Kate, ten; ten Cate, ten Kaate, Kaat, ten Katen: Kat 'kade, aarden wal'; kleine boerenwoning, hut huisje'. - Lit.: C.L. TEN CATE, De familienaam ten Cate in verband met Kate,Kote, Kotte e.d. als oeroude benamingen voor een huis.
Het Blauwe boekje (Patriciaat) Sinds 1910 door de Heer D.G. van Epen.
Hierin wordt vastgelegd de genealogieën van patricische, niet-adelijke families. Deze families o.a. familie Ten Cate speelden in de Noordelijke Nederlanden een belangrijker rol dan de adel die vooral uit edelen uit de provincie bestond. Een eis is dat de familie tenminste de laatste 150 jaar onafgebroken een vooraanstaande rol heeft gespeeld in de Nederlandse samenleving.
Bron: ged. Wikipedie Voor namen zie, Wikipedia Patriciaat
De havezate Bellinckhof in Almelo is omstreeks 1800 afgebroken. De Woeste was een huis bij Weerselo dat in 1760 de naam Bellinckhof kreeg nadat het recht van havezate hier na toe was verlegd. De tegenwoordige Bellinckhof in Almelo is een fabrikantenvilla die door de familie ten Cate in 1920 werd gebouwd. Bron: J.F. Holtman De Villa Bellinckhof, ontwerp van Karel Muller en J.W. Hanrath 1920 in opdracht van textielfabrikant Johannes ten Cate.
Thomas Ainsworth opende in de begin jaren van 1830 scholen om een techniek van weven te leren. Dit was een goed succes. Binnen enkele jaren hadden de weefscholen hun taak volbracht. Na zijn werk aan de Goorse school liet Thomas Ainsworth in 1836 op een kale heide precies op het kruispunt van de Regge pakhuizen voor de Handels-Maatschappij neerzetten. Met steun van de Maatschappij bouwde hij daar vervolgens een vlasspinnerij, een garensterkerij en een weverij. Nijverdal werd de naam.
In 1851 hebben de gebroeders Godfried en Hein Salomonson de hand gelegd op de fabriekspanden van de inmiddels overleden Ainsworth.
Door Koning Willem III werd het zo op prijs gesteld dat hij Godfried Salomonson toestond het predikaat "Koninklijke" voor zijn weverij te gebruiken, nog goed voordat de weverij goed en wel in bedrijf was.
Nijverdal: het centrum van deze fabrieksnederzetting wordt gedomineerd door het grote fabriekscomplex van de textielfabriek van de firma Ten Cate, die nog steeds in bedrijf is. Aan de oostzijde van het complex, aan het Hoge Dijkje staat het belangrijkste industriële bouwwerk van de fabriek: de voormalige turbinehal uit 1911. De imponerende machinehal is gebouwd in een op Duitse invloeden georiënteerde Art-nouveaustijl. Centraal in de voorgevel is een groot tegeltableau aangebracht waarin een uurwerk is aangebracht. De machines in de turbinehal (nu verdwenen) zorgden voor de aandrijving van de weverijmachines. Sinds de jaren zestig wordt het pand gebruikt als repetitieruimte voor de muziekvereniging KSW (koninklijke Stoom Weverij). Eind 2003 werd het gebouw gesloten omdat delen van het dak naar beneden kwamen. In samenwerking met Koninklijke ten Cate, de Woningstichting en de gemeente Hellendoorn is nu een restauratieplan voor de turbinehal opgesteld. De kosten zullen ca. 25.000 bedragen. Het restauratieplan wordt opgesteld door Van den Berg Adviseurs/ BOEI (nationale Maatschappij tot behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed). Het is nog niet duidelijk welke functie de Turbinehal zal krijgen in de toekomst. Een mogelijke verplaatsing van de textielfabriek speelt een grote rol in de besluitvorming. Een mogelijke nieuwe functie zou kunnen zijn de vestiging van een bezoekerscentrum voor de firma ten Cate, met daarin geïntegreerd een museum gewijd aan de lokale textielgeschiedenis
In Nijverdal legde Thomas Ainsworth in 1836 de basis voor de Koninklijke Stoom Weverij (KSW). In 1957 hebben de twee voormalig concurrenten de bestaande samenwerking omgezet in een fusie. De NV Textielfabrieken ten Cate / KSW was geboren. Na een naamswijziging in 1982 naar Koninkijke Nijverdal Ten Cate, en in 1995 naar Koninklijke Ten Cate nv, werd in 2006 de laatste stap gezet naar het huidige TenCate. Belangrijke data 1691 Verzoek aan de Staten van Overijssel mede uit naam van de familie Ten Cate 1704 Eerste officiële document firma H. ten Cate Hzn. & Co 1836 Thomas Ainsworth zet weverij op in Nijverdal 1851 De gebroeders Salomonson nemen de boedel van Ainsworth over, na zijn overlijden in 1849 1852 Godfried Salomonson mag het predikaat Koninklijk gaan voeren 1957 Fusie tussen KSW en H. ten Cate Hzn. & Co 1982 Naamswijziging naar Koninklijke Nijverdal Ten Cate nv 1991 Omzet voor het eerst boven 1 miljard gulden 1993 Notering aan de beurs 1995 Naamswijziging naar Koninklijke Ten Cate nv 2006 Brandingproject: nieuwe huisstijl en nieuwe commerciële divisiestructuur.
