1966
Acht dagen later begin ik te werken als technicus op de afdeling audiometrie. Een fijn gestreken kostuum en een das zijn verplicht bij Lapperre want hij wil dat zijn personeel er piekfijn uitziet. Het werk bestaat uit het herstellen en ijken van elektronisch medisch materiaal. Mijn chef, monsieur Jean is
de enige andere technicus in onze dienst. Hij is een Franssprekende
Brusselaar en niet weinig tevreden dat ik redelijk goed Frans spreek
want zijn Vlaams is van het soort met heel veel haar op. Jean doet de buitendienst en ik de binnendienst. Alles wat hij niet ter plaatse kan of wil herstellen brengt hij naar mij. Aanvankelijk denk ik dat
hij een kei is in elektronica, omdat hij schijnbaar alles weet en kan,
maar het blijkt vrij vlug van niet . Lapperre weet dat blijkbaar ook want na een drietal maand roept hij me bij zich. Voel jij jezelf bekwaam genoeg om de afdeling audiometrie te leiden? Euh... ik? Mijn mond valt open. Zou je het aankunnen? Er komt natuurlijk een andere technicus bij, in jouw plaats. En mijnheer Jean dan? Die gaat vanaf morgen in het filiaal van Luik werken... Maar,... Geen vragen meer asjeblieft! Wil je het doen of niet? Jazeker mijnheer Lapperre, graag zelfs! Ik laat daar geen twijfel over ontstaan. Goed, ga dan naar Mijnheer Beernaert, de boekhouder, die zal u verder informeren.
Het gevolg is dat ik nu de
buitendienst zal doen, opslag krijg en een auto moet kopen want
iedereen met buitendienst wordt geacht een eigen auto te hebben. De
firma betaald een vergoeding per afgelegde kilometer . Ik heb enkel een
tweedehands Vespa scooter die ik van mijn broer heb gekocht, maar
verder geen geld om me een auto aan te schaffen. De boekhouder begrijpt het en hij spreekt voor mij ten beste bij de baas. Drie dagen later krijg ik van de firma een groene tweedehands VW stationwagen. Dit is onze eerste eigen auto! Ik mag er mee naar huis rijden en hem in de weekends ook privaat gebruiken. Wat een luxe! De kinderen en het vrouwtje zullen blij zijn. Nooit meer moeten we met
vijf tegelijk op de Vespa als we bij Tineke's broer op visite gaan, al
vinden de kinderen dat wel plezierig. Beter nog! Ik rijd heel de dag door
het land, naar alle windstreken, en moet enkel zorgen dat onze klanten,
neus-keel-oorartsen, tevreden zijn. Bijna voel ik me schuldig, omdat dit volgens mij niet echt wérken is en ik er bovendien nog voor betaald wordt ook! De wereld waarin ik nu
terecht ben gekomen verschilt compleet van alles wat ik tot nu toe
gekend heb. Zolang ik als werkman handenarbeid verrichtte mocht ik geen
initiatief of beslissingen nemen. Er werd je een werk opgedragen en dat
moest je uitvoeren, punt uit. Hier wordt mij enkel
gevraagd om zo snel mogelijk in te grijpen als de klant een defect
signaleert, maar hoe ik mijn dag indeel mag ik zelf beslissen. Dit betekent niet dat ik
minder uren presteer, integendeel, maar ik doe alles met heel veel
plezier en het werk is dan ook beter gedaan. Meermaals krijg ik een schouderklopje van Adriaan. Hij is een modelbaas die zijn personeel uitermate goed kan motiveren.
Als eenvoudige
schoolmeester kwam hij uit Holland naar België en had s avonds na zijn
lesuren een kleine bijverdienste. Op een of andere manier was hij in
contact gekomen met Philips, de grote lampenfabrikant, die voor
slechthorenden een draagbaar hoorapparaat met kleine radiolampen had
ontwikkeld. Met zijn fiets reed hij van
het ene dorpscafé naar het andere en vroeg daar of er in de omgeving
geen slechthorende mensen waren. Daarna ging hij ze aan huis bezoeken
en liet hen opnieuw horen via de oortelefoon uit het kleine
kastje. Tientallen mensen heeft hij geholpen en die zorgden voor mond aan mondreclame. Het gat in de markt was gevonden! Later werd het succes zo
groot dat hij de loopbaan van onderwijzer opgaf en een eigen zaak begon
in hoorapparaten. In korte tijd groeide zijn firma uit tot de grootste
van België in dat vakgebied en in 1966 had hij al zeven verkoopfilialen
in bijna alle grote steden van het land en gaf hij werk aan zestig
mensen.
Adriaan Lapperre had een speciale filosofie die luidde: Wie hard werkt mag zich ook goed amuseren. De zaterdag van mijn eerste werkweek is het al zover: Groot feest! Half januari verjaart Adriaan en dan gaat hij met alle werknemers eten in een chic restaurant. Het is de eerste keer dat
ik zoiets meemaak, en dan nog wel in het befaamde eethuis Le Char d
Or in Brussel. Er wordt lekker gegeten en na afloop nog heel wat
gedronken en gezongen. Op het eind van de avond halen sommigen (?)
zelfs wat zotte kuren uit, bovenop de tafels en... de piano. Maar als er schade is wordt ze door Adriaan betaald, geen probleem! Ieder jaar gaan we naar een ander restaurant. Zou het kunnen dat we in het vorige niet meer welkom zijn ? Met Kerstmis krijgt elke medewerker steevast een kalkoen opgestuurd. Hoe groter je gezin, des te groter je kalkoen. Ooit werd er, twee weken na
Nieuwjaar, in de hoofdzetel te Brussel een niet geleverde zending
teruggebracht. De mooie doos met gouden strik, stonk als de pest. Het was de kalkoen van een medewerker uit Namen die met verlof was gegaan. Zijn kalkoen was veertien dagen in de post blijven liggen
|