Karel De Bauw werd geboren te Asse op 8 januari 1909. Vader De Bauw werkte als "chauffeur-de-maître" bij een hophandelaar en was soms meerdere dagen van huis. En omdat moeder een drukbezochte herberg had, werd de kleine Karel opgevoed bij zijn grootouders in een klein lemen boerderijtje. Hij observeerde het eenvoudige en harde boerenleven en ontdekte de schoonheid van de natuur en de ziel van de boer. Deze periode zal een zeer grote invloed hebben op praktisch gans zijn oeuvre. Het tekenen zat hem in het bloed. Van toen hij kind was tekende hij met zachte brokjes houtskool uit het bakovenvuur op de witgekalkte gevel. Na de middelbare school te Laken werd hij bediende boekhouder in de vellenfabriek "Couperie d'Assche". In 1930 maakte hij zijn eerste werk van formaat, het portret van zijn grootvader-boer in rieten zetel. Kunstschilder Maarten Melsen raadde De Bauw aan geen academie te volgen; en deze mening werd bevestigd door de directeur van de Academie van Schone Kunsten te Brussel na het zien van enkele recente schilderijen. De Bauw had een persoonlijke manier om zich schilderachtig uit te drukken. Het Amsterdams Rijksmuseum organiseerde in 1935 een grote tentoonstelling met de werken van Rembrandt. De Bauw heeft er meerdere weken vertoefd. Het daaropvolgend decennium stond sterk onder invloed van de hollandse grootmeester. Karel De Bauw hield in 1939 zijn eerste tentoonstelling in de belfortzaal te Aalst. Het werd een openbaring en een succes. In 1954 neemt hij ontslag om zich uitsluitend aan zijn schilerkunst te wijden. Aanvankelijk beoefende De Bauw vooral het genrestuk, binnenhuis-en staltaferelen. In 1948 kwamen de rijke kasteelinterieurs aan de beurt, maar weldra werd hij de schilder van het landelijk volksleven en het panoramisch landschap van het pajottenland. Het Brabantse trekpaard begon hem te boeien. Hij schilderde het vol kracht en geweld, met forse penseeltrekken. Bloemstukken, meestal veldbloemen, schilderde hij bij wijze van ontspanning. Maar bovenal had hij zijn volkstypen lief. Het waren meestal karaktertypen van de buiten die hij zeer expressief op het doek wist te brengen, met nerveuze penseeltoetsen en fijne, rake lichtaccenten. In 1990 kwam er een einde aan zijn lange schilderscarrière. Het zicht begon te minderen alsook de vaste hand van de schilder. Karel De Bauw stierf in 2002, maar zijn herinnering blijft levendig met de vele schitterende werken die hij ons naliet.
|