Lambertus ten Cate,luit. ter zee 2e kl., de jongste zoon van Isaac ten Cate en Maria Malefijt, is omgekomen bij de ramp met het fregat 'Alphen' in de haven van Curaçao op 15 september 1778.
Japon en schilderij zijn via twee kleindochters van Geertrui- Springer - ten Cate en Cornelis Springer in 1944 in de collectie van het Amsterdam Museum terechtgekomen.
Geertrui Springer - ten Cate 1819-1902 Echtgenoot van de schilder Cornelis Springer.
. Paleis Het Loo bezit een hoogwaardige verzameling tekeningen. In de expositie Uitgelicht' worden circa 60 topstukken bijeengebracht, variërend van portretten en landschappen tot historische voorstellingen. Het groen lederen Album van koningin Sophie bevat 45 tekeningen en aquarellen die zij, naar de mode van de Romantiek, verzamelde als herinnering aan huizen en plaatsen waar zij had gewoond of was geweest. De waterverftekeningen, door onder meer H.F.C. ten Kate en B.J. van Hove, hebben hun heldere kleuren behouden doordat zij altijd in het album zijn bewaard.
Penseel prinsessen Kunstenaressen rond het hof in de 19e eeuw. Zo zijn ondermeer de schilderskist en miniaturen van Koningin Wilhelmina van Pruisen te zien en diverse portretten die Thérèse Schwartze van de koninginnen Emma, Wilhelmina en prinses Juliana maakte.
Inhuldiging Wilhelmina ca 1898 Olieverf op doek, 202x136 cm Therese Schwartze.
Paleis Het Loo Nationaal Museum Apeldoorn Bruikleen Collectie Stichting Historisch Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau
Negende generatie IX-2 MATTHIAS PIETERSZ. WEIMAR TEN CATE 30 JULI 1849 is Matthias ten Cate vergund de naam "Weimar"nevens den zijne aan te nemen, te dien effecte, dat hij zich voortaan zal kunnen en mogen noemen en tekenen "Weimar ten Cate"; makelaar te Amsterdam; geboren Amsterdam 1 februari 1821; overleden Arnhem 25 juni 1864; gehuwd Amsterdam 14 juni 1849 met PETRONELLA SOPHIA BECKERINGH; dochter van Willem Beckeringh en Henrietta Johanna Veldmaat;
Isaac Isaacz. ten Cate geboren 26 oktober 1745; overleden Auteuil (bij Parijs, Frankrijk) 11 november 1812; gehuwd Amsterdam 16 november 1777 met Martha May; dochter van John May en Martha Naudin; geboren Amsterdam 16 februari 1754; overleden Haarlem 25 juni 1821; w.v. 7 kinderen.
De Aymler familie leefde tussen Engeland en Ierland en had een geschiedenis van meerdere generaties ambtenaren van de Koninklijke Marine.
