Mario Vargas Llosa krijgt Nobelprijs Literatuur
De Zweedse Academie heeft haar jaarlijkse Nobelprijs voor de
literatuur toegekend aan de Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa. De
in 1936 in Peru geboren maatschappelijk geëngageerde auteur wordt
beloond "voor zijn cartografie van de machtsstructuren en zijn
scherpzinnige beelden van het verzet, de opstandigheid en de nederlaag
van het individu".
Meer dan twintig van zijn werken zijn in het Engels vertaald. Ook
behoorlijk wat romans van de Spaanstalige, in Madrid wonende auteur zijn
in het Nederlands vertaald. Daaronder bekende werken als "Het feest van
de bok", "Het ongrijpbare meisje", "Het groene huis" en "De jonge
honden van Miraflores".
In 1990 deed Vargas Llosa een gooi naar
het presidentiële ambt in Lima. Op politiek vlak geldt hij als
rechts-liberaal. Hij moest toen echter de duimen leggen voor Alberto
Fujimori, een exponent van het nog rechtsere neoliberalisme. De
"Europees denkende" Vargas llosa besloot daarop naar Europa te emigreren
en de Spaanse nationaliteit aan te nemen. Dat "Europees denken"
vertaalt zich in felle kritiek op de Latijns-Amerikaanse variant van het
socialisme en de boegbeelden daarvan (Castro, Chavez, Morales, ...).
Hoewel
de auteur een nomadenbestaan leidt -hij woonde al op 40 verschillende
plaatsen- gaan zijn romans op een drietal uitzonderingen na steeds over
zijn Peruviaanse Heimat.
Vargas Llosa is de eerste
Latijns-Amerikaanse schrijver die de Nobelliteratuurprijs wint sedert
1982, toen de Colombiaan Gabriel García Márquez aan het feest was. In
een eerste reactie toonde de Peruviaan zich "zeer ontroerd en
geestdriftig".
|