Het denkvermogen !!!
Wanneer het ego actief is op het mentale vlak, is het alsof iemand een film van gedachtebeelden gadeslaat die voor zijn geestesoog wordt afgedraaid. Deze mentale activiteit begint zodra het ego in het lichaam terugkeert na zijn afwezigheid tijdens de slaap en gaat door tot het ego het lichaam ’s avonds verlaat.
Veel mensen maken geen enkel onderscheid tussen de gedachtenbeelden en het ego dat ze waarneemt. De toeschouwer is zo geïnteresseerd in de beelden die hij ziet dat hij zich ermee vereenzelvigt. Als we zo in die beelden opgaan dat we er niet in slagen ze van onszelf te onderscheiden, worden we de slaaf van de gedachtenstroom. Onze gedachten vliegen her en der, de ene geeft aanleiding tot de volgende en we worden voortgesleept naar waar deze gedachten ons brengen. We zijn ons op dat moment echter niet bewust van deze slavernij, want we hebben ons ten onrechte vereenzelvigd met onze gedachten.
![Image Hosted by ImageShack.us](http://img138.imageshack.us/img138/81/thinking2fq1.jpg)
De gedachtestroom kan echter hardnekkig zijn en terugkeren naar het eerste onderwerp. Hij lijkt in groeven te lopen en een eigen wil te hebben die vaak tegen onze wil ingaat, maar we weten dat, als we genoeg wilskracht gebruiken, we de halsstarrigheid van het denken kunnen overwinnen en het aan onze wil laten gehoorzamen.
Hierdoor worden twee belangrijke feiten duidelijk: ten eerste zijn we niet identiek aan onze gedachtestroom, maar ervan gescheiden en verschillend. Door deze scheiding zijn we in staat het denken van een onderwerp dat we ongewenst achten af te wenden en op iets opbouwends te richten. Ten tweede, het feit dat we het denken soms kunnen beheersen toont aan dat we niet de slaaf van het denken hoeven te zijn, maar deze beheersing door oefening en volharding kunnen vergroten tot we volkomen meester erover zijn.
![Image Hosted by ImageShack.us](http://img105.imageshack.us/img105/6121/thinkingjp5.jpg)
De relatie tussen de mens en zijn denken lijkt op die tussen een ruiter en zijn paard. Het paard heeft eigen verlangens en een eigen wil en als men het toestaat zijn eigen neigingen te volgen, zal het doelloos van de ene naar de andere plek zwerven en misschien zijn berijder in moeilijkheden brengen. Maar een ruiter met kennis van zaken zal het paard onder controle houden en het voor een nuttig doel gebruiken, wat tenslotte zowel paard als ruiter ten goede zal komen. Het paard is een goede dienaar, maar een slechte meester.
Het denkvermogen is, evenals het paard, een slechte meester, maar het kan een geweldige dienaar zijn als het onder controle wordt gebracht en op de juiste manier geoefend. Het denkvermogen is dus een instrument dat door het ego wordt gebruikt, en het brein is het instrument van het denkvermogen. In oude hindoegeschriften wordt het denkvermogen aangeduid als ‘het denkorgaan’.
Wanneer het ego zijn aandacht concentreert in het hogere denkvermogen, is het zich bewust van zijn één-zijn met al het leven. Het denkt en voelt zich dan in harmonie met zijn medemensen. Het streeft ernaar uiting te geven aan altruïstische en meedogende gedachten en daden. Het herkent de betere kant in de ander en door zijn vertrouwen en overtuiging helpt het deze betere kant te versterken.
Het lagere denkvermogen is een voortbrengsel van het functioneren van de bewustzijnsstraal via de constitutie van de mens en is zo nauw verbonden met het brein en de lichamelijke verlangens dat het zich ermee vereenzelvigt. Het ontvangt impulsen uit de organen in het lichaam die om bevrediging van hun uiteenlopende behoeften vragen. Het houdt zich bezig met persoonlijk gemak en genoegen en met de kleine problemen van het dagelijks leven. Het ziet dat zijn eigen voertuig verschillend en gescheiden is van andere voertuigen en meent daarom dat zijn belangen botsen met die van anderen.
Tussen het hogere en het lagere denkvermogen bestaat geen duidelijke scheidslijn; het ene gaat onmerkbaar in het andere over. Het ego kan zijn aandacht slechts op één deel van het denkvermogen tegelijk concentreren en op dat moment is alleen dat deel van het denkvermogen actief.
Door het hogere denkvermogen voortdurend voor altruïstische, opbouwende gedachten en een verheven idealisme te gebruiken, wordt de geestelijke kant van onze natuur sterker. Wanneer we na vele incarnaties ons bewustzijn naar dit deel van onze constitutie hebben overgebracht, zullen we volledig bewust door de deur van de dood overgaan naar een geestelijke bestaanstoestand.
Bron : http://www.ezinenieuwemaan.nl Met Dank aan Willie Nieuwemaan
|