselijke schoonheid te loven maar zij keuren af dat een deels stoffelijk schepsel in de hiërarchie wordt geplaatst boven de zuivere geesten die zij vertegenwoordigen. Hun misprijzen betreft vooreerst de verordening van hun Schepper maar vervolgens richten ze hun pijlen op de mens zelf die zij gaan minachten en hun misprijzen gaat over in jaloezie en dan in wraak in de vorm van moord want door een list ontnemen zij aan de mens zijn onsterfelijkheid.
2Meer bepaald in de zin: "Waar Jezus Christus is, daar is de katholieke Kerk."
3Volgens Matteüs 16:18-19: “Jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven [n.v.d.a.: waarmee bedoeld wordt de macht om de zonden te vergeven], en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.”
De dood is dermate gruwelijk dat hij niet waar kan zijn. Hoezo!? - zo zegt u verbouwereerd en nu denkt u wellicht dat er een ongepaste grap gemaakt wordt. Maar u hebt het mis. En om te kunnen begrijpen wat hier uit de doeken moet worden gedaan, moet u zich de tijd trachten te herinneren dat geen mens eraan twijfelde dat de hel bestond. Wie durfde te beweren dat de hel dermate gruwelijk is dat ze niet kan bestaan, werd uitgescholden voor een ketter en hij of zij werd geëxcommuniceerd. De nieuwe generaties hebben die tijd niet meer beleefd maar dan moeten zij hoogst dringend eens hun licht opsteken bij hun grootjes en die zullen bevestigen dat toentertijd niemand twijfelde aan het bestaan van de hel. Niemand durfde het aan om daaraan te twijfelen.
Inmiddels is de angst voor de hel grotendeels verdwenen maar in de plaats daarvan is er nu de angst voor de dood. Want vroeger geloofde men in het hiernamaals, vandaag gelooft men in het hiernumaals. Vroeger was men niet bang voor de dood omdat men geloofde in het eeuwig leven: men was bang voor het oordeel van de alwetende Rechter en voor de straf. Nu men dat niet langer gelooft, moet men wel geloven in de dood. U begrijpt beslist deze logica.
Het credo van destijds was heilig, de paus, plaatsvervanger van God op aarde, zetelde in het Vaticaan en hield daar concilies die eeuwen konden duren en die waren derhalve degelijk, zij leverden dogma's op. Wie daaraan twijfelde was niet goed bij zijn hoofd; wie daaraan twijfelde, leed aan hoogheidswaanzin en soms werden twijfelaars op de brandstapel gezet. Maar dat credo is nu verleden tijd.
Het nieuwe credo is dat van de wetenschap. Ingewijden bogen op ronkende titels zoals destijds de clerici. Hetzelfde maar anders. Het loont beslist om eens na te denken over de term 'wetenschap', alsook over de manier waarop men in die religie ingewijd wordt. Het kost vele levensjaren, de beste jaren van een mens worden eraan opgeofferd om uiteindelijk wetenschapper te kunnen zijn. Terwijl anderen feesten en genieten van het leven, moeten de studerenden blokken.
Het blokken is een heruitgave van het bidden van weleer. Nu begrijpt men, zo zegt men, dat het gebed van toen een zinloos gedoe was. Er waren gebeden, litanieën, er was de Bijbel, de catechismus, er waren de boeken van de heiligen. Al die dingen hadden een eigen logica, men kon zich er warempel in bekwamen en dan werd men priester, bisschop, kardinaal, paus. Nu beweert men heel zelfzeker dat het allemaal inbeelding was. Niet één woord van al die geleerdheid kwam in de buurt van de waarheid. Zo zegt men nu en men begrijpt niet hoe het mogelijk was dat mensen dit ooit konden geloven. En dat ze er hun beste levensjaren konden aan opofferen om zich daarin te bekwamen. Edoch, de nieuwe religie is niet anders.
Wetenschappers leren vooral woorden aan. Woorden waarmee de dingen worden herbenoemd. Geleerde woorden, vaak Latijnse termen die niemand verstaat behalve wie gestudeerd hebben. Zoals destijds, het Kerklatijn, is er nu het Wetenschapslatijn. Wetenschappers beschrijven vooral de dingen, precies zoals de heiligen deden. Die laatsten beschreven zieleroerselen, de eersten beschrijven materiële dingen. Sinten hadden het over goed en kwaad, professoren hebben het over waar en onwaar. De zogenaamde Waarheid is een heruitgave van de Goedheid van destijds: een heruitgave én een simplificatie. Nu baseert men zich op de zintuigen, destijds verwijlde men in de geest en dat was in feite wat ingewikkelder, wat moeilijker. Nomenclatuur en classificatie van alles wat men ziet en hoort, is heden aan de orde van de dag. Destijds betroffen de nomenclatuur en de classificatie alles wat men denken kon. Het denken werd vervangen door de zintuiglijke waarneming, al de rest is gelijk gebleven.
Vroeger genas men mensen met handoplegging, met zegeningen en novenen, met relikwieën en met aanroepingen, voor elke kwaal was er een specialist, een heilige. De gewijde heilige hostie uit het tabernakel maakte ons weer gezond. Vandaag is dat de pil uit de apotheek. Baat het niet, dan schaadt het ook niet, zo zegde men destijds over de therapieën van de kerk en vandaag is het eender. Ooit ging men naar Lourdes, nu begeeft men zich naar het Universitair Ziekenhuis. Als men geneest, wijt men het aan de therapieën en als men sterft, kan men zeggen dat men tenminste alles geprobeerd heeft. Er is niets nieuws onder de zon.
Maar om terug te komen op ons onderwerp: nu de hel niet meer bestaat, komt de dood tot leven. En dat duurt totdat een ketter opstaat die zegt: de dood is dermate gruwelijk dat hij niet waar kan zijn. Geenszins verbergt zich de logica van deze zaken.
(J.B., 18 september 2025)
17-09-2025
Waarom politiek rechts verwerpelijk is - Aflevering 4: “Ben ik dan mijn broeders hoeder?”
Waarom politiek rechts verwerpelijk is
Aflevering 4: “Ben ik dan mijn broeders hoeder?”
Er mag zich geen wereld van de kunst en ook geen fragment daarvan losscheuren van het wereldgebeuren om zich afgezonderd te gaan vermaken in het plezier van muziek, kleuren en vormen alsof er helemaal niets aan de hand is: waar dit het geval is, heerst onverschilligheid en onverschilligheid is erger nog dan genocide, dixit Primo Levi.1 Hetzelfde geldt trouwens voor bijvoorbeeld de wetenschappen en daar spreekt het voor zich: zouden zij een vermaak op zichzelf zijn in het teken van de kennis omwille van de kennis2 en weigeren te investeren in geneeskundig onderzoek waar zekere ziekten massa's mensen treffen, dan zouden heel terecht alle belastingenbetalers wereldwijd in de protestmodus gaan.
En wat het geval is met betrekking tot bezigheden zoals de kunsten en de wetenschappen, geldt evenzeer voor bevolkingsgroepen: klassenvorming is een bijzonder geval van compartimentering3 die onrecht, moord en massamoord in de hand werkt. Het lijden en de ellende in de maatschappij ontvluchten door zich terug te trekken in een eigen klasse, hetzij een adelstand, hetzij eender welke stand of positie met garanties voor een vast inkomen, bescherming en welvaart, komt neer op de excommunicatie van alle ellendelingen en maakt dat wie weigeren zich daartegen te verzetten, medeplichtig worden aan het lot van alle slachtoffers. Idem dito voor partijen die een rechtssysteem verdedigen waarin voorrechten een eigen plekje hebben, wat het geval is voor de conservatieven die met een (rechts)systeem dat ongelijkheid promoot, de wegen naar verandering blokkeren. Het is een mentaliteit uitgedragen door woordvoerders in de rechtse politiek die regenboogzebrapaden in hun stad weigeren met als impliciete verantwoording dat zij zelf 'normaal' zijn.
Des te erger is de genoemde misdaad waar zij die hem verdedigen, zich uitgeven voor voorbeeldige christenen, wat het geval is in menig rechts kamp. Maar het is nu eenmaal een door tweeduizend jaar geschiedenis gestaafd feit dat het pact dat deze hypocrieten sluiten met de politieke machten, het gedrocht van het katholicisme heeft voortgebracht, een wereldwijd en de geschiedenis overspannend Faust-gebeuren.
(J.B., 16 september 2025)
1Primo Levi, Se questo è un uomo (1947), Nederlandse vertaling: Eens was ik een mens (1963)en Is dit een mens (1987).
2Cf. de kritiek van Rudolf Boehm die in deze waanzin de bron ziet van een historische malaise: Boehm, Rudolf. (1977). Kritiek der grondslagen van onze tijd, Het Wereldvenster, Baarn. (Oorspronkelijk: Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973)). Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm. Voor een synthese, cf.: J. Bauwens, Panopticum corona, pp. 946v. Zie: https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf
3Zie: Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging. Over
De Verenigde Staten van Amerika - Een zeer summiere historiek & Het antwoord van Seattle - tekst d.d. 2012 - herhaling
De Verenigde Staten van Amerika - Een zeer summiere historiek & Het antwoord van Seattle - tekst d.d. 2012 - herhaling
Waarom politiek rechts verwerpelijk is - Aflevering 3: willekeur onder de mom van vrijheid
Waarom politiek rechts verwerpelijk is
Aflevering 3: willekeur onder de mom van vrijheid
De door politiek rechts voorgewende vrijheid betreft in de eerste plaats de verwerping van de macht van de overheid die reguleert, herverdeelt en beschermt en op die manier verkapt het rechtse vrijheidsbegrip ordinaire willekeur. Onder meer Michel Foucault heeft erop gewezen dat een democratie die zonder meer de macht overlaat aan de meerderheid, de leugen voortbrengt op structurele gronden. "Hoe komt het dat het ware vertoog in de democratie machteloos is?", zo vraagt hij zich af en hij komt tot een bijzonder besluit: de democratie kan de goede van de slechte redenaar niet onderscheiden, zij moet hoe dan ook luisteren naar de meerderheid (de slechtsten) terwijl de besten in de minderheid zijn: het spreken van waarheid is in een democratie structureel onmogelijk.1 Komt daarbij dat de meerderheid bespeeld wordt door een minderheid van kapitaalkrachtigen die zoals een overheid regulerend en herverdelend optreedt maar dan uitsluitend in het eigen voordeel en dus niet beschermend maar verwoestend (voor mens, beschaving en milieu). Waar de geldelite erin slaagt om haar wil op te leggen aan het volk, keren de slaven terug als loonslaven in een heruitgave van de middeleeuwse feodaliteit. Het leenstelsel kent een bezittende klasse die vazallen middels plichten aan zich bindt: zij moeten onderdanig zijn en trouw zoals Europa aan de V.S., troepen leveren en zich gelden laten aftroggelen in ruil voor bescherming die zich de facto beperkt tot vrijblijvende beloften. Het systeem van straatbendes die vrede verkopen, het afdreigsysteem dat wij allen kennen van de cowboys:“Uw geld of uw leven!” en nu ook van de producten van Bill Gates en van de farmareuzen: “Uw geld of een virus!”
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 september 2025)
1Foucault, Michel, De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II, Colleges aan het Collège de France (1983-1984), met woord vooraf en redactie door François Ewald en Alessandro Fontana. Situering en redactie door Frédéric Gros. Vertaling door Ineke van der Burg. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2011, [Oorspronkelijk: Le courage de la vérité. Le gouvernement de soi et des autres II. Cours au Collège de France (1983-1984), Paris: Gallimard/Seuil 2009](2011), pp. 60-67. Zie ook onze bespreking daarvan in: J. Bauwens, Panopticum Corona (Serskamp 2021): De structureel verbannen waarheid, pp. 689v.
Waarom politiek rechts verwerpelijk is - Aflevering 2: De leugens van mammon
Waarom politiek rechts verwerpelijk is
Aflevering 2: De leugens van mammon
Politiek rechts beweert de orde te willen handhaven maar de bestaande orde is vaker die van het onrecht dat de bevoorrechten willen conserveren. Dat de armen mee profiteren van de rijken is om meer dan één reden klinkklare onzin. Om te beginnen hoeven wie gefortuneerd zijn, helemaal niet meer te werken omdat het kapitalistisch systeem garandeert dat iemands kapitaal voor hem werkt. Eenvoudig gesteld: wie meer geld bezitten dan zij nodig hebben, lenen het uit aan behoeftigen tegen rente. De behoeftigen moeten werken om de rente te betalen; de rijken niet: zij dwingen ze af met de rechtsmiddelen die ons kapitalistisch systeem hen ter beschikking stelt.
Gesteld dat de armen mee profiteerden van de rijkdom van de rijken, dan ging het om door de rijken gestolen goed omdat (abstractie gemaakt van schenking) rijkdom die niet uit arbeid voortkomt, alleen diefstal als bron kan hebben. Zo zijn werkloosheidsuitkeringen een gering deel van de opbrengst van de arbeid waarvan de werklozen werden beroofd. Die misdaad wordt verdonkeremaand door de arbeid voor te stellen als een plicht terwijl het vooreerst gaat om een recht, een heus mensenrecht. Politici dragen de verantwoordelijkheid voor het garanderen van werkgelegenheid voor iedereen maar onder druk van de bezittende klasse zweren zij met hen samen om een werklozenpopulatie in stand te houden welke dient als afschrikmiddel om de alsnog werkenden te kunnen uitpersen zoals citroenen.
Arbeid is een mensenrecht omdat het deel uitmaken van de gemeenschap dat is. Aan mensen het recht op arbeid ontzeggen maar ook het nalaten van de nodige inspanningen voor werkverschaffing, wat een taak is van politici, betekent niets minder dan excommunicatie. Er zijn mensen die mogen meedoen en anderen mogen dat niet. Jaap Kruithof: “De structurele werkloosheid wordt (…) als onoverkomelijk aanvaard. De duale samenleving is werkelijkheid: arbeidenden en werklozen, participanten en uitgeslotenen staan tegenover elkaar.”1 De bewering dat werklozen eten uit de handen van de rijken, is zonder meer misdadig: zij geeft de bestolenen de schuld van het tekort.
Vandaag worden praatbarakken gefinancierd om deze leugens rond te bazuinen, in de media en aan onze universiteiten. Literaire prijzen worden uitgereikt aan geschiedenisherschrijvers en wie doen wat zelfs Pilatus niet aandurfde, met name de veroordeling van onschuldigen, krijgen een leerstoel aan onze universiteiten. Het gouden kalf is beste maatjes met de leugenaars.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 september 2025)
1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, pag. 66.
14-09-2025
Waarom politiek rechts verwerpelijk is
Waarom politiek rechts verwerpelijk is
De conservatieven maken zich sterk dat zij streven naar een samenleving zonder criminaliteit terwijl zij criminaliteit met progressiviteit identificeren. Hun beweegredenen moeten niet ver worden gezocht: wat conservatieven nastreven is het behoud en de beveiliging van hun voorrechten. Het bestaande maatschappelijke (rechts)systeem is daarop ook gebaseerd en het garandeert een status quo van het onrecht. Te beginnen met de erfenisrechten, die in feite onrechten zijn omdat niemand kiest in welk midden hij of zij geboren wordt: wat men als kind wordt toegeworpen of onthouden, is een lotto. In een wiegje bij de hoge burgerij ligt een kind dat goed doorvoed zal worden, zuivere lucht zal ademen, de verzorging en attentie zal krijgen waar elk kind recht op heeft, menswaardig zal behandeld worden, onderricht zal ontvangen van bekwame leraren in een degelijke school, bescherming zal genieten, comfort en welstand alsook een verzekering van de continuering daarvan want de poorten van de universiteiten wereldwijd staan open voor gezonde en gefortuneerde jongeren. Maar de kans is veel groter dat een kind terecht komt in een wiegje in de achterbuurten waar het ondervoed moet opgroeien tussen gefrustreerde, ruziënde, zieke, werkloze of uitgebuite mensen zonder toekomstperspectieven, die ook aan hun kinderen geen kansen kunnen schenken. Conservatieven willen dat het zo blijft. Progressieven willen dat veranderen, zij willen op meer rechtvaardigheid kunnen hopen en dat gaat nu eenmaal niet vanzelf. Wie beweren dat de armen sowieso van de rijkdom van de rijken mee profiteren, verbergen zich lafhartig achter uitvluchten en die vinden zij uiteraard in overvloed in een wereld die op het behoud van onrecht is georiënteerd.
Het is elf september. De moord van gisteren in Utah op de rechtse activist Charlie Kirk heeft van de republikein een held gemaakt en werd door zijn partijgenoten onmiddellijk aangegrepen voor de verdere polarisering van de Amerikaanse samenleving (maar met ook een weerslag op de rest van de wereld). Die polarisering was uiteraard al volop aan de gang en niet in het minst werd zij aangewakkerd door de medestanders van Kirk en door Kirk zelf, getuige de hele context welke zich centreerde rond een discussie waarvan de essentie zich laat vertalen in de van de pot gerukte stelling dat transgenders massamoordenaars zijn en in een meer uitgebreide zin, dat politiek links, dat door extreemrechts pertinent extreemlinks genoemd wordt, de te bestrijden aartsvijand nummer één is. Ter rechtzetting dient hierbij vooraf vermeld te worden dat weliswaar vijf transgenders betrokken waren bij dergelijke moordpartijen maar verhoudingsgewijs gaat het in de tientallen schietpartijen die de V.S. in de afgelopen jaren hebben geteisterd allerminst om een significant verschil met niet-transgenders. Vervolgens is het onwaarschijnlijk dat hier politieke tegenstanders in de moord betrokken zouden zijn omdat politici de effecten daarvan heel goed kennen en zij er uiteraard beducht voor zijn; men zal het veeleer moeten zoeken bij een geesteszieke, zoals dat het geval was bij de moord op John Kennedy in 1963. Bij het uit de weg ruimen van politieke tegenstanders hebben de daders er alle belang bij om de doodsoorzaak te verbergen, zoals bijvoorbeeld gezegd wordt m.b.t. de dood van de gewezen politieke rivaal van Poetin, Aleksej Navalny, vorig jaar of zoals dat het geval was met de moord op de Congolese Patrice Lumumba in 1961. Anderzijds is het ook een illusie om te geloven dat Kirk nu door iedereen als een held vereerd zou worden: zowel politiek rechts als politiek links hebben en koesteren elk hun eigen helden.
