Halle zonder Zenne
over grote en kleine geschiedenissen van belangrijke en minder-belangrijke 'levens' in een dorp dat zich stad mag én wil noemen
07-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (1ste deel)


De geschiedenis van het stadsbestuur van Halle sinds de onafhankelijkheid van wat België genoemd wordt in 1830, kan volgens mij in 3 periodes samengevat worden [4]. Ik vermeld ze beknopt:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

-1830-1878: plaatselijk unionisme;

-1878-1964: liberale of katholieke burgemeester;

-vanaf 1965: coalities [5].

 

Ik probeer mijn indeling te verduidelijken.

1830-1878: plaatselijk unionisme.

Onder unionisme bedoel wat Lernout verstaat met de politiek kleurloze periode die duurt tot 1878. Hij verduidelijkt: Op nationaal vlak, na de dood van het zogenaamde Unionisme (1857), vormden de liberalen en de katholieken wel al partijregeringen. In Halle verliep de plaatselijke politiek evenwel zonder partijstrijd. Er was in de gemeenteraad geen oppositie te bespeuren. Tot 1878 waren de gemeenteraadsleden het bijna altijd roerend eens over de voorgestelde maatregelen. Van echte spanningen was er hoegenaamd geen sprake. Dit verschijnsel van een politiek leven zonder partijstrijd en een gemeenteraad zonder oppositie heeft te maken met de administratieve opvatting die de gemeenteraadsleden van hun taak hadden; het bestuur van de stad was voor hen eerder een administratieve dan een politieke zaak. In die opvatting werkte wellicht de oude traditie van gemeentelijk zelfbestuur door [1].

Burgemeesters waren Jacques Carlier (1830) [6], Simon Giblet (1830), Jacques Carlier (1830), Gregoire-Joseph Blondeau (1834-1840), Theodore Hannecart (1840-1844), Joseph-Henri-Charles Muller (1844-1848), Emmanuel De Coster (1848-1856), Hubert Mussche (1857-1865) en Alexandre Giblet (1865-1878).    

1878-1964: katholieke of liberale burgemeesters.

In deze periode kan men voor wat Halle betreft, met wat zin voor veralgemening gewagen van een soort 2-partijenstelsel. Een indeling volgens de partij die in de gemeenteraad in de meerderheid was, is moeilijk omdat er gewerkt werd met deeltijdse verkiezingen waarbij slechts een deel van de gemeenteraadsleden moest vervangen worden.

Burgemeesters waren:

-Henri Claessens: liberaal, 1878-1881;

-Emile Nerinckx: katholiek, 1881-1890;

-Leopold De Boeck: liberaal, 1891-1895;

-Louis Cuvelier: katholiek, 1896-1901;

-Leopold De Boeck: liberaal, 1901-1906;

-Charles Nerinckx: katholiek, 1907-1921;

-Auguste De Maeght: katholiek 1921-1941 [7];

-Omer Bogemans: niet wettelijk verkozen oorlogsburgemeester van katholieke origine;

-Jan-Niklaas: katholiek, 1947-1965.

Vanaf 1965: coalities.

De macht van de traditionele partijen die het politieke landschap van wat België genoemd wordt, vanaf de onafhankelijkheid beheerst hebben, heeft door de opeenvolging van industriële revolutie, W0 I, WO II en internationalisering van de wereld rake klappen gekregen. Op het Halse politieke vlak komt dit op vanaf 1965 door coalities in de gemeenteraad tot uiting.

Burgemeesters en coalities waren:

-Louis De Grève: liberaal, 1965-1970, socialisten en liberalen;

-Albert Devogel: katholiek; 1971-1976, katholieken, socialisten en neutraal politicus; 1977-1982, katholieken en liberalen;

-Marc Beckwé: katholiek; 1983-1988, katholieken en socialisten; 1977-1982, katholieken en liberalen;

-Dirk Pieters: katholiek; 1995-2000, katholieken en liberalen; 2001-2006, katholieken, liberalen en “Democratie voor Allen”; 2007-?, katholieken, liberalen en Vlaams-nationalen.

 

De gemeenteraadsverkiezing van 11 oktober 1964 interesseert me in het bijzonder. Mijn vader Victor Wouters is toen opgekomen. Hij was 39 jaar.

