Levensloop met verhalen en vertellingen vanaf 1960
07-07-2007
Verhuizen en vakantie
1970
Ondanks de verbouwingen die
we aan het huis deden wordt het na enkele jaren, voor ons met de drie
kinderen, toch stilaan krap om bij mijn schoonouders te blijven inwonen.
Ons kruidenierszaakje heeft
enkele jaren goed gedraaid maar eind 1962 kunnen we niet meer opboksen
tegen de grote supermarkten die overal in de omgeving opduiken en we
beslissen om het winkeltje te sluiten.
Nadat alle koopwaar uitverkocht is en de rekeningen betaald zijn houdt mijn vrouwtje nog zestigduizend frank over.
We zoeken naar een
mogelijkheid om beter te gaan wonen en kopen met dat geld een
bouwgrond, driehonderd meter verder, in onze straat.
Omdat ik nu vast werk heb bij Lapperre kunnen we geld lenen bij de bank en beginnen met de bouw van ons nieuw huis.
Schoonpa Richard is slechts 62 jaar oud maar sukkelt met zijn gezondheid en wordt op ziekteverlof gestuurd.
Geen twee maanden later krijgt hij een hartinfarct en sterft nog diezelfde avond.
Dit is een grote slag voor
ons allemaal. Ook onze kinderen zijn zwaar onder de indruk omdat pépé
er plots niet meer is om op zijn knie paardje te rijden.
Pa hield erg veel van ons allemaal en bijzonder van zijn zeven kleinkinderen.
We zijn pas met de bouw begonnen en besluiten om schoonmama niet alleen achter te laten in die oude woning. Ze gaat met ons mee!
De zolder in ons nieuw huis
is groot genoeg en ik maak er een extra grote kamer van voor de twee
jongens. Hierdoor krijgt Julia haar eigen kamer op het eerste verdiep,
naast die van ons en van ons dochter.
Omdat het maar driehonderd
meter ver is verhuizen we alles zelf met... de kruiwagen. Een vreselijk
werk dat een hele week in beslag neemt maar ons weer heel wat geld doet
uitsparen.
Eenmaal dat we goed en wel verhuisd zijn krijg ik bij de firma een VW-stationwagen die ik ook tijdens de weekends mag gebruiken.
Had ik die maar enkele weken vroeger gehad...
Bij Lapperre wordt tijd, geld noch moeite gespaard voor de opleiding van de medewerkers.
Willy De Vuyst is de nieuw
bijgekomen technicus in onze afdeling. Hij is een fijne collega met al
een paar jaar ervaring en een jongen die wíl en kán werken.
Omdat Willy een groot deel
van mijn werk kan overnemen krijg ik van Adriaan de kans om overdag een
opleiding te gaan volgen in audiologie.
Ik geniet van de cursussen en na het examen voor het RIZIV krijg ik mijn nummer als erkend gehoorprothesist.
Door die lessen te volgen
heb ik opnieuw de smaak te pakken om verder te studeren en mede door de
aanmoediging van mijn vriend Reginald Beernaert schrijf ik me opnieuw
in om vier jaar avondonderwijs te volgen in het HTI te Brussel.
Dit gaat nu allemaal een stuk gemakkelijker dan vroeger omdat ik mijn werk zelf kan regelen en met de auto naar school kan.
In het eerste leerjaar maak
ik kennis met Françios Baeck, een uitstekend technicus die bij de firma
MBLE werkt en van werk zou willen veranderen.
Ondertussen werd Willy
aangesteld als hoofdtechnicus in het hoorcentrum van Gent en ben ik
verplicht om een nieuwe medewerker te zoeken.
Mijn keuze is vlug gemaakt en Françios werkt de volgende maand al bij ons.
Wij worden dikke vrienden en werken heel goed samen.
Het is vakantie en de
vorige jaren zijn we met Tenne en de kinderen aan zee geweest maar nu,
met de bouw, kunnen we geen cent missen.
Dit jaar gaan we niet met vakantie, we hebben gewoon geen geld. Zeg ik tegen Françios
Maar waarom ga je dan niet kamperen? Antwoordt mijn werkmakker.
Kamperen? Ik kijk heel verbaasd
Nee Suske jongen, daar moet ik thuis niet mee afkomen. Mijn vrouw is geen natuurmens en vooral, ze is erg bang van spinnen!
Maar het kost omzeggens niks en jullie kinderen zullen het fantastisch vinden!
De Sus heeft mijn gevoelige snaar geraakt.
Ach ja, de kinderen,...
maar ik heb geen materiaal. Argumenteer ik flauwtjes.
Je mag alles
van mij lenen, gratis! Is het prompte antwoord.
We kunnen toch niet gelijktijdig met vakantie, de dienst moet blijven draaien.
Ja, je voorstel is zeer aanlokkelijk maar,...
Ik weet het niet goed, k zal nog wel zien. Alvast bedankt.
Als ik thuis voorzichtig over het voorstel begin is mijn vrouwtje in alle staten.
Gij zijt zot zeker! Peinst ge nu echt dat ik veertien dagen op de grond ga slapen? Ha nee, dan blijf ik liever thuis!
Ik voel dat het nu niet het
goede moment is en besluit om vandaag niet verder aan te dringen. Als
we dit jaar nog met vakantie willen gaan, zal ik het anders moeten
aanpakken.
Die avond lig ik te woelen
in bed en denk voortdurend aan de woorden van de Sus: ... jullie
kinderen zullen het fantastisch vinden!
Dat is het! Ik moet de kinderen inschakelen!
De volgende ochtend bij het
ontbijt zeg ik met een diepe zucht in hun richting.
Ja jongens,... dit
jaar kunnen we niet met vakantie gaan hoor .
En waarom niet papa? Klinkt het teleurgesteld in koor.
... tenzij we met de tent op kamp zouden gaan.
Tineke heeft mijn plannetje dadelijk doorzien.
Ha nee, je gaat de kinderen toch niet opstoken zeker? Maar het is al te laat.
Oh ja! Kamperen met de tent. Joepie! Tof hé mams?
Er is geen tegenhouden meer
aan. De kinderen blijven maar zagen en elk tegenargument van hun moeder
wordt door die drie snaken afgekraakt en onder een nieuwe laag van
zeuren en smeken bedolven.
Allé mamske, wij zullen helpen met afwassen en jij moet niks doen!
Alsof ze dit allemaal zelf geloven, zo overtuigend klinkt het.
Uiteindelijk bezwijkt ze - lijk alle moeders met een hart van peperkoek - en zegt met een zucht:
Het is goed, maar slechts voor éne keer hé. Als we volgend jaar weer beter bij kas zijn huren we een appartementje aan zee.
Vandaag, bijna veertig jaar
later zijn onze kleinkinderen al heel wat ouder dan onze kinderen van
toen. Zij gaan niet meer kamperen ... maar wij wel!
Niet meer met de tent weliswaar maar met de caravan. En wie spreekt er nog niet van opgeven? Je mag twee keer raden ...
Reacties op bericht (1)
09-07-2007
ongetiteld
Wat een boeiend verhaal zeg. Ik vind het altijd leuk om iemand's getuigenis uit die tijd van toen te lezen.
met groet,
Warket