De tegenstelling van politiek rechts en politiek links is weliswaar een beetje achterhaald maar dat geldt in geen geval voor die tussen enerzijds de bezittende klasse of de 'heren' en anderzijds de 'slaven', ook al is er een breed overgangsgebied tussen de twee. Omdat de economie de politiek beheerst, zijn tegenstellingen tussen verschillende landen slechts voorwendsels voor conflicten die zich in feite nog steeds afspelen tussen de bevoorrechte klassen en de achtergestelden. De oorlogen die zich wereldwijd ontplooien tussen naties, etnieën of nog andere bevolkingsgroepen verkappen telkenmale een strijd tussen economische belangengroepen die zich ophouden buiten het vizier van de wereld terwijl zij zichzelf alsnog verraden door politieke statements, financieringen, allerlei boycots en wapenleveringen. Door de verregaande monopolisering van de grootmachten, zijn quasi alle lokale conflicten te herleiden tot proxy-oorlogen tussen die grootmachten en hun invloedssferen bepalen quasi feilloos het oordeel van het publiek, zoals door Chomsky en Herman overtuigend aangetoond, onder meer m.b.t. de Vietnamoorlog, in de publicatie Manufacturing Consent: The Political Economy of the Mass Media uit 1988.1
De polarisering bestaat tussen politieke grootmachten en de concerns die zij vormen, en die leveren oorlogen; ze bestaat ook binnen de naties zelf tussen degenen die voorrechten genieten en zij die het onderspit moeten delven en die leveren burgeroorlogen (zoals de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) die ontstond rond voor- en tegenstanders van de slavernij). In de twee gevallen draait de strijd om het behoud en de uitbreiding van macht en positie.
Maar de polarisering bestaat ook binnenin elke burger: zoals de Nederlandse socioloog Abram de Swaan aantoont, werkt genocide bij de gratie van compartimentalisering en men kent het voorbeeld van de nazi die overdag zijn job doet welke bestaat uit het ombrengen van mensen: 's avonds keert hij terug naar zijn vredig gezinnetje en als hem gevraagd wordt hoe hij dat dan klaarspeelt, luidt zijn antwoord dat het ruilen van zijn werkuniform voor zijn burgerkledij aanvoelt als het verwisselen van zijn persoonlijkheid voor een andere, wat in feite de werking van compartimentalisering is.2 De polarisering binnenin elk individu ontketent een strijd die ter gelegenheid van de verkiezingen in het stemhokje resulteert in een stem welke uitgebracht wordt op die partij die binnenin het individu in kwestie de binnenpersoonlijke versie van de strijd wint.
Meestal gaat dit gepaard met de nodige twijfel: iemand stemt rechts terwijl hij de dag voordien nog van plan was om links te stemmen maar hij veranderde van gedacht door het compliment dat hij ontving van een lokaal politicus bij de ingang van het gebouw met de stemhokjes. De twijfel blijft ook na de verkiezingen bestaan en schept een toestand van hysterie die kan overgaan in massahysterie, een soort van vervreemding van de werkelijkheid onder de invloed van, in dit geval, politieke, economische en ideologische druk.
Het bestaan van politieke tegenstellingen gaat gepaard met dat van contrasten binnenin individuen en politieke onvrede kan gelinkt worden aan mentale onevenwichtigheid terwijl zij beiden zowel oorzaak als gevolg zijn van elkaar. Polarisering is in de eerste plaats splijting: wat één was, wordt twee, maar het ene duldt het andere niet want er is geen geduld meer, men is verwend, en daarom probeert het ene het andere uit te schakelen. Zoals gisteren het geval was op de universiteitscampus in Utah.
(J.B., 11 september 2025)
1Edward S. Herman en Noam Chomsky (1994). Manufacturing Consent: The Political Economy of the Mass Media. Londen: Vintage.
2Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders, Prometheus, 2014).
09-09-2025
Geen nepnieuws en geen pseudowetenschap
Geen nepnieuws en geen pseudowetenschap
Op 19 maart 2020 schreven wij het volgende, (hier weergegeven in groene kleur):
De oorlogsgriep
Wie Wikipedia raadpleegt - het kost amper vijf minuten - weet dat de gewone griep jaarlijks aan 250.000 tot 500.000 mensen het leven kost.1 Momenteel [n.v.d.a.: i.e. 19 maart 2020] hebben we drie maanden of dus een kwartaal van een jaar het coronagriepvirus gehad met wereldwijd ruim 6000 doden. Over een jaar zijn er dat dus vier keer meer ofwel vijfentwintigduizend - wereldwijd.
De coronagriep maakt vijfentwintigduizend doden per jaar en dat is tien tot twintig keer minder dan de gewone griepvirussen die ons jaarlijks treffen. Corona lijkt dus helemaal geen erge griep. Maar waarom dan al die heisa? Waarom die maatregelen die het leven grondig ontwrichten en die ons opzadelen met torenhoge schulden?
Het antwoord kon simpel zijn: zoals gewoonlijk wordt aan het volk de waarheid onthouden. Het lijkt erop dat de maatregelen die getroffen worden - ophokplicht op straffe van hoge boetes, isolering, gedwongen werkloosheid, sluiting van bedrijven, rantsoenering van voedsel binnenkort en zo meer -, niet anders kunnen geïnterpreteerd worden dan als voorbereidselen op een oorlogstoestand.
Iedereen weet intussen dat de gevechten in Syrië een oorlog zijn tussen de Russen en de Navo of moet men zeggen de Amerikanen. De Syrische president Assad wordt door Poetin gesteund en de Turken maken deel uit van de Navo. Een navenante vluchtelingenstroom verlamt Europa. Sinds Poetin in 2004 zonder veel moeite de Krim innam, is het westen bang dat hij hetzelfde zal doen met Oekraïne, Polen, Roemenië, de Baltische staten, Finland, Oost-Duitsland en noem maar op: de gewezen agent van de KGB wil de vroegere landen van het Oostblok terug. En Europa staat niet langer vijandig tegenover Rusland (en China) sinds het van het oosten afhankelijker werd voor gas en andere levensnoodzakelijke producten. Amerika ziet in Europa een overlopende klant.
De vijandschap tussen het communistische werelddeel en het zogenaamde vrije westen is niet nieuw: het gaat om twee levens- en wereldvisies die lijnrecht tegenover elkaar staan en die elkander radicaal uitsluiten. De daaruit voortspruitende conflicten bestaan onophoudelijk en wereldwijd. Nu en dan komt het tot een grote uitbarsting en het ziet er naar uit dat het binnenkort weer tot vuurwerk zal komen. Een andere verklaring voor de corona-gekte is er vooralsnog niet.
Dat China en Lombardije zoveel griepgevallen kennen, komt alleen hierdoor dat daar relatief weinig kinderen zijn. Die vormen namelijk een natuurlijke immuniteitsbron: zij krijgen het virus, worden niet ziek maar bouwen wel een groepsafweer op. In Afrika en in Zuid-Amerika zijn corona en andere vormen van griep eerder zeldzaam om diezelfde reden: de bevolking daar is arm en armen houden zoveel mogelijk kinderen omdat hun oude dag niet anders dan door het eigen kroost verzekerd wordt.2
Geen twee jaar later, meer bepaald op 24 februari 2022, zijn de Russen binnengevallen in Oekraïne en is na een vrede van zevenenzeventig jaar de oorlog in Europa uitgebroken.
Niemand had oren naar deze berichten, ze werden afgedaan als nepnieuws en als samenzweringstheorie. Nu ze zich in de werkelijkheid gerealiseerd hebben, herinnert men zich kennelijk niets meer van tevoren maar zo gaat het er altijd aan toe.
Hetzelfde geldt overigens voor de aankondiging dat onder allerlei voorwendsels de Europese jeugd naar het front gelokt zal worden om daar te gaan sneuvelen. Reeds is 'defensie' een vak in het middelbaar onderwijs in verschillende scholen en het initiatief van 'the emmer is full' blijkt zelfs succesrijk. Kinderen zijn nu eenmaal makkelijke prooien want zij zijn nieuw op de wereld, ze weten nog niet hoe het eraan toe gaat, ze hebben alle vertrouwen in hun opvoeders (hoe kan het ook anders, wie hebben ze ook anders?) en dat wordt keer op keer weer misbruikt. In de kerk (relieken, godbetert nu zelfs van kinderlijkjes) en in de politiek.
Met corona werd de knop verzet van vredesmodus naar oorlogsmodus en dat hebben onze reptielhersenen goed begrepen.3 Omdat wij, mensen, vegeteren op een dierlijk lichaam, zijn wij ook onderhevig aan wat ons reptielbrein ons dicteert. De hersenstam is ons oerbrein dat de hartslag controleert en de ademhaling en dat ook waakt over onze overleving in noodsituaties. Het werkt automatisch, wat wil zeggen dat we daarover helemaal geen zeg hebben.
Net zoals bij de bijen (en bij alle andere dieren en zelfs planten) is de overschakeling van de ene naar de andere modus geen sinecure: het moet met andere woorden ernst zijn, wil het gebeuren. Maar eenmaal overgeschakeld, is de terugschakeling naar de voorgaande toestand uitgesloten totdat de taken vervuld zijn die bij de eerdere modus horen. Met betrekking tot de oorlogsmodus wil dat zeggen dat eenmaal in die modus gekomen, wij eerst oorlog moeten voeren om naar de vredesmodus terug te kunnen keren. Met de hersenstam kan nu eenmaal niet gesold worden, men speelt er geen jojo mee. En dat is nu gaande.
De modus werd niet natuurlijkerwijze in gang gezet door een gevaar dat zulks rechtvaardigt: onze hersenstam werd gemanipuleerd van hogerhand, door wereldheersers, wie dat ook mogen zijn. Sinds verschillende jaren vervelen zich deze blasé figuren. Zoals ook de konijnenjagers van Blaise Pascal niet jagen om de honger te stillen maar enkel om hun moordlust bot te vieren, hebben ook deze lieden beslist een agenda vol uitvluchten terwijl hun eigenlijke doel nergens anders ligt dan in het naar zich toe trekken van het allergrootste genot op aarde en dat is de machtswellust. Er bestaat nota bene geen grotere macht dan de macht over het leven van andere mensen. Andermaal: dit is geen nepnieuws en dit is ook geen pseudowetenschap.
Humaniteit of menselijkheid verwijst naar vredelievendheid en naar de bereidheid tot samenwerking, de fundamenten voor de stichting en voor de ontwikkeling van maatschappijen en van de wereld. Het tegendeel van humaniteit is een gebrek eraan: het is onmenselijkheid, het is een tekort aan inzicht, het is immoraliteit, onverstand, egoïsme, opportunisme en vijandigheid. Hoog ontwikkelde maatschappijen cultiveren vrede en samenwerking en ook andersom zijn vredelievendheid en samenwerking essentieel voor de ontwikkeling van een gemeenschap.
Maar er zijn altijd mensen die niet mee zijn en zo zijn er gevangenissen om hen af te zonderen of nog andere instituten, want de maatschappij wil zich tegen hen beveiligen. Menselijke samenwerking vergt een hoge graad van vrijheid en wie met vrijheid niet kunnen omgaan en ze misbruiken, vormen belemmeringen.
Vredelievendheid en bereidheid tot samenwerking worden wel eens vrouwelijke eigenschappen genoemd en wellicht terecht want alle mensen danken hun leven aan een vrouw, een moeder. De moeder staat aan het hoofd van een gezin, zij brengt kinderen ter wereld en zij voedt en onderwijst hen: het is van hun moeder dat alle mensen de taal leren die daarom de moedertaal genoemd wordt. De moeders geven de cultuur van de gemeenschap aan hun kinderen door. Er is een verstandhouding onder alle moeders ter wereld en die beperkt zich niet tot mensen, zij overschrijdt de grenzen van de soort en zo bijvoorbeeld voelen moederkatten zich bij mensenmoeders veilig met hun jongen omdat zij op de een of andere manier begrijpen dat zij een gelijkaardig lot delen. Het moederschap lijkt daar zelfs belangrijker dan het behoren tot een welbepaalde soort.
Volgens sommigen zijn vaders in zekere zin (door hun echtgenoten) getemde mannen. Vooraleer zij huwen, zouden heel wat mannen immers ongetemd zijn of niet gedomesticeerd. Domesticatie is een begrip dat van toepassing is op dieren en op planten die door mensen thuis (in hun 'huis' of 'domus') geteeld worden maar in een bredere zin is domesticatie verwant met beschaving en zou men kunnen zeggen dat moeders hun kinderen domesticeren of beschaven alsook hun echtgenoten. Voordien vertonen mannen machogedrag; als zij vechten en winnen, kloppen zij zich op de borst zoals hun verre voorouders, de mensapen.
Machogedrag treedt vooral op bij wie er behoefte aan voelen om hun mannelijkheid te bewijzen en dat gebeurt vaker bij onvolwassenheid en dus in de puberteit. Het euvel steekt dikwijls een tweede keer de kop op als de groei zich omkeert en de ouderdomsdementie doorbreekt. In andere gevallen is machogedrag of overdreven mannelijkheid eerder lachwekkend, ongepast maar soms ook gevaarlijk. Het kan zich manifesteren als minachting voor vrouwen en voor vrouwelijke trekjes, vooral waar die optreden bij mannen. Zo bijvoorbeeld wordt in minder geëvolueerde culturen of in culturen die zich nog bij manier van spreken nog in hun puberteit bevinden (ofwel in de fase van dementie), studeren beschouwd als een zaak voor vrouwen; mannen daarentegen moeten als zij voor mannelijk willen doorgaan, vechten of met andere mannen concurreren.
Sommige mannen kunnen minder goed het onderscheid maken tussen vrouwelijkheid en beschaving en bij een aantal onder hen gebeurt het dat zij zich ongemakkelijk voelen bij mensen met al te beschaafde manieren of zelfs onder mensen die welbespraakt zijn, wat zij immers associëren met in hun opvatting 'taterende' vrouwen. Het gezegde 'harde bolster, blanke pit' toont aan dat zij het wel goed menen want eigenlijk is het de hypocrisie waartegen zij zich keren, de leugenachtigheid en de list. Edoch, er ontbreekt wat aan een man die denkt dat hij zich huishoudelijk onhandig moet gedragen om zich als man te laten gelden.
In extreme gevallen geloven macho's dat geweld hen boven anderen verheft en om die reden proberen zij situaties te creëren waarin geweld kan gelden als gerechtvaardigd of als wenselijk. Zij kijken daarom meer dan anderen uit naar leidinggevende functies en uiteraard zouden zij zich ten volle kunnen uitleven in de politiek, met vijanden die zij te bestrijden hebben voor het aanschouwen van een groot publiek dat dan in hun ziekelijke verbeelding onder hun bescherming leeft, hen dank verschuldigd is en hen eert. Maar macho's kunnen ook vrouwen zijn, men herinnere zich premier Margareth Tatcher die zichzelf als de enige man in het Britse parlement beschouwde en die in 1982 prompt de Falklandoorlog startte die aan bijna duizend mensen het leven kostte.
Hedendaagse voorbeelden van de aberratie van het machogedrag moet men niet ver zoeken, men ziet ze dagelijks op Tv, iedereen kent ze en is er getuige van maar niemand verbreekt het stilzwijgen erover uit angst omdat de personen over wie het hier gaat, allerminst ongevaarlijk zijn. Zij zijn degenen die de beschikking hebben over het gebruik van kernwapens.
(J.B., 6 september 2025)
05-09-2025
Verdeeldheid
Verdeeldheid
Als het de overtuiging is van onze politici dat men niet onpartijdig kan ingaan op de uitnodiging van China om daar de herdenkingsceremonie naar aanleiding van het einde van de Tweede Wereldoorlog bij te wonen, betekent dit (voor politici maar uiteraard ook voor alle burgers) een verplichting tot polarisatie. Men moet zich tot een kamp bekennen, of veeleer: niemands mening wordt gevraagd, men moet het bestaan van de kampen of dus de strijd als feit accepteren, men kan niet zomaar kiezen voor neutraliteit en onpartijdigheid wordt sowieso beschouwd als lafheid of als verraad.
Die druk tot partijdigheid staat uiteraard in functie van de rekrutering van troepen voor oorlogsdoeleinden. Men spreekt weliswaar over defensie maar de massa naar het front krijgen is geen sinecure en vergt tijd en geleidelijkheid.
Nu doen onze politici er zogezegd alles aan om polarisatie in de samenleving te bestrijden maar op internationaal vlak eisen zij die, zodat wij kampen met een beleid dat inconsistent is. En gehoorzamen aan inconsistente bevelen is uiteraard volstrekt onmogelijk: een trekpaard gehoorzaamt aan 'tuk' en aan 'jurt' maar de twee commando's tegelijk brengen het beest in de war.
Polarisatie gaat aan genocide vooraf zoals de Nederlandse socioloog Abram de Swaan uitlegt in zijn Compartimenten van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders (2014).1 Elk regime, elke macht is in de kiem moorddadig omdat het tegenstanders heeft van wie het een vijandsbeeld creëert dat in alle stilte gaat behoren tot de 'mentaliteit', zo schrijft De Swaan.2“De staat is de grootste mensendoder in de moderne wereld maar zij wist de sporen van haar vernietiging samen met haar documenten uit. (…) De meeste slachtoffers (…) zijn ongewapende burgers” met als doelgroepen ras, etnie, geloof, nationaliteit, klasse of politieke overtuiging ofwel werd lukraak terreur gezaaid.3 M.b.t. bijvoorbeeld de Rwandese genocide geldt: “(...) de fanatiekste voorstanders van een erfelijk onderscheid tussen Tutsi en Hutu waren geobsedeerd door de mogelijkheid dat Tutsi zich als Hutu konden voordoen om zo verwarring en verdeeldheid te zaaien.”4“Velen werden gedwongen mee te doen om niet vermoord te worden.”5“Alles was erop gericht de kring van medeplichtigen uit te breiden.”6“Mensen zoeken bescherming voor de dreiging die het regime met zo veel succes heeft opgeroepen, en eisen dus drastische maatregelen tegen de boosdoeners die het regime zelf heeft aangewezen.”7"De ver doorgevoerde compartimentalisatie maakt het mogelijk dat mensen in andere domeinen van de samenleving kunnen blijven functioneren alsof er niets gebeurd is. (...) [zij] doen alsof er niets gebeurd was."8
De V.S. die de huidige Europese oorlog sturen, die een proxy-oorlog is tussen de V.S. en Rusland, voeren een polariserend beleid dat autochtonen opzet tegen allochtonen, hetero's tegen homo's, aanhangers van de milieupartijen tegen gewinzoekers en kortetermijndenkers, volgers van het mondiaal gezondheidsbeleid tegen ongehoorzamen en zo verder. Op die manier hebben wij twee meesters te gehoorzamen en zij vertellen elk een heel ander verhaal: de ene wil inclusie, de andere apartheid; de ene zegt 'tuk', de andere 'jurt'.
