Compostela-tocht Claude Gekiere
Foto
Inhoud blog
  • De kogel is door de kerk !
  • ik kom er opnieuw aan ...
  • The day after
  • Wachtend in de luchthavens van Compostela en Barcelona...
  • Arzua - Pedrouzo - Santiago de Compostela
    Categorieën
    Finis coronat opus
    03-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.León - Astorga - El Ganso

    Gisteravond nog een klein feestje, nou ja, feestje. 2 pintjes en tapas, in de binnenstad van León op een terrasje samen met de Oostenrijkers Herman und Ingrid.
    Vetrokken op de Plaza Mayor met een afscheid van een plaatselijke fanfare die me komt uitzwaaien (allee, zo denk ik toch). Afscheid van de stad León langs de mooie Parador.
    Ik passeer Orbigo me mijn mooie kerk en zijn bekende brug. Op de foto gegaan met 2 Barcelonesas. In San Justo bemerk ik in de verte het panoramisch zicht over Astorga met zijn Plaza Mayor en uiteraard zijn Palacio de Gaudi. Ongelooflijk, maar ik mag mijn fiets stallen in het café, waar ik mij opnieuw riskeer aan een "menu del peregrino".
    Na Astorga rij ik opnieuw de natuur in, waar het landschap "a la Gieskiere" (onbewerkte grond) verandert. In Santa Catalina De Somoza komen onweerswolken opzetten, en besluit ik na 62 km in het volgende dorpje met 10 huizen en 1 cafeetje, genaamd El Ganso te overnachten in een albergue met 12 bedden. Tegen de avond komen daar nog een vader en zijn zoon toe. Gelukkig is hier wel een hoofdkussen en een deken op het bed, in elkaar genageld door weliswaar geen beroepstimmerman. Een hevig onweer geeft wat meer zuurstof in de lucht, oeps, ik zit binnen...
    Route via León, Valverde de la Virgen, Villadangos del Páramo, San Martin del Camino, Hostital de Orbigo, Majada de Ventura, Astorga, Murias de Rechivaldo, Santa Catalina de Somoza, El Ganso.

    03-07-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    02-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Carrión de los Condes - Sagahun - Leon

    Gisteravond nog even vertoefd op de stille binnenplaats van het nonnenklooster met andere pelegrinos: van nature eigenlijk zijn we allen broers en zusters maar door onze opvoeding worden we vreemden.

    Om 7 uur deze morgen sluit ik de kloosterdeur alwaar ik vergeefs zat te wachten op de ma-soeurs (of moet ik zeggen: masseurs of masseuses) om dan het ontbijt in de stad te vertrekken om hopelijks de stad Leon te bereiken. Het is dan 13 gr en de wind waait althans voor mij in een verkeerde richting, dat me doet besluiten de armstukken aante trekken.


    Voor de ganse dag wordt het landschap echt eentonig: graanvelden en licht heuvelachtig.

    In een plaatselijk cafeetje hoor ik Nederlands praten: iemand uit Curacao. Kilometersver rond Sahagun ruik ik de mimosa-struiken: echt verrukkelijk en uitdagend om een beetje trager te rijden.

    La tierra de Campos: niets dan graanvelden. De dorpjes liggen ver van elkaar en de straten en cafes hebben steeds dezelfde naam: camino.


    Al sinds 10 uur heerst een verzengende hitte van boven de 30 gr. Sommige pelgrims zie ik niet meer wandelen, maar voortstrompelen, zo warm is het, of hebben die onvoldoende drank bij? De warme wind op kop maakt de mond nog droger. Af en toe zie ik een kruisje met een naam en een datum...

    Aangekomen in Mansillas de las Mullas, zie ik einde van de Campos en het begin van de bewoonde wereld, de poort naar de stad León. Na 110  km hou ik het voor bekeken en trek de stad in om naast een pintje, ook nog dit te kunnen doorseinen.

    Route via Carrión de los Condes, Monasterio de San Zollo, Calzada de los Molinos, Monte Carrión, Quintanilla de la Cueza, Antigo Hospital de Santa Maria de las Tiendas, Ledigos, Terradillos de los Templarios, Moratinos, Sagahun, Ermita de la Virgen de Peráles, Bercianos del Camino Real, El Burgo Ranero, Reliegos, Mansilla de las Mullas, Mansilla Mayor, Villarente, Valdelafuente, León.


    02-07-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    01-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Burgos - Castrojerez - Fromista - Carrion de los Condes
    Hasta la proxima vez, Burgos. Burgos is een levendige en bruisende stad waarvan ik afscheid moet nemen; Burgos, ik kom zeker terug!!
    De wasserij van gisteravond was nog niet droog, zodat ik mijn rit begon iets na 9 uur als een "rijdende waskoord"; gelukkig heb ik een koord en wat wasspelden.
    Gestopt in Tardajos waar enige jaren al terug de ontmoeting plaatsvond met die Hollandse
    peregrina, herinner je dat nog Rita?
    De rit van vandaag ging over de meseta en de campos, tientallen kilometers door de velden waar dus ook geen huizen staan, en waarvoor pelgrims te voet drinken en eten moeten voorzien voor de ganse dag. De boeren zijn bezig met de "consecha" van de graanteelt. Met de fiets is het iets gemakkelijker om in een vlugger tempo toch een dorpje te bereiken. De "albergue" San Pol is zo eentje waarvan 1 km vooraf een verwijzing is voor koele dranken, maar alles is gesloten, en 5 km verder is dan wel iets open. Nu, 5 km te voet of 5 km met de fiets is toch een verschil...
    Voorbij Boadillo del Camino begint het parcours iets vlakker te worden. Het "canal de Castilla"   trekt me aan, en later kijk ik even naar de geschiedenis ervan, waarbij blijkbaar een of andere koning(in) dit heeft laten aanleggen: het kanaal voorziet ook in bevloeiingssystemen  voor de onringende landbouwgronden.
    Vanavond aangekomen in Carrión de los Condes, waar ik een slaapgelegenheid heb gevonden in een Clarissen-klooster, met nog een 10-tal Clarissen; als die me maar gerust laten...Hun kledij is een bruin habijt, ja, onze paus zal er zich ook "jeunen".
    De temperatuur nu op dit ogenblik is 32 graden. De afgelegde kilometerrs van vandaag belopen 88 km.
    Route via Burgos, Tardajoz, Rabé de las Calzades, Hornillos del Camino, Refugio de San Bol, San Anton, Castrojerez, Castrillo de Matajudios, Itero del Castillo, Boadilla del Camino, Ermita del Virgen del Otero, Población de Campos, Villovieco, Villarmentero de Campos, Villalcazár de Sirga, Carrìón de los Condes.

