Inhoud blog
  • Waardeert de mens de natuur nog wel?
  • De hemel en de eindtijd - Mary K. Baxter
  • De hel - Mary K. Baxter (5)
  • De hel - Mary K. Baxter (4)
  • De hel - Mary K. Baxter (3)
  • De hel - Mary K. Baxter (2)
  • De hel - Mary K. Baxter
  • Facebook blunder
  • Is uw huis beschermd?
  • Een mirakel of gewoon een straffe toer?
  • Mijmeringen
    Zoeken in blog

    Godzoeker

    14-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waardeert de mens de natuur nog wel?

    Vele jaren geleden leefde er in een groot bos een oude bramenplukker. Zijn vader en moeder lagen al een halve eeuw aan de voet van een beuk begraven, maar dat was de bramenplukker al lang vergeten. Hij wist niet eens wat het scheefgezakte kruis eigenlijk wilde zeggen, maar achtte het toch raadzaam, wanneer hij er ‘s nacht langs moest, een omweg te maken. 

    Verder woonde er niemand in het bos en daarom dacht de bramenplukker dat hij alleen was op de wereld. Deze gedachte deed zijn opgewektheid geen schade. Hij zong luidkeels de vrolijkste liedjes, zonder ophouden, behalve ‘s nachts, want dan moest hij slapen - dat is een goede reden. Maar verder, verder was er geen vrolijker mens denkbaar. ‘Zie,’ zei hij dan ‘s morgens, ‘die zilveren parels op de bloemen! Voor wie anders liggen al die diamanten over het gras gestrooid dan voor mij? Wat ben ik rijk!’ En als hij door het woud liep, zuchtte hij: ‘Wat een hoge gewelven, wat een ruime portalen, wat een prachtige zuilen! En dat alles voor één man!’ 

    ‘s Middags lag hij op zijn rug naar de wolken te kijken, die de wonderlijkste figuren voor hem maakten. ‘Zie,’ sprak hij dan, ‘een beer! En daar een winterlandschap! Wie heeft er zo’n zoldering? Ik word er verlegen van!’ Maar ‘s avonds was de bramenplukker het vrolijkst. Dan ging hij onder de laurierboom zitten voor zijn huisje en wachtte gespannen af. Plotseling, als de zon voor het laatst haar purperen stralen over de heuvels wierp, begon ver in het woud een fijne hoge stem te jubelen, zo verrukkelijk mooi en toch zo eindeloos weemoedig, dat de bramenplukker de tranen in de ogen kwamen. ‘Heerlijk, prachtig!’ riep hij dan op het einde uit, ‘dank, dank, onbekende zanger! Wat een muziek! Wat een geluid! Hoe jammer dat ik alleen op de wereld ben!!’ 

    Maar dat was hij niet. Op een avond trok een ontdekkingsreiziger door het woud, duwde de kleine wankele deur open en stond glimlachend voor de bramenplukker. ‘Vriend,’ sprak hij, ‘wat eten en een bed, dat is al. Want ik heb honger en ik ben vermoeid. Versta je me?’ De bramenplukker zat doodsbleek op zijn stoel en zweeg. ‘Komaan,’ hernam de reiziger, ‘hier is een goudstuk. Dat maakt de tong wat losser.’ Nu stond de bramenplukker recht. ‘Wezen,’ sprak hij moeilijk, ‘ik heb uw goud niet nodig. Daarom zweeg ik niet. Mag ik u eens aanraken?’ ‘Ga je gang,’ sprak de reiziger, die een vrolijk man was. En de bramenplukker raakte de reiziger aan. Hij kneep in zijn neus, draaide zijn hoofd naar alle kanten, keek aandachtig in de mond en riep : ‘Net als ik! Net als ik! Alles hetzelfde!’ en hij omhelsde hem. 