Uiteraard is de genoemde inconsistentie een vrucht van de hypocrisie die het Westen niet langer in staat is te verbergen voor de rest van de wereld welke het door de eeuwen heen pluimde onder het voorwendsel van christianisatie en beschaving. Dat zich heden alternatieve ontwikkelingsprojecten blijken te ontplooien en godbetert dan nog op initiatief van de meest beruchte dictators ter wereld, zaait ook in het Westen zelf een verdeeldheid die bijna niet anders meer kan gezien worden dan als een bestraffing voor een kwaad waarmee het sowieso niet eeuwig weg kan blijven komen.
2Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders, Prometheus, 2014), pag 16.
In het als een kortverhaal geschreven verslag getiteld De eekhoorn beeldt Primo Levi (die leefde van 1919 tot 1987) de wreedheid af, impliciet verklaard als een bijwerking van de arrogantie. Meer specifiek gaat het hier over de menselijke wreedheid tegenover dieren, gekoppeld aan de arrogantie van de zogenaamde wetenschappelijkheid. Met de hardnekkigheid van een ezel blijft die laatste echter het leven beschouwen op een middeleeuwse wijze, met name en paradoxaal genoeg als machinaal of dus als levenloos en hoe dan ook als zielloos. De materialistisch gefundeerde wetenschappen zien de geest immers als een louter bijwerking van de 'stoffelijke' hersenen, een beetje zoals de droom een bijwerking is van de slaap. Zij blijken hierbij echter over het hoofd te zien dat zij als geen andere instantie deze bijwerking belichamen terwijl zij daarvoor alle vrijheid en macht opeisen zodat zij eigenlijk handelen naar willekeur. Verbazing kan dan helemaal niet meer aan de orde zijn als wij samen met de auteur moeten vaststellen dat de droom die zij dan dromen, uitgemond is in een ware nachtmerrie.
In een onderzoeksinstituut treft de verteller, Primo Levi, een eekhoorn aan die in een elektrisch aangedreven tredmolentje verplicht wordt om te blijven rennen, een proef in het kader van een wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van slaapdeprivatie. Liep men aan dat molentje gewoon voorbij dan kon men als consciëntieus persoon die nacht de slaap beslist niet vatten maar kennelijk missen de betrokken wetenschapslui het geweten dat hun onderzoeksdaden in de weg staat en wellicht heeft dat te maken met carrièrekansen en dus met geld en macht.
Dat de uitschakeling van het geweten in het kader van het toebrengen leed aan andere wezens zich niet beperkt tot dierenleed, daarvan kon Primo Levi meespreken want deze Italiaanse hoogbegaafde maar onder Mussolini in 1938 door de universiteit afgewezen en door navenante werkloosheid in depressies gedumpte joodse scheikundige werd in december 1943 gearresteerd en in februari 1944 naar Auschwitz III gedeporteerd, een werkkamp waar hij dwangarbeid verrichtte bij de productie van synthetisch rubber - maar Levi overleefde. Na de voltooiing van zijn levenswerk I sommersi e i salvati kwam de schrijver om door een val in een trappenhuis maar volgens onder meer zijn collega-auteur en vriend Ferdinando Camon1 betrof het een sprong.
Dat onder een dictatoriaal regime proeven op dieren worden uitgebreid naar de menselijke soort is niets nieuws en volgt ook uit de logica van de ongecontroleerde macht die zegt dat mensen niet alleen bereid zijn maar er tevens op gebrand om effectief ongeacht wat uit te voeren van zodra ze dat ook kunnen doen. Het 'mogen' verandert immers in een 'kunnen' waar een toelating niet langer wordt vereist, wat in de regel het geval is onder alleenheersers.
Dat alvast zekere sectoren binnen de wetenschappelijke wereld zich als autocraten zijn gaan gedragen sinds het Verlichtingsideaal de wind in de zeilen kreeg, werd ook onlangs nog op wereldschaal gedemonstreerd met de aanpak van de coronacrisis met medisch dubieuze en economisch desastreuze maar voor de betrokken firma's, onaantastbaar onder de paraplu van de wetenschappelijkheid, bijzonder lucratieve resultaten.
Het bestaan van een AFI, een Academic Freedom Index2of dus een meting en rapportering van de academische vrijheid wereldwijd kan hieraan maar weinig verhelpen, enerzijds wegens de zelfreferentieproblematiek omdat de AFI zelf resulteert uit academisch onderzoek en anderzijds omdat uitgerekend de genoemde vrijheid in toom moet worden gehouden met het oog op het voorkomen van ethisch verwerpelijke onderzoekshandelingen. Andermaal te verwijzen naar de coronacrisis blijken door de macht van academici de proefkonijnen reeds van de menselijke soort te zijn en nota bene bovendien ongevraagd - een onheil dat de nazi-praktijken van weleer beslist in haar schaduw zal stellen van zodra het autocratisch karakter van de machtigste staat ter wereld dat van zijn rivalen op mondiaal vlak zal overklassen. Van zijn machtsstrijd is tenslotte de mens zelf altijd onverhoopt doch gegarandeerd het slachtoffer.
1Ferdinando Camon (°1935) schreef onder meer Conversazione con Primo Levi (1989). In Nederlandse vertaling uitgegeven bij Meulenhoff in 1991 met mede-auteurs Germaine Greer en Primo Levi.
Wie midden in het leven staan, zouden kunnen denken dat er een wereld bestaat met daarin mensen maar dat is niet zo. Een wereld met veel of weinig mensen, een wereld met bekenden en met onbekenden, een wereld met alleen onbekenden, een wereld zonder mensen. Dat is een illusie en daarvan wordt men zich soms bewust en wel op het ogenblik dat zij met wie men innig is verbonden, wegvallen. Wat dan overschiet, is allesbehalve een wereld zonder hen. En men begrijpt dan dat er niet de wereld is met daarin al dan niet die mensen omdat, eenmaal zij er niet meer zijn, men kan zien dat wat men voor de wereld hield, alleen maar het decor was van die mensen. Mét die mensen, verdwijnt de wereld.
Men achtte de wereld denkbaar zonder hen maar dan ziet men dat, als zij er niet meer zijn, er helemaal niets meer overschiet. Eens al het water definitief weg is, is de emmer niet langer wat hij eenmaal was omdat hij zijn eigen wezen, zichzelf, ontleende aan het water. Aan wie nooit water zagen, kan men onmogelijk uitleggen wat het ding is dat de naam emmer draagt en ook als zij hem zien met de beide ogen, zien zij de emmer niet: zij zien een voorwerp dat tentoon staat en zij bekijken het maar zien doen zij het nimmer, de afwezigheid van water heeft hen blind gemaakt voor de wereld van het water. Het verdwijnen van het water heeft de wereld van het water doen verdwijnen. Tegelijk met zekere mensen, verdwijnt de wereld van die mensen omdat hij hun decor was, omdat het decor zichzelf aan hen ontleende.
Er is niet de wereld met daarin de mensen zoals er de doos is met daarin de knikkers of de staat met in de staat, de burgers. Zonder burgers is er geen staat omdat de staat niets meer is dan de eenheid van de burgers. Het burgerschap wordt ontleend aan het bestaan van de staat en andersom bestaat de staat bij de gratie van de burgers. Zonder burgers is er geen staat, ook geen lege staat: zonder burgers, rest er helemaal niets meer. Bij het wegvallen van zekere mensen, valt tevens hun decor weg, dat wij verkeerdelijk voor de wereld hielden. Verkeerdelijk, want in onze voorstelling was er de wereld met daarin die mensen, een wereld die ook denkbaar geacht werd zonder hen. Een schromelijke vergissing. Er is geen wereld zonder de mensen, er is geen staat zonder de burgers, er is geen emmer zonder het water, ook geen lege emmer, geen lege staat en geen lege wereld. Als zekere mensen gaan ontbreken, is er helemaal niets meer.
Als geliefden tegen elkaar zeggen hoeveel zij van elkander houden, zoals in de opera Einstein on the Beach van Philip Glass, zoals in Romeo and Juliet van Shakespeare, zoals in Dido and Aeneas bij Henry Purcell of in de Aeneis van Publius Vergilius Maro, liegen zij niet en zij overdrijven ook niet. Hun extase is geen begoocheling die hen van de wereld vervreemdt maar daarentegen een licht dat hen doorheen de schijn van alle dingen heen doet zien. De extase van de liefde toont hoe secundair de dingen zijn, hoe totaal afhankelijk van wat zogenaamd nuchtere figuren voor louter dromen houden. Zonder de mens, door de grote dichter Pindarus 'de schaduw van een droom' geheten - zonder die schaduw van een droom, nog minder dan een droom, is er geen wereld, verdwijnt wat men voor harde materie hield, in alfawetenschappen bestudeerd, in een zwart gat.
Als geliefden tot elkaar zeggen dat ze zonder elkaar niet kunnen leven, zoals in de opera Einstein on the Beach van Philip Glass, zoals in Romeo and Juliet van Shakespeare, zoals in Dido and Aeneas bij Henry Purcell of in de Aeneis van Publius Vergilius Maro, liegen zij niet en zij overdrijven ook niet. Geliefden kunnen zonder elkaar niet leven omdat zij elkanders wereld tot de hunne hebben gemaakt. Het lot van de ene is dat van de andere geworden en als Eurydice het leven laat ingevolge de beet van een adder, deelt Orpheus in haar lot en verwandelt zich zijn leven tot alleen nog maar een klaagzang die zijn pijn dermate uitstraalt doorheen alle dingen dat de ganse natuur erdoor bezwijkt en hij zijn eigen wetten overtreedt die immers in de schaduw staan van grote dromen.
De god van de doden wordt geraakt en buigt voor de heilige rechten waarop waarachtige geliefden bogen maar tegelijk weerhoudt hij zich ervan de wetten van de wereld te schofferen die immers ook zijn rechten opeist. De tweestrijd tussen de beide sferen wordt met een sluwe list beslecht zodat alle spelers van de ultieme tragedie aan hun trekken kunnen komen. Het verdict gebruikt de zwakte waaraan jammerlijk elke liefde lijden moet en maakt dat Hades eervol kan bekomen de meedogenloosheid van zijn koningschap ongerept te houden terwijl hij nochtans zijn belofte nakomt, afgedwongen door de diepste pijn van minnaars. Als Orpheus in de waanzin van zijn liefde omkijkt, maakt hij de vernietiging van zijn Eurydice met de zijne onomkeerbaar.
Over het leven dat Orpheus nadien slijt, doen allerlei verhalen de ronde maar een zaak staat vast: zonder zijn geliefde blijkt hij niet in staat te leven. Hij is verbitterd, wijst alle vrouwen voortaan af of wordt verscheurd, zijn hoofd wordt afgehakt, drijft in moerassige wateren weg en uit zijn mond wasemen orakels; de wereld waarin hij zich bevindt, is chaos en gelijkt in alles op de onderwereld.
Wie midden in het leven staan, zouden kunnen denken dat er een wereld bestaat met daarin mensen maar dat is niet zo. Eenmaal mensen met wie wij innig zijn verbonden, er niet langer zijn, begrijpt men soms dat wat men voor de wereld hield, alleen maar hun decor was.
(J.B., 1 september 2025)
30-08-2025
De Onzichtbare Hand of een Nieuwe Wereldorde?
De Onzichtbare Hand of een Nieuwe Wereldorde?
De U.S.T. of de United States of Trump is een feit maar in het verschiet is daar tevens de T.W. of, analoog aan Disney World, de Trump World want de slokop heeft naast de V.S. ook de rest van de planeet in het vizier. In het arsenaal van mimicry-systemen van deze hyperhypocriet zet Trumps ambitie om de Nobelprijs voor de vrede in de wacht te slepen de trage massa op het verkeerde been zodat hij ongehinderd kan doen wat ook zijn voorgangers deden, alleen doet de schaamteloze dictator het ten voeten uit apert: overal oorlogen initiëren om de elite van de U.S.T. die voornamelijk bestaat uit de aandeelhouders van de wapenhandel, te betalen voor hun steun aan zijn verkiezingscampagnes.
Want vandaag brengt in een democratie niet langer het volk haar 'leider' aan de macht maar wel het kapitaal dat immers de beschikking heeft over alle propagandamiddelen waarmee het zichzelf stuurt naar de mega-, giga- of tera-fortuinen en de kiezers richting nano, pico, atto of femto waarna de schulden hun intrede doen, alweer uit te drukken in mega-, giga- of tera-eenheden.
De Oekraïne is sinds langer dan een decennium een proxi-oorlogsgebied waar de Yankee en de Rus slag voeren, het is een buffergebied zoals ook Syrië, Korea, Vietnam, Laos en Cambodja, Afghanistan, Jemen en noem maar op. In oorsprong is Kiev de wieg van Rusland, ontstaan in de negende eeuw met de komst van de het volk de Roes, veroverd door Mongolen en door Russen. Na W.O.I werd met Kiev gepingpongd en het werd deel van Oekraïne, Polen en uiteindelijk van de Sovjet-Unie, met een onderbreking in W.O.II waar het ingepalmd werd door de nazi's die daar tienduizenden joden vermoordden. De U.S.S.R. viel uiteen in 1991 waarna Oekraïne onafhankelijk werd samen met nog veertien andere voormalige Sovjet-staten - in alfabetische volgorde: Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Estland, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Letland, Litouwen, Moldavië, Oezbekistan, Rusland, Tadzjikistan en Turkmenistan.
Het jaar 1991 waarin de U.S.S.R. uiteenviel, was meteen het begin van de huidige Europese oorlog. Onvermijdelijk, want zo bijvoorbeeld stonden in Oekraïne nog talloze kernkoppen uit het Sovjet-tijdperk opgesteld waarvan echter de lanceerknoppen zich nog steeds in Moskou bevonden, waarna onder internationale druk Oekraïne kernkoppenvrij gemaakt werd. Een gelijkaardig probleem stelde zich met de Sovjet-vloot in de Zwarte Zee. In 1991 werd Kravtsjoek Oekraïens president, hij werd in 1994 opgevolgd door Koetsjma, in 2005 volgde Joestsjenko, in 2010 achtereenvolgens Janoekovytsj, Toertsjynov en Porosjebnko totdat Zelensky aantrad: vanaf 2015 in een televisieserie en vanaf 2019 'in het echt'.
Het uiteenvallen van de U.S.S.R. geschiedde onder Gorbatsjov tegen wie toentertijd Poetin en zijn trawanten een mislukte coup pleegden. Poetin is een nationalist - noodgedwongen want de heimwee naar het machtige Russische rijk van weleer wakkert de sympathie voor de voormalige op het communisme georiënteerde U.S.S.R. weer aan en verklaart deels ook de toenaderingen met China alsook enkele tekenen die wijzen in de richting van het wereldcommunisme, met name waar zich een aantal economische grootmachten lijken te hergroeperen met in hun zog nieuwe politieke en ook het begin van militaire allianties.
Het onmiskenbaar dictatoriaal karakter van de nieuwe V.S. kan daarom misschien wel gezien worden als een wanhoopspoging om alsnog spoed te zetten achter de oprichting van een verdedigingssysteem tegen wat onmiskenbaar een nieuwe wereldorde zal gaan worden maar het lijkt er veeleer op dat improvisaties de boventoon voeren en dat de liberalen aan de macht dit laten betijen, zich blindelings vertrouwend op de Onzichtbare Hand: de door neoliberalen verspreide waanidee van Adam Smith dat egoïsme spontaan collectieve welvaart creëert. Een waanidee omdat kapitalisme wezenlijk suïcidaal is en arbeid uiteindelijk de enige bron van welvaart. Het doordrijven van de neoliberale waanzin leidt alleen tot slavernij en oorlog en dat is nu niet langer een ver-van-mijn-bed-show.
(J.B., 30 augustus 2025)
28-08-2025
Respectloosheid
Respectloosheid
Mimicry is in een eerste betekenis “het bij dieren [n.v.d.a.: maar ook bij planten] voorkomende verschijnsel dat ze zich qua uiterlijk aan hun natuurlijke omgeving hebben aangepast, als bescherming tegen natuurlijke vijanden.”1 Om niet gezien te worden geeft de kameleon zijn vel de kleur van de omgeving. Ook kunnen zwakke dieren zich voordoen als gevaarlijke door deze te imiteren en ze kunnen zich voor dood houden (zich van 'krommenaas' gebaren) of zich voordoen als een plant of als een levenloos voorwerp. In een tweede betekenis is mimicry “het zonder een goed resultaat na-apen van illustere voorgangers in de kunst, slecht plagiaat.”2
Bij mensen neemt die nabootsing of camouflage uiteraard complexere vormen aan en wordt zij toneelspel, hypocrisie of gesofisticeerd bedrog dat zich in de structuren kan verankeren en daardoor moeilijker aantoonbaar wordt en bijna niet te bestrijden. De hele handel is geënt op het principe van de mimicry waar in de reclame producten zich anders voordoen dan ze werkelijk zijn (in casu worden ze per definitie voorgesteld als beter dan ze zijn) en die mimicry wordt uitgelokt of wordt zelfs onoverkomelijk door het winstbejag dat aan de kapitalistische economie inherent is.
Uiteraard zijn het altijd mensen die producten anders voorstellen dan die werkelijk zijn en tot die producten behoren ook de mensen zelf zoals zij bij anderen overkomen of dus hun imago. Iemands imago is sowieso met mimicry verweven en dit imago houdt verband met onder meer iemands persoonlijke vermogen, zijn beroep, reputatie, sociale positie en connecties.
