verduidelijking
Hieronder volgt een verduidelijking van de sneeuwregel, gecommuniceerd door de heer Hans Van Gossum, beleidsmedewerker Exoten en Wildbeheer bij het ANB:
BVR 2003-2008 :
Art.16. Het is verboden:
1° met uitzondering van de jacht op reewild bij sneeuw te jagen welke ook de hoeveelheid sneeuw is die de grond bedekt op de locatie waar wordt gejaagd.
Dit geldt: alleen wanneer de grond ononderbroken met sneeuw bedekt is. Opgehoopte sneeuw in grachten, holle wegen of pleksgewijze sneeuw... geeft geen aanleiding tot opschorting van de jacht.
Dit standpunt wordt bevestigd door het hoofdbestuur.
Het is gebaseerd op een uitspraak van de Corr. Rechtb. Leuven 11 maart 1924.
Natuurlijk is 'ononderbroken' voor interpretatie vatbaar en moet iedere situatie apart beoordeeld worden (omgeploegd veld met hier en daar een niet besneeuwde kluit, een straat waar gestrooid werd met aan weerszijden besneeuwde velden...).
Ik stel voor als norm voor 'ononderbroken' te hanteren: iedere situatie waarbij een spoor, zelfs al worden er niet besneeuwde zones doorkruist, kan gevolgd worden.
Mochten buitenstaanders de passage 'welke ook de hoeveelheid is die de grond bedekt' aanhalen om toch te eisen dat er niet gejaagd mag worden, kan verduidelijkt worden dat de reden van het verbod moet gezocht worden in het al te gemakkelijk opsporen van wild in een ononderbroken sneeuwlaag, een situatie die zich niet (minder) stelt bij pleksgewijze sneeuw.