    ‘Wat ben jij een onnozelaar,’ lachte de reiziger, zich losmakend, ‘heb je nog nooit een mens gezien?’ ‘Ik ben niet alleen!’ riep de bramenplukker, in de handen klappend, ‘ik ben niet alleen! Precies dezelfde benen!’ en hij danste rond de tafel. ‘Kom,’ hernam de reiziger, ‘ik heb honger. Bedwing je een beetje.’ 

    En hij zette zich aan tafel, nam een bord uit zijn reiszak en zette dit met een veelbetekenende klap voor zich neer. ‘Welnu,’ zei hij, ‘laat eens wat zien.’ ‘Ja, ja!’ riep de bramenplukker, ‘Net als ik! Juist hetzelfde!’ En hij danste naar de provisiekast, haalde brood, worst en ontbijtkoek, en danste met dit alles om de tafel heen, wel driemaal. Toen ging hij zitten, haalde diep adem en zei: ‘Tast toe.’ De reiziger at zwijgend. Bij elke hap die hij deed, riep de bramenplukker verrukt: ‘Net als ik!’ Dat was in het begin wat hinderlijk, maar de reiziger had honger en at glimlachend verder. Daarna keek hij op. Zijn oog viel op het goudstuk, zoals het daar lag, op de rand van de tafel. 

    ‘Vriend,’ sprak hij, ‘waarom wilde je dat goudstuk niet van mij aannemen?’ ‘Ik heb het niet nodig,’ antwoordde de bramenplukker eenvoudig, ‘ik heb diamanten.’ ‘Diamanten?’ herhaalde de reiziger, ‘heb jij diamanten? Hoeveel?’ ‘Precies weet ik het niet,’ sprak de bramenplukker nadenkend, ‘een paar grasvelden vol’ ‘Zeg het nog eens?’ ‘Een paar grasvelden vol,’ herhaalde de bramenplukker. Dit keer was het de reiziger, die doodsbleek op zijn stoel zat. 

    ‘Man,’ riep hij, ‘je bent schatrijk!’ ‘Dat zei ik toch al,’ sprak de bramenplukker, ‘maar dat is niet alles. Ik heb nog andere dingen.’ ‘Noem nog eens wat, kameraad.’ ‘Ja,’ hernam de bramenplukker verlegen, ‘er is zo veel. Er zijn bijvoorbeeld spiegels.’ ‘Spiegels?’ vroeg de reiziger geïnteresseerd. ‘Ja,’ vervolgde de bramenplukker op dezelfde achteloze toon, ‘een paar duizend, ik heb ze nooit geteld. Sommigen zijn zo groot dat je een dag nodig hebt om er omheen te lopen. Ach ja.’ ‘Een dag nodig om er… Vriend, waar liggen al die schatten?’ ‘In mijn huis.’ 

    ‘Dat moet een paleis zijn!’ stamelde de reiziger. ‘Het is ook een paleis,’ antwoordde de bramenplukker glimlachend, ‘ik heb het zelfs nooit helemaal bekeken, daarvoor is het te groot. Er zijn zuilengangen waarvan men het eind niet kan zien. Duizenden slanke kolommen dragen het gewelf. Dat is een lust voor het oog! Af en toe ontmoet men zelfs nog hogere en wijde portalen. Het gewelf is daar niet groen, maar lichtblauw met witte vlekken.’ 

    ‘Mozaïek dus?’ vroeg de reiziger ademloos. ‘Ik weet niet wat u bedoelt,’ sprak de bramenplukker. De reiziger legde het moeilijke woord uit. ‘O, nee!’ hernam de bramenplukker lachend, ‘dat stelt niets voor! Het zou mij vervelen altijd naar hetzelfde te kijken. Nee, hier bewegen de figuren, zij trekken langzaam en statig voorbij, ja, zij vormen de wonderlijkste gedaanten: ijsberen, winterlandschappen, en kabouters met baarden. Zelfs de kleuren veranderen: dan is het diepblauw, dan lichtgrijs, soms beide. Het is heerlijk om te zien; men wordt er nooit moe van!’ 