    01-07-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    30-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nájera - Santo Domingo de la Calzada - Belorado - San Juan de Ortega - Burgos
    Oeps, ben in Burgos aangekomen na een heel prettige dag, met een rit van over de 110 km, en waarbij de vorm er nog altijd is.
    Gisteravond dus geslapen in de albergue, zeg wel geslapen met 2 pilletjes, op een dubbelbed onderaan zonder lakens, zonder hoofdkussen (dus mijn schoenen onder de matras gelegd). De douche had geen warm water, en een wasje kon ik niet doen. Toch iets positief: men ontmoet er alle nationaliteiten, Japan, Ierland (die vroegen dus ook wel hoe dat nu zit in Belgie), Noren, enz. Men kan er Rioja-wijn kopen voor anderhalve euro, en wees gerust: de flessen vlogen over de toonbank. Deze morgen wakker gemaakt met Gregoriaanse gezangen of hoe je dit ook wil noemen; de eersten waren al aan het vertrekken terwijl ik eerst in de stad ging ontbijten. Vertrokken om 8 uur bij een koude temperatuur van 15 graden met goede moed in de schoenen. Was het gisteren over het algemeen de camino-wandelpaden (sanderos) om te fietsen bij gebrek aan iets anders, dan was het vandaag het merendeel van de carreterras, de verharde wegen, iets wat voor vandaag mijn totaalafstand zo groot maakte.
    In Santo Domingo de la Calzado is een prachtig museum met in de kerk dan in het Frans te zeggen: le miracle du cocq et de la poule. Dan op een terras wat gegeten: "chorizo y un bocadillo con jamon y berenjeras" (lichtjes opgewarmd).
    Ik verlaat de streek van Rioja om te rijden in la region Burgos y León, la tierra del Cid. Na 14.00 uur begint de temperatuur te stijgen naar boven de 30 graden. Was al goed bezig met de beklimming van de "Alto de Valbuena" 1162 m, de hoogste tot op vandaag.
    In Belorado zag ik in het Klooster van Santa Clara een "pandjes-deur" net zoals die in het archief van Kortrijk, oeps, weer genealogie... Ook in Belorado wat gesproken met een ouder koppel uit Brazilie en twee jonge "knechtemeisjes" uit Zuid-Korea. Ze verklaarden dat de Noord-Koreanen niet weg kunnen uit hun land...
    Onderweg nog gestopt in een "praatcafe" waar iedereen, denk ik toch, boos was op elkaar: geen woord werd gezegd...breek de stilte.., heb er zelfs voor eeuwige herinnering daar een foto van gemaakt.
    Route via Nájera, Azofra, Ciruena, Santo Domingo de la Calzada, Grañon, Viloria de Rioja, Belorado, Tosantos, Espinosa del Camino, Montes de Oca, Valbuena, San Juan de Ortega, Atapuerca, Matagrande, Villafria, Burgos.
    En zo ben ik aan het einde van mijn verhaal vandaag. Groetjes uit het zeer warme Burgos.

    Santo Domingo de la Calzada is een gemeente in de Spaanse provincie La Rioja in de regio La Rioja met een oppervlakte van 40 km². Santo Domingo de la Calzada heeft 6.780 inwoners (2009).De stad is bekend door de kathedraal waarin een kip en een haan worden gehouden. Dit houdt verband met de volgende legende: In de veertiende eeuw was een Duits echtpaar met hun 18-jarige zoon op pelgrimstocht naar Compostela. Tijdens de overnachting in Santo Domingo probeerde een meisje de zoon te verleiden, maar de jongen ging daar niet op in. Het meisje beschuldigde toen de jongen van diefstal. Hij werd veroordeeld en opgehangen. De bedroefde ouders vervolgden hun weg. Op de terugreis constateerden ze dat hun zoon levend aan de galg hing. Ze gingen naar de rechter, die op dat moment net aan tafel zat. "Die jongen is net zo levend als deze gebraden kip!" zei de rechter. Het vervolg laat zich raden: de kip kwam tot leven en de rechter gaf de jongen aan zijn ouders terug.

    Burgos is een stad in de Spaanse autonome regio Castilië en León. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Burgos. De stad ligt op een hoogte van 860 m en aan de rivier de Arlanzon. Acht bruggen verbinden de stad. Het is een regionaal handels- en verkeerscentrum. Rond het jaar 1000 wordt Burgos gesticht en wordt later de hoofdstad van Castilië. In 1200 wordt de eerste brug over de Arlazon gelegd ten behoeve van de pelgrims naar Santiago de Compostella. Kort daarop wordt er begonnen met de bouw van de kathedraal. Het monopolie voor de wolexport verwerft de stad in 1494. In 1495 ontvangen de koningen Ferdinand en Isabella Columbus in de Casa del Cordon na zijn tweede ontdekkingsreis. In 1808 lopen napoleontische troepen Burgos onder de voet. Vijf jaar later veroveren de Britten onder Wellington de stad. In 1936 vestigt Franco zijn voorlopige regering in Burgos. Santa Mariakathedraal: de gotische kathedraal is drieschepig, heeft dwarspanden, veel kapellen en een zware vieringtoren uit de 16de eeuw. Er steken acht rijk versierde torentjes boven uit. De monumentale westgevel heeft twee klokkentorens met opengewerkte spitsen met zaagvormig profiel. Aan de noordzijde bevindt zich de escalada dorada of gouden trap uit de renaissancetijd. Het portaal van de Sarmental (rechter kruisbeuk, kloosterhof ligt er tegen aan) is goed bewaard. Het beeldhouwwerk in de timpaan is zeer realistisch. Jezus onderricht er de evangelisten en de apostelen. Via een lange trap tussen sacristie en kloostergang komt men er. In de kathedraal zijn veel kunstwerken, grafmonumenten, o. a. van “Le Cid”, retabels (achterstuk van een altaar, meestal gebeeldhouwd of beschilderd) en een fraaie koorstoel. De kapel del Condestabele is achthoekig, heeft acht kleine spitse torens en een rijke wandversiering. Het grafmonument van El Cid Campeador, de bekendste zoon van Burgos, en Dona Jimena bevindt zich onder het koepelgewelf. De hekken tussen transept en koor bestaan uit prachtig smeedwerk. De notenhouten stoelen van de koorbanken zijn alle verschillend en zijn voorzien van palmhouten inlegwerk.

