Halle zonder Zenne
over grote en kleine geschiedenissen van belangrijke en minder-belangrijke 'levens' in een dorp dat zich stad mag én wil noemen
30-12-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (1ste deel)

xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />[voetnoten en illustraties; zie 3de deel] 

     
      of een poging om Wahrheit und Dichtung rond de peintre maudit*** te ontwarren



 

Na mijn voordracht voor “UPV, kern Halle (Zennevallei)” over Louis Thevenet boven café “’t Klein Stadhuis” op de Grote Markt te Halle op 13 september 2008 [1] vroeg Raymond Clement, voorzitter van de “KG&OKH”, me om een bijdrage voor “Hallensia” over de ‘Brabantse fauvist’ Thevenet die jaren in Halle gewoond heeft, te schrijven. Ik aanvaardde.

 

Ik had me er snel kunnen van afmaken door mijn bijdrage die in 2007 verschenen is in het “Nationaal Biografisch Woordenboek” [2], letterlijk over te maken of lichtjes aangepast in te zenden. Dat zou echter van weinig eerbied voor de doorwinterde lezer die me zou kunnen doorzien hebben, en de redactie van die tijdschrift getuigen. Daarom besloot ik om me in mijn zoveelste bijdrage over Thevenet [3] te beperken tot zijn verblijf in Halle van 1916 tot 1930 en een aantal misverstanden die door de jaren spjtig genoeg gemeengoed geworden zijn, te proberen te verhelpen.  

Toch zou het onlogisch geweest zijn om Thevenet’s levensloop niet beknopt te schetsen. Volgende tekst zou, hoewel hij veel te kort en dan ook onvolledig is en de schilder onrecht aandoet, in een encyclopedie over kunstenaars kunnen staan: “Louis François Joseph Marie Thevenet werd op 12 februari 1874 te Brugge geboren. In 1876 kwam hij met zijn ouders in Brussel wonen. Tot 1916 woonde hij op verschillende plaatsen in wat nu het Brussels Gewest is, en de er in het zuiden aan grenzende gemeentes Beersel, Drogenbos en Linkebeek. In 1908 huwde hij te Beersel met Emma Tevels. In 1912 ‘adopteerden’ ze Jeanneke Mommaerts toen ze nauwelijks enkele dagen oud was. In 1916 verhuisde Thevenet naar Halle waar hij tot zijn dood in 1930 bleef wonen. Hij stierf er op 16 augustus en werd op 19 augustus op het kerkhof begraven. Zijn graf bestaat niet meer. Hij was kunstschilder. Hij wordt meestal bij de Brabantse fauvisten ondergebracht hoewel hij eerder een neo- of laat-impressionist moet genoemd worden. In 1913, 1914, 1916, 1923 en 1925 stelde hij individueel tentoon, steeds in Brussel.” 

 

Ik heb het in titel en tekst 5 keer over Thevenet gehad. In “Retrospectieve Louis Thévenet” [4], een publicatie verschenen naar aanleiding van de laatste Thevenet-tentoonstelling in Halle in 1990, hebben de 4 schrijvers van bijdragen het over Thévenet. Ze hebben de meest-voorkomende schrijfwijze van de naam, Thévenet met een accent aigu op de eerste -e, gebruikt, zoals men in de meeste gevallen niet alleen in bijdragen van Hallenaars, maar ook in die van kunstcritici leest. Ze bevinden zich allen in ‘goed’ gezelschap: zelfs René Lyr heeft het in zijn en de enige tot nu toe gepubliceerde biografie over de kunstenaar over “Mon ami Louis Thévenet” [5] gehad. Ten onrechte echter.

Het moet immers Thevenet zijn. Argumenten zijn er genoeg. Ik verwijs naar officiële documenten die ik heb kunnen inkijken (zijn in het Nederlands gestelde geboorte-akte, inschrijvingen in bevolkingsregisters en de successie-aangifte), en door hem ondertekende brieven die zich onder meer in het archief van het Museum voor Schone Kunsten te Brussel bevinden. In het lokale parochieblad konden de Hallenaars op 24 augustus 1930 lezen dat In de Heer ontslapen was Lodewijk (sic) Thevenet, 56 j., Hendrik-Consciencestr. [6].