Jan Isaacszn ten Cate, geboren in Haarlem 17 september 1750, overleden Carn Hill (Ierland, nabij Belfast) 1823. Hij trouwde op Gretna Green (Schotland) Ann Aylmer, kind van de 3e baron Henry Aylmer en Ann Pearce. Henry 3e baron (vader) is begraven op de begraafplaats RN in Kent. Anne werd geboren Dorchester (Engeland), 30 september 1746, overleden Rotterdam 12 maart 1820. Jan Isaac ten Cate was een linnenkoopman, hij werd later haar muziek leraar. Ze trouwde met hem tegen de wil van haar familie en werd onterfd. Hun kinderen: 1. Jan ten Cate, die leefde in Schotland. 2. Maria Aylmer ten Cate, geboren Dorchester 26 maart 1777, december Delft (Ned.) 17 oktober 1798. Gehuwd Delft 09 september 1793 Jacob van der Lelij - hij was geridderd in 1815 (1769-1825) 3. Carolina De Nijs ten Cate, geboren 1778, gehuwd Amsterdam 1797 Stephanus Mori, soldaat in het Franse leger (ze bezetten op het moment dat Nederland - Napoleon, enz.) 4. Francois ten Cate - al het andere onbekend.
Jan Isaacsz ten Cate was een broer van Isaac Isaacsz ten Cate, een rijke koopman in Haarlem, die trouwde met Martha May, een dame met Engels voorouders.
Zowel Jan en Isaac zijn leden van de zogenaamde Almelo-tak vande ten Cate-familie.
Donadea Castle The first Manor house was built by the Normans in the 12th Century and many castles were built on the site throughout the Middle Ages. De eerste Manor huis werd gebouwd door de Noormannen in de 12e eeuw en de vele kastelen werden gebouwd op de plaats in de middeleeuwen. In 1558 the famous Aylmer family acquired the property, and built a new tower in 1581. In 1558 de beroemde Aylmer familie verwierf het pand, en bouwde een nieuwe toren in 1581. Completed in 1624 the Tower is the oldest part of the existing Castle. Voltooid in 1624 de toren is het oudste deel van het bestaande kasteel. Gerald Aylmer was titled by the Crown and became the first Baronet of Donadea. Gerald Aylmer kreeg de titel door de Kroon en werd de eerste Baronet van Donadea. The Aylmers were connected with the various conflicts and rebellions over the next two centuries. De Aylmers waren verbonden met de verschillende conflicten en opstanden in de komende twee eeuwen. In 1626, Gerald Aylmer had repaired the medieval Church in Donadea and built a new extension in which he established his family burial plot. In 1626, had Gerald Aylmer hersteld van de middeleeuwse kerk in Donadea en bouwde een nieuwe uitbreiding, waarin vestigde hij zijn familie begraafplaats.
Geensign. Familieportret fam. Ten Cate Hoedemaker. Rond kleine ronde tafel zitten de beide ouders met 4 van hun 9 kinderen en een grote gele hond. Op de achtergrond de schilder Floh in de deuropening. Vader: Hendrik ten Cate Hoedemaker, geboren 04-10-1787.
. Geertruida Gorter-ten Cate Hoedemaker Echtgenoot van B. Gorter Geboren Enschede 1828-01-01 Overl. Almelo 1907-05-03 Werkzame periode 1843-1907 Schilder, tekenaar, aquarellist. Bloemen en stillevens Bekend om haar stillevens en bloemen.
Johan Mari Henri ten Kate geboren, Den Haag 1831-1910 overleden te Driebergen.
Leerling van de Haagse Academie en van zijn broer H.F.C. ten Kate. Werd in 1821 lid van de Koninklijke Academie van Amsterdam. Schilderde veelal exterieurs met kinderen en dieren en jachttaferelen.Heeft een aantal voorstellingen van Volendam en Marken geschilderd waar hij een tijd heeft gewoond. Was tevens een uitstekend aquarellist.