    Hasta mañana

    30-06-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    29-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Los Arcos - Logroño - Nájera
    Deze morgen vertrokken om 8 uur, en, het was toen al fris, eergisteren 38 graden, gisteren 28 en vandaag 18 graden; vest, arm- en beenstukken waren vandaag geen luxe. Af en toe wat motregen.
    Gereden langs Torres del Rio, Ermita de la Virgen del Payo, Viana, Virgen de las Cuevas, Logroño (= comudidad van de Rioja, met zijn wijnen), Navarrete (en niet Nazareth), Ventosa, Alto van San Anton met zijn 715 meter, Alesón, om aan te komen in Nájera, met een mooie verwelkoming als je het zo mag noemen: "fiestas de los jóvenes" vandaag. Ik ben zowaar gewaarschuwd om geen kamer te huren in de binnenstad, waar vooral de jeugd met veel muziek, dans en drank rondloopt, want het feestje zou wel de hele nacht kunnen duren. De oplossing: slapen in het logement van de albergue met zijn slaapzaal van 60 bedden, ja ik voel me terug in de tijd van het internaat van de school in Ronse. Alle nationaliteiten zijn hier te zien en ook allerlei taaltjes te horen, ben benieuwd hoe ik deze nacht, nu als een echte peregrino doormaak...
    En de vorm: die verbetert nog...
    En tot slot stel ik hier vast  "In hun natuur zijn alle mensen gelijk; het zijn hun gewoonten die de verschillen maken."

    Logroño is een stad in de Spaanse provincie La Rioja in de regio La Rioja met een oppervlakte van 80 km². In 2001 telde Logroño 133.058 inwoners.Logroño is ook de oude naam voor de provincie La Rioja.

    Nájera (Baskisch: Naiara) is een gemeente in de Spaanse provincie La Rioja in de regio La Rioja met een oppervlakte van 37 km². Nájera telt 8.474 inwoners (2009).In de Romeinse tijd was Tritium de naam van de stad. In 923 veroverde Ordoño II van León Nájera voor zijn bondgenoot Sancho I van Navarra op de moslims. Deze oude stad, die door het Koningspaar van Navarra begunstigd werd, ligt tussen Estella en Viana en wordt doorkruist door de rivier de Odrón. Het is een onbetwistbare mijlpaal op de Camino de Santiago, waar overal een versmelting tussen geschiedenis, kunst, folklore en gastronomie heeft plaatsgevonden. De Jakobsroute loopt door de hoofdstraat, waaraan hospitia en adellijke gebouwen staan, die ons laten zien hoe Los Arcos floreerde dankzij de bevoorrechte ligging als kruispunt van wegen en het constante komen en gaan van pelgrims. De bebouwde kom heeft een middeleeuws ontwerp, met lange, parallel lopende straten en werd destijds door muren omringd, waarvan de materialen in latere constructies opnieuw werden gebruikt. Er zijn twee arcades overgebleven die herinneren aan dat verdedigingswerk: die van de Estanco en die van Castilla, die eruit ziet als een triomfboog. Tenslotte laat de kerk van Santa María een van de meest verrassende voorbeelden van de barok van Navarra zien. Zij is van grote rijkdom en zeer spectaculair. Tussen 14 en 20 augustus worden de dorpsfeesten ter ere van Maria-hemelvaart en die van San Roque gevierd. Stierenrennen en -gevechten , muziek en vuurwerk brengen tijdens die dagen het dorp tot leven. Op de zondag voorafgaande aan de feesten wordt in het dorp de traditionele braderie gehouden.
    Nájera heeft haar bestaan te danken aan een wonder: koning Garcia el de Nájera van Navarra was in 1052 in het dal van de Najerilla op jacht naar patrijzen. In navolging op de Arabieren maakte hij hiervoor gebruik van valken. Een patrijs en een valk verdwenen in een grot in de steile rotsen aan de oever van de Najerilla. De koning ging er achteraan en ontdekte dat beide vogels vreedzaam aan de voet van een madonnabeeld zaten. Het klooster Santa María la Real, dat de koning na dit wonder stichtte, bestaat nog steeds.Nájera was tot in 1054 de hoofdstad van Navarra, toen van Castilië werd verloren in de Slag bij Atapuerca.

    29-06-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    28-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Puenta la Reina - Lizarra/Estella - Los Arcos
    Gisteravond gegeten met twee Amerikaanse jonge pastoors en in hun traditionele habijt: onze paus zou zich daar ook goed bij gevoeld hebben.

    Om 8.30 deze morgen toch vertrokken vanuit Puenta la Reina; bergsken van 604 m opgereden en verder naar Eirauque met zijn zeer mooie vergezichten. Dan naar Lizarra-Estella voor een kort middagmaal. Aldaar ook 2 binnenbanden aangekocht, want mijn kennis van bandenstoppen is zowaar gekend.

    In Los Arcos toegekomen rond 15.00 uur, logement in een Albergue "la abuela" (= grootmoeder) in het stadje hier en op een zolderkamer. Doet me herinneren aan mijn jeugd in Nazareth: Claudine, mijn zus, kreeg de kamer naast de ouders, terwijl ik de zolderkamer kreeg. Kan ook zijn dat het meisje om veiligheidredenen de kamer naast die van de ouders kreeg.

    Nog opgemerkt onderweg dat we in de streek van "la Rioja" komen aan de hand van de wijnvelden. Een beetje reiscompagnie gehad van "los Barcelonesas", een jong koppel uit Barcelona. Ook het Klooster van Iratxe/Irache gezien.
    Route via Puente la Reina, Cirauqui, Lorca, Villatuerta, San Miguel, Lizara/Estella, Monasterio de Irache, Igúzquiza, Villamayor de Monjardin, Ermita de San Sebastian, Los Arcos. 

    Cirauqui.
    Bovenop een heuveltje, aan de Jakobsroute tussen Puente la Reina en Estella, ligt deze gemeente met een middeleeuws stadsplan. Grote huizen van bewerkte stukken steen met blazoenen, waarin de naam van de eigenaar en het bouwjaar zijn gebeiteld, staan in een rij aan weerszijden van de radiale en concentrische keistraatjes. Het dorp is opgesteld rondom de kerk van San Román, een gotisch gebouw met spitsboogportaal en meerlobbige bogengalerij, die ondanks de vele verbouwingen, nog steeds het uiterlijk van een fort heeft. Als u het tracé van de Camino de Santiago volgt, dan verlaat u Cirauqui via de Romeinse heerweg, waarvan stoepen en plaveisel bewaard zijn gebleven, en een eveneens Romeinse brug, waarvan de bovenkant in 1702 is verbouwd.