Hoe komt het dan dat de overgrote meerderheid het over Thévenet heeft? De fout ligt bij de reeds aangehaalde Lyr die het in al zijn publicaties consequent, maar constant verkeerd over Thévenet gehad heeft. Een gewone slip of the tongue of een uitschuiver van de pen?!

Toch niet. Veel erger. Thévenet is een ‘uitvinding’ van Lyr, meer zelfs, een bewust verkeerd schrijven van de naam. Ik citeer Gabriëlla Van Der Eeckt die geschreven heeft dat Lyr het steeds over Thévenet gehad heeft omdat dat Franser en welluidender klonk, zo vond René Lyr. Dit laatste heeft Claude, Renés zoon, mij persoonlijk bevestigd toen ik hem die vraag stelde tijdens het gesprek dat ik bij hem thuis met hem had. Van Der Eeckt heeft eraan toegevoegd dat De kunstenaar zelf (…) die schrijfwijze nooit overgenomen heeft, noch als signatuur op zijn schilderijen, noch als handtekening op officiële documenten of brieven. [7]. Ik trek hieruit 2 besluiten: er is sprake van bewuste (kunst)geschiedenisvervalsing door Lyr, ingegeven door een misplaatste francofone reflex, en de meeste ‘critici’ hebben blijkbaar kritiekloos overgenomen.

Die verkeerde schrijfwijze leeft nog steeds voort, zelfs bij officiële instanties. De www.vlaamsekunstcollectie.be, een initiatief van Vlaamse Gemeenschap, heeft het over 5 werken van Louis Thévenet [8]. Toen ik dit aankaartte, deelde men me mee dat men zich gebaseerd heeft op www.rkd.nl. Inderdaad, je begrijpt mijn verwondering! Vlaanderen baseert zich voor gegevens over ‘haar’ kunstenaars op een website van de Nederlandse overheid waarop ik las dat Thévenet, Louis de broer was van Pierre Thevenet. Verwonderd het u dat mijn verbazing toenam?! Mensen met andere familienamen blijken familie te zijn. Ik moest me echter niet ongerust maken. www.vlaamsekunstcollectie.be zou mijn argumentatie voorleggen aan  www.rkd.nl en me op de hoogte houden. Toen ik echter geen nieuws ontving van www.vlaamsekunstcollectie.be, heb ik het probleem dan maar zelf bij www.rkd.nl aangekaart. Op 25 juni 2008 liet www.rkd.nl me weten dat Uw informatie - volkomen overtuigend - is verwerkt, met bronvermelding. En  www.vlaamsekunstcollectie.be? Geloof het of niet, maar op 21 juli 2008 kreeg ik volgend bericht: Het klinkt misschien absurd in uw oren, maar ik kan de afgelopen maanden geen wijzigingen aanbrengen. Geloof maar dat mijn oren getuit hebben. Ze tuiten overigens nog steeds. Moet ik besluiten dat Vlaanderen geen belang stelt in haar cultuur en kunstenaars en/of dat er op www.vlaamsekunstcollectie.be onbevoegden werken? Ik hoed me om conclusies te trekken.

 

Herinneren zaken in Halle aan Thevenet? Ik heb sporen gevonden en ik beperk me tot die zaken die de gewone Hallenaar zonder moeite kan ‘ervaren’.

Ik heb slechts één direct, dus toendertijds, spoor gevonden: zijn vroegere huis op de Hendrik Consciencestraat 58, vroeger 41, waar hij van 1927 tot 1930 woonde.

Er zijn enkele indirecte sporen, dus van na zijn dood.

Tegen de gevel van vermelde woning is een gedenkplaat van Staf Colruyt aangebracht met vermelding van de eerste letter van de voornaam, de familienaam en geboorte- en overlijdensdatum. Er wordt echter niet vermeld dat hij schilder was.

De Thévenetlaan [9] ligt aan de rand van centrum. Op het straatnaambord dat verwaarloosd is, staat echter in tegenstelling tot borden in stadscentrum geen verklarende uitleg. De link met de schilder is kunstmatig: de straat bestond immers nog niet tijdens het leven van de kunstenaar.

