Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
27-02-2017
451 0 - niveau
451 0 – niveau Het essentiële verschil van de didactiek voor talen aan anderstaligen in ons systeem en de nog steeds gebruikelijke manier om andere talen aan te leren, ligt hem in het 0-niveau. Het ging destijds zo ver dat we verplicht waren een test af te nemen van de absolute beginners over hun kennis van het lager middelbaar. In ons AVC hebben we dat steeds geweigerd. We pasten er een administratieve mouw aan. De inspectie bood weinig weerstand. En ik kan er mij enkel op verheugen dat dezelfde inspecteurs bij ons te rade kwamen en dat zij bij ons andere talen kwamen leren! Als je een andere taal leert of doceert en je hebt het geluk om met absolute beginners te werken, dan kun je wonderen verrichten. Met ons didactisch profiel slaagt men erin op 4 maanden correcte conversaties te voeren. Ik begrijp dan ook niet dat men nog durft conversatielessen inrichten na het hoogste niveau. Dat is de didactische wereld op zijn kop zetten! Onze manier van werken vereist echter specialisering! De beste resultaten bereikten we dan ook in Italiaans en Spaans. Later ook in nog verder van ons staande talen. Want de meerderheid van de studenten bestond er uit absolute beginners. Voor Nederlands geldde dat ook. Maar daar zaten de leerkrachten zodanig vastgeroest in de didactiek van de Moedertaal, dat dit een obstakel bleek. Zij hebben het dan ook nooit gepresteerd een eigen methode te ontwikkelen volgens ons didactisch profiel. Ik meen nochtans dat een leerkracht die zichzelf respecteert en beantwoordt aan de kwaliteitsvereisten, dat na 7 jaar practijk moet kunnen! Voor Engels, Duits en Frans sleepten onze studenten hun opgedane kennis van de humaniora mee : valse beginners. Begin er dan maar aan, om eerst de fouten weg te werken. Waarom kwamen al die studenten met een diploma van humaniora en hoger, zich anders aanbieden, zelfs op het 0 – niveau. Dat is in tegenspraak met wat professor Engels in onze school verklaarde : de studenten die zich aanbieden in de universiteit om een universitaire graad te behalen voor een taal, werden geacht deze totaal te beheersen.
450 Leerplan In 1996 legden wij de nieuwe leerplannen voor het gemeentelijk volwassenenonderwijs voor aan de inspectie en ze werden goedgekeurd op 22.4.1996. Zij waren het resultaat van de inspanningen van de leden van de werkgroep leerplannen Nederlands. Ze werden echter om mij onbekende redenen niet ingevoerd. Ik heb ze dan ook omgewerkt tot leerplannen talen aan anderstaligen op drie niveaus, bruikbaar voor alle talen. De specifieke invulling voor de gekozen taal moet echter gebeuren door de scholen die ze toepassen. 1. 0-niveau 2. niveau na de integratie van het basisniveau 3. niveau na de integratie van het tweede niveau Ze werden opgesteld volgens de principes van ons didactisch profiel en de verdere verwerking naar een didactiek voor talenonderricht aan anderstaligen.
449 Didactisch profiel AVC 1. De aan te leren taal is de voertaal, altijd. 2. Native speaker heeft prioriteit, als hij beschikbaar is, life of opgenomen. 3. Voorrang van de gesproken taal d.i. voorrang voor het spreken door alle studenten 4. Geschreven taal in functie van de gesproken taal. 5. Geen theorie, maar functioneel taalonderwijs. Leer de studenten, wat ze zullen gebruiken. 6. Basiswoordenschat d.w.z. geen onnodige ballast, ook in hogere niveaus. Dit is echte aanpassing aan het niveau van alle studenten. Uitgaan van de student. 7. Democratische opstelling : iedereen is gelijkwaardig. 8. Reikwijdte vergroten : 8.1. Zoveel mogelijk, maar doordacht, audiovisueel en interactief werken d.w.z. uitgaan van authentieke situaties (prioritair life) met aanwending van een brede waaier van alle mogelijke audiovisuele (of multimediale en zelfs cross - mediale) middelen buiten tekst. 9. Professioneel didactisch werk leveren d.w.z. het hele didactische proces grondig afwerken; 10. Fouten voorkomen ("Van alle fouten van de opvoedelingen, is de opvoeder de oorzaak" , uit "Het Mierenboekje" van Salzmann).
