Europees president Herman Van Rompuy (CD&V) vindt dat ons land de
pensioenleeftijd moet optrekken tot 67, "of men dat nu graag hoort of
niet." "Ons land kan zich niet blijven onttrekken aan de hervormingen
die Europa aanbeveelt", zegt hij in een interview met Het Laatste
Nieuws. "Doe het geleidelijk, maar begin eraan."
Het enthousiasme bij de politieke partijen om de wettelijke
pensioenleeftijd van 65 jaar op te trekken naar 67 jaar - zoals onder
meer Spanje, Nederland en Duitsland doen - is klein tot onbestaande. Het
is één van de weinige items waarover PS en N-VA het eens zijn. Bijna
alle partijen, inclusief de CD&V van premier Leterme, vinden een
hogere wettelijke pensioenleeftijd ofwel "taboe" ofwel "geen
prioriteit". Niet de wettelijke maar de werkelijke pensioenleeftijd moet
eerst omhoog, vinden ze.
Momenteel ligt die werkelijke uitstapleeftijd in België op 59 jaar. Slechts
een enkeling als Frank Vandenbroucke (sp.a) pleit openlijk voor het
optrekken van de pensioenleeftijd. Hij krijgt nu de steun van de
Europese president himself. "Vroeg of laat moet ook België behoren tot
de 'Groep van 67'", zegt Herman Van Rompuy. Hij pleit ervoor om die
verhoging niet langer uit te stellen, maar wil het zeer geleidelijk
aanpakken.
"Je moet dat niet van de ene op de andere dag doen,
maar stapsgewijs, gespreid over 10, 15 of nog meer jaren", aldus Van
Rompuy. Hij verwijst naar Spanje, waar de socialistische premier
Zapatero de stap naar de 67 zette ondanks een (jeugd)werkloosheid die
veel hoger ligt dan in België.
|