    ‘Dat is ongelooflijk!’ riep de reiziger, ‘ongelooflijk! En dat alles voor één man. Ben je soms niet eenzaam tussen al die zuilen, galerijen en spiegels?’ 

    ‘O nee!’ sprak de bramenplukker, ‘er is muziek genoeg, van overal en de hele dag door.’ ‘Muziek?’ riep de reiziger, ‘muziek? Kom, bramenplukker, nu maak je me wat wijs.’ ‘Nee, echt niet,’ verzekerde de bramenplukker, ‘de hele dag door en telkens nieuwe liedjes. Maar ‘s avonds worden de solo’s gezongen. Daar heb ik een aparte zanger voor. U moet morgenavond eens luisteren. U blijft toch vannacht hier slapen?’ 

    ‘Nee,’ antwoordde de reiziger, zijn jas aantrekkend, ‘ik ga onmiddellijk door. Ik ben ontdekkingsreiziger. Dit is mijn grootste ontdekking. Ik ga het iedereen vertellen.’ 

    ‘Dat moet u doen,’ sprak de bramenplukker, ‘ik vond het al spijtig dat ik alleen was om ervan te genieten. Maar blijf toch één nachtje! Dan zal ik u morgen alles zelf laten zien en kunt u het nog veel beter vertellen.’ 

    ‘Nee,’ sprak de reiziger, ‘tijd is geld! Ik ga onmiddellijk door. Bedankt voor de ontbijtkoek. Adieu.’ Hij trok de deur achter zich dicht en verdween in de nacht. De bramenplukker snelde naar buiten, maar hij zag niets. ‘Wat jammer,’ mompelde hij, ‘tijd is geld! En hij had zoveel parels mogen hebben als een mens kan dragen. Reiziger, reiziger! Kom terug!’ Maar de reiziger hoorde hem niet. Hij sprong over sloten en heggen, zwom twee rivieren over, trok een donker woud door en was in de stad. 

    ‘Burgemeester,’ zei hij, ‘ik heb iets belangrijks te melden.’ ‘Wel,’ sprak de burgemeester, ‘Ga maar op het stadhuis staan.’ En de reiziger ging op het stadhuis staan. ‘Mensen!’ riep hij, ‘willen jullie graag parels hebben?’ ‘Ja!’ riepen de mensen. ‘En voelt er iemand wat voor spiegels, zo groot als dit marktplein?’ ‘Ja!,’ riepen de mensen, ‘geef ze maar hier!’ ‘En is er hier soms iemand die graag in een paleis wil wonen met groene zuilengangen en plafonds van beweegbaar mozaïek?’ ‘Dat klinkt goed!’ riepen de mensen, ‘waar staat het?’ ‘Kom mee!’ riep de ontdekkingsreiziger, ‘loop achter me aan! We hebben geen tijd te verliezen!’ 

    En zij trokken een donker woud door, zwommen twee rivieren over, sprongen over sloten en heggen, en waren bij de bramenplukker. ‘Bramenplukker!’ riep de reiziger, ‘hier zijn we!’ ‘Wat aardig!’ riep de bramenplukker, ‘u laat er geen gras over groeien, moet ik zeggen. Hemeltje lief, wat hebt u daar veel mensen bij u! Het zijn er wel een paar duizend! Wat nu?’ ‘Wij komen de parels halen,’ sprak de burgemeester, naar voren tredend, ‘en wij gaan in het paleis wonen waar de zoldering van beweegbaar mozaïek is en de zuilen van groen smaragd. Wij komen luisteren naar de muziek en de spiegels moeten we ook hebben.’ ‘Wel, dat is heerlijk!’ riep de bramenplukker, hem omhelzend, ‘ik ben zo blij dat jullie het ook waarderen! Dat jullie inzien hoe mooi dat alles is! Welkom, welkom! Ontbijtkoek heb ik niet zoveel, maar wel goed brood en fris water.’ 

