1966
Met mijn kersvers diploma
van technicus in de elektronica op zak ga ik mij aanbieden bij de firma
Lapperre op de hoek van de Zuidstraat, achter de Beurs in Brussel.
Twee dagen eerder had ik geantwoord op een advertentie in de krant waarin ze om een technicus vroegen.
Het verwondert mij dat er zoveel kandidaten zijn voor slechts één job, en de meeste van hen zijn allemaal veel jonger dan ik.
Als ik aan de beurt ben
laat men mij plaatsnemen in een klein lokaal waar een Franstalige man
mij enkele gemakkelijke technische vragen stelt en nadien plots vraagt
of ik goed kan solderen.
Als loodgieter heb ik bijna
niets anders dan solderen gedaan maar ik ga hem nu niet dadelijk
vertellen welke stiel ik tot nu toe deed, en bovendien denk ik wel dat
de ondervrager een lichter type van solderen bedoelt, dus zeg ik ja.
De ondervraging is snel afgelopen en ik vermoed dat mijn kansen op de job klein zijn.
Toch krijg ik twee dagen later een zware mannenstem met, een sterk Hollands accent, aan de telefoon.
Bent u mijnheer Vandervelde?
Jazeker mijnheer, met wie heb ik de eer?
Mijn naam is Adriaan
Lapperre en ik wou vragen of u vanavond om acht uur even tot bij me
thuis zou willen langskomen voor een gesprek. Lukt dat?
Ik denk van wel mijnheer, en mag ik vragen...
Goed dan, tot vanavond.
Vooraleer ik kan vragen
waar hij woont is het gesprek al afgebroken en staar ik verbaasd naar
de telefoon in mijn hand. Even paniek!
Ik weet helemaal niet waar die man woont!
Maar dan komt mijn vrouwtje mij ter hulp.
Misschien staat zijn naam in het telefoonboek?
Ja, misschien wel, dat ik daar niet eerder aan gedacht heb!
We kijken snel.
'Hier! Vóór Hoorcentrum Lapperre staat er maar één enkele naam; A. Lapperre en hij woont in Sint Lambrechts Woluwe.
Ik noteer zijn adres en na het eten rijd ik er met mijn Vespa naartoe.
Een grote mooie dame met
blond haar maakt de deur open en als ik mij voorstel steekt ze dadelijk
haar hand naar me uit en zegt vriendelijk:
Aangenaam, ik ben mevrouw Lapperre. Komt u toch binnen.
Ik kijk mijn ogen uit. Zo
een luxe villa heb ik nog nooit langs de binnenkant gezien. Met een
brede glimlach, alsof hij me al jaren kent, komt de heer des huizes
naar me toe en geeft me een stevige handdruk.
Adriaan Lapperre! Wees welkom. Ga zitten asjeblieft.
De eerste indruk die ik van hem krijg is er een van herkenning.
Ik heb die man al eerder gezien... en plots weet ik het: Fernandel!
Hij heeft hetzelfde lange
gezicht en de mooie spierwitte paardentanden die zijn glimlach even
uniek maken als die van de Franse filmkomiek.
Ik zal maar met de deur in huis vallen, zegt hij, je kan dadelijk voor mij beginnen werken als je wil.
Ik ben even uit mijn lood geslagen.
Oh, dank u, ik wist niet...
Hoeveel wil jij verdienen per maand? Hij kijkt me doordringend aan.
Oei! Per maand? Ik weet
niet dadelijk wat antwoorden want in de bouw wordt ik per week betaald
en momenteel is dat duizend vijfhonderd frank.
Anderzijds heb ik vanmorgen
een brief gekregen van de telefoonmaatschappij R.T.T. om mij te laten
weten dat ik geslaagd ben in het examen dat ik twee weken geleden heb
afgelegd. Ze bieden mij een baan aan als technicus - automaticien en ik
krijg achtduizend frank brutoloon per maand.
Ik vertel hem voorzichtig van dit aanbod, zonder het bedrag te noemen, en zeg dat het een moeilijke keuze voor me is.
Is dat zo? Adriaan trekt zijn wenkbrauwen op. Even aarzelt hij en gaat gewoon verder.
Zoals je verkiest, maar
jij bent voorlopig onze beste keuze uit achttien kandidaten. Wij hebben
dringend iemand nodig in de audiometrie en ik zou wel willen dat je nú
beslist, zoniet kies ik morgen iemand anders. Kleine pauze.
Wat denk je?
Hij moet gedacht hebben. Ik zal die twijfelaar eens goed onder druk zetten zie, en ... het werkt.
Als ik blijf aarzelen verlies ik mijn gezicht en daarom hak ik meteen de knoop door.
Goed dan. Ik kijk hem recht in de ogen en zeg zonder blikken of blozen.
Elfduizend, netto!
Die kordate aanpak schijnt hem te bevallen.
Netto? Hij glimlacht.
Goed maar dat is iets dat je met mijn boekhouder zal moeten regelen. Akkoord?
'Akkoord!' - Hij steekt zijn hand uit en ik aanvaard ze dankbaar.
Wanneer kan je beginnen?
Volgende week.
Volgende week al? Waar werk je eigenlijk dat je zo vlug vrij kan zijn?
In het atelier van mijn vader, maar hij wéét al dat ik weg ga.
Meer wil ik voorlopig niet kwijt.
Hij vraagt ook niets meer.
Goed, dan tot volgende week!
Twee minuten later sta ik
op straat en als ik wegrijd met mijn Vespa houd ik mijn tanden
opeengeklemd om het niet uit te schreeuwen van blijdschap.
Joepie! Elfduizend! Tineke zal nogal verschieten!
|