    Estella
    Aan de rivier de Ega, werd omstreeks 1019 door de Koning van Navarra gesticht om de economie een impuls te geven. Als kolonisten werden Fransen aangetrokken. Aanvankelijk mochten er zelfs geen mensen wonen die uit Navarra afkomstig waren. De koningen van Navarra hebben er ook een paleis gebouwd. De romaanse siergevel van dat paleis is beroemd vanwege de kapitelen op de arcaden waarop scènes uit het Roelandslied staan afgebeeld. In een streek tussen het bergland en de Ribera, halverwege Pamplona en Logroño, ligt Estella, een monumentale stad die is ontstaan in het licht van de Camino de Santiago. In de vijftiende eeuw stond zij bekend als "Estella la bella" (Estella de schone) en tegenwoordig doet zij deze spreuk nog steeds eer aan: het is een romaanse stad die paleizen, herenhuizen, kerken, kloosters, bruggen en mooie gebouwen herbergt, waardoor zij de bijnaam "Toledo van het noorden" heeft gekregen. De stad, met 13.000 inwoners, zal verbazen door de bruisende handelsactiviteit en de donderdagmarkt, haar voorliefde voor muziek en theater en een overheerlijke gastronomie. Tijdens uw wandeling zult u pelgrims tegenkomen, alsook bezoekers die gekomen zijn om de oude straatjes van de vrije burgers en joden te bekijken. U kunt zelf vaststellen dat de zin die Aymeric Picaud in de elfde eeuw uitsprak nog steeds op waarheid berust: "Estella is de stad van het goede brood, de uitstekende wijn, veel vlees en vis en van alle vormen van geluk". In het midden van de zogenaamde Merindad, het bestuurlijke district van Estella ligt, te midden van een kring van lage heuvels die haar tegen de wind beschermen, deze gezellige en hartelijke stad, die de bezoeker zowel geschiedenis als kunst biedt, evenals veel mogelijkheden om te winkelen, een uitstekende gastronomie, een gevarieerd cultureel programma en interessante tradities. De invloed van de Camino de Santiago en van de jodenbuurt - na de jodenwijken van Tudela en Pamplona de belangrijkste van Navarra -, is in de hele stad merkbaar. De stad is gesticht in het jaar 1090 door Sancho Ramírez en beleefde haar bloeiperiode in de twaalfde en dertiende eeuw. Uit die tijd stamt het paleis van de Koningen van Navarra, een van de weinige in Spanje overgebleven voorbeelden van de niet-kerkelijke architectuur uit die tijd. Daarbinnen is het Museum Gustavo de Maeztu ondergebracht. Het paleis ligt aan het Plaza San Martín, waar u nog steeds uit de zestiende-eeuwse fontein Fuente de los Chorros kunt drinken alvorens uw bezoek voort te zetten. De brug van San Martín of van de Azucarero (suikerpot), de brug van La Cárcel (Gevangenis), de huidige rechtbank, en de middeleeuwse brug van Castilië zijn andere voorbeelden van de civiele architectuur van de stad. De plaats waar de bewoners bij elkaar komen is het Plaza de los Fueros, omringd door prachtige gebouwen waaronder twee paleizen uit de achttiende eeuw. Het andere grote plein is dat van Santiago, waar op donderdagochtend de bekende markt wordt gehouden. Het is de moeite waard om rustig door Estella te wandelen; op uw route zult u fraaie herenhuizen en boerenhoeven ontdekken, zoals het paleis van de familie Eguía (16de eeuw), het landhuis van de familie Ruiz de Alda (17de eeuw), het huis van Fray Diego de Estella, een paleis uit de zestiende eeuw in platereske stijl, het Gouverneurspaleis (17 de eeuw) en oude gotische bogen die toegang gaven tot winkels en pelgrimsverblijven. Loop ook vooral door de Calle Mayor, met de geblazoeneerde gebouwen en een barok paleis uit de achttiende eeuw op nummer 4, het Stationsgebouw (1927) en het paleis van Luquin (17de eeuw). Van de religieuze gebouwen zijn de ruïnes van de middeleeuwse kerk van San Pedro de Lizarra interessant: let op de romaanse gedenkzuil die er aan de zuidkant tegenaan gezet is. De kerk van San Pedro de la Rúa, in laat-romaanse stijl heeft een voorgevel uit de dertiende eeuw en een kloostergang uit de twaalfde eeuw. In de kerk van San Miguel (12de-14de eeuw), valt de mooie zuilengang met reliëfs op. Sta even stil voor de prachtige voorgevel uit de veertiende eeuw van de kerk van Santo Sepulcro, de deuren van de kerk San Juan Bautista, de oude synagoge en de huidige kerk van Santa María Jus del Castillo, de kerk van Nuestra Señora de Rocamador en de basiliek van Nuestra Señora del Puy. Ook interessant zijn de kloosters van Recoletas, Santo Domingo, Santa Clara, en San Benito, die omgebouwd is tot bioscoopcomplex. U kunt tevens lange wandelingen maken door het Los Llanos-park, dat door de rivier de Ega wordt omringd. Vervolgens kunt u een frisse duik nemen in Agua Salada, een natuurzwembad met geneeskrachtige werkingen, gelegen aan een van de rivieroevers. Op 24 mei worden in Estella de feesten ter ere van haar geliefde Virgen del Puy gevierd. Als u eind juli in de stad bent, zult u haar aantreffen in de sfeer van de Middeleeuwen, om de Middeleeuwse Week te vieren. Op de vrijdag die voorafgaat aan de eerste zondag van augustus gaan de geanimeerde feesten ter ere van de beschermheilige van start. De tweede helft van september kunt u naar de Week van de Oude Muziek gaan en rond de 30ste van die maand wordt de veemarkt van San Andrés gehouden. En als u iets lekkers mee naar huis wilt nemen, koop dan bijvoorbeeld conchas del camino (Pelgrimsschelpen) alpargatas (bladerdeeggebak), rocas del Puy, Tarta de Santiago, sanchicos (gevulde bonbons), kaas met oorsprongsbenaming Idiazabal en wijn uit de nabijgelegen bodega's, die u bovendien kunt bezoeken. In de stad Estella, een opvallende enclave van de Camino de Santiago in de Middenzone van Navarra, staan vele kerkelijke gebouwen die zijn gebouwd tijdens de culturele en economische bloeiperiode van de twaalfde eeuw. Een daarvan, de kerk van Santo Sepulcro (Heilige Graf), bleef onafgerond. Het wordt thans aan de verbeelding van de bezoeker overgelaten om in gedachten terug te gaan naar de Middeleeuwen en dat gebouw te reconstrueren. Het verrassende portaal is een van de beste voorbeelden van de gotische beeldhouwkunst van Navarra. Boven de poort beitelden ijverige beeldhouwers zorgvuldig de apostelen uit en beeldden op originele wijze verschillende gebeurtenissen uit het leven van Jezus uit. De kerk van Santo Sepulcro of van het Heilige Graf ligt aan de rivier, aan het eind van de Calle Curtidores de Estella, voormalige pelgrimsweg. De kerk is sinds 1881 gesloten en hoewel men er niet naar binnen kan, trekt het prachtige portaal talrijke bezoekers. In de twaalfde eeuw werd begonnen met de bouw van de kerk. De bouwwerkzaamheden werden echter in de veertiende eeuw onderbroken, waarmee het ambitieuze oorspronkelijke project dat een drieschepige kerk, vergelijkbaar met die van San Pedro de la Rúa, San Juan of San Miguel, die aan het eind van het tijdperk van de romaanse stijl in Estella werden gebouwd, onafgerond bleef. De Santo Sepulcro bevat een combinatie van architectonische elementen uit verschillende periodes. De abside van het schip aan de evangeliezijde is romaans en dateert uit het eind van de twaalfde eeuw. In de veertiende eeuw werd door middel van vijfhoekige altaars begonnen met de bouw van de bruggenhoofden van het middenschip en van het schip aan de epistelzijde. Met name grondvorm en de afdekking van het schip aan de epistelzijde zijn nooit afgemaakt. Het enige afgeronde schip was dat van de evangeliezijde. Het heeft een gotische gevel uit het eind van de dertiende eeuw met kenmerken die horen bij de eerste helft van de veertiende eeuw. Hierin valt het grote portaal op, het mooiste deel van de kerk en een van de beste voorbeelden van de gotische beeldhouwkunst van Navarra. Bezichtiging van het portaal Het portaal uit de veertiende eeuw komt uit op de Rúa de los Peregrinos (pelgrimsweg). In het bovenste deel van de gevel speelt de galerij van drielobbige boogjes, waar in de nissen de apostelen zijn te herkennen, de hoofdrol. Het timpaan, dat bestaat uit drie randen, beeldt diverse gebeurtenissen uit het leven van Jezus uit. Op de bovenste rand worden een gekruisigde Christus, omringd door soldaten, Maria en Sint-Jan weergegeven. Aan weerszijden zult u twee dieven ontdekken. De middelste rand toont van links naar rechts drie taferelen. In het eerste worden de drie Maria's bij het graf van Jezus uitgebeeld met daarboven een engel, aan wiens voeten drie soldaten liggen te slapen. Het middelste tafereel laat de hellevaart van Jezus zien, voorgesteld door middel van de bek van een draak waaruit vier zielen opdoemen die door twee duivels worden bewaakt. In het derde tafereel is de verschijning van Jezus aan Maria Magdalena waar te nemen. De onderste rand beeldt het Laatste Avondmaal uit, gekenmerkt door de nauwgezette symmetrie van de personages en de bijzondere ontregelde perspectief van de tafel, waardoor de toeschouwer het serviesgoed kan waarnemen. Op de bovendorpel zijn de borstbeelden van twee joden te herkennen. Tenslotte vertoont de deur een spitsboog die uitloopt in twaalf archivolten met rijkelijk versierde kapitelen die op pilaartjes steunen. Aan weerszijden staan twee beelden met een ronde gestalte: Sint-Jakob, met een pelgrimskleed, en Sint-Maarten van Tours, gekleed als bisschop en in een houding die erop duidt dat hij aan het zegenen is. Vanaf de kerk van Santo Sepulcro kunt u een bezoek brengen aan andere bezienswaardigheden in Estella, zoals het klooster van Santo Domingo, de kerk van Santa María Jus del Castillo, de Cárcel-brug, de kerk van San Pedro de la Rúa en het romaanse Paleis van de Koningen van Navarra.
    Estella (Spaans) of Lizarra (Baskisch) is een gemeente in de Spaanse provincie en regio Navarra met een oppervlakte van 15,45 km². Estella telt 14.238 inwoners (2009).