Enkele werken van zijn hand zijn: Duiven voeren Koek-en-zopie in Marken Skaters - Marken The snowball fight Childeren at play in a wooded glade Volgeltjes kijken "Hofje met figuren" Kalfjes voeren Lente Winter fun
Siebe Johannes ten Cate - Sneker impressionist in Parijs
In Sneek is Siebe Johannes ten Cate, zoon van een Sneker burgemeester, vrijwel vergeten. Toch hebben prestigieuze Franse musea als het Musée du Louvre en het Musée Carnavalet werken van zijn hand in de collectie. Het werk van Ten Cate wordt gezocht door verzamelaars en is geliefd bij veilingen. Het is daarom hoog tijd om Siebe Johannes ten Cate ook in zijn geboortestad de aandacht te geven die hij verdient.
Jan Jacob Lodewijk ten Kate geboren in Den Haag, op 23 december 1819, overleden 26 december 1889 te Amsterdam. Hij was een Nederlands dichter en dominee. Stond vanaf 1860 op de kansel in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Ten Kate groeide samen met zijn broers Mari en Herman, die bekende schilders zouden worden, op in Den Haag.
Op 7 mei 1845 trouwde hij met Johanna Sophia Waldorp, een dochter van schilder Antonie Waldorp. Hij studeerde van 1838 tot 1843 theologie aan de Universiteit Utrecht.
Hij werkte als predikant achtereenvolgens in Marken, Almkerk, Middelburg en Amsterdam.
Spotrijmpje van Frederik van Eden
Zing op! Ten Kate (Gij kunt het toch niet laten) Laaf onze ziel aan Harmonie Al wat gij zingt is Poezie!
De op 27 februari 1858 geboren zoon Siebe Johannes maakte in Parijs carrière als schilder van landschappen en stadsgezichten in impressionistische stijl. De inspiratie voor zijn werk deed hij onder andere op tijdens reizen door Noord-Amerika, Noorwegen, Zweden, Engeland, Spanje, Algerije en Egypte. Tijdens zijn leven oogstte hij veel succes en er werden verschillende tentoonstellingen van zijn werk gehouden.
Dat hij niet tot de vergeten kunstenaars behoort, blijkt wel daaruit dat het Musée Carnavalet te Parijs van 11 januari tot 25 april 1984 een expositie hield van door hem vervaardigde pastels, die ook afgebeeld en beschreven werden in een fraaie catalogus. Het Fries Scheepvaart Museum te Sneek bezit enige werkstukken van de kunstenaar die op 9 december 1908 te Parijs overleed.
Enkele werken van zijn hand zijn: Notre-Dame de Paris 1903 L'Hiver 1906 Le pont du Carrousel
Geboren in Sneek op 27-02-1858 Overleden te Parijs 09-12-1908
Jan Jacob Lodewijk ten Kate was leerling van P.C. Greive, H.F.C. ten Kate en daarna van de Academie voor Beeldende Kunsten te München. Hij woonde en werkte in Den Haag van 1873-1875, Amsterdam 1875, München tot 1890, reis naar Zwitserland 1880, Epe tot 1900, Valkenburg tot 1901, Antwerpen tot 1903, Brussel tot 1906, daarna in Den Haag, Parijs, Nice en Bloemendaal. Uitstekend schilder van landschappen en zeegezichten, maar ook genrestukken en portretten. Tentoonstellingen in Amsterdam, De Haag, Groningen, Antwerpen, Brussel, Parijs.
Hij is geboren op 6 december 1850 in Middelburg Overleden op 28 mei 1929 te Loosduinen
. Paul J.C. Gabriël (1828-1903) . Paul Gabriël werd geboren in Amsterdam. Zijn vader was beeldhouwer en overleed toen hij 5 jaar oud was. De jonge Paul hielp zijn moeder met het schilderen van portretten, om de kost te verdienen voor het grote gezin. Vanaf 1840 volgde Gabriël de avondklas aan de Amsterdamse academie en werkte hij korte periodes bij verschillende leermeesters, zoals de landschapschilder B.C. Koekkoek. Van 1853 tot 1856 verbleef hij in het dorpje Oosterbeek, bij Arnhem. Met bevriende kunstenaars als Anton Mauve en Gerard Bilders werkte hij daar naar de natuur. Na een korte verblijf in Amsterdam woonde hij van 1860 tot 1884 in Brussel en daarna tot aan zijn dood in Scheveningen.
De moeder van mijn overgrootvader Jean Pierre, was Maria Catharina Celestina Gabriël dochter van Paulus Josephus Gabriël en zuster van bovengenoemde schilder.
