Latijnse thematische bloemlezing
Latijn lezen aan de hand van het continuum
Ga terug
  • naar lijst met teksten en onderwerpen
  • 28-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Caput 9 : Het schouwspel 9

    9. "AVE, CAESAR, MORITURI TE SALUTANT" (SUETONIUS, CLAUDIUS 21)

    9.1. Het schouwspel dat het publiek werd geboden, was soms zo groots van opzet, dat zelfs het grootste amfitheater er te klein voor was. Zo was dat het geval met de naumachie die keizer Claudius (41-54 n. C.) liet plaatsgrijpen op het meer van Fucinus. Van dit meer, in Centraal-Italië gelegen, had men wel eens last : bij hevige regen trad het vaak buiten zijn oevers en zette het omliggend gebied onder water. Claudius wilde dit probleem oplossen door het meer te laten verbinden door middel van een kanaal met de nabijgelegen rivier Liris. Dertigduizend slavenarbeiders werkten er elf jaar lang aan. Eindelijk was het zover. De ingenieurs wachtten op een bevel van de keizer om de sluizen in de dammen open te zetten. Maar alvorens het meer van Fucinus voor altijd van de kaart te laten wegvloeien liet Claudius er een groots schouwspel op organiseren : 24 met gladiatoren bemande schepen zouden er een bloedig zeegevecht leveren :

    Reconstructie van een Romeinse zeeslag



    9.2. De Nederlandse schrijver Louis Couperus (1863-1923) gebruikte de historische bronnen over dit voorval om er een boeiend verhaal mee samen te stellen :
    We zaten in de rondte, op de toren : Ilius, Tarquinius, Probus, Sandarion en ik. Ik zag uit. Het was een prachtiglijk schouwspel, de twaalf Siciliaanse en daarover de twaalf Rhodesische liburnen te zien, triremen en quadriremen, met drie en vier rijen roeiers. Want het was mooier dan het in de oorlog is, omdat het slechts een spel was. De vaartuigen schenen wel van zilver en brons te zijn, en hun rostra-snebben schenen verguld. Dat schitterde fel in de zon.
    "Pollio", zei mij Sandarion.
    "Wat is er, makker?" vroeg ik hem.
    "Zou er geen enkele kans zijn?" fluisterde hij.
    "Waartoe?"
    "Tot de vlucht ..."
    Ik zag in het rond. Het gehele meer was met vlotten omzet; op die vlotten rezen de oorlogsmachines, torenden katapulten en ballisten, en de praetoriaanse troepen waren op die vlotten opgesteld. Kans tot vluchten scheen er niet te zijn.
    "Ik zie er geen, Sandarion."
    "Dan is het met ons gedaan", zei Sandarion. "Als wij hier niet omkomen door een geslingerd stuk steen, of als onze liburna in brand niet raakt door een brandende vuurpijl, zullen wij moeten strijden man tegen man op de mobiele bruggen, die van toren tot toren geslagen worden ... Zelfs al dood ik mijn tegenstander, heb ik de kans in het meer te tuimelen. Zwemmen kan ik niet met deze rusting aan ... : zelfs al kon ik er mee zwemmen, en de vlotten bereiken, dan ..."
    Sandarion voleindigde niet. Hij was bleek. Hij zag de dood voor zich.
    Hele fanfares schetterden.
    "Kijk! Kijk!" riepen de makkers. "Daar komen de keizer en de keizerin!"
    Inderdaad, zij kwamen. Er was zoveel te zien, dat ik nu eerst zag, op de heuvel, over de sluis, die het meer verbinden zou met het kanaal en voor welk prachtiglijk werk deze Naumachie werd gegeven, de keizerlijke troon : een tribune onder purperen vela, met gouden koorden. De keizer en de keizerin kwamen aan. Duidelijk zagen we de keizer Claudius; hij wankelde vreemd op zijn benen, en zijn paludamentum stond stijf van het goud; we zagen hem grinniken; hij scheen mij oud, dik, en belachelijk toe : hij knikkebolde met het hoofd vermakelijk en wij moesten om hem lachen : het was de eerste keer dat ik hem zag; ook de keizerin zag ik voor het eerst. De keizerin was echter een prachtige vrouw, groot en trots en schitterend gekleed in een chlamys, die schitterde van de gemmen.
    Maar toen gebeurde er iets heel belangwekkends. Er was een muziek van trompetten en bazuinen geweest, vrolijk schetterend en feestelijk en nu, plotseling, zagen wij in het midden van het meer, tussen de Siciliaanse en Rhodesische schepen, een grote zilveren figuur omhoog rijzen, die stelde een triton voor met een schubbenstaart, een lange bazuin in de handen. Door middel van een machine rees het meer dan menselijk grote zilveren beeld uit het water, hief de arm op, stak de bazuin aan de mond en schetterde zijn signaal ....