In het toerismekantoor kan men zich het “Louis Thevenetpad”, een wandel- en fietspad van Halle naar Sint-Pieters-Leeuw en terug [10], aanschaffen. Veel over Thevenet komt men echter niet te weten: op 11 bladzijden en meer dan 300 regels, buiten inleidende tekst van 13 regels, slaagt de auteur die anoniem wenste te blijven, erin om  amper 16 regels aan de schilder te wijden: informatie over de verdwenen woning in het Sollenbeemd, de woning in de Consciencestraat en feit dat op het kerkhof niets aan hem herinnert. Niets over Thevenet’s kunst echter tenzij dan in de inleiding die zo algemeen is dat ze op tal van schilders kan toegepast worden: hij was een kunstschilder die uitgemunt heeft in intieme onderwerpen. Zijn kunst stond volledig in het teken van de gemoedelijkheid van de binnenhuiskamers. [10].

Kennen de huidige Hallenaars Thevenet? Uit een onderzoek dat ik van 12 september tot 21 december 2006 gedaan heb bij inwoners van het Halle van vóór de fusie, blijkt dat 27,75 % de naam van de schilder kende en 24,43 % wist dat hij schilder was. Dit verwonderde me in positieve zin. Slechts 7,3 % had ooit werk gezien [11].

Kennen Hallenaars die over Thevenet geschreven hebben, hem? Ik ben op zoek gegaan.

Over het moment dat hij zich in Halle is komen vestigen, bestaat geen eensgezindheid. Een onbekende schrijver beweerde dat hij Twaalf jaren lang (…) te Halle [12] gewoond heeft, dus vanaf 1918. Kurt Reviers had het over de plotse vlucht naar Halle in 1914 [13] zonder het plotse toe te lichten. Johan Vanvolsem gokte er maar op los door eerst te beweren dat hij omstreeks de eeuwwisseling in Halle [14] is komen wonen en later te verklaren dat hij er vanaf 1914 [15] gewoond heeft.

Ook met andere feiten uit zijn leven wordt ‘losjes’, erg vrij en dan ook onjuist omgesprongen. Opnieuw Vanvolsem liet hem wonen in de Consciencestraat 49 [16] i.p.v. 41 toen en 58 nu, beweerde dat hij goed bevriend was met Herman TEIRLINCK en woonde in oud-Brussel [15], waar dat ook moge liggen. Een onbekend schrijver verklaarde dat hij 3 kinderen had terwijl hij er strikt genomen geen had, en 3 tot 4 wereldreizen [17] gemaakt heeft. 3 tot 4? Waarom geen 3,5?! Nogmaals Vanvolsem noemde hem een symbolist [15].

Ik geef geen verdere commentaar bij zoveel onzorgvuldigheid en/of onkunde.

Hoe staat de Stad Halle tegenover Thevenet? Er lijkt respect te zijn. Tom Severs, toenmalig schepen van cultuur, schreef in 1990: Voor de Stad Halle heeft de Thévenet-tentoonstelling in het Vlaamse renaissancestadhuis een grote betekenis  en is Halle is fier (…) op haar zonen. [4]. In 1994 werd zelfs van een interessant initiatief gepland: opnieuw Severs schreef dat de Stad werkte aan de bewaring van ons cultureel patrimonium (museum, (…)) met aandacht voor het biografisch patrimonium (Thevenet, Servais, Colruyt, …) [18].

Respect? De toestand van het straatnaambord van de Thevenetlaan verkeert sinds jaren in slechte, zeer slechte staat. De Stad bezit geen werk. Niets wijst erop dat er in de nabije toekomst een zal aangekocht worden. In het Zuidwestbrabants Museum, gesubsidieerd door de Stad, valt de schilder op door zijn afwezigheid. Initiatief? Van het biografisch patrimonium [18] is niets in huis gekomen. Niets wijst erop dat daar verandering in zal komen.