    Klooster van Iratxe.
    Gastenverblijf voor pelgrims, universiteit, hospitaal ten tijde van oorlog, kloosterschool en in de toekomst een parador. Dit zijn de verschillende functies die het klooster van Iratxe in de loop van de geschiedenis heeft gehad en waardoor het is uitgegroeid tot een van de belangrijkste monumenten van Navarra. Dankzij de ligging aan de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, in de buurt van Estella, wordt dit klooster veel bezocht door pelgrims en vrienden van de Jakobsroute, die u zult tegenkomen tijdens uw bezoek. De benedictijnen begonnen in de tweede helft van de elfde eeuw met de bouw van dit klooster, op een ouder gebouw uit de achtste eeuw. Een bezoek aan de romaanse kerk (12de eeuw), de platereske kloostergang, de toren in de stijl van de Spaanse architect Juan de Herrera en andere tussen de zestiende en negentiende eeuw opgetrokken bijgebouwen, stelt u in staat om de geschiedenis van dit sinds 1985 onbewoonde monumentencomplex te leren kennen. Het klooster van Iratxe, gelegen aan de voet van de Montejurra, in Ayegui, op slechts 2 kilometer afstand van Estella en omgeven door wijngaarden, lijkt op een kolossaal geheel van middeleeuwse, renaissancistische en barokke gebouwen. Het was het eerste gastenverblijf voor pelgrims van Navarra - pas een eeuw later zou het gastenverblijf van Orreaga/Roncesvalles worden gebouwd - en werd in opdracht van de koning García el de Nájera (11de eeuw) opgetrokken. De bloeiperiode van dit klooster viel samen met de jaren waarin San Veremundo (1056-1098) er abt was. Deze kloosteroverste was zo gul voor de armen dat hij onder zijn habijt eten voor hen verstopte. Toen zijn medebroeders hem dit verweten, tilde hij het habijt op en in plaats van brood kwamen er rozen en houtsplinters voor het verwarmen van de bedelaars onder vandaan. Het aan de Heilige Maagd Maria la Real gewijde klooster is altijd bewoond geweest, waardoor het in een zeer goede staat verkeert. De monniken begonnen hun roeping te verliezen en vertrokken in 1985. Sindsdien is het onbewoond. Carmelo, de conciërge die al 35 jaar lang voor het klooster zorgt, vertelt u over de geschiedenis van het complex waar tussen 1569 en 1824 een universiteit was gevestigd. De toegang is gratis en van het hele complex is de romaanse kerk, waarvan de bouw in de twaalfde eeuw werd aangevangen bovenop de resten van een oudere preromaanse kerk, verrassend. Het heeft een grondvorm van een Latijns kruis en drie halfronde apsissen, getuigen van de oorspronkelijke constructie. Van deze absides valt de middelste op vanwege een perfect bewaard gebleven en met dieren versierde kroonlijst. Men krijgt toegang tot de kerk via twee romaanse façades, de Sint-Pietergevel en de hoofdgevel, die met historische taferelen zijn versierd. Het is echter ook interessant om stil te blijven staan bij de Preciosa-deur, die de platereske kloostergang met de kerk verbindt en waar zich de beelden van de Verlosser en van de Maagd Maria bevinden. De sacristie van het klooster (16de eeuw), de kapittelzaal met ribgewelf, en een ruim gebouw uit het begin van de zeventiende eeuw, in de stijl van de architect Juan de Herrera, waarin de Universiteit van Iratxe was gevestigd, zijn andere bijgebouwen die een uitgebreid bezoek waard zijn. In het klooster, dat ook over een nieuwe kloostergang beschikt, worden meer dan 7.000 kunstwerken en etnografische voorwerpen en een collectie rijtuigen die in de gangen van het klooster worden tentoongesteld, bewaard. Eeuwenlang werd hier het beeld van Onze Lieve Vrouwe van Iratxe (12de eeuw), één van de mooiste voorbeelden van de romaanse Mariabeelden uit Navarra, ondergebracht. Het is een houten beeld van een meter hoog, dat op het gezicht en de handen na geheel bedekt is met zilverplaat. Maar wilt u dit beeld bewonderen dan zult u naar de kerk van Dicastillo, circa 10 kilometer ten zuiden van Ayegui, moeten gaan. Het wordt hier al honderd jaar lang bewaard. Naast het klooster bevindt zich een bron waar via de ene pijp water en door de andere wijn opwelt. De bedoeling ervan is de dorst van de pelgrims te lessen en hun tocht aangenamer te maken. De bron is eigendom van de Bodega's Iratxe, die zich naast het klooster bevinden en die aan de hand van een rondleiding kunnen worden bezocht.