Oom Constan Dus ook voor vrienden Gabriel. Maar hij is wel Oom Constan voor zijn favoriete neef Henri, de zoon van zijn zuster Célestine, die in de familie van de schilder H.G. ten Cate (1803 - 1856) is ingetrouwd. De kinderloze Gabriel en zijn vrouw richtten hun affectie op hun oudste neefje Henri Gérard. In een brief uit 1895 betreurt Constan Gabriel dat zijn inmiddels zeer bejaarde zuster niet zo'n gelukkig huwelijk heeft gehad met de handelsreiziger, zijn zwager. En hij steekt aan het eind van de brief weer eens een van zijn boutades af over het bestaan van de kunstschilder. Dat deed hij ook in zijn brief aan Geesje "Wat zou het schilderen een mooi iets kunnen zijn, indien veele dingen anders waren ... ik heb er twee nachten op geslapen maar het wil er nog niet in, die turfschuit wil niet aan de kant en ik weet niet hoe die aquarelle nog teregt komt." En even verder: "Wat mij aangaat ben gezond, maar ik heb het spleen. Weet gij wat dat is? Dat is zoo iets, dat men wel in den grond zou willen kruipen." De brief van zes kantjes van Gabriel aan zijn neef Henri eindigt in de marge met hartelijke "groeten indien ik te A. kom zoek ik U op. Oom Constan." Constan, geschreven zonder een t. Dat is in lijn met de fonetische schrijftrant van Gabriel. Maar je ziet het ook in de voornaamverkorting Stan, die eveneens bij de grondvorm Constantinus hoort. Dit lijkt de enige brief, ondertekend met zijn roepnaam, want het blijkt dezelfde brief te zijn die via een veiling en een royale kunsthandel bij het Rijksprentenkabinet is terecht gekomen. Waarna R.J.A. te Rijdt er ook uit concludeert in het Bulletin van het Rijksmuseum van 2007 dat Paul eigenlijk Constan moet zijn. Te Rijdt is de eerste die dit wereldkundig maakt. Over het ontbreken van een trema op de achternaam zegt hij ten onrechte niets. Bron: Leestafel mesdag van calcar
Powerpointpresentatie van schilderijen Cornelis Springer/ Gabriëls. Met dank aan M.J. van Rooy - Schuurmans. Click op het rechtervakje voor het uitschakelen van de blogmuziek.
Geertruida ten Cate (1819-1902), echtgenote van Cornelis Springer.
vorm te geven aan zijn favoriete onderwerp: stadgezichten. Cornelis Springer:
Cornelis Springer is geboren in Amsterdam in 1817, Springer kwam uit een familie van aannemers.Zijn broer Heindrik was een professionele architect en introduceerde bij Cornelis de beginselen van het perspectief en de architectonische vormgeving die zijn om Hij studeerde aan de Amsterdamse Academie voor Schone Kunsten onder Jacobus van der Stok (1795-1874) en Herman Frederik Carel Ten Kate (1822-1891). Springer was een zeer productief schilder, exposeert regelmatig in Amsterdam en Den Haag tussen 1834 en 1890.Als lid van Vereniging van Felix Meritis Amsterdam, kreeg hij een gouden medaille in 1847 en in 1865 werd hij ridder in de Belgische Orde leerlingen waren Ardianus Eversen, Johan Rust en Johan Conrad Greive. Het werk van Cornelis Springer is vertegenwoordigd in vele musea waaronder het Gemeentemuseum, Arnhem, het Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam en het Rijksmuseum, Amsterdam.
Cornelis Springer is op 7 mei 1846 gehuwd met Geertruida Gerritsdr. ten Cate, vh Sipgen.( 4e generatie.)
H.G. ten Cate 1838, a wooded river bank in the winter
A wooded riverbank in the winter 1838
Hendrik Gerrit ten Cate.
Geboren op 22 februari 1803 te Amsterdam Overleden op 6 maart 1856 te Amsterdam.
Leerling van P.G. Westenberg. Schilderde portretten-landschappen- vruchten en bloemstillevens, later bij voorkeur stadsgezichten meestal bij maanlicht. Woonde en werkte in Amsterdam. Gaf les o.m. aan Cornelis Springer
Tentoonstellingen: Haarlem 1825-Amsterdam en Den Haag van 1828-1847.