Zoals gezegd is in een kapitalistische economie de mimicry even onoverkomelijk als het winstbejag en dat laatste is dan ook de motor achter het toneel dat burgers op te voeren hebben om een positie in de pikorde te verwerven, te behouden of te verbeteren. Het spreekt dan ook vanzelf dat in het kapitalistische, westerse systeem, de allerhoogste politieke positie in de pikorde, met name die van president van de V.S., die volgens sommigen overeenkomt met die van de machtigste persoon ter wereld, het product zal zijn van een maximaal winstbejag en een tot het uiterste doorgedreven mimicry.
Toneelspel, reclame, propaganda, hypocrisie, vermogen en nog meer dergelijke eigenschappen die in morele termen vaak als verkeerdheden worden geduid, blijken deugden op het wereldtoneel, wat ons ervan overtuigt dat de wereld 'des duivels' is of in het bezit van het kwaad, waarvan de verpersoonlijking, de opperduivel, uiteraard de machtigste persoon ter wereld zal zijn.
Echter, de 'dubbele agenda' (om nog maar eens een variatie op het onderhavige thema bij naam te noemen) van de potentaten vereist uiteraard nog steeds dat wat zij in het verborgene bekokstoven, op een aan de buitenwereld toonbare vorm gepresenteerd kan worden en die eis zet ook een noodzakelijke rem op de handel en wandel van de 'allerwildste beesten' in de jungle. Maar waar het neoliberalisme met al zijn onhebbelijkheden de regel is geworden of het nieuwe normaal, hebben die onhebbelijkheden zich omzeggens een vaste stek verworven; ze worden dan niet langer als onhebbelijkheden beschouwd of als ondeugden maar daarentegen als legitieme strijdmiddelen: in het gevecht om te overleven maar ook in het gevecht naar de top dat een gevecht is van leven op dood. De stap van het overleven naar het albezit blijkt zelfs dwingend in een economische logica die stelt dat stilstand (of tevredenheid met wat men heeft) achteruitgang is en, met andere woorden, dat groei (of ontevredenheid als principe of als drijfveer) een absolute noodzaak is voor louter zelfbehoud.
Echter, waar potentaten niet langer verbergen wat zij te verbergen hebben, met andere woorden waar schaamteloosheid zich heeft ingeburgerd, verdwijnt de hoger genoemde rem en het spreekt vanzelf dat dit pas kan gebeuren waar een 'beschaving' gelooft dat zij een voorbeeld moet nemen aan de natuur - de natuur welteverstaan met haar wet van de jungle of haar recht van de sterkste dat neerkomt op volslagen wetteloosheid. Wie, zoals Adolf Hitler en zijn trawanten uit de nazitijd, geloven dat zij de natuur maar best een handje kunnen helpen, dwalen op een onvergeeflijke manier die zich zal wreken in niets anders dan een genosuïcide.
Respectloosheid triomfeert momenteel in de middens van de westerse potentaten. Het blijkt degenen die de wereld besturen volstrekt koud te laten dat zij de elementaire kennis van de meest recente en voor vandaag relevante geschiedenis missen en de uitstalling van hun onbekwaamheid vergezelt de oubollige betutteling waarmee zij geloven de wereld aan zich te onderwerpen. In feite garandeert alleen het bezit van de krachtigste atoomwapens gecombineerd met eer- en gewetenloosheid dat dit gedrag onbestraft blijft en het is niet de voorgewende genialiteit van de alleenheersers maar de verdomde vrees voor moord op grote schaal die hun vazallen in het gareel houdt. Want dat (de geperfectioneerde versie van) de boeven in maatpak (onder wie er godbetert in hun 'fin de carrière' dermate blasé zijn dat zij naar Nobelprijzen beginnen te hengelen) er helemaal niet voor terugdeinzen om hun bommen van op alsnog veilige afstand op andermans hoofden uit te strooien, blijkt sinds oudsher en nog elke dag opnieuw.
(J.B., 28 augustus 2025)
1L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlands: mimicry.
Dertig jaar geleden contacteerden mij een aantal hooggeplaatste neoliberalen met wat ik zou noemen een aanbod dat niet afgeslagen kan worden en in dat kader lieten ze mij in hun kaarten kijken. Wij zoeken, zo zegden zij, een oplossing te vinden voor een zaak die gegarandeerd bijzonder slecht zal aflopen als wij helemaal niets ondernemen: onze beschaving zelf staat op het spel. Het volk is door en door verwend, het aantal snobs gigantisch, de arrogantie en het egoïsme rijzen de pan uit, de verspilling en de vervuiling zijn exuberant. En er is maar één oplossing voor het probleem: het volk moet weer arm worden gemaakt. De vraag is alleen op welke manier dat het best kan gebeuren. Ja, wat wij beschouwen als emancipatie wordt door die nijdige 'elite' niet langer geduld.
Ik schrok van wat ik een openbaring zou kunnen noemen maar ik heb geen redenen om te twijfelen aan de waarheid van die woorden en nu, dertig jaar later, vallen de puzzelstukjes samen. Niet alleen waar de machtigen der aarde de emancipatie die zij als 'woke' benoemen, terugdraaien maar ook daar waar de strijd fysiek geworden is. Want de oorlog in Europa blijkt inderdaad een voorwendsel voor een transactie van onder meer het Europese volksbezit naar de bovenklasse en een simpele analyse laat daarover niet de minste twijfel bestaan.
U hoort het goed, het gaat hier om een klassenstrijd, de rijken zijn immers niet gediend met het feit dat gewezen onderdanen hen boven het hoofd groeien en het is een ongeschreven regel: nooit zullen zij gehoorzaamheid bieden aan hen die eens hun slaven waren. Maar laten wij de feiten onder ogen zien want de corrupte bende die zich vertegenwoordigers noemen van het volk, huilen met de wolven mee.
Jaap Kruithof beschreef het in zijn analyse van het neoliberalisme en uiteraard zal het hem nooit in dank worden afgenomen, het boek wordt evenwel niet verbrand maar radicaal weggezet als oude koek, tenminste waar men er niet aan uit kan om het alsnog te duiden. Het neoliberalisme, zoals de religie van de mammon heet, is alomtegenwoordig en Kruithof spaart geen enkele natie in het westen waar de dienaren van het gouden kalf intussen vrij spel hebben want Het neoliberalisme dateert van een kwarteeuw geleden.
Of ze nu oligarchen heten ofwel ondernemers: een kleine minderheid plundert de rijkdommen van het land, zo schrijft hij over Rusland, en dat zijn voor veertig procent maffiosi.1 En in het Westen is het eender: de jaaromzet drugs bedraagt 15.000 miljard BEF2, dat is 8 procent van de totale wereldhandel, zowat twintig keer meer dan de omzet van de wapenhandel - welteverstaan anno 2000.3
Aan de drugshandel wordt niets verholpen, integendeel: drugs hebben (op één product na) de grootste winstmarge welke meestal evenredig is met de vernietigingskracht, zodat die nog de loef afgestoken worden door wapens: van de wapenhandel met Europa worden momenteel de V.S. steenrijk. Daartoe ook werd de Europese oorlog opgezet en is dat geen mooie deal? Reeds een miljoen Russen sneuvelden in de Oekraïne, welteverstaan arme Russen, van wie de rijke af wilden ('Krieg und Leichen'). De Europese armen wacht eenzelfde lot maar eerst moeten ze nog worden gefabriceerd, wat geschiedt middels het leegroven van hun geldbeugels, wat momenteel aan de gang is met de medewerking van onze excellenties die immers zwijgen en knielen voor de slokops van de V.S. Wat betreft het Europese land gaat een flink stuk naar Rusland, welteverstaan naar zijn feitelijk door Poetin vertegenwoordigde oligarchen. Op die manier pluimt in luttele jaren de bovenklasse al haar ondergeschikten kaal. Na de afloop van de oorlog zullen zij die behouden werden gegarandeerd gehoorzamen aan hun meerderen - aan het bestaan van alle anderen (en dat zullen er andermaal miljoenen zijn) zal alleen een zwarte gedenkplaat ergens op een stil pleintje één op tienduizend toevallige voorbijgangers doen herinneren.
(J.B., 25 augustus 2025)
1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, pag. 34.
2Dit is het equivalent van 375 miljard euro maar men moet ook rekening houden met de muntdevaluatie.
Er zijn filosofen - maar zou men hen zo wel noemen en niet veeleer verwanten met Jehova's getuigen of iets dergelijks? - die het bepleiten om weer rituelen in te voeren: rituelen hebben we nodig, zo schrijven zij: we missen ze, we moeten heel dringend terug naar de rituelen want dan voelen we ons beter - en ziedaar reeds de verleiding. Het lijkt een onschuldige mode, iets in de trant van terug naar de goede oude tijd, maar onschuld is hier helemaal niet van de partij.
In rituelen geschiedt een overgave van de bewuste en verantwoordelijke personen aan collectieve daden die vaak onverstaanbare woorden zijn, dansen, gebaren of verkleedpartijen waarachter steeds indoctrinatie schuilgaat omdat rituelen handelingen zijn die ooit door iemand uitgevonden zijn en meestal is dat gebeurd met geen al te aardige bedoelingen. Rituelen worden gewoonten die vanzelfsprekend lijken en die ons gaan beheersen, zij dulden ook geen commentaar, men moet ze gewoon slikken en meedoen met de massa, zoals soldaten die marcheren in het gelid, betoverd door een ritme van de trom waar ook als zij dat zouden wensen, niet meer aan ontsnappen kunnen; of zoals uitvoerende muzikanten die gevangen zitten in de cadans van de muziekmaten van de symfonie totdat die helemaal is uitgevoerd en het applaus de stress heeft weggenomen en zijn fiat heeft gegeven voor een terugkeer naar de orde van de dag.
Rituelen, jazeker, robotiseren degenen die hen gaan beoefenen, ze beroven hen niet alleen van hun tijd en zij nemen niet alleen ruimte in maar zij staan ook de geestelijke ruimte of de vrijheid in de weg. Obsessies ware een betere benaming voor ingeburgerde rituelen, in de psychiatrie staan zij bekend als dwangmatig gedrag. En dat de dirigent van de rituelen zich zoals het de macht past, aan het oog van bijna iedereen onttrekt, maakt het zaakje extra gevaarlijk.
Het bekendste ritueel, om maar iets te zeggen, vormt zich rond het zogenaamde sacrament van het doopsel en dat is een exorcisme, een duiveluitdrijving. Nieuwgeborenen zijn het bezit van de duivel, aldus de kerk, en zij heeft de oplossing klaar en het is een ritueel. En opgepast: wie het verwerpen, zijn ervoor verantwoordelijk dat de betrokkenen eeuwig zullen branden in de hel en dat wenst toch niemand zijn eigen kinderen toe? Het lijkt onschuldig, het duurt niet lang, het zijn tenslotte 'slechts' woorden en kijk, daar arriveert prompt in een opgeblonken gouden koets alras de dwang.
De doopvont is uit de tijd maar zekere filosofen bepleiten de terugkeer ervan: het doopsel, het vormsel, de biecht en noem maar op. Maar uiteraard kan niet iedereen die rituelen ondergaan, ze zijn immers bestemd voor een elite, voor uitverkorenen. Of dacht u dat de kerk van plan is om het huwelijk te accepteren voor mensen van hetzelfde geslacht? Of voor mensen van wie de kunne dubieus blijkt? Of de priesterwijding voor vrouwen? Zij hebben brute pech door een speling van het natuurlijke lot - zo zou het antwoord van de pausen moeten luiden maar zij doen er het zwijgen toe en houden het been gewoon stijf alsof de vanzelfsprekendheid van de betrokken regels een publiek geheim was. En mét de rituelen worden zodoende ook de voorrechten heringevoerd. En de uitsluiting van zekere groepen mensen die nu eenmaal niét uitverkoren zijn - waarover dadelijk een woordje meer.
De kerk verbiedt toverij maar bij uitstek rituelen zijn tovenarij. Het herinvoeren van rituelen is het schenken van krediet aan tovenaars. Ben je ziek? Naar de dokter gaan is uit de tijd, wij geloven nu weer in mensen met een 'gave' die rituelen uitvoeren en toverspreuken opzeggen, jawel, in het Latijn of Kerklatijn dat alleen ingewijden in staat zijn te begrijpen, evenals de logica daar achter. Naar het voorbeeld van de exorcist wanneer die zich over pasgeborenen buigt. Hij handelt in naam van hogere machten. Hogere machten, hemeltje! Daar zijn ze terug, de middeleeuwen!
Weg met de wetenschap, de medicijnen, de studies en de gesofisticeerde medische technieken. Niet de slimste van de klas hebben wij nodig, niet deze die zich alles ontzegt en studeert tot hij graatmager wordt, zeven jaar geneeskunde en dan nog eens zeven jaar specialisatie in het vak om levensreddende technieken onder de knie te krijgen en door de tijd uitgezuiverde therapieën: weg ermee! Wij kiezen nu, zo roepen zij met al dan niet voorgewend enthousiasme uit, voor het zwijgende heerschap met de verborgen gaven.
Het heerschap in kwestie kan uiteraard ook een dame zijn, hij heeft niet gestudeerd maar heeft een gave, en wel naar zijn eigen zeggen, en vele fans zeggen het hem na en ze getuigen, zoals ook menigeen getuigd heeft van de vele wonderen die zich naar zij geloven zouden hebben voorgedaan in de loop van de geschiedenis. Inderdaad, rituelen zetten de deur open naar de wonderen en de deur naar de hooggeleerde studies van de universiteiten en de onverdroten arbeid in de hospitalen gaat nu dicht.
Wij vragen begrip, zo klinkt het almaar luider, voor de mensen met een gave, zij zijn tenslotte ervaringsdeskundig en verdienen ook graag hun brood: eindelijk willen zij ernstig worden genomen, het wordt tijd dat wij ook die onrechtvaardige discriminatie achter ons laten. 'Wij'.
'Wij' stemmen dan navenante wetten in het parlement en reeds beslaan de zielige doch peperdure prutsen van de nieuwe santen de helft van het apothekerskraam. Naar de mening van de slachtoffers van de toverij (vaak kinderen) wordt niet gevraagd, wij leven immers in het tijdperk van de daders, degenen die gewicht in de schaal werpen van de economie, de weegschaal in de hand gehouden door de ruiter van het zwarte paard in de Apocalyps van Johannes, het verslag over dit eigenste tijdperk waarin zich over de gehele aarde het armageddon uitspreidt.
Protest zal voortaan niet meer helpen. Vaak is protest niet iets dat ontstaat op initiatief van de protesterenden maar wel iets dat in de eerste plaats wordt uitgelokt door machthebbers die hun macht misbruikt hebben en wel met de bedoeling om in die onregelmatigheid die het protest sowieso is, een reden te vinden om de protesterenden de genadeslag te kunnen toebrengen. De sterkere valt de zwakkere aan en geheel logischerwijze nooit andersom en hij houdt ook niet op dit te doen totdat hij op zijn grenzen botst omdat begeerte nu eenmaal geen grenzen kent. Maar op het ogenblik dat de zwakkere er het leven dreigt bij in te schieten en dus helemaal niets meer te verliezen heeft bij het bieden van weerstand, bijvoorbeeld in de vorm van een protest, zal hij door de nood gedwongen reageren met een taal die de sterkere verstaat en dat is de taal van het geweld, meestal in de vorm van de loutere dreiging die echter krachteloos ware indien zij niet vastberaden klonk. Op dit verzet is het dat de sterkere die zijn macht wenst te misbruiken zonder daarvoor te willen veroordeeld worden, wacht en hij doet dat met het geduld van engelen omdat zijn positie garandeert dat hij over de meeste reserves beschikt. Van zodra dat noodgedwongen verzet van de zwakkere een feit is, wordt het met het oog op de geplande genadeslag door de sterkere uitgebuit: het wordt geëtaleerd aan het publiek zoals dat volgens de ongeschreven regels van de arglist doorgaans het geval is, namelijk door de omkering van de rollen van dader en slachtoffer. De publieke opinie met haar hypocriete fatsoen zal in haar lafheid partij kiezen voor de sterkste terwijl zij meteen bekomt dat het er daarentegen alle schijn van heeft dat zij de kant van het slachtoffer kiest en dus de kant van de zwakste en de sterkste krijgt vrij spel voor de publieke veroordeling van zijn slachtoffer dat genadeloos aan de schandpaal wordt genageld terwijl de machthebber niet alleen ongestraft blijft maar tevens onveroordeeld blijven zal en bovendien in vol ornaat kan triomferen.
Het zwarte paard brengt met zijn ruiter de weegschaal in de wereld en met de weegschaal van uiteraard het goud of de genadeloosheid ontvouwt zich het innemendste van alle rituelen dat het ritueel is van het tellen. De mens wordt een getal en na verloop van tijd wordt hij zelfs helemaal niet meer geteld, hij verstoort immers de glans van het goud, het enige dat van tel is, en hij doet nog enkel dienst als telrobot of telmachine, rekenmachine, golem. De golem, de uitvoerder van het ritueel bij uitstek en door dat toverachtige ritueel gevormd.
Een traktaat in de Talmoed zegt dat een golem werd geschapen. Uit het feit dat hij stom was, leidde men alras af dat hij geen schepsel Gods was maar het werk van tovenaars en hij werd teruggefloten naar het stof der aarde.1 Dat gebeurde door zijn naam die op zijn voorhoofd stond geschreven met de eerste letter te verkorten: 'Emet', wat het Hebreeuwse woord voor 'Waarheid' is, werd derhalve 'Met', wat 'Dood' betekent. In de Apocalyps verschijnt na het zwarte paard, het vaalgele paard, waarvan de ruiter de dood is.
Over de begeerte - Aflevering 8. De droom van een schaduw
Over de begeerte
Aflevering 8. De droom van een schaduw
Noch iets, noch niets: deze omschrijving drukt minder nog dan niets uit maar dat is wat de wereld ook is zonder dromen. Wij dromen en wij loodsen onze dromen in de wereld binnen. Dromen zijn fictie maar sommige dromen zijn dermate overtuigend dat zij onaantastbaar worden, heilig of 'echt'. Dan kunnen we bijna niet anders dan die dromen aanvaarden, wat betekent dat we ons ernaar schikken: we veranderen in de richting van de droom en zo bijvoorbeeld worden wij chauffeurs, lezers of gelovigen.