 

Hallenaars hadden het verkeerd voor toen ze het hadden over het jaar dat Thevenet in Halle kwam wonen. Het juiste jaar is 1916. Dit betekent niet dat hij daarvoor nooit in Halle zou geweest zijn. Het oudste bezoek aan de stad, dat ik heb kunnen achterhalen, gebeurde in 1913. Uit dat jaar dateert immers “Het cabaret”, xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />65 centimeter bij 75 centimeter. Het stelt het interieur van een klompenwinkel, in Halle blokkenwinkel genoemd [19], in de Hoornstraat voor, net naast een  winkel in religieuze voorwerpen op de Grote Markt. 

 

Op 5 augustus 1916 is Thevenet in Halle komen wonen. Niets liet vermoeden dat hij er lang of alleszins langer dan elders zou blijven. Zijn hele leven is een opeenvolging van woonplaatsen geweest. Hij heeft na zijn geboorte in Brugge steeds voor eerder korte tijd op tal van adressen in wat nu het Brussels Gewest genoemd wordt (Brussel, Elsene, Etterbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe en Ukkel) en in gemeentes die eraan grenzen (Beersel, Drogenbos en Linkebeek) gewoond. Of hij in Nieuwpoort gewoond of alleen maar verbleven heeft, moet nog gecontroleerd worden.

Toen hij in 1916 vanuit Drogenbos waar hij vanaf 1915 gewoond heeft, naar Halle kwam wonen, leek niets te laten veronderstellen dat hij er langer dan normaal zou blijven. Ten onrechte. Nooit zou hij ergens zo lang als in Halle wonen. Nooit ook heeft hij zich zo ver van Brussel ‘gewaagd’.

Waarom heeft Thevenet zich in 1916 in Halle gevestigd? Ik ben op Lyrs biografie [5] aangewezen. Algemeen stelde Lyr dat Thevenet plots met de vriendschappen met collega’s en koper-maecenassen brak. Duidelijke redenen geeft hij echter niet op. Toch kan wie tussen de regels leest, een en ander achterhalen.

Moet de oorzaak gezocht worden bij Emma, Thevenet’s echtgenote, die wegens haar volksaard en gewone afkomst niet in de smaak en de ‘gratie’ van vrienden en goede kennissen stond? la rude Emma was immers ni belle ni avenante [5], wat door foto’s waarop ze nors en met eerder mannelijke trekken staat, gestaafd wordt. De priester die in 1908 het huwelijk inzegende, had zelfs het over La rusticité du visage die confirmait la vulgarité de la tenue et du language. [5]. Emma was de risée van de vrienden die haar zelfs tijdens het huwelijksfeestje uitlachten. Die ‘vrienden’ lieten niet na om te vermelden dat ze in een huis van lichte zeden gewerkt had, wat niet noodzakelijk betekende dat ze er met haar lichaam geld verdiend heeft. Dat Thevenet om deze redenen met zijn vrienden brak, is mogelijk: wie laat immers toe dat men zomaar zijn geliefde belachelijk maakt en zelfs beledigt?

Lyr heeft geschreven dat Thevenet’s gemoedsrust door W.O.I verstoord was: vriendelijkheid en genegenheid zouden moeten wijken hebben voor opstandigheid. Hij zou meer op café gegaan zijn. Hij zou iedereen ontvlucht zijn om zijn eigen weg te gaan: hij zou de zekerheid die hij in zijn klein-burgerlijke leefwereld zou gevonden hebben, achter zich gelaten hebben. Ik betwijfel het. Ik denk dat de oorlog niet zo’n grote indruk gemaakt heeft. Geen werk maakt er ook  maar de minste allusie op. Geen stijlverandering in zijn werk duidt erop. 

Lyr heeft me niet geholpen. Daarom heb ik zelf geprobeerd om te verklaren. Ik moet mijn gegevens die ik in mijn eindwerk als toeristische gids verwoord heb [20], nuanceren of zelfs verbeteren.

Ik heb verklaard dat Door de oorlog (…) leven in en aan de onmiddellijke rand van de grootstad te duur geworden was [20]. Dit lijkt me niet langer op te gaan. Vóór zijn komst naar Halle woonde Thevenet in Drogenbos. De link tussen Drogenbos en de Brusselse kankervlek is niet wat ze nu is. Wat voor Drogenbos gold, lijkt me ook op Halle van toepassing geweest te kunnen zijn, namelijk veel goedkoper dan de hoofdstad.