448 Evalueren : gespreid Op het einde van het schooljaar, is het de tijd van de examenstress. Ik heb destijds de benaming examen vervangen door : " Bespreking van het eindverslag van de gespreide evaluaties van het jaar". Dat is het eindpunt van het leerproces. Het begin ervan heb ik niet meer kunnen aanpassen. Dat zou het opstellen van een contract zijn tussen leerkracht en student. Het is onvoorstelbaar hoe volwassenen dikwijls behandeld worden als kinderen. Er zou een definitieve breuk moeten komen tussen VO en O, vooral op didactisch vlak. Bovendien beantwoordt de terminologie die ik voorsta, aan een didactisch verantwoorde benadering. De mokerslag op het einde van de stressperiode, die men examen noemt, moet definitief verbannen worden! De verplichtingen, die het ministerie oplegt aan de scholen, houden voldoende speelruimte in, om eigentijds en vooral didactisch verantwoord te werken, ook administratief. Daaruit vloeit mijn definitie van een perfecte leerkracht voort : " De leerkracht weet precies, op elk ogenblik van het jaar, voor alle studenten, waar ze exact aan toe zijn". Dat houdt wel in dat zij de gelegenheid krijgen om met de beste didactische hulpmiddelen te werken. Het vereist ook vorming waarbij de reikwijdte van de leerkracht vergroot wordt.
Wij werkten in het AVC een eigen systeem uit voor multiple choise : EVA cl. De toelatingstesten werden hiermee afgelegd. De resultaten gingen onmiddellijk in het administratief susteem. Maar de feed - back bij het afleggen was uniek : na de keuze kregen ze het juiste antwoord onmiddellijk te zien. Bovendien werd er een itemanalyse aan gekoppeld. De vragen werden elk jaar verfijnd op basis van staistische analyse van de resultaten.
Ik heb uit de "Historische pedagogiek" van dr. A. Gerlo (Story Scientia 1978) de elementen gehaald waarbij de pedagogen door de eeuwen heen principes die toegepast worden in de avsg - methodiek en in ons didactisch profiel, voorop stellen.
Oudheid 1. Sofisten : leraars in retoriek 2. Socrates : actieve, inductie, maieutiek, dialoogvorm, eenheid van grammatica, retoriek en dialectiek Overgang naar de Middeleeuwen 3. Seneca : wij leren niet voor het leven, maar voor de school 4. Quintillianus : metodiek van taal en letterkunde 5. Plutarchus : dringt aan op activiteit : taal spreken 6. Plinius : weinig maar goed Middeleeuwen 7. St. - Augustinus : 3 pedag. hefbomen : hilaritas (lachen), charitas (vriendschap) en reverentia (gezag) 8. Vincentius van Beauvais : de verstandelijke opvoeding gebeurt in de vreemde en door disputaties Renaissance en humanisme 9. Erasmus : Latijn spreken en Collegium Trium Linguarum 10. Vives : taalkundige vorming, moedertaal (geen vak, wel gebruik), aanschouwing, inductie 11. Montaigne : - meilleur : une tête bien faite, qu'une tête bien pleine - dode talen ondergeschikt aan levende talen - opgestapelde kennis ondergeschikt aan begrepen kennis d.w.z. te gebruiken kennis Realisme 13. Ratke : "Frankfurter Memorial" natuurlijke methode voor talen 14. Comenius : Janua linguarum reserata (de poort der talen ontsloten - 8000 termen in 1000 zinnen) Orbis sensualium pictus (aanschouwelijke methode Latijn - beeld -schriftbeeld) grammaticale studies moeten vereenvoudigd worden voorbeelden, geen massa abstracte regels Aufklärung of realisme 15. Tolstoï : de enige methode is ervaring XIX en XXste eeuw 16. Spencer : aanschouwelijkheid en zelfwerkzaamheid van het enkelvoudige naar het samengestelde van het concrete naar het abstracte van ervaring naar theorie 17. Dewey : learning by doing Herhalen en inoefenen Wij plaatsten het talenpracticum in het didactisch model bij "herhalen en inoefenen". Het A.A.AC.ZC. - talenpracticum biedt de student unieke mogelijkheden, om individueel het aangeleerde te integreren. In de SGAV - methodiek werd minder belang gehecht aan talenpractica, om wille van de praktische problemen en de beperkte mogelijkheden in de door hun gebruikte installatie. Bovendien vergen oefeningen in het talenpracticum veel voorbereidend werk. Leerkrachten talen kiezen te vaak voor "gesneden brood". Wij gaven aan de SGAV een meerwaarde door ons A.A.AC.ZC. - systeem!