    Los Arcos
    Is een gemeente in de Spaanse provincie en regio Navarra met een oppervlakte van 57,67 km². Los Arcos telt 1.277 inwoners (2009).Los Arcos ligt op de St. Jacobs route. De kerk van Santa Maria stamt uit de middeleeuwen. De stad heeft ook nog een aantal oude stadspoorten. Langs de stad stroomt het riviertje de Rio Odron.

    28-06-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    27-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Larrasoaña - Pamplona - Puente la Reina
    Opnieuw zeer warme dag, met nu nog 38 graden op dit eigenste moment.
    Vroeg wakker deze morgen met hanegekraai, met gegarandeerd een prijswinner op een of andere wedstrijd, met als duo wat mussengetsilp. Bij het klaarzetten van de fiets, ja, een lekke band vooraan, dus eerst een vervanging...
    Vertrokken richting Pamplona om 08.30 uur. Richting Plaza de Torros, waar ik nu toch wou weten in welke route die stieren worden gestuurd die richting Plaza de Torros. Iets gewacht aan het toerismebureau voor de stempel, want "el oficio del peregrinos" was maar open vanaf 14.00 uur. Daar heb ik een Argentijn ontmoet, met een kort gesprekje omtrent mijn familie dat destijds naar dat land was geëmigreerd, maar tot hun grote ontsteltenis van armoe terugkwam (genealogie...).
    Op het terrasje op de Plaza de Castillo (hoofdplein) smaakte het pintje natuurlijk. Een cameraploeg van een plaatselijke televisiezender kreeg me, alsook 2 ook zwaargeladen voetgangers in het vizier bij de aankomst aan het terras.
    Op de weg verder was ik wel wat de verkeerde richting uitgegaan, zodat ik de stad (en die is groot) opnieuw door moest. Dan heb ik nog een fietsenwinkel binnengestapt voor nieuwe binnenband aan te schaffen.
    Eens buiten de stad met een omweg (voor minder hoge berg over te geraken) naar het hoogste punt voor vandaag, Puerto de Pardon met 679 m hoogte. Aangekomen op de berg, ja, weeral platte band vooraan; misschien doet de warme temperatuur hier ook iets aan.
    Nu aangekomen op een mooi hotel op 1 km van de stad Puenta la Reina. Ditmaal met Tv en airco. In de receptie van dit hotel mag ik op het internet wat klavieren, vandaar dit berichtje. Vanavond een "menu del peregrino" gererveerd  voor slechts 11 euro, met driegangenmenu, en morgenvroeg uiteraard het ontbijt. De fiets staat gestald in de ondergrondse parkeergararge.
    Route via: Larasaoña, Zalbadika, Burlata, Pamplona, Zizur Mayor, Paternáin, Astráin, Puerto del Pardón, Legarda, Obano, Puente la Reina.

    Pamplona
    (Baskisch: Iruñea volgens Euskaltzaindia, de Koninklijke Academie van de Baskische Taal, en Iruña volgens de gemeente Pamplona zelf) is de hoofdstad van de Spaanse regio Navarra. De stad is aan de rivier de Arga gelegen en telt circa 194.000 inwoners.De stad is vooral bekend door de jaarlijkse stierenrennen tijdens de San Fermín-feesten, ter ere van San Firmín die de co-patroonheilige van de stad is. Deze feesten spelen zich af tussen 6 en 14 juli.