Wel is het zo dat de verkoop van werken in 1915 en 1916, zoals uit de afgedrukte grafiek blijkt, een dieptepunt vertoonde. Was dat te wijten aan het feit dat ook zijn vaste kopers het door de oorlogsomstandigheden moeilijker hadden? Thevenet ruilde in 1915 en het begin van 1916 werken zelfs voor chaussure, 10 sacs charbon, 20 sas charbon en 1 Paire bottines pour Emma. (…) Heb ik het verkeerd voor? Was het gewoon maar de zoveelste verhuis omdat hij ‘andere lucht’ nodig had? [20]. Dit laatste lijkt me gezien de veelvuldige verhuizen in het verleden zeer goed mogelijk.

Dat Emma die van het Westvlaamse platteland afkomstig was, in Brussel niet zou kunnen geaard(…) [20] hebben, schrijf ik af. Het gezin woonde in 1916 immers al enkele jaren niet meer in Brussel.

Ik ben er bijna zeker van dat Halle sinds zijn bezoek in 1913 en door zijn katholieke geloof dat hem door zijn moeder ingegeven was, een bijzondere aantrekkingskracht op hem uitgeoefend [20] moet hebben en hem niet losgelaten heeft.

Ik voeg eraan toe dat enige commerciële feeling niet kan uitgesloten worden. Net als in Brussel had in Halle de burgerij interesse in zijn kunst. Tijdens zijn verblijf in Halle heeft hij, zoals blijkt uit de “Reekening van Emma” [21], een boekje met de verkoop van werken van 1908 tot 1930, nooit werk verkocht aan iemand van het gewone volk. Daar komt nog bij dat er een bijzondere afzetmarkt was: mensen, misschien zelfs bedevaarders, met belangstelling voor Mariale kunst. Vóór Halle duiken geen religieuze werken als “O.-L.-Vrouw van Halle onder een glazen stolp”, 60 centimeter bij 70 centimeter, uit 1922 op. Andere werken zoals interieurs en exterieurs van de Sint-Martinuskerk, “Binnenzicht van de basiliek van Halle” [22], 70 centimeter bij 60 centimeter. uit 1917, en “Basiliek te Halle” [22], 80 centimeter bij 70 centimeter, uit 1923, sluiten daar perfect bij aan.

 

In 1916 kwam Thevenet dus in Halle wonen. François Van Haelen die de maecenas van de Brabantse fauvisten en vooral van Thevenet genoemd wordt, had voor hem een huis in de Rue Sollenbempt 52 [5] gevonden. Het huis bestaat niet meer, evenmin als de wijk die door de armsten van het gewone volk bewoond werd.

Een huis is een eufemisme voor une bicoque [5] of krot, zoals Lyr het genoemd heeft. Lyr heeft Thevenet geparafraseerd: Et ma maison, au fond. Elle est lugubre. La porte, un couvercle de cerceuil. Les peupliers, des balais de sorcière. [5]. Jeanneke Mommaerts, Thevenet’s ‘adoptiedochter’, wist vele jaren later nog te vertellen dat La maison était froide et humide [23]. Dit laatste wordt bevestigd door een foto uit het archief van het Museum voor Schone Kunsten te Brussel van de kleine en povere keuken, waarop duidelijk sporen van opstijgend grondwater te zien zijn [24; 8012]. Claude Lyr, zoon van René, die Louis Thévenet gekend heeft tussen 1925 en 1930, herinnerde zich een sombere straat, een soort steegje langs het kanaal en een ietwat benauwende plek. [25].

Meer dan één Hallenaar situeert de vroegere woning in de omgeving van de huidige brandweerkazerne aan het Possozplein. Er wordt zelfs gespecifieerd dat ze stond op de plaats van het tweede huis hoger dan de kazerne. Daarvoor baseert men zich op een prentkaart waarop Thevenet op een stoel net voor de deur van de voorloper van die woning tijdens een van de vele overstromingen van Halle zou staan. Dit stemt echter niet overeen met een tekening van Louis Rigaux, eigendom van de Gemeente Ukkel die 2 schilderijen van Thevenet bezit en waar ook een straat naar de schilder genoemd is, en “La maison de Louis Thevenet à Hal” als titel heeft.   