446 A.V.S.G. 1. Optimale accoustiek. Het horen van de studenten moeten op het 0 - niveau opgevoed worden want : - op het 0 - niveau klinkt een andere taal als muziek - zij horen de andere taal niet goed - specifieke klanken horen zij fout en er zijn gespecialiseerde technieken nodig om ze hoorbaar te maken 2. Voorrang spreken. Bij elke vorm van onderwijs maakt de leerkracht een didactische keuze op basis van het didactisch model. Als men van de noden van de studenten uitgaat en men wil op een efficiënte wijze zo snel als mogelijk een andere taal aanleren kiezen we voor het spreken. Het taalaanbod is audiovisueel d.w.z. dat het aangeboden wordt in scenario's, die worden door visueel materieel(dia's) ondersteund, wat begrijpen van op het 0 - niveau mogelijk maakt. 3. Basiswoordenschat. Het gaat hier om een basiswoordenlijst van gesproken taal aan anderstaligen, met de meest frequente woorden. Bij vergelijking van de ons bekende lijsten Nederlands, die we vergeleken via een software - programma, stelden wij vast dat slechts 400 lemma's voorkwamen in alle lijsten en dat heel wat essentiële woorden, zonder dewelke men de taal ooit vlot zal spreken, gewoon ontbraken. We kwamen tot een lijst van 800 lemma's te integreren vanaf het 0 - niveau : NE cl I (jan.1996). We vertaalden die naar de andere , vooral Europese talen. 4. Luisteren - begrijpen - nazeggen. De scenario's worden beluisterd en begrepen via dia's, die gelijktijdig geprojecteerd worden. De studenten zeggen ze individueel na. 5. Grammaticaal mechanisme : substitutie. Grammatica is studie van de taal. Zij wordt met het schrijven, tot ze geen invloed meer zal uitoefenen op het vlot spreken, uitgesteld. Zij zit ten andere levend verweven in de conversatie en pas na voldoende inoefenen van de scenario's krijgt men een basis om het leren ervan mogelijk te maken. Zie verder : "De structureel - globale audiovisuele methode" S. De Vriendt R. Renard
Home Regelmatige training van de leerkrachten voor ze begonnen was noodzakelijk. Nieuwe leerkrachten kregen deze in-service-training. Op regelmatige basis werd in ons Collegium Linguarum bijgestuurd. Dat gebeurde in groep. Daarna was het echter aangewezen ook te testen, wat de resultaten ervan waren. Daarom ontwikkelden wij verschillende testen.
cmFTAcl staat voor cross - mediaal Forum Talen aan Anderstaligen collegium linguarum. Hierin worden de ideeën verwerkt die ontstonden uit een intensieve bijscholing (collegium linguarum) in het AVC Meise vanaf 1967. In die jaren ontbrak er een eigen didactiek 'talen aan anderstaligen'. Het taalonderwijs werd gegeven volgens de didactiek van de Moedertaal. Deze ging ervan uit dat de studenten reeds een basis hadden vanaf de start. Het 0 - niveau werd genegeerd. Ons uitgangspunt was : talen leren op de meest efficiënte wijze aan iedereen zonder basis in de aan te leren taal. Iedereen, ongeacht zijn herkomst of vooropleiding kwam aan bod.
De volledige uitleg staat in "De Structureel Globale AudioVisuele methode" S. De Vriendt en R. Renard
442 Voertaal Het schooljaar 1909 – 1910 werd het St. - Hubertuscollege in Neerpelt en het Kruisherencollege in Maaseik volledig Nederlandstalig. De wet van 3.8.1883 voerde het Nederlands in Vlaanderen als voertaal in voor een aantal vakken in de staatsscholen. Ook het Normaalonderwijs (leerkrachtenopleiding) werd verplicht Nederlandstalig.
443 AVC Jos Chabert cl Op 1 november 2017 wordt het Audiovisueel Centrum voor volwassenenonderwijs (nu CVO Meise en Jette) 50. We mogen dit gouden jubileum niet laten voorbij gaan zonder eens uitgebreid te schetsen hoe het allemaal verliep. Bij het 25 jarig bestaan gaf ik het logboek uit – een soort database – met alle data die van belang zijn geweest. Hierop zullen wij ons baseren, maar het zal een verhaal worden in wekelijkse afleveringen, tot de verjaardag.
