Als donkere wolken de storm aan dragen. En schuimende golven,de kusten belagen. Het zout van de zee, mijn ogen doet branden. De dijken doet kreunen,onder 't massief geweld. Dan denk ik aan hen, op het water daar buiten. Die strijden hun strijd, en niet een is een held.
Zij vinden 't gewoon,die strijd steeds te strijden. Met gezichten verweerd, door het zout van de zee. Ze gaan er op uit, met hun schepen, als jagers. Met Gods zegen hopen zij, op een prachtige buit.
Maar aan de kade, daar wachten hun vrouwen. Met angst in hun hart, bij zo'n storm in de nacht. Ze lieten ze gaan, door op Hem te vertrouwen. Straks zijn ze terug, is de reis weer volbracht.
Niet ieder keert terug, bij zijn vrouw aan de kade. Want de zee die hun geeft, neemt ook iedere keer. Maar bij hun verdriet, is ook steeds het vertrouwen Dat hij is gegaan, naar een hogere macht
-www-
08-09-2012
geschreven door fotorantje
|