    Het windmolenpark van El Perdón
    Strekt zich uit over een oppervlakte van 46.000 vierkante meter van het gelijknamige gebergte. Dankzij windmolenparken als deze is Navarra een referentie op wereldniveau geworden voor de toepassing van duurzame energiewinning. Het is een uitstekend uitzichtpunt op Pamplona en op heldere dagen kan men zelfs de Pyreneeën, de Moncayo, de Picos de Urbión en het Cantabrisch gebergte zien. Een ander aanbevelenswaardig panorama is het uitzicht dat men 's avonds vanaf de autoweg heeft, wanneer de lampen van de molens als een lange, kronkelende slang het gebergte omsluiten. Het gebied wordt vaak bezocht door wandelaars, fietsers en liefhebbers van parapente. Het Windmolenpark van El Perdón, dat het gewest Cuenca de Pamplona in het zuidoosten afbakent, was het eerste windturbinepark van Navarra. Er staan 40 windgenerators, kolossale windmolens waarvan het silhouet vanaf de hoofdstad van Navarra zichtbaar is, die over een afstand van vier kilometer in een rij op de kam van deze berg (1.037 meter) staan. U bereikt het park via de N-111 of de autoweg van de Camino. Vóór de tunnels van El Perdón moet u afslaan. Naarmate u dichterbij de molens komt lijken ze groter te worden en is het uitzicht spectaculair. Gegevens van de windmolens De meeste windmolens hebben een horizontale asturbine die zich bovenaan de hoge mast bevindt. Ze zijn 40 meter hoog en de wieken hebben een straal van 20 meter. Elke windgenerator weegt 52.500 kilo en heeft een vermogen van 500 kilowatt, waardoor jaarlijks 60 miljoen kilowatt kan worden geproduceerd. De gemiddelde windsnelheid per jaar is hier 8,7 meter per seconde. Wat betreft de ontwikkelingsplannen voor windenergie staat Navarra op de eerste plaats van de Spaanse autonome regio's en neemt het sinds meer dan tien jaar een belangrijke plaats in Europa in. In Navarra functioneren ook andere windmolenparken, zoals dat van Cabanillas, met 50 windturbines, Leitza-Beruete, met 32, of dat van La Guerinda, met 115 windgenerators. Het laatstgenoemde windmolenpark is het grootste van Europa. De benutting van het windpotentiaal betekent op dit moment een derde van het in heel Spanje geïmplanteerd elektrisch potentiaal; vandaag de dag wordt in Navarra in windparken 10% van de elektrische energie die er wordt verbruikt geproduceerd. In het jaar 2010 wil men de 100% bereiken. Heeft u belangstelling voor hernieuwbare energie dan kunt u in het mooie plaatsje Aibar terecht bij een didactische zaal. Uitgebreide informatie hierover kunt u inwinnen bij het VVV-kantoor van Sangüesa. Vrijetijdsbesteding en sport in El Perdón Het gebergte El Perdón beschikt over een picknickplaats die vaak wordt bezocht door de Pamplonesen en van waaruit men een prachtig panoramisch uitzicht over de Cuenca de Pamplona heeft. Ook zijn er vele fietsers en wandelaars die tochten door de omgeving maken en het is gebruikelijk om deltavliegers en parapentes boven het gebergte te zien zweven. Om deze liefhebberij in de praktijk te brengen, wordt gebruik gemaakt van de hier voorkomende luchtstromen. In 1996 werd in het gebergte het "Pelgrimsmonument" geplaatst. Het gaat om een bijzonder geheel van 14 ijzeren beelden op ware grootte die te voet, te paard en op een ezel te bedevaart gaan en uit wier lansen lichtstralen en sterren ontstaan. Bezienswaardigheden In de buurt van het Windmolenpark van El Perdón kunt u een bezoek brengen aan het sierlijke romaanse kerkje van Santa María te Eunate of aan het dorp langs de Jakobsroute Puente la Reina. Hier komen de wegen uit Orreaga/Roncesvalles en Sangüesa samen en steken de mooie middeleeuwse brug waaraan de plaats haar naam dankt over om als één route verder te gaan naar Santiago de Compostela.

    Obanos
    "De Heilige Willem drong zijn zuster, de Heilige Felicia, er woedend voor het laatst op aan om de stad Obanos te verlaten. Toen zij dit weigerde te doen, verviel de hertog van Aquitanië in een driftbui..." Deze regels horen bij het "Mysterie van Obanos", een volkslegende gekoppeld aan de Jakobsroute die om de twee jaar in het dorp wordt opgevoerd. Ontdek de magie van dit oeuvre dat is uitgeroepen tot Feest van Nationaal Toeristisch Belang en geniet van de charme van de civiele en kerkelijke architectuur van het plaatsje door middel van de basiliek van Nuestra Señora de Arnotegui of de kapel van San Salvador, waar omheen diverse theorieën ontstonden in verband met de Camino de Santiago. Het dorp Obanos ligt op een vlakte in de Middenzone van Navarra. De plaats wordt omgeven door niet bevloeide landerijen die worden doorkruist door de Camino de Santiago die uit Jaca komt en verder gaat tot Puente la Reina, waar dit deel van de pelgrimsroute samenvloeit met de weg afkomstig uit Orreaga/Roncesvalles. Kort historisch overzicht Volgens het historische verleden van Obanos was dit een stad van feodale heren. Verschillende kloosterordes bezaten de grond van Obanos: het Klooster van Leyre vanaf de elfde eeuw, dat van Irache vanaf de twaalfde eeuw en de Hospitaalorde van Sint-Jan van Jeruzalem vanaf de dertiende eeuw. In de dertiende eeuw werd het gebruikt als banier in de strijd tegen het misbruik van de Monarchie, aangezien het de zetel was van de Junta de los Infanzones. Deze instelling bracht een groot deel van de adel bijeen ter bestrijding van de excessen van de vorsten. Na de verovering van Navarra door Ferdinand de Katholieke (1512) bleef het stadje deel uitmaken van het gewest Valdizarbe. Wat betreft de Camino de Santiago had Obanos een gasthuis om in de bloeiperiode van de Jakobsroute de pelgrims tegemoet te komen. Tegenwoordig is er een herberg in gevestigd. Architectuur Het dorp Obanos is rondom de pleinen Plaza de San Guillermo en Plaza de los Fueros gebouwd. Het wordt gekenmerkt door de mooie civiele architectuur die de straten vult met grote huizen van steenhouwerswerk of baksteen, sommige met arcades op de bovenverdieping. Een van de belangrijkste gebouwen is Casa Muzqui, uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. Het heeft een overstekende dakrand en een deur in de vorm van een ronde boog met aan weerszijden ramen. Andere bezienswaardige huizen zijn Casa Tximonco, Casa Cildoz of de voormalige Pelgrimsherberg, waar de 1.056 kostuums van het "Mysterie van Obanos" worden bewaard. Wat betreft de kerkelijke architectuur zijn de in neogotische stijl gebouwde kerk van San Juan Bautista, de basiliek van Nuestra Señora de Arnotegui, op ongeveer twee en een halve kilometer van Obanos, en de kapel van San Salvador bezienswaardig. Volgens een aantal theorieën is deze laatste de plek waar de twee aftakkingen van de Franse pelgrimsroute bijeenkwamen. Het Mysterie van Obanos De middeleeuwse legende vertelt ons het verhaal van de pelgrimstocht die een jonge hertog van Aquitanië, de Heilige Willem, samen met zijn zuster de Heilige Felicia naar Santiago maakt. Op haar doortocht door Obanos besluit Felicia om daar te blijven en haar leven te wijden aan het helpen van pelgrims die door deze contreien trekken. De jaloerse en woedende Willem probeert zijn zuster over te halen om daar weg te gaan. Hij slaagt er echter niet in om haar te overtuigen en in een aanval van razernij doodt hij haar. Na de Jakobsroute te hebben voltooid zondert de hertog zich, vol van treurnis en spijt, af in de afgelegen kapel van Arnotegui, waar hij zijn droefenis beweent. Deze geschiedenis werd in 1965 een waar middeleeuws mysteriespel onder leiding van de priester Santos Beguiristáin. Deze dramatische voorstelling met allegorische kenmerken, wordt tegenwoordig eens in de twee jaar in de maand juli opgevoerd op het Plaza de los Fueros. Er spelen meer dan 600 personen in mee. "Het Mysterie van Obanos", zoals het stuk bekend staat, is uitgeroepen tot Feest van Nationaal Toeristisch Belang. Andere bezienswaardigheden Langs de NA-601, tussen Obanos en de kruising richting Adiós, staat de kerk van Santa María de Eunate, een bijzonder romaans gebouw aan de Camino de Santiago. Zij werd in de twaalfde eeuw opgetrokken en is interessant vanwege haar achthoekige vorm en de bijzondere bogengalerij. Op 3,3 kilometer van Obanos ligt Puente la Reina, een van de interessantste plaatsen langs de Jakobsroute op zijn weg door Navarra. Bezienswaardig zijn de herenhuizen, kerken en de gracieuze romaanse brug van dit dorp.