Maar de verandering die we dan ondergaan, betekent meteen ook dat wij achter ons laten wat wij voordien waren. Wat waren wij nog voor er sprake was van auto's, boeken of godsdiensten? Wat waren wij toen wij nog geen chauffeurs waren, nog geen lezers of gelovigen?
Er is een theorie die zegt dat wij ons mens-zijn aan het burgerschap te danken hebben. Zij spreekt het geloof in het ideaal van de 'natuurmens' vierkant tegen. Humaniteit resulteert uit communicatie, zo zegt zij, en communicatie vergt een politieke gemeenschap en dus geen natuurmensen maar burgers.
Het vreemde is nu dat die theorie op handen wordt gedragen door verlichte geesten terwijl zij ergens sterk verwant is met wat gelovigen belijden waar zij de regel "Quod non est in scriptis, non est in mundo" onderschrijven: “Wat niet in de Bijbel staat, bestaat ook niet in de wereld.” Anders gezegd: het woord gaat vooraf aan de schepping, of: eerst is er de geest, pas daarna het tastbare. Eerst is er de droom, pas daarna het 'echte'.
Wat van onszelf leveren wij in wanneer wij ons schikken naar zaken die uit dromen stammen? Volgens de verlichte geesten kunnen we er alleen maar bij winnen als we chauffeurs worden, lezers, gelovigen of burgers. Want volgens hen gaat het burgerschap aan het mens-zijn vooraf: het burgerschap, het chauffeur-zijn, het lezer-zijn. En dat geldt dus ook voor wie belijden dat in den beginne er het woord was, het woord waaruit alles voortgekomen is. Het niets, de droom, het zich schikken naar de droom en pas dan bestaan we.
We bestaan derhalve enkel in een droom en die droom is niet eens de onze. Ik ben chauffeur door de auto die voortspruit uit de fantasie van een ander. Ik ben mens door de wereld die ik niet zelf ontworpen heb. Derhalve: voor zover ik ben, ben ik voor mezelf een vreemde. Ik besta door de begeerte van een ander. De Griekse dichter Pindaros schreef in 446 voor Christus dat de mens de droom is van een schaduw.1
Scheppende geesten brengen dromen in de werkelijkheid naar binnen: de telefoon en de computer, de maanreizen, de dichtkunst en de opera, de grootsteden, de universiteiten, de auto, het bushokje en de atoombom - om er slechts enkele te noemen. Die dromen worden niet vernietigd, zij worden erkend en dat gebeurt omdat zij erin slagen om ons te verleiden. De auto verwisselt de inspanning van de verplaatsing met een rustige zetel, de telefoon maakt verplaatsingen overbodig en de atoombom verschaft veiligheid, de universiteiten delen kennis uit, de dichtkunst schoonheid.
Het verlangen naar gemak schept eerst de droom van de auto en vervolgens de auto zelf. Wij worden verleid om mee te dromen en wij integreren de auto in ons leven, hij gaat van onze wereld deel uitmaken. Onze wereld is een geheel van door ons geaccepteerde en in ons leven geïntegreerde dromen. Onze wereld is het geheel van die dromen die erin geslaagd zijn ons te verleiden om ze als werkelijkheid te accepteren.
Want op de keper beschouwd zijn al die dingen niets als we ze niet accepteren: de auto accepteren betekent dat wij chauffeur moeten worden, de computer accepteren wil zeggen dat wij voor het scherm en het klavier gaan wonen, maanreizen vereisen de bereidheid om daar handenvol geld aan uit te geven, universiteiten vergen de discipline van het docenten- en studentenleven. Al deze dromen komen pas in de werkelijkheid naar binnen als wij ons schikken naar hun aard.
Het is niet niks voor de mensheid om zich te alfabetiseren met het oog op het verwerkelijken van de droom van de dichtkunst, de taal en de communicatie. Het is niet niks om pakweg twee uur per dag achter een stuur te gaan zitten op een immer levensgevaarlijke autoweg. Of om onze levende gesprekken met hun genuanceerde gebaren grotendeels op te offeren aan het domme tokkelen op een klavier. Maar als wij geen bedienden worden van al die instrumenten, kunnen we er niets mee aanvangen en betekenen ze ook twee keer niets.
Dromen komen in onze wereld naar binnen op voorwaarde dat wij bereid zijn om ons aan die dromen aan te passen en dat betekent de bereidheid om voor een stuk het levende lichaam in een robot te laten veranderen want dat is wat er gebeurt als van ons gevraagd wordt dat wij die machines gaan besturen. Ja, ze verleiden ons en ze doen niets meer dan dat omdat zij helemaal niets betekenen als wij ze met de prijs van onze levenskracht en onze tijd niet binnenlaten in ons leven.
Zij verleiden ons, ze laten ons geloven dat wij ze nodig hebben maar in feite hebben zij ons nodig: het verkeer heeft chauffeurs nodig, de maanreizen belastingbetalers, de communicatie geletterden en bedienaren van allerlei klavieren. En onze lichamelijkheid boet daarbij aardig in, ons lijf moet zich in nare bochten wringen en wij krijgen navenante kwalen: artrose, gewrichtsklachten, spieratrofie, scoliose, hoge bloeddruk, suiker en noem maar op. Daar zijn uiteraard dan weer klinieken voor met veel verdiepingen, elke etage heeft zijn orgaan met bijhorende specialisten en zo geraken wij met al die dromen die samen onze wereld uitmaken verwikkeld in een heuse nachtmerrie.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 16 augustus 2025)
15-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 6. De duisternis der Verlichting
Over de begeerte
Aflevering 6. De duisternis der Verlichting
Verlichte geesten hebben het over de openbaarheid welke moet waken over goed en kwaad maar tevens over recht inzake de waarheid. De waarheid is een zaak van rechtspraak en recht wordt niet gesproken onder vier ogen maar waar principieel iedereen het horen kan en het kan zeggen als hij niet akkoord is en waarom dan niet. Edoch, de openbaarheid waar ieder, ieder ander ziet en hoort, garandeert geenszins dat wij in volle vrijheid naar de dingen kijken en luisteren.
De openbaarheid immers is ook die van de openbare ruimte waar in de coulissen de handlangers van de potentaten defileren met het geweer in de aanslag, zoals onder de nazi's in de propagandacinema's waar derhalve geen kat het waagde om ook maar een woord kritiek te uiten op de geëtaleerde leugens. Maar blijven wij wat dichter bij huis, met de neonazi's, waar de dictator openlijk en schaamteloos en met de trots van de waanzinnige voor de ogen van de wereld uitlegt hoe hij met puur bedrog slag na slag binnenhaalt.
In de openbare ruimte neemt iedereen plaats en derhalve ook de leugenaars die het omwille van allerlei profijten niet zullen nalaten om vals te getuigen als de gelegenheid zich voordoet. Wij kennen hen vandaag ook als de jaknikkers, de hielenlikkers en de volksverlakkers die azen op de koek die toekomt aan het volk, die zij niet nodig hebben en die bedoeld was om de hongerigen te spijzen.
In die openbaarheid liggen goed betaalde advocaten altijd op de loer om wat recht is, krom te trekken met al dan niet gegronde ontdekkingen van procedurefouten en zij kunnen zijsporen creëren die eeuwig zullen duren en die de openbare tijd en ruimte helemaal bezetten of dus ongedaan maken met die giftigste knepen van hun leugenaarsvak dat keurig luistert naar de naam retorica, de door velen begeerde maar enkel voor criminelen betaalbare kunde van de onrechtpleging.
Ook ziet en hoort men in de openbaarheid allerminst wat er gezegd wordt omdat wij oren worden aangenaaid en ogen die enkel waarnemen wat zij mogen zien en horen. In het publiek houdt men zich in omdat men weet dat niet alleen de rechter luistert maar ook degenen van wie men repercussies kon verwachten, wraak met andere woorden, als men hun terrein betreedt van voorrechten en van obligaat als weldaden voor te stellen criminele feiten.
Wie de dupe zijn van een door het vijandelijke kamp geprepareerde slechte reputatie, worden door een uiteraard zichzelf hoogachtend publiek zelfs niet aangehoord en zij weten dat ook en beginnen van zodra zij de mond openen om zich te verdedigen alras te stotteren en te beven. Sinds oudsher in de hoek gedrumd door usurpators de middelen ontberend om menswaardig te overleven, leidt als zij spreken hun tandeloze mond de aandacht af en hij ontsteekt zowaar de lach en dan neemt de spot het over: de spot, bedoeld voor misdadigers en leugenaars die zich verspreken, treft nu hun slachtoffers en geheel weerloos staan zij daar, zelfs niet de mond vol tanden, in een openbaarheid die zich lek rijdt op haar eigen scherven.
Bedankt, Verlichting: gij zijt een te schone droom die door wil gaan voor heilig maar die enkel duisternissen herbergt, rommel, klatergoud en mooie woorden. Maar bovenal uw aanmatigend toontje staat menigeen tegen: na verloop van tijd gaan de opdringerige betogen klinken zoals het lawaai van keffers.
(Wordt vervolgd)
(J.B., Halfoogst 2025)
Over de begeerte - Aflevering 5. Het spook
Over de begeerte
Aflevering 5. Het spook
Zoals oorlog de normale toestand van de wereld is en vrede een uitzonderingstoestand of zoals het conflict, de onrust, de onvrede en de inspanning de norm uitmaken terwijl vrede en rust zeer tijdelijke onderbrekingen daarvan zijn - zo ook is de droom alomtegenwoordig en allesbeheersend, terwijl het zogenaamd 'reële' (of het 'wakkere') een dermate uitzonderlijke en kortstondige toestand is dat zijn fictief karakter (u leest het goed!) onloochenbaar is. Het zogenaamd reële is zoals het topje van de ijsberg die onder de waterspiegel uit alleen maar dromen bestaat.
Zekere realisten scharen zich graag achter Herakleitos' gezegde dat, in tegenstelling tot de slapenden die elk hun eigen wereld bewonen, de wakkeren leven in een gemeenschappelijke wereld maar kennelijk zien zij daarbij over het hoofd dat ook die gemeenschappelijkheid geen objectief gegeven is maar de resultante van het gebruik van gemeenschappelijke conventies.
Deze openbaren een angstwekkend facet van de realiteit, door René Descartes een spook genoemd, meer bepaald bij zijn ontdekking dat wiskundige waarheden helemaal geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en droom omdat zij even waar zijn in die beide werelden. Dat de som van de hoeken van een driehoek honderdtachtig graden is en dat hij dat zowel is in de wereld van de wakkeren als in de droom, illustreert dat de 'wis en konstige' waarheden zich er helemaal niets van aantrekken of zij opereren in de wereld van de wakenden of in die van de slapenden: zij maken dit onderscheid gewoonweg niet, wat bewijst dat zij er buiten staan. Wiskundige of exacte waarheden hebben niets te maken met de werkelijkheid: zij kunnen er ook niets mee te maken hebben.
Wij zien dezelfde wereld zoals wij dezelfde winnaars en verliezers zien waar wij eenzelfde spel spelen. Hoe scherper de eis dat de waarheid contrasteert met het onware, des te vager wordt het onderscheid tussen werkelijkheid en droom. En waar duidelijkheid geëist wordt inzake het onderscheid tussen werkelijkheid en droom, veranderen waarheden in waarschijnlijkheden en in mogelijkheden, of wordt met andere woorden in de werkelijkheid voor de droom de rode loper uitgerold.
Het vermeende onderscheid tussen werkelijkheid en droom is een kostelijke illusie, voortgekomen uit de angst om uiteindelijk zonder enig houvast te zijn. Die laatste waarheid schept echter de mogelijkheid om zelf te gaan timmeren aan aanlegplaatsen voor onze enkel met onzekerheden volgestouwde schepen. Dat timmerwerk heet creativiteit en het vertegenwoordigt zoals gezegd het naar binnen sluizen van de dromen in het bestaande dat zonder deze (dromen) noch iets noch niets zou zijn gebleven.
(Wordt vervolgd)
(J.B., Halfoogst 2025)
14-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 4. Droom en werkelijkheid
Over de begeerte
Aflevering 4. Droom en werkelijkheid
Zoals gezegd: de wens onderscheidt zich van de wil daarin dat hij geen rekening houdt met de 'bestaande' werkelijkheid. De wil doet dat wel, wat eigenlijk betekent dat hij die faculteit is die zich bij het bestaande neerlegt. Dit in tegenstelling tot de wens die tegen de bestaande werkelijkheid verzet pleegt. Met andere woorden poogt de wens de bestaande werkelijkheid te veranderen terwijl de wil conservatief is en geheel inschikkelijk het zijnde aanvaardt als niet te veranderen.
De wil drukt daarmee ook de wanhoop uit, de wens echter vertegenwoordigt de hoop. De wil is in strijd met de feiten daar de werkelijkheid apert in een staat van voortdurende verandering verkeert en dit is het geval mede krachtens de ingreep van de creativiteit in de wereld, wat inhoudt dat scheppende krachten ervoor zorgen dat dromen gerealiseerd worden, dat zij uit het 'niets' in de realiteit naar binnen gesluisd worden en er ook bezit van nemen.
Wie de ogen openen zullen ook zien dat al wat in de wereld is, uit dromen is geboren: dromen zijn geen marginaliteit naast het 'ware', zoals de naïef-realisten, de materialisten, de fysicalisten en de zelfverklaarde logici dat voorhouden, doch zij zijn de moeder zelf van al wat is. Er is namelijk geen 'ware' werkelijkheid die los zou staan van de droom en de fictie: zonder de droomactiviteit of de scheppende kracht van de geest is er helemaal niets, is er slechts chaos, noch zijn noch niet-zijn, gevuld met huiver, leed en vandaar ook verlangen.
In de verwevenheid van de zogenaamde fictie met de zogenaamde realiteit1 (om het maar in die absurde tweedeling uit te drukken) gaat de fictie vooraf aan wat het reële heet en dat laatste is aan de fictie gelijk maar het heet 'reëel' vanwege het feit dat het (deze fictie dus) erin geslaagd is de wereld daarvan te overtuigen dat zij 'echt' is. Reëel is derhalve die fictie waarvan de betoveringskracht (de overtuigingskracht) dermate groot is dat zij 'heilig' wordt of dus onaantastbaar, anders genoemd 'reëel' of 'echt'.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 augustus 2025)
1Dit onderwerp vormt een kernthema in het werk van de Vlaamse auteur Ludo Noens die zich heel bescheiden opstelt in de gelederen van de verhaalschrijvers binnen het genre van de fantastiek terwijl hij eigenlijk de fictie aanwendt als mantel van een nieuwe metafysica die naar de wezenskern van de waarheid zoekt.
13-08-2025
Over de begeerte - Aflevering 3. Aldus voltrekt het zich
Over de begeerte
Aflevering 3. Aldus voltrekt het zich
De verwisseling van de werkelijkheid met een droom, de wens die wil wil worden, het verlangen aangevuurd door het leed van het gemis: als de liefde maar groot genoeg is, zal het leed zodanig toenemen dat het verlangen, dat men voor een wens hield, wil wordt. Dan richt men zich op de realisatie van de droom - in de werkelijkheid.
Deze handelwijze is helemaal niet vreemd, zij is zelfs de norm in het menselijke bestaan dat op zich helemaal niets is, chaos, noch zijn noch niet-zijn, alle tegenstellingen overstijgend, Brahman (ब्रह्मन्), het vuur, waarvan elk wezen een vonk is, Atman. Chaos is het niets, in de gruwelijke leegte van het niets ontstaat een ondraaglijk leed dat het verlangen voortbrengt, Eros. Het verlangen be-droomt de leegte. Dat is wat de componist doet die begint te schrijven op een sneeuwwit blad. Het onmogelijke gebeurt: uit de leegte van de stilte klinkt muziek. Ziedaar de schepping. De componist, de dichter, de uitvinder: zij dromen en leiden hun dromen vertrouwensvol in de gruwelijke leegte naar binnen die ze niet weigeren kan. De duivel biedt weerstand maar wordt overwonnen door Michaël wiens naam in zijn schild geschreven staat: Quis ut Deus? Wie is zoals God? De werkelijkheid - of beter: wat men voor de werkelijkheid hield - wordt verwisseld met een droom. Onze wereld, ons hele leven is een droom. Niets staat de droom in de weg. En de dood blijkt oneigenlijk.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 13 augustus 2025)
Over de begeerte - Aflevering 2. De liefde en de dood
Over de begeerte
Aflevering 2. De liefde en de dood
Over de begeerte, verwant met de wens, zegden wij onder meer dat zij zich hierin onderscheidt van de wil dat zij de werkelijkheid veronachtzaamt. Dat is des te meer het geval wegens haar uiteindelijke onvervulbaarheid. Het koesteren van de begeerte brengt een nooit eindigend leed mee dat bestaat door de kloof tussen enerzijds wat is en anderzijds wat men wenst maar wat niet is. Die kloof kan niet overbrugd worden omdat de begeerte per definitie haar object mist en dat gemis is een leed dat als het ware haar brandstof is.
Maar nu spraken wij ons allerminst volledig afwijzend uit over de begeerte: zij mag niet zomaar worden verworpen; het is het verwerpelijke begeren te begeren dat haar einde betekent. En wij herinneren ons dat met het oog op een bijzonderheid van het christelijke geloof die er ook de wezenskern van uitmaakt, namelijk de door het geloof gedragen stelling dat de liefde sterker is dan de dood.
In het licht van wat we zegden over de begeerte, impliceert het geloof in de stelling dat de liefde sterker is dan de dood noodzakelijkerwijze een verwisseling van de werkelijkheid met een droom. Waar men verlangt overleden beminden terug te zien - een verlangen waarvan de handhaving van de liefde voor de overledenen getuigt - is door de aanwezigheid van het verlangen of de begeerte duidelijk sprake van een wens en derhalve van een veronachtzaming van de werkelijkheid - in casu deze van de dood. De wens om de beminden terug te zien ofschoon zij rusten in de schoot van de dood, verandert zich in een wil waar hij aanzet tot daden die de realisatie van het gewenste kracht bijzetten. Die daden bestaan zoals gezegd uit het voortduren van de liefde - een activiteit welke absurd was indien men aannam dat de geliefden er helemaal niet meer waren.
