De diagnose FIP is nog steeds voornamelijk een klinische diagnose ondersteund door laboratoriumonderzoek. Verschillende laboratoria bieden een zogenaamde FIP-screening aan. In deze screening worden een aantal bloedwaardes bepaald (o.a totaal eiwit en spectrum, witte bloedbeeld, leverenzymen en nierwaardes). Deze waardes zijn bij katten met FIP vaak afwijkend. Echter ook deze screening is niet specifiek en heeft alleen zin indien er een duidelijke verdenking bestaat op FIP. Het aanvragen van een dergelijke test voor een gezonde kat heeft geen waarde. Moderne technieken zoals de PCR test worden ook aangeboden voor de diagnostiek van FIP. Echter ook met de PCR test kan geen onderscheid worden gemaakt tussen FIP en FeCV stammen. Bovendien weten wij nu dat FeCV stammen ook wel degelijk in bloed van katten (ook gezonde) kunnen voorkomen. Een positieve bloed PCR is dan ook geen bewijs voor FIP. Wel zal de kans op FIP bij een positieve PCR groter zijn. Recenter is een PCR methode onderzocht waarmee specifiek zich vermeerderend coronavirus in bloedcellen kan worden aangetoond. De aanname is dat FeCV stammen weliswaar in bloed kunnen voorkomen maar dat vermeerdering in bloedcellen zelf (m.n. macrofagen) voornamelijk is voorbehouden aan de FIP stammen. In deze test waren 93% van de FIP katten positief en 5% van de gezonde katten. Verder onderzoek naar de betrouwbaarheid van deze test is nodig.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een definitieve diagnose kan alleen worden gesteld door het aantonen van virus in cellen in buikvocht of in ontstekingshaarden van organen, verkregen na sectie of laparotomie. Dit gebeurt dan door het aan-kleuren van de eiwitten van het virus met specifieke antilichamen.
|