    Puente la Reina
    Eeen middeleeuws stadje en kruispunt van de twee voornaamste vertakkingen van de Camino de Santiago, is een van de belangrijkste enclaves aan de Jakobsroute in Navarra. Het permanente komen en gaan van pelgrims, de schelpen en wandelstaffen maken deel uit van het stadsbeeld. Het is een prachtig voorbeeld van een "straatdorp", gelegen op 24 kilometer van Pamplona. Een wandeling langs de hoofdstraat is een aangename ervaring dankzij de architectonische juwelen die er kunnen worden ontdekt zoals de kerken van El Crucifico, Santiago en San Pedro, en mooie gebouwen vol details met invloeden van de Jakobsroute. Maar de romaanse brug over de rivier de Arga is zonder twijfel het opvallendste bouwwerk. Het is een van de mooiste en statigste romaanse bruggen van de Jakobsroute waarnaar dit nauwelijks 2.500 inwoners tellende stadje is vernoemd ("puente" betekent brug in het Spaans). Dichtbij liggen andere toeristische trekpleisters zoals Eunate, Andelos en de Cerco de Artajona. Puente la Reina ontstond door en voor de Jakobsroute. Tot aan de dag van vandaag wordt het stadje gekenmerkt door de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Het vormt het kruispunt waar de routes samenkomen die afkomstig zijn uit Orreaga/Roncesvalles en uit Somport. Het stadje werd in de twaalfde eeuw door Alfons I de Strijder opgericht en het oorspronkelijke stadsplan is op bewonderenswaardige wijze bewaard gebleven. De opbouw is die van een "straatdorp", een plaats waarvan de huizen langs de hoofdstraat zijn gebouwd en niet rondom een burcht. De hoofdstraat of Rúa Mayor, die uitkomt op de brug, is een hoofdweg en tevens monument. Aan het begin van deze smalle, donkere straat met herenhuizen staat de kerk van El Crucifijo, opgericht door de tempeliers, met twee schepen: een romaanse en een gotische. Bekijk, alvorens de kerk in te lopen, de romaanse voorgevel met een rijke versiering en let op de decoratie van de middelste archivolt, waarvan het hoofdmotief de pelgrimsschelpen zijn. Let binnenin de kerk op een kruisbeeld met een ongewoon houten kruis in Y-vorm, naar men zegt een geschenk van Duitse pelgrims die het tijdens hun bedevaart op de rug hadden gedragen. Als u de Jakobsroute verder via de Rúa Mayor volgt, komt u bij de kerk van Santiago. Van de oorspronkelijke romaanse kerk zijn slechts een aantal buitenmuren en twee mooie portalen bewaard gebleven. De rest van de kerk werd in de zeventiende eeuw gebouwd, behalve het bovenste deel van de toren, die uit de achttiende eeuw dateert. Binnen in springen de veelkleurige beelden van de apostel Sint-Jakob, die "beltza" wordt genoemd vanwege zijn bruine huid, en van Sint-Bartholomeus op. Als u verder loopt komt u bij het fraaie en levendige dorpsplein, het Plaza Mena of Plaza Mayor, met een galerij met arcades uit de achttiende eeuw en mooie gebouwen, zoals het "Casa de los Cubiertos". Nadat u het plein bent overgestoken, komt u bij de derde grote tempel van Puente la Reina, de kerk van San Pedro (14de eeuw) met bezienswaardige retabels. De Rúa Mayor komt uit op de prachtige brug over de rivier de Arga, die in de elfde eeuw werd gebouwd opdat de pelgrims het dorp konden verlaten. Steek de brug over en luister in de stilte naar het stromen van de rivier en maakt u zich een voorstelling van de pelgrims die de brug in de loop van zijn geschiedenis heeft zien passeren. Bekijk daarna, vanaf de oever van de rivier, dit prachtige romaanse bouwwerk met zes halfronde bogen, waarvan de meest oostelijke zich onder de grond bevindt. Oorspronkelijk was de brug voorzien van drie verdedigingstorens. In een van deze torens bevond zich het renaissancistische beeld van de Virgen del Puy, ook wel de heilige maagd van de Txori ('vogel' in het Baskisch) genoemd, die thans in de parochiekerk van San Pedro wordt bewaard. Volgens de legende ging een vogeltje dagelijks naar het beeld, verwijderde de spinnenwebben met zijn vleugels en waste het gezicht met zijn snavel met water dat hij uit de Arga had gehaald. Bezoekt u Puente la Reina tussen 24 en 30 juli dan valt u midden in de drukte van de patroonsfeesten. Kiest u voor het laatste weekend van de maand september, dan stuit u op de viering van de jaarfeesten, waarvan de zogenaamde carreras de layas, een wedstrijd waarin jonge mannen hun behendigheid op oude landwerktuigen laten zien, beroemd zijn. Om het feest 'van binnenuit' mee te maken, dient u ook van de gastronomie te proeven, zoals de rode paprika's en groenten die worden geteeld op de tuinderijen in de omgeving. Puente la Reina is eveneens een vertrekpunt voor excursies naar diverse punten van de Middenzone. Het is mogelijk om een bezoek te brengen aan romaanse juwelen zoals de kerken van Santa María de Eunate en San Miguel in Olcoz, de Romeinse stad Andelos (Mendigorría), de basiliek van San Gregorio Ostiense (Sorlada) of de talrijke bodega's uit de streek waar u wijn kunt kopen.


    hasta luego y saludos, 

    27-06-2011, 00:00 Geschreven door Claude Gekiere


    Archief per week
  • 26/02-03/03 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 15/06-21/06 2009
  • 04/08-10/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Claude heet u welkom op zijn blog!
    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!