De activiteit waarmee de genoemde wens wordt omgevormd tot een wil heeft werkelijkheidswaarde op een manier gelijkaardig aan deze waarmee totalitaire regimes de werkelijkheid met een fictie verwisselen maar dan met dat verschil dat inzake de liefde (die wordt volgehouden na het overlijden van de beminden), het geloof (dat de werkelijkheid moet overwinnen ten bate van een zekere 'fictie') en de hoop (de wens of de begeerte die een leed meebrengt dat als het ware haar brandstof is) er voor de betrokkenen helemaal niets in de weg staat om die 'omkering' ook daadwerkelijk te voltrekken. In een totalitair regime geschiedt de verwisseling van de werkelijkheid met een zekere fictie ten koste van waarheid en recht maar inzake het geloof zijn die belemmeringen geheel afwezig. Het referentiekader van de werkelijkheid wordt hier immers gevormd door uiteindelijk het ultieme criterium van het leed dat het afleggen van het getuigenis mogelijk maakt.
Het gaat hier om een realiteit welke in de poëzie tot leven komt. Nimmer zo treffend als in de Orpheusmythe maar ook bijvoorbeeld in Solvejgs Lied in Henrik Ibsens Peer Gynt, op muziek gezet door Edvard Grieg1 of in het (door Aleksandr Lokshin op muziek gezette2) gedicht uit 1941 van Konstantin Simonov: Жди меня of:Wacht op mij, waarvan de tekst hierna in het Duits:
In tegenstelling tot de wil, die gevolgd wordt door daden met het oog op het realiseren van het gewilde, is de begeerte een wens en de wens verschilt van de wil doordat deze geen rekening wil houden met de werkelijkheid. Men kan met andere woorden niet iets willen wat niet mogelijk is maar men kan het wel wensen of begeren.
Wat men begeert, kan wel bekomen worden maar op het ogenblik dat men het bezit, verplaatst zich de begeerte naar wat men (nog) niet bezit en op die manier kan de begeerte als zodanig nooit worden vervuld. In nog andere bewoordingen is het niet het object dat de begeerte bepaalt, het is daarentegen de begeerte die een object zoekt en de voor de begeerte cruciale eigenschap van dat object bestaat erin dat men het (nog) niet in zijn bezit heeft.
Dat brengt uiteraard mee dat van zodra het begeerde object bezit wordt, het voor een ander object verwisseld zal worden. Nog anders uitgedrukt is de begeerte aldus niet alleen gericht op wat men niet bezit maar, meer nog dat dat, is zij gericht op wat men niet kan bezitten.
Vandaar ook kunnen begeerten niet definitief worden vervuld, alleen tijdelijk en wel bijzonder tijdelijk want reeds vanaf het ogenblik zelf dat men het begeerde in zijn bezit meent te hebben, wordt het niet langer begeerd en zoekt de begeerte onverwijld een ander object. De begeerte blijft omdat die per definitie onvervuld is.
De rusteloosheid van de begeerte en haar wezenlijke onverzadigbaarheid maken dat het volstaat voor een object om onbereikbaar te zijn opdat het begeerd zou worden. Wie rijk willen worden moeten dromen verkopen.
Deze wrede werkelijkheid is zo pervers dat zij alle mogelijke eigenschappen van de dingen in haar schaduw stelt en uiteindelijk ook dooft of doodt. De droom steekt de werkelijkheid de loef af.
In de kunstwereld stelt men vast dat het onbetaalbaar maken van een kunstwerk ervoor zorgt dat men het wil kopen, ook al kan het kleinste kind zien dat het op zich helemaal niets voorstelt. In de wereld van de 'liefde' bestaat de ultieme verleidingskunst in het zich onbereikbaar maken. En het kapitalistische marktsysteem dat op de begeerte berust, is om die reden ook suïcidaal én moordend voor al degenen die ermee te maken hebben.
Het einde is in zicht waar de begeerte zelf begeerd wordt en zo gaan sommigen ervan houden verliefd te zijn, zij begeren het om te begeren. Paradoxaal genoeg is daar het einde in zicht omdat daar de begeerte dood is.
(J.B., 11 augustus 2025)
09-08-2025
Genocide... en geheel apert! - Over een zorgwekkende evolutie
Genocide... en geheel apert!
Over een zorgwekkende evolutie
Dat anno 2025 (leiders van) landen (en dan nog landen die zichzelf profileren als voortrekkers van de beschaving) genocide plegen is een verschrikking voor het mensdom maar dat zij dat geheel openbaar doen zonder een spoor van schaamte, is verbijsterend. Spontaan herinnert men zich hierbij de woorden van Primo Levi, dat onverschilligheid over genocide nog erger is dan de genocide zelf.1 De vraag rijst uiteraard hoe dat dan mogelijk is.
Wat hier ongetwijfeld een rol speelt, is de alomtegenwoordigheid van schandalen. Het zal wel onwaar wezen maar het verhaal klinkt niet geheel ongeloofwaardig: iemand die bij de politie aangifte deed van de diefstal van zijn fiets, kreeg daar de raad zich een andere fiets... te stelen.
Waar een misdaad de norm werd, kan er nog moeilijk tegen opgetreden worden, hij wordt zelfs een must en wie er aangifte van doen of zich er niet aan bezondigen, worden uitgescholden voor nerd of zelfs voor autist.
Fietsdiefstallen, druggebruik en andere door de daders als 'studentikoze grappen' opgevatte misdrijven getuigen niet slechts van een misprijzen voor de wet maar vooral van het tekort aan empathie waaraan uitgerekend autisten zouden lijden: dronken chauffeurs staan er niet bij stil wat ze een ander aandoen en waar zij aldus een schandaal uitlokken, blijkt hun enige zorg te bestaan in het ontlopen van een straf en het publiek roert niet.
Maar naast gewenning is hier nog een ander euvel van de partij en hier moet eerst onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds het duo schaamte en schande en anderzijds dat van het geweten en de wet. Om met het laatst genoemde tweetal van start te gaan, leert de moraalfilosofie dat het geweten de verinnerlijkte wet is en niet alleen de wetenschap zegt dit: de apostel Paulus schrijft in zijn brieven dat pas met de wet het goede en het kwade worden onderscheiden.2 Derhalve blijft het geweten bestaan zolang de wet respect afdwingt; met andere woorden verdwijnt het waar wetteloosheid de bovenhand krijgt.
Wat betreft het tweetal van de schaamte en de schande lijkt het alsof mensen die kennelijk gewetenloos handelen, hun geweten plotseling terugkrijgen op het ogenblik dat hun misdaad openbaar wordt: niet het eigen geweten beschaamt hen, het is de openbaarheid die bij hen paniek opwekt.
Maar nu blijkt het openbaar worden van misdaden bij een steeds geringer deel van de mensen schaamte op te wekken. De kennelijk schaamtelozen zullen wel beweren beschaamd te zijn om de beschuldiging van schaamteloosheid te ontlopen maar dat zij liegen blijkt hieruit dat hun schaamte pas optreedt bij het uitbreken van een schandaal en dus als de misdaad openbaar wordt.
Uiteraard heeft dat te maken met de straf en met de wens om die alsnog te ontlopen. Er is derhalve helemaal geen sprake van tot inkeer komen, van besef of van medeleven met slachtoffers: er is slechts conditionering in het geding en dat is bijzonder zorgwekkend. Want zo bijvoorbeeld ziet men dat gangsters onverbeterbaar worden waar zij meer vrees tonen voor de straffen van de bendes waarvan zij deel uitmaken dan voor de rechtsstaat die ons aller leven moet beschermen.
2Brieven van Paulus aan de Romeinen: 7: ”Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.”
Kunnen de honderdduizenden slachtoffers van de atoombommen op Hirosima en Nagasaki van 6 en 9 augustus 1945 worden goedgepraat en kan derhalve het gebruik van kernwapens in de toekomst gerechtvaardigd zijn - dat is een kwestie waarover veel gepraat wordt maar de kern van de zaak heeft te maken met een arrogantie die even oud is als het geloof.
In onze contreien heerst godsdienstvrijheid, elk mag geloven wat hij wil, die Gedanken sind frei maar begrijp het goed: dat zijn ze pas waar politici ze onschuldig achten. In het andere geval wordt onverhoeds werk gemaakt van libricide met in haar zog genocide.
De teleologie, de eschatologie, de leer van de laatste doelen of finaliteiten volgt uit een zeker deterministisch geloof in de onveranderbaarheid van de geschiedenis, het teleologisch determinisme, verdedigd door Aristoteles (384-324 v.C.) maar reeds beleden in het zoroastrisme (Zarathustra of Zoroaster leefde tussen 1400 en 1200 v. C.) en van de Abrahamitische religies, genoemd naar Abraham1 (die leefde rond 1800 jaar voor het begin van onze jaartelling): joden, christenen en islamieten geloven in een 'Dag des oordeels' en een einde aan de tijd.
Het mag duidelijk zijn dat wie geloven in het bestaan van een Eindtijd met een Laatste oordeel, hun denken en doen ook daarop zullen richten. Oppervlakkig bekeken is dat ook hun goed recht maar wie er echt van overtuigd zijn dat ze het met hun geloof bij het rechte eind hebben, zullen er uiteraard ook van uit gaan dat wat zij geloven, eveneens voor anderen moet gelden en hier wringt het schoentje, hier wordt religie een gevaar, hier dreigen theocratie, dictatuur, onvrijheid en wreedheid.
Het machiavellisme of de leer dat het doel de middelen heiligt, is een vreeswekkende overtuiging in het verlengde van dit geloof maar ook zij die hun volle vertrouwen in de uiteindelijke almacht van de wetenschappen stellen, blijven hier niet buiten schot: al dan niet naar het voorbeeld van de religies, persen zij via retorica, geweld en macht van de staat gelden af ter financiering van wat zij vanuit hun eigen geloof onwrikbare waarheden achten en zo bestaat het dat wij belastingen betalen, niet alleen om het voortbestaan van de religieuze waanzin te garanderen maar ook voor godbetert de promotie van het darwinisme onder het volk.
Het doel heiligt de middelen en wie geloven in een Eindtijd zullen ook ongelovigen willen dopen onder dwang. Wie de Verlichting genegen zijn, welke zich concretiseert in het wetenschappelijk vooruitgangsgeloof, krijgen gewis gelijkaardige trekjes. Zij horen zekere lessen te leren uit het besef dat nucleaire wapens, waarvan de aanwending absolute barbarij betekende, zowat de ultieme bekroning zijn van het wetenschappelijk-technische kunnen.
(J.B., 6 augustus 2025)
1 Abraham en Zarathustra zijn heel wat ouder dan Aristoteles die misschien bij hen de mosterd haalde.
Ergens op een bescheiden plekje op het internet beschrijft de veelzijdige (niet Kafkaëske) auteur K. raak maar met een zekere berusting de verschrikking van de oude dag in het kader van enerzijds de relationele aard van het menselijk bestaan en anderzijds de niets of niemand ontziende natuur en de hardnekkige onwetendheid waarin wij ons kennelijk vermeien, gevangenen als wij zijn van een sociaal systeem dat naast solidaire ook bijzonder wreedaardige trekken heeft.
Heel tastbaar in het melancholische verhaal met de verlatenheid als achterliggend thema is de zich aan ons meestal pas in de hoge ouderdom openbarende paradox van de symbiose van het aan de wet van de entropie onderhevige lichaam en de gedachten welke zich als geheugen nog onttrokken kunnen wanen aan de tand des tijds die hongerig aan onze botten knaagt. Gedachten missen botten, ofschoon zij vleugels hebben: zij ontstijgen de kerker van het heden en gaan ver in de tijd terug maar uitgerekend deze kunst rolt de rode loper uit voor de gedachte aan de andere richting van de tijd, de gedachte aan ons einde met in haar zog de aftakeling.
De ouderling voelt zich niet oud vanbinnen maar signalen die van buiten komen verijdelen zijn stiekeme hoop dat het allemaal nog wel kan meevallen. Die wordt de kop ingedrukt wanneer na een uitstapje naar een plek uit zijn jeugd, waar niemand hem nog opmerkt, de verteller op weg naar huis verslonden wordt door het besef dat daar niemand meer op hem wacht.
Thuiskomen is niet de aankomst op een plaats maar bij de mens (van wie men tijdelijk afstand had genomen). Naar een plek kan men terug - ook naar een mens maar pas in zoverre die aan een plek gebonden is en dat heeft dan te maken met het lichaam dat zoals de plek van stof en as is. Het lichaam dat de stof verbindt met iets dat daaraan ontsnapt, maar soms voorgoed.
(J.B., 5 augustus 2025)
04-08-2025
ANGELO BRANDUARDI: DONNA TI VOGLIO CANTARE
ANGELO BRANDUARDI: DONNA TI VOGLIO CANTARE
31-07-2025
Vier vliegen in één klap - Een kort gesprek met Omsk Van Togenbirger
Vier vliegen in één klap
Een kort gesprek met Omsk Van Togenbirger
– Omsk Van Togenbirger, de huidige politieke toestand... hebt u een ogenblik?
– Zeer zeker.
– Een kind kan het zien en iedereen zegt het nu ook: de V.S. persen Europa af!
– Dat is de gewone gang van zaken, ja: het recht van de sterkste.
– Is daar dan niets tegen te doen, tegen die... handelsoorlog?
– Men noemt het een handelsoorlog maar het is een oorlog en wel om meer dan één reden.
– Is het dan geen handelsoorlog?
– Het is een oorlog maar fysieke wapens komen er maar aan te pas van zodra Europa niet akkoord gaat met de afpersing.
– Zou men die dan echt gebruiken?
– Het zal wellicht niet nodig blijken maar dat is alleen maar zo omdat die wapens er inderdaad zijn. Stel dat de V.S. geen militaire overmacht hadden, dan kon Europa gewoon afhaken. Het is omwille van die overmacht dat Europa buigt.
– Maar zouden de Amerikanen hun wapens dan echt gebruiken tegen ons, Europeanen?
– Waarom betwijfelt u dat dan? Ze doen het reeds, in de Oekraïne.
– Hoezo?
– De Oekraïne is opgezet als een zoveelste buffer tussen Oost en West. U weet dat Zelensky een acteur is, hij speelde op Tv de rol van iemand die president werd in zijn land en hij is dat nadien ook echt geworden. De wereldpolitiek wordt voorgedaan in Hollywood en vervolgens ook echt uitgevoerd. Israël is van hetzelfde laken een broek.
– Is dat zo?
– Meer dan honderd jaar geleden, het tijdperk van de verdoemde Ahasverus, toen de joden nog rondzwierven over de hele aarde, toen nog geen sprake was van een joodse staat, verscheen een roman waarin zij het beloofde land veroverden. Zegt de naam Theodor Herzl u dan niets?
– Was hij niet samen met Max Nordau een medestichter van het Zionisme?
– En de auteur van de 'utopische' roman Altneulanduit 1902. "Wij zullen er voor Europa een bruggenhoofd naar Azië vormen”, zo schrijft hij daarin: “een bolwerk van de Beschaving tegen de Barbarij." Na de Tweede Wereldoorlog met zijn holocaust werd in 1948 die fictie realiteit met de vorming van de staat Israël. Herzl stierf in 1904 en op zijn graf staat geschreven: "Wenn ihr wollt, ist es kein Märchen."1
– U bedoelt dat in de Oekraïne iets dergelijks zich gewoon herhaalt?
– Israël heeft negentig kernwapens, misschien zijn het er intussen meer, en het geniet al die tijd de volle steun van het Westen, vooral dan van de V.S., de hedendaagse kritiek van Europa zal waarschijnlijk weldra luwen. Israël is de aanwezigheid van de V.S. in de Arabische wereld. Op een gelijkaardige manier zit Oekraïne met zijn neus tegen Rusland aan.
– Blijkbaar...
– De oorlog daar, mijn beste, werd door de V.S. uitgelokt. Hij zal gevoerd worden met Europees geld én bloed en heeft geen andere doel dan de vijand van Amerika te verzwakken zonder dat het de Yankees ook maar een duit zal kosten, in tegendeel: op de koop toe slaan zij er munt uit. Het zijn niet twee maar vier vliegen in één klap: economisch hebben we de invoertaksen, dan de vijf procent van het BNP ter verplichte investering in de oorlog, ten derde het verplicht afnemen van Amerikaanse producten en in de eerste plaats oorlogswapens en ten vierde het Europees bloed waarmee Amerika's vijand nummer één wordt zwak gehouden.
– En er is niets aan te doen?
– Tja, kan men iets anders verlangen van gangsters?
Men jaagt niet op konijnen om de honger te stillen: het stillen van de honger is slechts het voorwendsel om de moordlust te kunnen botvieren. Zo ook jaagt men niet op homo's om de maatschappij van zonden te bevrijden: de bestraffing van de zonden (in de naam van god) is het voorwendsel om de jacht (en de moord) op mensen mogelijk te maken.
Er bestaat namelijk geen grotere machtsuitoefening dan die over het leven van andere mensen. De effectieve uitoefening van die macht gaat derhalve gepaard met een ongekende lust, het toppunt van de machtswellust ofwel de moordlust. Middels de strenge bestraffing van moord, tracht men die misdaad uit de wereld te houden en zo kent quasi niemand nog de lust die ermee gepaard kan gaan maar dat betekent niet dat die onbestaande is.
Het is de grootste zorg van de maatschappelijk verantwoordelijken ter zake om te voorkomen dat het hek hier van de dam geraakt want zoals men dat her en der in de wereld kan zien gebeuren, is er geen houden meer aan eenmaal een massamoord ontketend werd.
Het wordt een oorlog genoemd en een oorlog is zoals een groot om zich heen grijpend vuur, de haat is de wind en met het verloop van de tijd is het steeds moeilijker te blussen. Als een oorlog stopt, komt dat meestal doordat de voorraden aan munitie uitgeput zijn, omdat alle soldaten sneuvelden of omdat een atoombom iedereen op de vlucht heeft gejaagd. De oorlogsmodus wordt niet zomaar uitgedraaid zoals een gasknop.
Edoch, er wordt meer gemoord in den duik dan op het slagveld en vele zelfmoorden zijn verkapte moorden. Bij heel wat verkeersdoden werd het verkeer gebruikt als (zelf)moordwapen. Men mag er niet aan denken wat er vandaag allemaal mogelijk is om zichzelf of anderen om te brengen.
