Dit zijn enkele toestellen om het klaargemaakte eten warm te houden tot ze op de sectie waren geleverd. Een toestel per sectie. Er waren zes dergelijke toestellen.
Later werden er éénpersoonskamerstjes gemaakt. Rechts zien we de wastafels voor de gedetineerden. Links van de zaal waren dezelfde kamertjes en wastafels aangebracht. Het waren zeer grote zalen, zie de lengte van de gang.
Wanneer men in een sectie kwam gebeurde alles in groep. Vooraan deze foto zien we de eetzaal, achteraan werd handwerk verricht. Alles was onder toezicht van een bewaakster en een zuster.
Wanneer men werd binnengebracht, werden ze opgesloten in een cel tot ze voor de raadkamer waren verschenen. Bij bevestiging van hun aanhouding mochten ze naar de gemeenschappelijke afdeling, sectie genaamd.
De refuge was vanaf 1918 een echt toevluchtsoord die men "Rijksweldadigheidsgesticht" noemde. In die tijd was het vooral bevolkt met bedelaars, landlopers, vrouwelijk mentaal gestoorden en vele andere minder bedeelden en verstotenen uit de maatschappij. Al die mensen waren toevertrouwd aan de zusters Sint-Vicentius a Paulo van Anzegem, die hen in de vele moeilijke momenten bijstonden.
Het gebouw met zijn hoge muren in de Zandstraat, richting expresweg. Men kan zich de vraag stellen : Wie bevolkt dit enorme gebouw ? Wat gebeurd daar eigenlijk ? Hoe brengt men daar de dagen door ?