    Maar nu werd een signaal gegeven, en dat was opdat de schepen het saluut aan de keizer zouden brengen. De riemen bewogen plots, heel gelijkmatig, en de triremen en quadriremen, sierlijk en luchtig, als veelpotige waterbeesten, gleden over het gladde meer, manoeuvreerden en stelden zich in een lange rij. We zagen de keizer knikkebollen en grinniken en wij lachten, omdat hij zo gek deed, maar de keizerin was fier en trots, en helemaal niet om te lachen. Toen klonk een signaal, tegelijk van alle schepen, en Aquilius commandeerde, opdat wij groeten zouden.En wij rezen in militaire houding. Op alle schepen rezen de strijders, en wij hieven ons zwaard en ons heel groot schild en sloegen schild en zwaard tegen elkaar, en toen riepen wij allen, zo luid als we roepen konden, de groet aan de keizer uit : "Ave, Imperator! Morituri te salutant!"
    Werktuiglijk keek ik naar Sandarion : hij riep als wij allen, maar terwijl wij eigenlijk - tenminste ik - niet veel bij de roep gedacht hadden, zag ik dat Sandarions hele ziel geweest was in zijn roep, en hij zeker was dat hij zou sterven. Ik had hem wel iets willen zeggen tot troost, maar het was er geen ogenblik voor : er werd gecommandeerd, ik weet niet wat, ik verstond het niet, omdat het mij met verbazing trof, dat de keizer, wuivende met de hand, antwoordde op de roep van ons gladiatoren, en minzaam, luid uitriep :
    "Avete! Avete, vos!"
    Het was plotseling of er een oproer uitbrak. Op alle schepen ging een stormend gejuich omhoog, en ik begreep niet waarom, maar Tarquinius en Probus, die van Rome waren en het wisten, juichten mede en schreeuwden en jubelden, of zij dronken, of zij krankzinnig geslagen waren. En toen Ilius zag dat wij, jongens uit de provincie, het niet begrepen, zei Ilius, die, hoewel niet van Rome, toch slimmer scheen te zijn dan wij :
    "Ze juichen omdat de keizer gegroet heeft, want dat betekent dat hij ons genade schenkt, en dat we niet behoeven te vechten!"
    "Ja, ja!" riepen Probus en Tarquinius. "De keizer heeft ons teruggegroet! Hij schenkt ons genade! We vechten niet!"
    "We vechten niet! We vechten niet!" klonk het van alle schepen. "Heil de keizer, heil de verhevene, goddelijke Claudius : hij heeft ons 'avete' geroepen; hij schenkt ons genade! We vechten niet!"
    (Uit : Schimmen van Schoonheid, 1912)

    9.3. Om de historische gegevens over de Naumachie op het meer van Fucinus te vinden zijn we aangewezen op twee bronnen : P. Cornelius Tacitus (ca. 55-120 n. C.) en C. Suetonius Tranquillus (ca. 69-ca. 140 n. C.). Vooreerst de tekst van Tacitus :
    Sub idem tempus inter lacum Fucinum amnemque Lirim perrupto monte, quo magnificentia operis a pluribus viseretur, lacu in ipso navale proelium adornatur, ut quondam Augustus structo trans Tiberim stagno, sed levibus navigiis et minore copia ediderat. Claudius triremes quadriremesque et undeviginti hominum milia armavit, cincto ratibus ambitu, ne vaga effugia forent, ac tamen spatium amplexus ad vim remigii, gubernantium artes, impetus navium et proelio solita. In ratibus praetoriarum cohortium manipuli turmaeque adstiterant, antepositis propugnaculis ex quis catapultae ballistaeque tenderentur. Reliqua lacus classiarii tectis navibus obinebant. Ripas et colles montiumque edita in modum theatri multitudo innumera complevit, proximis e municipiis et alii urbe ex ipsa, visendi cupidine aut officio in principem. Ipse insigni paludamento neque procul Agrippina chlamyde aurata praesedere. Pugnatum quamquam inter sontes fortium virorum animo, ac post multum vulnerum occidioni exempti sunt.
    (Annales XII 56)

    Voetnoten
    2. navale proelium : een Naumachie / stagnum, i : vijver
    4. cingere, cinxi, cinctum : omgeven, omringen / ratis, is : vlot / ambitus, us : (hier) de omtrek van het meer / remigium, i : het roeien
    5. gubernare : sturen / manipulus, i : legerafdeling (= 200 man) / turma, ae : eskadron van de ruiterij (= 30 ruiters)
    6. propugnaculum, i : borstwering / quis = quibus
    9. chlamys, ydis : Griekse mantel / sons, ntis : schuldig, (subst.) misdadiger

    Suetonius van zijn kant heeft belangstelling voor andere details :

    Quin et emissurus Fucinum lacum naumachiam ante commisit. Sed cum proclamantibus naumachiariis : "Ave imperator, morituri te salutant!" respondisset : "Aut non!" neque post hanc vocem quasi venia data quisquam dimicare vellet, diu cunctatus an omnes igni ferroque absumeret, tandem e sede sua prosiluit ac per ambitum lacus non sine foeda vacillatione discurrens partim minando partim adhortando ad pugnam compulit. Hoc spectaculo classis Sicula et Rhodia concurrerunt, duodenarum triremium singulae, exciente bucina Tritone argenteo, qui e medio lacu per machinam emerserat.

    (Claudius, 21)

    Voetnoten
    1. Quin et : Ja zelfs / emittere, misi, missum : laten wegvloeien / committere : inrichten, organiseren
    3. absumere : vernietigen
    4. vacillatio, onis : het waggelen
    5. excire : (hier) de actie aankondigen / bucina, ae : hoorn(signaal) / Triton, onis : zeegod, zoon van Neptunus
    6. emergere, mersi, mersum : uit het water opduiken



    28-08-2008, 00:00 geschreven door Willy
    Reacties (1)
    Foto
    Mijn favorieten
  • Alles voor leraar en student klassieke talen

  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!