Moord is wreedheid. Nergens wordt de wreedheid zo tastbaar als in het levensverhaal van Oluale Kossola. Sinds de 'ontdekking' van Amerika door Columbus in 1492 namen rijke Europese avonturiers op zoek naar goud het continent met veel bloedvergieten in beslag (waarbij de oorspronkelijke bevolking, wiens culturen en talen vernield werden, bijna volledig omkwam, hetzij door de wapens, hetzij door uit Europa geïmporteerde ziekten) en zij vestigden er plantages van vooral katoen en suiker1 die zij bemanden met slaven: gedurende drie eeuwen werden Afrikanen gevangen genomen en opgekocht en dan zoals vee per slavenschip getransporteerd naar die plantages2 waar zij de facto tot levenslange dwangarbeid veroordeeld waren en onder hard labeur en zweepslagen crepeerden.3
De 'negerslaven', zijn ons bekend van Harriet Beecher Stowe's De negerhut van oom Tom (1851-1852) maar over de transatlantische handel met twaalf miljoen Afrikaanse negerslaven werd helemaal niets opgetekend4, behalve één unieke getuigenis van een der laatste opvarenden van de slavenschepen, Oluale Kossola (ca. 1847-1935), genoteerd door Zora Neale Hurston in 1927 maar pas integraal gepubliceerd in 2018 onder de titel Barracoon: The Story of the Last "Black Cargo",5 een boek dat omtrent de onverschilligheid van de betrokken criminelen helemaal niets aan de verbeelding over laat.
Oluale Kossola vertelt hoe hij na zijn bevrijding trouwde en vele kinderen kreeg, die echter allemaal, de ene na de andere, koelbloedig werden vermoord omdat zij zwart waren. Onder de moordenaars van een van zijn kinderen bevond zich een dominee, die gaf als uitleg dat hij wel eens had kunnen aangevallen worden door het kind. “De man heeft zich niet eens geëxcuseerd”, zo vertelde Oluale. Sanda Dia is van alle tijden. 's Nachts als het koud werd ging de moeder van de dode kinderen toen zij nog leefde naar hun graven met dekentjes om hen een beetje in te dekken.
Er zijn nog mensen die niet weten waar de zwarten in de V.S. vandaan komen. Een zwarte betekende niets voor een blanke, met een zwarte kon men alles doen, zoals ook met vrouwen, homo's, kinderen, illegalen, vluchtelingen, bedelaars: men heeft niets van hen te vrezen en derhalve bestaan ze ook niet. Trump jaagt de 'inwijkelingen' gewoon weg en vertelt dan aan zijn kiezers hoeveel dollar hij daarmee buit gemaakt heeft. En Francken en compagnie 'kuisen' de pleinen in onze steden 'op'. Zij zijn volwassen en bij hun zinnen en kunnen dus ook heel goed weten dat zij hun ministerpostjes enkel danken aan de stemmen van hun idool: het volstrekt gewetenloos legioen.
2Tien jaar geleden verscheen hierover van de hand van de Zweedse historicus Dick Harrison het ophefmakende boek: De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel bij Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015).Voor een synthese, zie: Jan Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf
4Dick Harrison wijdde aan de trans-Atlantische slavenhandel in zijn lijvige “Geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel” uit 2019 een uitgebreid deel.
Homofobie - Aflevering 3. Werkkampen en onderbetaalde jobs
Homofobie
Aflevering 3. Werkkampen en onderbetaalde jobs
De Europese Unie is wereldberoemd geworden als instelling die de mond vol heeft over mensenrechten welke zij echter bijzonder selectief waardeert. De waarheid is dat welluidende rechten het rookgordijn vormen waarachter zich de eigenlijke drijfveer van het systeem verschuilt die luistert naar één naam: profijt. Dat kan ook niet anders in het kapitalisme want winst is de eindwaarde waarvoor alles en iedereen maar moet inbinden. De redenen en de eigenlijke drijfveren voor het handelen kunnen nooit verder uit elkaar liggen dan daar waar de leugen vrij spel heeft en de leugen is uitgerekend wat de winst mogelijk maakt: de meest bedrevenen in het bedrog boeken de hoogste winsten omdat zij uitmunten in het spel van zo weinig mogelijk geven en in ruil daarvoor zoveel mogelijk terugkrijgen. Ofschoon ook in Europa onder de dekmantel van desinformatiebestrijding de media aan banden liggen, wordt hier nog een vorm van oppositie geduld terwijl in de V.S. het huidige regime uitgroeit tot een ware dictatuur met een dictator die denkt verkozen te zijn om de hele wereld te regeren, zoals de Braziliaanse president Lula da Silva het verwoordt.1 Nergens ter wereld is de kloof tussen de opgegeven redenen en de eigenlijke motieven zo gigantisch als in de huidige V.S.
De jager verdedigt de praktijk van de jacht om zijn moordlust te kunnen botvieren met als reden het stillen van de honger of het op orde houden van het bosbestand. Edele argumenten dekken stinkende motieven en die kunst van het liegen is de hooggewaardeerde retorica die begeerd wordt door al wie belust zijn op wereldse rijkdommen en macht: het is de uitgelezen kunst van Lucifer die daar zijn naam aan dankt: de drager van het licht, van de rede, van het verstand. Volgens het naar deze duivel genoemde marathongedicht van Joost Van Den Vondel nam Lucifer het de Schepper kwalijk dat hij naar zijn maatstaven de kosmische orde verstoorde door de zuivere geesten te verzoeken om het deels vleselijke wezen dat de mens is, te gaan dienen. Voor Lucifer was de liefde een zwakheid van het vlees die zelfs de Schepper verleid zou hebben en als wraak verleidde derhalve de demon de mens en bracht hem ten val.
Het ombrengen van een kind net voor het de moederschoot heeft verlaten, is een door de moeder uitgeoefend mensenrecht maar gebeurt dit net na de geboorte, dan heet het moord of, erger nog: kindermoord. De argumenten die worden aangebracht om het genoemde mensenrecht te ondersteunen, kunnen weliswaar begrip doen ontstaan voor aldus uitgespaard leed aan zekere betrokkenen maar dat die rekening moet vereffend worden met het leven van een onschuldig kind, kan zelden succesvol moreel worden verdedigd. De advocaat van de duivel klinkt even rationeel als liefdeloos omdat hij als zuivere geest het vlees minacht. De abortuspraktijk heeft zich van uitzonderingsgeval ontwikkeld tot algemene regel: hij heeft het uitzicht gekregen van een ware genocide.
Maar de genocide blijft niet beperkt tot ongeboren kinderen want deze gang van zaken is gericht op de maximalisatie van genot en kent derhalve helemaal geen remmen. En zo krijgt men regimes die in den duik het vervolg voltrekken van een met abortus in gang gezette massamoord. Eerst in den duik maar niet veel later worden die praktijken ook wet, zoals gebleken is in onder meer het Europese naziregime van bijna een eeuw geleden. Op abortus provocatus volgt euthanasie, wat een bedrieglijke benaming is voor regelrechte moord. Er is vraag naar die moord door de slachtoffers zelf, zo vertelt ons het regime, en het voegt eraan toe dat het een progressieve en zeer goede zaak is het leed te bestrijden. Met de dood? Wel, het lijkt heel humaan om leed te verminderen maar waar men mensen ombrengt in plaats van (te proberen) hen te genezen, vervangt men dokters door beulen: men helpt de natuur dan een handje door het recht van de sterkste te legaliseren en het onrecht heeft zich dan warempel verheven tot recht.
De nazi's brachten massaal mensen om en zij maakten ook werk van sterilisatie. Ouderen, gehandicapten, geesteszieken en nog andere 'lastposten', werden eerst bestempeld als 'lebensunwertes Leben' en vervolgens op industriële wijze afgemaakt, waarna de boekhouders verslag uitbrachten van in Reichsmark uitgedrukte winsten die deze opruimacties opleverden aan de staat.2 Economisch niet rendabele mensen werden massaal omgebracht, anderen werden eerst gedemoniseerd en dan in werkkampen opgesloten om de economie van de rijken te ondersteunen en voor een meer rendabel superras werden kweekplaatsen gebouwd, zoals 'Lebensborn': rassenwaanzin onder de vlag van wetenschap en eugenetica.
De werkkampen waren voorzien voor zekere categorieën van maatschappelijk ongewenste mensen zoals homoseksuelen3 waarvan men alsnog wilde kunnen profiteren en van wie men daarom het leven spaarde, zij het tijdelijk, want velen van de gevangenen kwamen door ontbering om. Zo was er sinds 1933 onder meer Kamp Börgermoor, een van de vijftien strafkampen voor tegenstanders van het naziregime aan de Duits-Nederlandse grens nabij Papenburg waar de gevangenen dienden voor de ontginning van het veengebied en waar ongeveer dertigduizend mensen vermoord werden.4
Vandaag lijken deze kampen in Europa niet langer te bestaan maar als men in rekening neemt dat discriminatie van homo's feitelijk beroepsverbod betekent, moet men ook erkennen dat homo's uit de gelederen van de gesettelde burgers worden verdreven en op straffe van honger en ontbering vrede moeten nemen met jobs waar ook vluchtelingen en illegalen naartoe gedreven worden.
2Zie: Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale University Press, New Haven and London, Englishlanguage edition 1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983),
In een Tv-reportage werden aan een zwart jongetje van een jaar of zes de portretten getoond van een blanke en een zwarte man en werd gevraagd wie van de twee de beste was; het jongetje wees schijnbaar zonder aarzelen het portret aan van de blanke. De persoon die het kind confronteerde met de vraag, was een blanke man. Is het niet hartverscheurend dat een kind bang moet zijn voor u omdat het zwart is?
Discriminatie maakt diepe littekens in de ziel. Discriminatie heeft te maken met doodsangst, vluchtreacties en het zenuwachtig uitdenken van strategieën om te overleven. Discriminatie heeft te maken met het angstvallig zoeken naar uitwegen uit een toestand die helemaal hopeloos is. Helemaal hopeloos is geen grammetje overdreven want als men moet vrezen voor wie men is, wordt al de rest bijzaak. Het gaat om een zeer ernstige vorm van preoccupatie.
Het geluk, of althans wat men het geluk noemt, wordt bijzaak voor wie in de overlevingsmodus verkeren. Vrienden worden bijzaak, een goed rapport op school, afstuderen, een fijne job, een huwelijk en kinderen: men doet eraan mee als het zo hoort maar met de overlevingsmodus aan, zijn al die dingen bijzaak. Het gaat zelfs zo ver dat op den duur ook het leven zelf bijzaak wordt: voor wie zichzelf moeten verbergen, is het tenslotte allemaal toneel. Of als de eer op het spel staat: een vrouw die bij toeval de ramp met de Titanic overleefde, vertelt hoe zij opzij geduwd werd door een man die zo het eigen hachje redde en zij dacht: doe maar op. Zij vertikte het zichzelf te vernederen met verzet.
Is het niet hartverscheurend dat een kind bang moet zijn voor u omdat het zwart is? Of gebrekkig? Of seksueel georiënteerd op hetzelfde geslacht? Wat dat laatste geval betreft, worden niets vermoedende kinderen van wie aan het licht komt dat zij homo zijn, daarmee geconfronteerd door de eigen ouders, opvoeders, huisarts en biechtvader. De kinderen in kwestie worden door deze mensen, in wie alle kinderen van nature een blind vertrouwen hebben (!), voor de rest van hun leven de stuipen op het lijf gejaagd. Zij worden in de kast gestopt en kunnen daar nooit meer uit. Dat gebeurt ook hier te lande, tot voor kort was het de algemene praktijk. In twee woorden gaat het als volgt.
Het kind van wie ontdekt werd dat het homo is, wordt ontboden bij de huisdokter die hem (of haar) onder vier ogen spreekt. U moet weten, zo legt hij uit, dat homofilie een vreselijke schande is. U hebt brave en hardwerkende ouders. U gaat hen dat toch niet aandoen? Verberg het dus, maak dat niemand het ooit aan de weet komt. Ik heb aan uw vader uitgelegd dat het tijdelijk is, dat het de puberteit is. Ga nu naar huis en als uw vader u vraagt of het over is, wees dan flink en bevestig dat. Zullen we zo afspreken?
Men staat er niet bij stil dat men aldus zijn kinderen levend begraaft. In enkele minuten tijd moet het kind verwerken dat het beter niet bestaan had, wat uiteraard geen mens kan verwerken. En het is een halve afspraak tussen ouder en arts, een soort van halfbewuste samenzwering, maar alle daarbij betrokkenen zijn volwassen en bij hun zinnen, zij kunnen heel goed weten wat zij aanrichten. Alleen blijkt de angst voor de blik van anderen dermate groot dat men liever het eigen kind doodmaakt dan hem of haar te gaan verdedigen. De kuddegeest primeert over de liefde voor het eigenste kroost. Men schuwt de schande maar niet de moord. Ook al gaat het om een schande in de ogen van vreemden en is het een moord op het eigen kind. En niemand zal met een beschuldigende vinger wijzen want de gruwel wil dat aan het kind helemaal niet te zien is dat het dood is. Maar leven doet het niet meer. Een kind dat dit kan over-leven, zal zich als oudere man of vrouw pijnlijk bewust worden van het bestaan van de ware toedracht van de zaken. Het zal moeten aanvaarden dat mensen die het oprecht heeft bemind en in wie het heeft geloofd, door lafheid zijn of haar levensgeluk onherroepelijk teniet hebben gedaan.
Zeldzaam waren toentertijd de vaders die hun homofiele zonen verdedigden, die een vuist durfden te maken en zegden: geen voet zetten wij nog binnen in de kerk! Kom, we vinden wel een andere school! Als ze niet willen groeten, dat ze hun goedendag dan voor zichzelf houden!
Een vader die zijn zoon niet terecht wees, niet verraadde, niet naar het klooster stuurde of naar het seminarie, verloor zijn werk en had voor zijn gezin niets meer te eten. Daarover beslisten namelijk de notabelen die aan huis kwamen om vrank en vrij het beloop van de zaken in ogenschouw te nemen. Onder hen: de eerwaarde, de onderwijzer en de huisdokter. Deze laatste stuurde onvolwassen jongens met het probleem naar een plek in Nederland, meer bepaald naar Heiloo, bij de beruchte dokter Aimé Wijffels, de psychiater die castreerde, hij deed het in serie, voor ontelbaren, dagelijks en in den duik. De praktijk was gekend bij de medici in binnen- en in buitenland en werd verzwegen zoals ook al het andere wat met homofilie te maken had taboe was. Dit gebeurde niet alleen honderd jaar geleden in nazi-Duitsland1 maar ook hier te lande en tot voor kort. Castratie werd toegepast tot in 1975 protest uitbrak. Overigens niet zo lang geleden kwam de bewuste plek waar het gebeurde weer in het nieuws.2
In Panopticum Corona hebben wij gesproken over De geschiedenis van de waanzin die de geschiedenis is van de psychiatrie en derhalve gaat het in dit werk van Michel Foucault over de waanzin die psychiatrie heet. Het boek dateert van 1961 en zowat 15 jaar later schreef Ivan Illich zijn Medical Nemesis over de waanzin van de geneeskunde. Foucault beschrijft de degradatie van arbeiders tot slaven omstreeks 1650: het teveel aan arbeiders ingevolge de economische omwentelingen wordt werkloos en deze 'leeglopers' worden ondergebracht in 'verbeteringsgestichten' waar zij zogezegd moeten werken voor de kost terwijl zij in feite rechteloze en spotgoedkope arbeiders zijn waarmee de resterende fabrieksarbeiders niet meer kunnen concurreren zodat ook zij moeten afgedankt worden en als leeglopers in gestichten belanden waar zij onbetaald dwangarbeid verrichten en zo verworden in principe alle arbeiders tot slaven.3De verbanning buiten de stadsmuren van werklozen, gehandicapten, vreemdelingen, armen en noem maar op, vervolmaakt zich in hun opsluiting die immers elke terugkeer onmogelijk maakt en de waanzin van de psychiatrie bestaat er nu in dat het deze onrechtvaardige en wrede verbanning en opsluiting is die de slachtoffers razend maakt of waanzinnig: "Opsluiting maakt krankzinnig. 'De gevangenis kweekt gekken.'", aldus citeert Foucault de Franse revolutionair Mirabeau.4 Met andere woorden is het niet zo dat de waanzinnigen opgesloten worden maar precies andersom worden onterecht van hun vrijheid en waardigheid beroofde mensen razend of waanzinnig. Met andere woorden: terwijl de razernij het onrecht uitschreeuwt, wordt zij moeiteloos geneutraliseerd door erover te zeggen dat zij op niets slaat, redeloos is, of waanzin. De arme wordt geculpabiliseerd én uitgeschakeld door hem te stigmatiseren als gek.
Ook vandaag nog en meer dan ooit worden pogingen gedaan om met dezelfde laffe methoden repressie te voeren en zo bestaat het dat exact dertig jaar na de schrapping van homofilie als geestesziekte, het hoofd van de katholieke psychiatrische instellingen van de Broeders van liefde eist dat het vers uit Genesis (1, 27) "man en vrouw schiep Hij hen" opnieuw ernstig genomen wordt en ook in het onderwijs de voorrang krijgt boven de wetenschappelijke bevindingen omtrent geslacht en gender.5 Homo's dreigen opnieuw gek verklaard te worden, 'medisch' behandeld, uitgestoten en opgesloten; alom wordt reeds teruggegrepen naar gebedsgenezers en moordende conversietherapieën6 en gevaarlijke potentaten die zich uitgeven voor zogenaamde 'gladiatoren voor het christendom' vergaderen in kloosters in de nabijheid van Rome om van daaruit gefinancierd door extreem rechts een heuse coup voor te bereiden met het oog op het herstel van de aloude repressieve machtsstructuren.7 Wat inmiddels ook gebeurd is met de vestiging van de extreemrechtse subversieve regering Trump in de V.S. Dezelfde methoden waarmee zoals bij Foucault beschreven in het Frankrijk van 1650 de verdrukten onschadelijk werden gemaakt, worden vandaag opnieuw toegepast.8910
3 Bauwens, Jan. (2021), deel III, par.: De reconstructie van de slavernij, verwijzend naar Foucault, Michel. (2013), pp. 55-72.
