Toch lijk je nog dicht bij me nu vroegere woorden in slow motion verdrinken nooit eerder wist ik zoveel rust als de zondsondergang tijdens onze laatste avond
Ik lijk je handen te voelen in iedere windvlaag die met mijn haren danst liefde zingt onze namen wijl ik jouw eeuwig aan de zee toevertrouw
In het schemerlicht van de laatste herfstdagen vroeg ik me af of jouw warmte in mijn hart meer was dan een vage droom een ijl verlangen een futiele schepping van mijn verbeelding
Je deed me altijd denken aan rozen albasten rozen in een sterrennacht en iets in hun geur : de herinnering aan de warmte van jouw handen die ze zachtjes streelden
Maar nu pas besef ik dat ik je verloor voor ik je echt kende, Daarom weende ik onder de zoete linden voor jou tranen van jade, smartkristallen, waarvan jij nooit weet had
Dat simpele woord Dat zoveel verwoord Dat simpel gebaar Dat maakt zoveel waar Dat kleine herkenningsteken Dat niet is te herkennen door leken Dat altijd klaarstaan Dat is iemand daar kan men van op aan Dat berustende gevoel dat iemand kan geven Dat geeft een ander de stimulans net niet iets op te geven Dat wederzijds respect Dat wordt echt niet kunstmatig opgewekt Dat is een gevoel Dat vanzelf ontstaat met een doel Dat doel is elkaar te blijven waarderen Dat we daarin vreugde en pijn automatisch in calculeren Dat zomaar begrijpen en aanvoelen Dat is zonder veel woorden duidelijk maken wat we bedoelen Dat wachten op morgen Dat baart ons dan iets minder zorgen Dat simpele woord