xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 1877 verscheen Le règne de Philippe II et la lutte réligieuse dans les Pays-Bas au XVIe siècle [1] van monseigneur Namèche, recteur émérite de lUniversité de Louvain. Het magistrale werk van 4 boeken, 8 boekdelen, 32 hoofdstukken en meer dan 3.600 bladzijden heeft de periode van religieuze en andere opstanden die hun oorsprong vonden in het (wan)bewind van Karel V en deel uitmaakten van de aangebrande erfenis van Filips II die in tegenstelling tot zijn vader tot dé boeman van de Nederlanden uitgroeide, als onderwerp.
Halle duikt er terloops in op, op bladzijde 425 van het achtste boekdeel. Ik citeer: On désirait vivement en Espagne voir le mariage de nos nouveaux souverains saccomplir avant la mort de Philippe II, que était imminente. Malgré le désir exprimé par les états généraux, Albert dut se hater de mettre ordre au gouvernement des provinces, [
]. Larchiduc [
] partit le 14 décembre avec une suite de mille chevaux, et se rendit dabord à Notre Dame de Hal, lieu situé à trois miles [
] de Bruxelles, et fameux par les pèlerinages. Ce fut là quil déposa le chapeau et la pourpre romaine, et quaprès avoir fait sa prière, il prit son chemin [
].
Met nos nouveaux souverains worden Albrecht, in de tekst Albert genoemd, en Isabella bedoeld, in de Nederlanden bekend als de aartshertogen of de landvoogden van vermelde landen. Wie waren ze eigenlijk?
Albrecht (15 november 1559 - 13 juli 1621) was een zoon van keizer Maximiliaan II van Oostenrijk. Die Maximiliaan was een zoon van Ferdinand, jongere broer van Karel V, die hij als keizer opvolgde. Diezelfde Maximiliaan was gehuwd met Maria, dochter van Karel V. Besluit: Maximiliaan was gehuwd met zijn nicht.
Isabella (12 augustus 1566 - 1 december 1633) was dochter van Filips II, zoon van Karel V, en diens derde echtgenote. Die Filips was neef van Maximiliaan II, vader van Albrecht. Besluit: Isabella was gehuwd met haar achterneef Albrecht.
Huwen binnen de familie was onder meer in de vijftiende en zestiende eeuw binnen de adel geen uitzondering. De kerk zag er geen graten in en gaf graag en geregeld dispensatie. Het gevolg was incest met vaak zieke kinderen als resultaat.
Albrecht en Isabella waren kinderen van hun tijd en beschouwden incestueuze huwelijken als normaal. Huwen binnen de familie was typisch voor de Habsburgers van wie Karel V met zijn eigen nicht getrouwd gehuwd was. Karel V was overigens niet de eerste die zich aan incest bezondigde; ook overspel was hem niet vreemd. Zijn Bourgondische voorouders waren ervoor gekend. Zijn grootouders langs moederskant hebben het gedaan: de Katholieke Koningen waren eveneens achterneef en -nicht. Ook Karel Vs kinderen, kleinkinderen en andere nazaten zagen er geen graten is en huwen binnen de familie, vaak met leden van de andere tak van de Habsburgers [2].
Achterneef en -nicht Albrecht en Isabella gingen nog een stapje verder. Albrecht was kardinaal. Inderdaad, was. Net voor het huwelijk is hij immers als kardinaal afgetreden. Of hoe moet je zoiets noemen?!
Een kardinaal, de op één na hoogste positie binnen de kerkelijke hiërarchie, is een buitenbeentje binnen de kerk. Men moet geen monnik, priester of bisschop, kortom geen geestlijke, zijn om het te worden: iedereen kon en kan nog steeds kardinaal worden. Albrecht had met zijn blauwe bloed en zijn familieverleden uiteraard een serieus been voor op de man uit de straat.
Zoals reeds geschreven is hij net voor zijn huwelijk afgetreden. Monseigneur Namèche was ervan op de hoogte en schreef zonder er zich vragen bij te stellen dat Albrecht déposa le chapeau et la pourpre romaine.
Hij vermelde zelfs waar dat gebeurde. Het was à of in Notre Dame de Hal. Daarmee wordt Halle bedoeld. We kunnen van een soort pars pro toto of deel voor het geheel spreken.
Halle wordt dus vereenzelvigd met het beeld van de zwarte madonna. De kerk van Halle wordt vereenzelvigd met dat beeld. Vreemd is dit niet: op een aantal kaarten wordt Halle immers op die manier benoemd.
De kerk van Halle wordt dus vereenzelvigd met beeld van de madonna. De indruk wordt gewekt dat de patroonheilige van de kerk de heilige Maria is. Terecht? Helemaal niet. De patroonheilige is de heilige Martinus. Kan het dat een geestelijke dat niet weet?! Verwonderlijk is het niet. Vooral geetelijken lijken zich van geen kwaad bewust te zijn. Een zeventigtal jaren na Namèche, op 9 maart 1947, schreef toenmalig deken De Clercq naar aanleiding van de verheffing van de Sint-Martinuskerk tot basiliek in het Parochieblad: Hoe groots en wijdingvol zal dit klinken: de basiliek van O.-L.-Vrouw-van-Halle. Erger nog dan Namèche. De deken wist zelfs niet wie de patroonheilige van zíjn kerk waarin hij zijn missen las, was.
Merk terloops op dat Namèche het over Hal gehad heeft.
Het neerleggen van de uiterlijke symbolen van zijn kardinaalschap in Halle is de ene keer dat Halle in Namèches opus magnum vermeld wordt. Over de aanvallen van Olivier van den Tympel in 1580 en de sterke aanwezigheid van adellijke ketters, zoals de kerk andersgelovigen noemt, heb ik geen spoor gevonden.
In de basiliek verijst overigens niets naar het door Namèche vermelde feit.
[1] NAMèCHE. Le règne de Philippe II et la lutte réligieuse dans les Pays-Bas au XVIe siècle. Charles Fontyn, Louvain. 1887.
[2] Na de regeerperiode van Karel V vielen de Habsburgse familie en haar bezittingen uiteen. De Oostenrijkse tak had het voor het zeggen in West-Europa, met uitzondering van Nederlanden, de Spaanse in Zuidwest-Europa, de overzeese bezittingen en de Nederlanden.
|