Tijdens de vele promotiefeesten die ik bijwoon, in mijn functie van Nationaal Voorzitter, wordt ik regelmatig de vraag gesteld, wie de afgebeelde dame is die onze medailles van 'Gekroond België' siert. Die dame is niemand minder dan MINERVA - Godin van de oorlog en van de wijsheid.
Wie was Minerva?
Ik heb mij verdiept in het Mythologisch Woordenboek en druk hierbij, in de aangepast versie, de uitleg die daarin verscheen: De naam van die godin duidt haar aan als een echte Romaanse godheid. De invloed van de godsdienst der Etruriërs heeft zich echter al in zeer oude tijden bij de gebruiken, welke op haar verering betrekking hebben, krachtig doen gelden, Minerva of Menerva is een personificatie van de goddelijke macht van het verstand, van de vindingrijkheid van de menselijke geest. Doch daarnaast staat haar betekenis als beschermster van de burchten der steden, zoals de Sabijnen hem vereerden, en de opvatting der Etruriërs, die haar zowel beschouwden als de godin, die van 'den hoogten den bliksem nederslingert' als haar erkenden als de uitvindster van al wat nuttig en aangenaam is voor het menseljke leven. Vooral de uitvinding van de fluit werd haar door hen aangeschreven. Griekse invloed heeft zich daarenboven krachtig op de begrippen, die de Romeinen aan Minerva hechtten, doen gelden, zij is al vroeg vereenzelvigd met de Griekse Pallas Athena; ook werd zij zowel als een krijgshaftige, als een vredelievende godin door de Romeinen vereert. Deze laatste Minerva had in Rome verschillende tempels, die in hoog aanzien stonden. Vooreerst had zij deel ana de temple op het Kapitool, wara hara beeld geplaats was aan de rechterzijde van dat van Jupiter. (Zie Lupiler) Verder waren er haar ter ere heiligdommen gesticht, zowel op de Aventijnse heuvel als op de mons Caelius. Haar was in de juni 19e dag gewijd. Dan werd een feest haar ter ere gevierd, de Quiquatrus genaamd. Vooral het in maart gevierde feest, de grote Quiquatrus, behoorde onder de feesten, die bij het Romeinse volk in hoog aanzien stonden. Door een verkeerde uiteenzetting van de naam van het feest, gaf men daaraan later een duur van vijf dagen, waarvan de eerste gewijd was aan Minerva als godin van kunsten des vredes, terwijl men haar op de volgende dagen als godin des oorlogs vereerde. Die eerste dag, welke oorspronkelijk de enige feestdag was, werd door de schooljeugd en haar leermeesters gevierd, maar ook door de vrouwen, die de vaardigheid in hun handwerken aan Minerva te danken hadden, ook door de kunstenaars, de schilders en de beeldhouwers, die haar bescherming niet konden ontberen. Alle handwerklieden namen aan dit feest op vrolijke wijze deel , de volders (wassen van wollen stoffen), de schoenmakers, de timmerlieden en ook de artsen, die uit Griekenland naar Rome gekomen waren en daar hun kunst en met hun kunst hun diensten van Minerva Medica hadden ingevoerd. De in juni gevierde kleine Quinquatrus werden vooral door de gilde der fluitspelers gevierd, die Minerva als hun bijzondere beschermgoding vereerden en op die dag van staatswege werden onthaald. Toen men hun in het jaar 312 BC het recht op dat onthaal wilden betwisten, verlieten zij de stad, doch daar er te veel omstandigheden in het leven der Romeinen voorkwamen, waarbij men hun hulp nodig had, werden zij op listige wijze weer naar Rome gelokt en hun aanspraak om op de 19e juni de godin op staatskosten te huldigen werd voortaan niet meer betwist. Meer en meer trad echter het begrip, dat aan de Griekse Pallas Athena gehecht was, ook in de Romeinse mythologie op de voorgrond. Pompeius stichtte haar na zijn tochten in het oosten een tempel, waarin hij een lijst plaatste van zijn overwinningen. Toen Cicero als banneling Rome moest verlaten, wijdde hij het beeld van Minerva, dat hij in zijn woning had, op het Kapitool als custos urbis, d.i. opdat zij stad en staat mocht behoeden. Deze godin komt dus geheel overeen met de Griekse Athena Palias. (Zie Athena) Onder de keizer waren er verscheidene, die er naar streefden van hun verering der godin door het oprichten van tempels te doen blijken, zoals Augustus en Ditianomus. De laatste richtte voor haar een nieuwe tempel op in de plaats van een andere, die door brand was vernield en tevens een kapel, een atrium minervae, bij het nieuwe senaatsgebouw, waar zij als godin van het verstand haar zetel moest opslaan. Zij werd bovenal de godin van de Senaat, zodat zelfs ook in Konstantinopel haar beeld voor de vergaderzaal van dat lichaam geplaatst had. Lange tijd heeft het geduurd, eer de Christelijke godsdienst er in geslaagd is ook de dienst van de godin der wijsheid en van het verstand te doen ondergaan. Het beeld van Minerva was geheel gelijk aan dat van de Griekse Pallas. Ook te Rome beweerde men een Palladium (Zie Athena) te hebben, dat evenals alle andere gold voor het Trojaanse en een onderpand heette van goddeljke zegen. Het werd bewaard in de tempel van Vesta. Omstreeks het einde van de eerste Punischen oorlog brandde de tempel volledig af. Toen werd het gered door de Pontifex Maximus L. Metellus, die door de aanblik van het beeld met blindheid werd geslagen.
Bron: Mythologisch Woordenboek
|