Op 18 augustus 1304 kwam het tot een verwoede en verwarde slag nabij Pevelenberg, dit is een heuvel ten noorden van de stad Dowaai. Koning Filips de Schone voerde zelf zijn 3.000 gepantserde rjuiters en 8.000 man voetvolk aan. Er ontstond een vreselijk gevecht, doch het bezorgde geen van beide partijen de overwinning. Het is tijdens deze bange ogenblikken van de slag om de Pevelenberg dat Filips van Tiedi en zijn Brugse strijdmakkers plechtig beloofden ieder jaar op 15 augustus ten eeuwigen dage aan O.L. Vrouw-van-de-Potterie een kaars van 36 pond te zullen offeren indien zij behouden naar huis zouden mogen terugkeren. Toen graaf Robrecht van Béthune terugkeerde uit gevangenschap in Frankrijk in 1306, trof hij de nodige maatregelen om de gelofte waar te maken. Een dokument uit 1418 vermeldt dat de deken en aanvoerders van het O.L. Vrouwgilde tot in de eeuwigheid elk jaar op 15 augustus een kaars van tenminste 36 pond zouden offeren. Dus zo geschiedde, ieder jaar op 15 augustus, O.L. Vrouw Hemelvaart, gaat de "Blindekens Processie" uit.
Bron : Brochure "Brugse belofte", kaft uitgevoerd door steendrukkerij Harby uit de Goezeputstraat.
20-03-2007 om 15:13
geschreven door J.P.M.
|