Reeds in 442 afleveringen weidde ik uit over het wel en wee van onze school voor volwassenen. Alles kwam aan bod. Dus kunnen jullie uitgebreid alles hernemen. Zie ook :
AVC : http://fotoalbum.seniorennet.be/JefDC/avclmeise AVC Jos Chabert cl Meise http://www.surveymonkey.com/s/R57Z68R Film : AVC https://www.youtube.com/watch?v=sXDrscHBdfw DVD+ 2.1 A 1 AVC25 2 A 2 AVC25 jaar 3 A 3 SoSB Secr. Klassen Fouten t.o. 4 A 4 A.A.AC.ZC. id.vr.antw. Wetgeving avsg Struisvogels. 5 A 5 Pensioen Jef Jef L. DC 6 A 5 JVC1989-90 7 A 6 JVC1989-90z.fl 8 A 7 A.A.AC.ZC. idem idem Struisvo.synd
441 STEM Leren programmeren is even belangrijk als leren lezen, schrijven en rekenen ? STEM staat voor Science, Technologie, Engineering, Mathematics. Computationeel denken , de vaardigheid om een probleem op een abstracte wijze op te lossen, zou op zeer jonge leeftijd kunnen bijgebracht worden. Het gebeurt reeds in Amerika en elders volgden reeds experimenten. Kleuters kunnen via Scratch, een grafische programmeertaal, blokjes met eenvoudige opdrachten verslepen en in de juiste volgorde zetten. Zo kunnen ze animatiefiguurtjes op het scherm laten bewegen. Computerwetenschapper Samaey van de K.U. Leuven experimenteert reeds in Tielt. Coder Dojo werd door Martine Tempels, voorzitter van het STEM-platform naar België gebracht. Maar een structureel kader ontbreekt voor de invoering van computerwetenschappen op school.
2.8 Geen boek heeft de Nederlandse taal zo beïnvloed als de Statenbijbel uit 1637, wellicht ook omdat er vertalers uit alle Nederlandse gewesten werden gerecruteerd, waaronder de Vlamingen Baudartius en Walaeus. 3.8. Loteling A. De Vos schreef omstreeks 1860 dat er militaire geneesheren waren die “evenmin de taal van de Vlaming verstaan als ’t gegrol van een ziek varken”. De Vos werd later militair arts.
439 Spelling Reeds op 20 juni 1844 werd het Koninklijk Besluit genomen waarbij de spelling van het Nederlands in ons land gelijkgesteld werd aan de officiële spelling van Nederland. De uitspraak werd nog steeds niet vestgelegd in standaard Nederlands !?
81 LXXXI. De huiselijke gemeenschap. 82 LXXXII. Veranderingen in het huishouden. 83 LXXXIII. Het stadsbestuur, daar waar een stad in ogenschouw genomen wordt; 84 LXXXIV. De burgerlijke gemeenschap. 85 LXXXV. De kooplieden. 86 LXXXVI. De artsen met deapothekers en de chirurgen (barbiers). 87 LXXXVII. De reschters met de gerechtelijke voortgang en de schuldvordering. 88 LXXXVIII. De soorten der ontspanningen. 89 LXXXIX. De tafelmanieren. 90 LXC. De begrafenis gebruiken. 91 LXCI. Het koninkrijk, nadere beschouwing van het gebied. 92 LXCII. Het besturen van het rijk. 93 LXCIII. De verwarringen van de koninkrijken en de oorlogen. 94 XCIV. De godsdienst 916 95 XCV. Het heidendom 924 96 XCVI. Het Jodendom 939 97 XCVII. Het Christendom 950 98 XCVIII. Het Mohammedanisme 972 99 XCIX. De voorzienigheid van god en het einde der dingen 977 100 C. Het besluit 996 tot en met 1000
61 LXI. Ethica. 62 LXII. Over de omzichtigheid. 63 LXIII. De vlijt. 64 LXIV. De matigheid. 65 LXV. De dapperheid. 66 LXVI. Het fatsoen. 67 LXVII. De rechtvaardigheid. 68 LXVIII. De goedgunstigheid. 69 LXIX. De godvruchtigheid 70 LXX. De standvastigheid enz. 71 LXXI. De kunst van een redevoering en eerstens de woordkunst en de letterkunst. 72 LXXII. De welsprekendheid en de redekunst. 73 LXXIII. De dichtkunst en de muziek. 74 LXXIV. De geneeskunde. 75 LXXV. De rechtsgeleerdheid. 76 LXXVI. De godgeleerdheid. 77 LXXVII. De geleerde omgang. 78 LXXVIII. De huishouding waar u het huis kunt inspecteren. 79 LXXIX. De huwelijkse gemeenschap. 80 LXXX. De ouderlijke gemeenschap.