Rigaux’ tekening vertoont erg veel gelijkenis met Thevenet’s “De huizen van Halle”, ook “Sollembeemd”, 70 centimeter bij 60 centimeter, uit 1920. Afgebeeld is een straatje dat dood loopt tegen een muur met een poort en rechts als voorlaatste gebouw vóór die muur een laag gelijkvloers huisje met een schuin dak met een dakkapelletje. Lyr heeft de ligging van het huis beschreven in “Mon ami Louis Thévenet” [5]. De gelijkenis met Rigaux’ tekening en Thevenet’s schilderij is treffend. Het huis moet gesitueerd worden op het einde van het toenmalige Sollembeemd dat een groot deel van het huidige Possozplein omvatte. Ik plaats het op het kruispunt van Leide, Monseigneur Senciestraat en Slingerweg, ongeveer op de plaats van het Monument van de Weggevoerden. Onderzoek moet nog bevestigen. Het huisje en 2 herenhuizen, een vóór de muur en een erachter, zijn te zien op een foto die eigendom van het Zuidwestbrabants Museum te Halle is maar er spijtig genoeg niet tentoongesteld is. Thevenet is te zien in een raam op de eerste verdieping van het eerste herenhuis.  

Wie de huisjes van het Sollembeemd net als ik nog gekend heeft, weet dat leven in dat steegje van smalle, lage huisjes met witgekalkte gevels, stroken pek net boven de straat en kleine vierkanten raampjes, die schots en scheef tegen elkaar aanleunden, geen pretje kan geweest zijn.

Thevenet heeft er niet anders over gedacht. In een brief van 30 juli 1924 aan Lyr blijkt dat hij op zoek was naar een andere woning car passer encore un hiver ici est déprimant. [5]. Het was overduidelijk dat hij uit het Sollembeemd weg wou. In een brief van 30 augustus 1924 aan dezelfde Lyr blijkt dat Sevenants die net als Lyr en Van Haelen tal van Thevenet’s bezat, een woning zou gevonden hebben. Hierover ben ik echter niets meer te weten gekomen.

De hoop op een eigen woning liet Thevenet niet los. Het werd bijna een obsessie. Het idee om ooit een eigen huis te hebben stemde Thevenet gelukkig. Hij zinspeelde erop in brieven aan Lyr. Op 24 juli 1925 schreef hij dat hij hem te eten zou vragen quand on habitera un jour une petite maison à notre gout [24; 24127]. Op 25 oktober 1925 had hij het over la petite maison que l’on voudrais avoir enfin [24; 24130].

Op die dag was reeds de eerste stap naar een eigen woning gezet: op 12 augustus 1925 immers had Thevenet een bouwgrond op de  Consciencestraat gekocht. In 1927 betrok hij het huis waar hij tot zijn dood in 1930 zou blijven wonen. 

 

Het is belangrijk om dieper in te gaan op de aankoop van de grond en het bouwen van het huis. Hoe kon Thevenet zich een bouwgrond en de bouw van een huis veroorloven? Critici immers hebben nooit nagelaten om het armmoedig bestaan van de schilder te accentueren.

Voor de bouwgrond van 56 meter bij 6 meter werd 5.400 frank betaald. Ik heb geen sporen van een lening gevonden. Ik ga er dan ook van uit dat de grond met cash geld werd betaald.

Thevenet wachtte niet om op die grond een huis te laten bouwen. In een brief van 15 maart 1926 aan Van Haelen liet hij weten dat -Nederlandse vertaling van Franse brief.- We gaan beginnen bouwen, een huis van 30.000 frank, maar je weet, ik ben daar niet rijk genoeg voor, ik heb 16.000 frank spaargeld. Maar ik heb goed gewerkt, ik heb mooie werkjes en ik hoop er nog te maken. Kan ik op je rekenen, je hebt me dat toch altijd beloofd, ik wil ook wel een eigen huisje. [26]. Van Haelen leende 15.000 frank. Ik ga ervan uit dat de andere helft met spaargeld betaald werd.