4Mirabeau zat zelf twee en een half jaar lang gevangen in Château de Vincennes. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Honor%C3%A9_Gabriel_de_Riqueti . Zie: Foucault, Michel. (2013), p. 263-264. Bij de oproer in de aanloop van de Franse Revolutie deed de kerk haar best om eraan mee te helpen de arbeiders 'onschadelijk' te maken met een methode gelijkaardig aan de redeloosheid- of krankzinnigverklaring: "(...) de kerk (...) stelt de geheime arbeidersgroeperingen op één lijn met 'het uitoefenen van tovenarij'. Een besluit van de Sorbonne (van 1655) verklaart allen die tot zulke boze gemeenschappen behoren tot 'heiligschenners' die bovendien nog 'in doodzonde verkeren'". (Foucault, Michel. (2013), p. 65.)
10De voorgaande twee paragrafen zijn weergaven van mijn tekst opgenomen in Panopticum Corona, pp. 601v.
21-07-2025
Homofobie
Homofobie
Bijna dertig procent van de goed geïnformeerde en sociaal betrokken jongvolwassenen van vandaag en meer bepaald de generatie geboren tussen 1990 (à 1997) en 2010 (à 2012), die zijn opgegroeid met internet, sociale media en smartphone, blijken zichzelf te beschouwen als LHBTI+'ers.1
Deze voorstanders van diversiteit en inclusie kijken echter op tegen toenemende maatschappelijke polarisering aangestuurd door een oudere generatie van agressieve en misantrope neoliberalen die zich uit (kortzichtige) economische overwegingen conservatief en extreemrechts opstellen.
De opkomst van intolerante en extremistische groeperingen grondt enerzijds in onwetendheid die leidt tot ongegronde vrees en anderzijds in idolatrie jegens iconische potentaten die aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan maar wiens ijdele belofte om de rijkdom terug te brengen door de bestrijding van de economische malaise middels de creatie van zondebokken, het bij de lome massa nog altijd doet.
Echter, het is duidelijk dat zowel het economisch debacle als de oorlog die woedt en die uitbreiding neemt in Europa maar ook in het Midden-Oosten en elders, helemaal niets te maken hebben met vermeende zondebokken maar dat zij het onvermijdelijke verlengstuk zijn van de neoliberale economie die zich achter haar pispalen verbergt: door alles in dienst te stellen van de winst, verdwijnt de vrijheid.
In Het neoliberalisme wijst Jaap Kruithof er immers op dat sinds de vijftiende eeuw met de wereldhandel een wereldmarkt ontstaat met kapitaalaccumulatie en territoriale, ideologische en culturele macht gericht op niets dan winst.2 Die wereldmarkt verheft zich boven alle staten zodat politici verdrongen worden door gangsters en ze maakt de kloof tussen rijk (het Westen) en arm (de ontwikkelingslanden) steeds groter. De economisch machtigste staten bepalen ook politiek, ideologie en cultuur.3
De V.S. kampen met geldnood: “De rol van superagent van de planeet kost de States veel geld.”4Ze worden economisch ingehaald door Europa en Japan. “De States zijn behoudsgezind waar het hun eigen zwakke sectoren betreft en voeren, waar ze sterk staan, een agressieve vrijhandelspolitiek die van strenge milieunormen en humane arbeidsconditie niets wil weten.”5 Een kwart van de Amerikanen leeft in armoede, alle rijkdom is privaat.
Over Rusland schrijft Kruithof (in 2000!): “De rijkdommen van het land werden geplunderd door een kleine minderheid van nieuwe eigenaars (…) Minstens veertig procent van het beschikbare kapitaal wordt gecontroleerd door de maffia. Er zijn geen maatschappelijke krachten aanwezig om de dictatuur van die bende te breken.”6“De Russische staat kampt met enorme schulden.”7 De oligarchen versasten tussen 1990 en 2000 7.000 miljard frank zwart Russisch geld naar het Westen.8 Rusland is economisch zwak met een sterk wapenarsenaal: “Een gevaarlijke toestand voor de internationale veiligheid en de wereldvrede.”9
Met steun van externe megasystemen maakt democratie (met vaker schijnverkiezingen) gestaag plaats voor militaire regimes met een politieke dictatuur. Ondermijnend zijn (ook in het Westen) toenemend racisme, religieus fanatisme, fundamentalisme, reactionair nationalisme, fascisme, vreemdelingenhaat, autoritarisme, conservatieve ethiek. De verrechtsing zet zich door, liefdadigheid vervangt solidariteit, seksisme neemt toe. Politici houden de schijn hoog dat zij nog wat te zeggen hebben over de economie. Het neoliberalisme veroorzaakt verpaupering waarvan de slachtoffers een extreemrechtse (nationalistische) proteststem uitbrengen die zich tegen hen zelf keert. Maar:“als het fascisme dertig tot veertig percent van het electoraat voor zich wint, staat een totale oorlog voor de deur.”10
De solidariteit is zoek. Wat betreft het uitwijzingsbeleid: “Men schijnt ervan uit te gaan [cf. Samira Adamou] dat dwangmatige terugkeer kan verzoend worden met humaniteit. (…) Een arrogante beschaving die denkt humaan te kunnen dwingen is op het verkeerde spoor. Met het wezenlijke van de ethiek spotten is satanisch. Het fascisme lonkt achter de deur. (…) 1112
Kruithofs woorden blijken profetisch. Meer dan ooit dansen nu politici naar de pijpen van gangsters. Waar uit oorlogsmisdaden grof geld wordt geslagen, is ethiek een sprookje uit de oude doos en wie nog reppen van de rechten van minderheden worden weggezet als achterlijk.
De 'sterksten' eisen hun rechten op en zij beantwoorden morele verontwaardiging met bruut geweld. Het is niet langer de misdaad die tot verontwaardiging leidt maar de gebrekkigheden, abnormaliteiten en andere noodlottigheden die dan met (te legaliseren) misdaden worden weggewerkt en zo krijgen abortus, euthanasie en vele andere industriële moordpartijen weer de vrije loop.
Er wordt openlijk gespot met 'typetjes' waarmee malafide 'artiesten' succes verzamelen en grof geld; de ironie is niet langer “"l' arme du faible" maar de geveinsde onwetendheid waarachter zich de klap verbergt die men de ander toebrengt door hem of haar publiekelijk uit te stallen of de kleren van het lijf te rukken. Wat zich aldus voordoet, is de inverse van de barmhartigheid die erin bestaat de naaktheid (zwakheid) van de naaste met de eigen mantel te bedekken: "Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed."13
Menselijke tekorten houden verwaande winstzoekers een spiegel voor maar bedriegers dulden de waarheid niet, zij willen hun ijdelheid laten strelen - spiegeltje, spiegeltje aan de wand - en zo triomfeert een gevaarlijke fictie over de feiten. Zij die op de kap van hongerlijders alle rijkdommen van de aarde naar het eigenste persoontje toetrekken, laten zich in de leerboeken van onze kinderen als filantropen afbeelden naast Jezus van Nazareth, pater Damiaan en Mahatma Gandhi. Ze pronken met hun status van miljardair en likken de hielen van de mammon die het respect voor de waarheid onmogelijk maakt.14
In amper elf landen, aldus rapporteert de ILGA,15 genieten homoseksuelen grondwettelijke bescherming, waaronder Zuid-Afrika, Nepal, Mexico, Cuba, Ecuador en Bolivia - landen die men (geheel onterecht) geneigd is als ontwikkelingsgebieden te beschouwen. De neoliberale staten hinken moreel achterop met als toonbeeld de huidige V.S. waar de rechten van homo's en transgenders samen met die van oorlogsvluchtelingen en nog andere 'verliesposten' in ijltempo worden teruggeschroefd en hetzelfde geldt voor Rusland waar eveneens oligarchen aan de touwtjes trekken. In tweeënzestig landen is homoseksualiteit strafbaar, soms met de doodstraf, vaak onder druk van hypocriete theocratische systemen maar ook van extremistische ideologieën (zoals destijds die van de nazi's).
Van achteruitgang ter zake is sprake in vooral Afrika (Oeganda, Congo, Ghana, Kenia, Mali ) en West-Azië (Irak, Indonesië, Bahrain). Verdere criminalisering van homoseksualiteit dreigt ook in Burkina Faso, Niger, Tanzania, Senegal, Egypte, Zambia, Afghanistan en Jemen, waar steniging en kruisiging tot de bestraffingen behoren. Maar vooral zijn er toenemende beperkingen aan de vrijheid van meningsuiting over het onderwerp. Jordanië, Kirgizië en Oeganda verbieden wat zij noemen de “promotie van homoseksualiteit of van niet-traditionele seksuele relaties”, Rusland catalogiseert LHBTI+'ers als extremistisch, Wit-Rusland associeert het thema met pornografie en Zambia bestraft wat het bestempelt als “tegennatuurlijke en onfatsoenlijke activiteiten”. Ook in Libanon, Roemenië, Oezbekistan, Kazachstan en Moldavië gaat het die richting uit.
Inzake berichtgeving over LHBTI+'ers worden de media aan banden gelegd in de genoemde landen alsook in onder meer Mauritanië, Marokko, Nigeria, Algerije, Kameroen, Egypte, Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten. Ook homogerelateerde symboliek (zoals regenboogvlaggen) en opvoedkundige publicaties worden er verboden.
Vooral in Afrika, Azië en Rusland wordt de publieke ruimte gevrijwaard van alles wat met LHBTI+'ers te maken heeft waarbij de vrijheid van vereniging wordt teruggeschroefd. Van bescherming tegen discriminatie op grond van seksuele geaardheid is allang geen sprake meer in de genoemde regio's en zelfs in Portugal en in Spanje stelt men zijn veto tegen wetten die de bescherming van deze minderheden beogen, wat sommigen ook poogden te doen in het V.K. In de aangehaalde landen blijven vaak ook de zogenaamde conversietherapie onbestraft en in Rusland is weer sprake over 'afwijkend gedrag'.16
Het lijkt er op dat daar waar LHBTI+'ers wettelijke bescherming genieten, hun vrijheid alsnog feitelijk belemmerd wordt door toedoen van moeilijk aantoonbare en controleerbare vormen van discriminatie en van pesterijen waardoor zij alsnog naar de marge van de samenleving verdrongen worden. Feitelijk beroepsverbod onder allerlei andere voorwendsels, pesterijen, verbale en fysieke agressie in de publieke ruimte, verstoting uit de familie en uit de groep, de sluiting van ontmoetingsplekken, desinformatie en stigmatisering zijn van de partij en de hardnekkigheid alsook de vindingrijkheid die daarbij aan de dag worden gelegd, blijken de stoutste fantasie te overtreffen maar dat is een thema apart.
(J.B., 21 juli 2025).
1Dit volgens een rapport van de ICYMI van 24 januari 2024:
9Ib., p. 35. Er zijn burgeroorlogen, sociale ellende (“Eén op vier leeft met minder dan 800 frank per maand”), werkloosheid, tbc, ondervoeding, kinderhandel, gedaalde levensverwachting bij mannen (van 69 naar 58 jaar), en dat alles ingevolge het oprukkende neoliberalisme.
14"Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon." (Het Evangelie volgens Mattheüs 6:24).
Het geld dat wordt verspild door feestneuzen komt toe aan mensen die gebrek lijden en vandaar is het plezier dat door het feesten voortgebracht wordt zonder ook maar een zweem van twijfel leedvermaak.
Wie feest vieren, verspillen: zij etaleren dat ze tijd zat hebben alsook energie, geld en nog andere levensmiddelen. Ze etaleren het aan elkaar en zij doen dat deels onbewust maar altijd raak in een sfeer van onderlinge concurrentie. Zij etaleren het vooral aan wie niet van de partij zijn en die geven zij het nakijken, een onderbelichte activiteit waarin zij zich verlustigen. Feesten is in wezen het tonen van een overvloed en wel met de bedoeling om zich door anderen te doen benijden.
Maar feesten is vooral aanmatigend omdat de overvloed zoals al gezegd een feit is door het tekort van anderen maar ook omdat geen mier, laat staan een mens, zijn hebben en houden aan zichzelf dankt. Eén letterlijke misstap volstaat, één gesproken of geschreven woord, desnoods een meteoriet die doorheen de atmosfeer geraakt zonder helemaal op te branden en het feest transformeert zich zonder excuus in pure horror.
Want het leven is een droom en niemand heeft een hand in wat hij droomt, het thema wordt gestuurd door Fortuna die geblinddoekt is precies zoals Justitia en wellicht ook alle andere goden alsook de dood. De blinddoek staat voor de onpartijdigheid, wat betekent dat bidden om gunsten ijdel spel is. Daarom moeten wie feestvieren, zich tot Bacchus wenden, de god van de wijn, die benevelt zodat men een excuus heeft achteraf als men zich verantwoorden moet voor zoveel arrogantie, onrecht en kwaad. Het was de wijn, zo kan men dan zeggen: ik wilde rechtdoor maar de wijn benam mij van het zicht en ik struikelde.
Eén enkele keer in de eeuwigheid had de god van de onderwereld oren naar het excuus voor een gestruikelde wiens lief hemel en aarde bewoog, de maan en de sterren, met het lamento van zijn lier: Orpheus slaagde erin om Hades' gemoed te beroeren en, zij het onder één voorwaarde, zijn Euridicè die, gebeten door een adder voortijdig weggleed uit het leven, terug te laten keren naar de wereld van het licht.
Die voorwaarde was uiteraard van die aard dat zij het onmogelijke voorgoed onmogelijk maakte: zij verbood aan de zanger om uitgerekend dat te doen wat hij niet laten kon want wie omkijken, veranderen terstond in zoutpilaren omdat wat voorbij is, nimmer terug mag keren.
De Phoeniciër Sanchuniathon, die zijn werk, dat dateert van voor de Trojaanse oorlog, opdroeg aan Adibaal, de koning van Beiroet, ons bekend van het Preparatio Evangelica van Eusebius van Caesarea en van Philo van Byblos, spreekt over Eon, de god van de tijd, die werd aanroepen in de Gnosis. In de Arthravaveda en de Upanishad aanriepen de Indiërs Kāla, de Perzen aanriepen Zurvān, de Egyptenaren Ra, telkenmale de god van de tijd die zelf niet veroudert: hij legt een ei en misschien is de zon (Ra) het ei waaruit alles voortkomt. Bij de Grieken is het de titaan Kronos, verbonden met de Orfische mysteriecultus. Des nachts wordt door Kronos uit de ether een ei gemaakt dat openbreekt en Phanes komt tevoorschijn, de hermafrodiete demiurg die de wereld schept.
De tijd is een gevleugelde slang, de Oeroboros of staarteter, bekend bij de Azteken en ook als de Chinese draak met zijn staart in zijn bek. De zichzelf altijd verjongende god Aion is er ook in de Mithrascultus en in de Romeinse mythologie als Aeternitas (Fortuna, Providentia), eveneens afgebeeld als de staartbijter of de feniks die zichzelf verjongt door uit haar eigen as te verrijzen.
Misschien is het feestvieren een oerdans waarin de mens zich overgeeft aan de vernietiging waar hij eerst doorheen moet om herboren te kunnen worden. Misschien gaat men feesten omdat men voelt dat men oud wordt, dat de tijd gekomen is om op te branden, dezelfde tijd die de oorlog inluidt, die daarom werkt als een afrodisiacum dat de roes van het feesten uitlokt en aanwakkert. Aphrodite, voorheen de Phoenicische Astarte, was zowel de godin van liefde en de vruchtbaarheid als die van de oorlog.
(J.B., 19 juli 2025)
17-07-2025
Achter de coulissen - Aflevering 4. Slechte acteurs
Achter de coulissen
Aflevering 4. Slechte acteurs
In december 2021 stelden de Amerikanen vast dat Rusland 70.000 troepen gestationeerd had aan de grens van Oekraïne met Rusland en met Wit-Rusland en in de daaropvolgende maanden zwol die troepenmacht nog aan. Volgens CBS News van 24 februari 2022 ontkende Rusland toen al maanden in alle toonaarden aanvalsplannen te hebben totdat op die dag de Russische invasie in Oekraïne een feit werd.1 Sinds dat bewuste ogenblik weet het kleinste televisiekijkend kind dat de Russische president Poetin een leugenaar is.
Edoch, drie jaar en bijna vijf maanden later (!), meer bepaald op 15 juli 2025, kruipt de Amerikaanse president Donald Trump op een welhaast theatrale manier in de slachtofferrol door via BBC News wereldkundig te maken dat hij erachter gekomen is dat Poetin hem beliegt.2
Door aldus aan de wereld te vertellen dat hij er helemaal geen benul van had dat Poetin een leugenaar is, vertelt Trump ons uiteraard meteen dat ook hij liegt.
Bovendien wordt duidelijk dat we hier aan de beide zijden van het front te maken hebben met bijzonder slechte acteurs aangezien zij geen van beiden in staat blijken om hun leugens als geloofwaardig te laten overkomen. Maar daarvoor doen ze kennelijk zelfs geen enkele moeite: ze zijn er gerust in dat niemand het zal aandurven om hen met hun leugens te confronteren: niemand durft hen tegen te spreken, zelfs de baas van de NAVO niet, die Trump uitgebreid feliciteert en bedankt voor de peer die hij Europa heeft gestoofd.
Als Big Brother zegt dat één opgeteld bij één gelijk is aan drie, wordt dat in koor beaamd en op die manier steekt hij zelfs de pausen naar de kroon die hun wereldse macht weten te handhaven met het afdwingen van geloofsbelijdenissen. Geen geloof, dat weten zij ook wel, maar belijdenissen. Macht manifesteert zich waar men anderen kan laten liegen. Liegen, bedriegen, moorden.
Ja, ga het maar na: de wereldheersers verbergen niet dat ze het volk beliegen en ze weten dat ze dat ook helemaal niet hoeven te doen: iedereen weet hoe het er in de wereld aan toe gaat en door zich van krommenaas te gebaren liegt het volk gewoon mee. In het machtsspel speelt de waarheid geen andere rol dan die van slachtoffer want macht hebben pas zij die zich boven de waarheid weten te verheffen.
De waarheid is nochtans aan allen bekend en verwoordde zich drieënnegentig jaar geleden als de titel van een collage.3 De machthebbers smeden samen onder één hoed: zij bestelen het volk onder de voorwendsels die wij intussen van binnen en vanbuiten kennen.