41 XLI. De wetenschap aangaande het metalen huisraad 42 XLII. De wetenschappen aangaande het linnen, het houten en het ledergereedschap 43 XLIII. De vaardigheden van het reizen, eerstens van het reizen te voet. 44 XLIV. Het paardrijden en het voermanschap. 45 XLV. Het zwemmen en de scheepvaart. 46 XLVI. Trekwerktuigen. 47 XLVII. De vermaakscheppende middelen. 48 XLVIII. De middelen voor de menselijke beschaving. 49 XLIX. De letteren en de boeken met de vaardigheden die daartoe dienen, de drukkerij e.a. enz. 50 L. De scholen. 51 LI. De filosofie. 52 LII. De Wiskunde en eerst de Rekenkunde. 53 LIII. Het landmeten. 54 LIV. Leer van het evenwicht. 55 LV. De sterrenkunde. 56 LVI. De Aardrijkskunde. 57 LVII. De tijdrekenkunde met de geschiedschrijving. 58 LVIII. De redekunst. 59 LIX. Geheugenkunst. 60 LX. De kunst van het voorspellen.
21 XXI. De uitwendige leden van het menselijk lichaam. 22 XXII. De benen delen van het lichaam. 23 XXIII. De vleesachtige delen van het lichaam en de ingewanden. 24 XXIV. De vochten van het lichaam met de geesten. 25 XXV. De natuurlijke werking. 26 XXVI. De levensfuncties. 27 XXVII. De dierlijke functies bij het gevoel, de beweging en de rust. 28 XXVIII. De geest met de hartstochten en het geweten. 29 XXIX. De onnatuurlijke voorvallen: zoals de ziekten, ten eerste de uitwendige 30 XXX. De inwendige ziekten. 31 XXXI. De gebreken van de natuurlijke dingen met de misgeboorten en wat daar bij behoort. 32 XXXII. De wetenschappen van het platte land en allereerst de tuinbouw. 33 XXXIII. Over de landbouw. 34 XXXIV. De veehouderij 35 XXXV. De mogelijkheden van de graanproductie. 36 XXXVI. De vleessoorten als voedsel 37 XXXVII. De kunst van het bereiden der dranken. 38 XXXVII. De soorten kleding. 39 XXXIX. De bouwkunst. 40 XL. De soorten gebruiksvoorwerpen en ten eerste van de lemen en glazen voorwerpen.
De 100 hoofdstukken van de Janua linguarum reserata zijn : 1 I. Inleiding 1 2 II. De eerste gedaante van de wereld : de elementen 16 3 III. De sterrenhemel en de sterren 21 4 IV. Het vuur met de vurige hemellichamen 30 5 V. De lucht met de winden 38 6 VI. Het water met de waterdampen 44 7 VII. De aarde met de mineralen 55 8 VIII. De bergmineralen 59 9 IX. De metalen 63 10 X. De gewone en de kostbare stenen 71 11 XI. Het struikgewas en de paddenstoelen in het bijzonder 79 12 XII. Kruiden en de kruidachtigen ; de vruchten 84 13 XIII.Heester en vruchten van de heester 100 14 XIV. Bomen en boomvruchten. 15 XV. Dieren in het algemeen en in het bijzonder, de ruigsten, gedurig bewegenden, de kruipenden, de slangachtigen. 16 XVI De vogels en de andere gevleugelden. 17 XVII De Vissen en de andere waterdieren. 18 XVIII. De viervoetige dieren, ten eerste de tamme dieren, het vee en de lastdieren. 19 XIX. De wilde viervoetige dieren en de amfibieën. 20 XX. De mens
Ik ergerde mij aan het dubben in het Nederlands van de H.Mis op O.H.Hemelvaart vanuit Mendrisio in het Italiaans. Het gedempt Nederlands overheerste het Italiaans. Zou de VRT niet beter de mogelijkheid voorzien, om dat dubben uit te schakelen. Dan kan dat gevolgd worden door de kijkers in de originele taal. Ondertiteling zou ook moeten uitgeschakeld kunnen worden. Want onwillekeurig gaat men lezen, omdat dat 8 maal sneller gebeurt dan luisteren. Kwaliteitsverbetering eindigt nooit en gebeurt via kleine dingen!
In zijn "Janua Linguarum Reserata" of "De poort der talen ontsloten" schrijft deze pedagoog uit de XVIIde eeuw 800 zinnen om Latijn te leren. Al jaren tracht ik dit te pakken te krijgen. Ik heb het eindelijk kunnen inzien. Ik wou deze vertaling vergelijken met mijn basiwoordenschat gesproken Nederlands cl I. Daarna wou ik ze omzetten in dialogen. Een efficiëntie methode omNederlands te leren spreken vanaf het 0 - niveau was het doel.
Maar het v alt tegen! Er zijn geen 800 zinnen, maar 949 paragrafen. Toch zal ik mijn werk voltooien. Want opgeven staat niet in mijn "vocabularium".