In juni 1930 trokken Thevenet en Emma naar Kalevoet te Ukkel om Van Haelen de laatste schijf van de lening terug te betalen. De interesten werden met een schilderij betaald.

Het staat vast dat ook (een deel van) de inrichting van het nieuwe huis met schilderijen betaald werd. Dit blijkt uit de “Reekening van Emma” [21]: Une armoire de cuisine op 18 juli 1925, des potteries (tasse) vóór 4 februari 1926, un meuble en chéne et quelques meubles op 4 oktober 1927 en een meuble [21] op 25 juni 1928. Dit systeem van ‘ruilhandel’ had Thevenet in het verleden al toegepast.

Het was een hele verbetering in vergelijking met het vorige huis. Verwonderlijk is dit niet: het ging immers om een pas gebouwd huis. Lyr heeft het interieur beschreven -Ik parafraseer grotendeels.-: een hall die rechtstreeks naar koer en tuin leidde; langs de straatkant de eetkamer avec le “beau mobilier”, waarvan de rolluiken naar beneden bleven; achteraan de keuken met de Leuvense stoof en les anciens meubles die avaient perdu leur âme [5]; op de verdieping een kamer voor Thevenet en op zolder doeken en schilderijen.

Toch was er een probleem. Het huis had nog niet geleefd. De nieuwe muren en de afwezigheid van ‘patine’ hebben Thevenet oorspronkelijk in de war gebracht. Lyr stelde dat hij fut longtemps dépaysé [5]: het lijkt er dus sterk op dat hij van het oude huis is moeten ‘afkicken’.

Zoals vaak brengt Lyr terloops Emma ter sprake: Le papier des tapisseries, acheté par Emma, (…) hurlait de ses larges fleurs, aux tons vulgaires. [5]. Niet voor de eerste keer richtte hij zijn pijlen op Emma. Opnieuw was het om haar denigrerend te behandelen. Hij is niet de enige: bijna alle critici die over haar geschreven hebben, hebben dat op een negatieve manier gedaan. Hierop ingaan is echter een ander verhaal dat me te ver zou leiden.

 

Was de ‘Halse’ Thevenet arm? In verwijs naar de reeds vermelde grafiek die een overzicht geeft van de inkomsten van verkochte werken volgens de “Reekening van Emma” [21]. Het is duidelijk dat hij in zijn Halse jaren met zijn kunst een veelvoud van tijdens zijn ‘Brusselse’ jaren verdiende.

Betekent dit dat de ‘Halse’ Thevenet rijk was? Rijk is subjectief. Toch kan men er niet om heen dat Thevenet van augustus 1925 tot en met juni 1930 of over een periode van minder dan 5 jaar enkel en alleen om grond te kopen en een huis te bouwen 35.400 frank heeft uitgegeven. In die periode verdiende hij meer dan 58.000 frank. Gedurende zijn Halse periode verdiende Thevenet meer dan 125.000 frank of voldoende om 4 huizen te laten bouwen. Beweren dat Thevenet een armoezaaier was, is dan ook overdreven. Meer zelfs, het houdt helemaal geen steek.

Heeft Thevenet zich in financiële moeilijkheden gewerkt door 20.400 frank cash te besteden en een lening van 15.000 frank op nauwelijks 3 jaar terug te betalen? Neen. Uit de successie-aangifte van 6 januari 1931 blijkt immers dat er 8.610,56 frank en 7.919,88 frank bij banken uitstond en 2.000 frank cash in huis was. De waarde van het huis werd op 65.000 frank geschat.