    ‘Wij moeten geen ontbijtkoek,’ sprak de burgemeester langzaam, ‘wij willen parels.’ ‘Die krijgen jullie!’ riep de bramenplukker, ‘zoveel als je kunt dragen. Wacht tot morgen!’ ‘Kan het niet vanavond?’ vroeg de burgemeester bezorgd, ‘tijd is geld!’ ‘Nee,’ hernam de bramenplukker hoofdschuddend, ‘nu is het donker. En in het donker ziet men de parels niet. Maar morgenvroeg zult u eens wat zien! Gaan jullie nu wat slapen, we hebben alle tijd.’ ‘Goed,’ sprak de burgemeester, ‘slapen, mannen! We hebben alle tijd!’ 

    De volgende morgen lagen de velden glinsterend en flikkerend onder de rode hemel; aan elke grashalm, ook de kleinste, hingen prachtige, zilveren diamanten, en toen de zon opging, veranderden deze in topazen, smaragden en blauwe saffieren, stralend van licht, fonkelend van zuiverheid, schitterender dan aardse juwelen. En daartussen stonden de mensen en spraken over de parels die zouden gevonden worden. Hele grasvelden vol. Nu nog wachten op de bramenplukker die moest wakker worden. Zij hielden allen de ogen gevestigd op de kleine deur. 

    Eindelijk ging ze open. De bramenplukker kwam naar buiten en keek over de velden; zijn ogen stonden vol tranen. ‘Jullie treffen het wel,’ sprak hij zachtjes. ‘Wat zegt ie?’ mompelde de burgemeester. ‘Ik zeg: jullie treffen het wel,’ hernam de bramenplukker glimlachend, ‘zoveel parels liggen er anders nooit.’ ‘Ik zie geen parels,’ sprak de burgemeester. ‘Zien jullie geen parels?’ vroeg de bramenplukker verbaasd. ‘Wij zien niets,’ riepen de mensen, ‘wij zien helemaal niets.’ 


    De bramenplukker sloeg de handen in elkaar. ‘Wat hebben jullie slechte ogen!’ riep hij uit, ‘kijk om je heen! Zie je het niet?’ ‘Dat is dauw,’ sprak de burgemeester boos. ‘Dat… dat wist ik niet,’ stamelde de bramenplukker, ‘ik dacht…’ ‘Waar zijn de zuilengangen?’ vroeg de burgemeester kort. ‘Daar,’ fluisterde de bramenplukker. ‘Dat zijn bomen,’ antwoordde de burgemeester, waar is het mozaïek?’ ‘Daar,’ sprak de bramenplukker. De burgemeester keek omhoog naar de purperen hemel. ‘Dat is lucht,’ zei hij, ‘gewoon lucht.’’ Waar zijn de spiegels?’ De bramenplukker wees in de verte. ‘Dat zijn vijvers,’ sprak de burgemeester, Waar is de muziek?’ De bramenplukker stak de wijsvinger op; de burgemeester luisterde. Toen richtte hij zich op en sprak met een bittere glimlach: ‘Dat is een nachtegaal, onnozele! Een simpele nachtegaal! Wij zijn bedrogen.’ ‘Wij zijn bedrogen’ schreeuwden de mensen, ‘wij zijn bedrogen!’ ‘Maar ik heb toch precies verteld zoals het is!’ riep de bramenplukker, ‘ik heb toch precies…’ ‘Hang hem op!’ riepen de mensen, ‘hang hem toch op!’ 


    Toen ‘s avonds de nachtegaal zijn trillend lied begon, was er niemand om te luisteren. Want de bramenplukker hing juist een tak lager, dood.

     

    Godfried Bomans



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 09/04-15/04 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Godzoeker, God laat Zich vinden !
    Mijn favorieten
  • levend geloof 9
  • levend geloof 8
  • legioen


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!