Werken in: Museum Kröller Möller, Otterlo Boymans van Beuningen, Rotterdam Rijksmuseum, Amsterdam Rijksprentenkabinet, Leiden en Amsterdam Frans Halsmuseum en Teyler Museum, Haarlem Haags Gemeente museum.
Geb. Den Haag op 16 februari 1822, kunstschilder en lithograaf, overl. Den Haag (of Scheveningen?) op 26 maart 1891. Hij was hofschilder en adviseur van Koning Willem III. Zijn leermeester was Cornelis Kruseman. Hij was ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw; - officier in de orde van de Eikenkroon van Luxemburg; - ridder in de orde van Leopold van België.
Zijn specialisme was genreschilder, waarbij hij vaak soldaten liet optreden. Ook schilderde hij voorstellingen uit de Tachtigjarige oorlog en andere onderwerpen uit de vaderlandse geschiedenis.
In 1872 verscheen een postzegelmissie naar zijn ontwerp met de beeltenis van Koning Willem III.
.Familieservies Dit ± 80 delig servies was jarenlang in de familie. Helaas zijn er nog maar enkele stuks van over, waarvan enkele borden en diverse schalen groot en klein. Misschien kan iemand mij vertellen hoe oud het afgebeelde servies is?
In Sneek is Siebe Johannes ten Cate, zoon van een Sneker burgemeester, vrijwel vergeten. Toch hebben prestigieuze Franse musea als het Musée du Louvre en het Musée Carnavalet werken van zijn hand in de collectie. Het werk van Ten Cate wordt gezocht door verzamelaars en is geliefd bij veilingen. Het is daarom hoog tijd om Siebe Johannes ten Cate ook in zijn geboortestad de aandacht te geven die hij verdient.
Oom Constan Dus ook voor vrienden Gabriel. Maar hij is wel Oom Constan voor zijn favoriete neef Henri, de zoon van zijn zuster Célestine, die in de familie van de schilder H.G. ten Cate (1803 - 1856) is ingetrouwd. De kinderloze Gabriel en zijn vrouw richtten hun affectie op hun oudste neefje Henri Gérard. In een brief uit 1895 betreurt Constan Gabriel dat zijn inmiddels zeer bejaarde zuster niet zo'n gelukkig huwelijk heeft gehad met de handelsreiziger, zijn zwager. En hij steekt aan het eind van de brief weer eens een van zijn boutades af over het bestaan van de kunstschilder. Dat deed hij ook in zijn brief aan Geesje "Wat zou het schilderen een mooi iets kunnen zijn, indien veele dingen anders waren ... ik heb er twee nachten op geslapen maar het wil er nog niet in, die turfschuit wil niet aan de kant en ik weet niet hoe die aquarelle nog teregt komt." En even verder: "Wat mij aangaat ben gezond, maar ik heb het spleen. Weet gij wat dat is? Dat is zoo iets, dat men wel in den grond zou willen kruipen." De brief van zes kantjes van Gabriel aan zijn neef Henri eindigt in de marge met hartelijke "groeten indien ik te A. kom zoek ik U op. Oom Constan." Constan, geschreven zonder een t. Dat is in lijn met de fonetische schrijftrant van Gabriel. Maar je ziet het ook in de voornaamverkorting Stan, die eveneens bij de grondvorm Constantinus hoort. Dit lijkt de enige brief, ondertekend met zijn roepnaam, want het blijkt dezelfde brief te zijn die via een veiling en een royale kunsthandel bij het Rijksprentenkabinet is terecht gekomen. Waarna R.J.A. te Rijdt er ook uit concludeert in het Bulletin van het Rijksmuseum van 2007 dat Paul eigenlijk Constan moet zijn. Te Rijdt is de eerste die dit wereldkundig maakt. Over het ontbreken van een trema op de achternaam zegt hij ten onrechte niets. 
Geertruida ten Cate (1819-1902), echtgenote van Cornelis Springer.
"Schutsluis buiten de Willemspoort bij het Chocolaad Molentje, de sluis thans buiten gebruik" 1839.