Het bouwen van het huis is zelfs een goede investering gebleken. Toen Emma in 1937 op het punt stond om Halle te verlaten, heeft ze het huis op 3 augustus voor 60.000 frank verkocht. Dit bedrag is minder dan dat vermeld in de successie-aangifte. Verwonderlijk hoeft dit niet te zijn. Er moet immers rekening gehouden worden met de ‘uitlopers’ van de beurscrash uit 1929 en de onzekere politieke en economische toestand in de aanloop naar W.O.II. 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Uitgebreide (volledige artikels) en korte(re) reacties (anecdotes, aanvullingen, weerleggingen, rechtzettingen, verbeteringen, illustraties, afbeeldingen, ...) van derden  zijn steeds en meer dan welkom. Ze kunnen via de rubriek "E-mail mij" hieronder ingezonden worden. Ze worden in de mate van het mogelijke al dan niet ingekort opgenomen of met verwijzing van de inzender artikels verwerkt. 
Over mijzelf
Ik ben Rik Wouters
Ik ben een man en woon in Halle (Vlaanderen) en mijn beroep is artiest, dichter, literair criticus en plastisch kunstenaar.
Ik ben geboren op 02/04/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: onder meer Catalunya én Barcelona in alle mogelijke aspecten, Nederlandstalige literatuur, 'Brabants fauvist' Louis Thevenet, geschiedenis in het algemeen en de geschiedenis van Halle in de breedste betekenis van het woord, ... .

Zoeken in blog


E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


Mijn favorieten
  • Halle en literatuur
  • 'Brabants fauvist' Louis Thevenet
  • literatuur van Rik Wouters
  • Sint-Martinusbasiliek Halle

  • Archief
  • Alle berichten

    Zoeken met Google



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Inhoud blog
  • WIJZIGINGEN
  • INTERNETLINKS
  • FILIPS DE STOUTE EN HALLE
  • OVER MAXIMILIAAN VAN HABSBURG, VOOGDIJSCHAP, HET KASTEEL VAN BEERSEL EN EEN ONTSNAPTE VALK
  • HALLE IN DE LITERATUUR DOOR RIK WOUTERS
  • 'BRABANTS FAUVIST' LOUIS THEVENET IN WEINIG EN VEEL WOORDEN EN AFBEELDINGEN
  • HALLE EN EEN ALBASTEN RETABEL, KEIZER KAREL EN EEN RENAISSANCISTISCH BEELDHOUWER*
  • INSPIREERDE SERVAIS' KLEINDOCHTER MISIA GODEBSKA MAURICE RAVEL TOT HET COMPONEREN VAN DE BOLERO?
  • STRAATNAMEN (4): KARDINAAL MERCIERPLEIN
  • STRAATNAMEN (3): BEVRIJDINGSPLEIN. OF MOET HET '˜BEVREDIGINGSPLEIN' ZIJN?
  • VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (2de en laatste deel)
  • VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (1ste deel)
  • VICTOR WOUTERS (1), MIJN VADER, EN DE (KONINKLIJKE) SINT-MARTINUS TURNGILDE
  • KUNST VAN HALLENAARS, DOORLOPEND TENTOONGESTELD BUITEN HALLE
  • 'ALLES' OVER SCHILDER LOUIS THEVENET
  • STRAATNAMEN (2): JAN VAN DEN WEGHE EN GHISLAIN LAUREYS
  • AARTSHERTOG ALBRECHT EN HALLE
  • WAPEN EN VLAG
  • STRAATNAMEN (1): BRUEGELLAAN
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (3de en laatste deel) [+ illustraties]
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (2de deel)
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (1ste deel)
  • HALLE. PAJOTTENLAND? ZENNEVALLEI!
  • HALLE IN DE KUNST (1): SINT-MARTINUSKERK EN ZWARTE MADONNA
  • HALSE KUNSTENAARS
  • DE DOOPKAPEL VAN DE HALSE SINT-MARTINUSBASILIEK: EEN MARKANTE SYMBOLIEK* [+ illustraties]
  • MIJN PUBLICATIES OVER HALLE ÉN LITERATUUR
  • MIJN PUBLICATIES OVER HALLE, LITERATUUR UITGEZONDERD [+ illustratie]
  • MIJN BEKNOPTE STAMBOOM LANGS VADERSKANT
  • RIK WOUTERS, HALLE EN MEER
  • TITELVERKLARINGEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
  • COPYRIGHT

    Gastenboek
  • dhr
  • dhr
  • Groetjes van Leen > AWARDS
  • Hallo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!