Waarom is mijn vader opgekomen? Ik heb met mijn vader nooit over zijn reden(en) om in de politiek te gaan gepraat. Ik kan dan ook  slechts naar de reden(en) ‘gissen’.

Feit is dat mijn vader actief was in het culturele leven in de breedste zin van het woord van zijn geboortestad. Hij was sinds de veertiger jaren van vorige eeuw lid en vanaf 1958 voorzitter van de Sint-Martinus Turngilde. Het was lid van tal van Halse verenigingen.

Hij was in Halle geen onbekende. Zijn grootouders en ouders hebben vanaf het begin van vorige eeuw een brood- en banketbakkerij uitgebaat op de Beestenmarkt 3, waar men de beste “pistolets” en het dikste stuk rijsttaart kon kopen [8]. Hij baatte sinds 1954 een apotheek uit op de Beestenmarkt 19, op de hoek van Beestenmarkt en Melkstraat.

Is hij gevraagd om op te komen? Ik veronderstel het. Mijn vader was immers iemand van de ‘betere’ burgerij. Die bleek het toen bij verkiezingen meestal beter te doen die iemand uit het gewone volk.

Voor welke partij is hij opgekomen? Hoewel hij dat nooit uitdrukkelijk gezegd heeft, was hij royalist en belgicist: de VU viel af. Hij was katholiek opgevoed: de BSP viel af. Hij hield zich op in het katholieke milieu: de liberalen vielen af. Mijn vader is dan ook opgekomen voor de CVP.

Slecht was die keuze die er eigenlijk geen was, niet. De katholieken hadden sinds 1907 alle burgemeesters geleverd, niet uitzondering van die tijdens een deel van WO II. De laatste gemeenteraadsverkiezing, die van 12 oktober 1858 (zie bijlage 1), was door de CVP overtuigend gewonnen met 60 % van de stemmen en 66 % van de zetels. Het stond dus bijna vast dat hij bij verkiezing deel van de meerderheid zou uitmaken en zo op het beleid zou kunnen wegen.

Ging mijn vader ervan uit dat hij zou verkozen worden? Hoopte hij er stiekem op hij zelfs en schepenambt zou bekleden? Ik weet het niet.

Van de weken vóór de verkiezing kan ik me niet veel herinneren. Wel weet ik dat er thuis en met vrienden en kennissen vaak over politiek gesproken werd. Ik herinner me dat er toen nog autocaravans met verkiezingspubliciteit rondreden. Mijn moeder heeft verscheidene zaterdagen met onze Amerikaans-aandoende Simca met vleugels en veel chroom, die enorm groot leek of was, meegereden. Ook weet ik nog dat er achter tal van ramen in het centrum foto’s van mijn vader hingen. Dat stoorde me wel eens. Het leek wel of ik constant in het oog gehouden werd om te beletten dat ik ‘koepisjeraa’, kattenkwaad, zou uithalen.       

 

De gemeenteraadsverkiezing van 11 oktober 1964 was een succes voor mijn vader. Hij behaalde 652 stemmen van de 11.994 5, 43 %. 4.560 mensen stemden op de CVP; daarvan behaalde mijn vader 14,29 % (bijlage 2). Op de lijst met voorkeurstemmen bekleedde hij de vijfde plaats. Hij werd slechts voorafgegaan door één BSP, gevolgd door 3 CVP-ers (bijlage 4).

Toch was er geen euforie: de gemeenteraadsverkiezing van 11 oktober 1964 was immers geen succes voor de CVP.

Ze maakte qua stemmen en percentage een diepe val. Ze zakte van 6.881 stemmen of 59,74 % (bijlage 1) in 1958 naar 4.560 stemmen of 38,01 % (bijlage 2) in 1964. Een terugval van maar liefst 33 %. Ze had zelfs niet langer de politicus met de meeste voorkeurstemmen in haar rangen: dat was Reviers (bijlage 3) die pas sinds eind xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1962 in Halle woonde en voor het eerst opkwam.

Het stemmenverlies concretiseerde zich in een verlies van zetels: van 10 of 66,66 % in 1858 (bijlage 1) naar 7 of 46,66 % in 1964 (bijlage 2). Dit zetelverlies was des te erger omdat er slechts 3 partijen zetels behaalden: naast de CVP die nog wel het hoogste aantal stemmen behaalde, met 7 waren dat de BSP ook met 7 en de liberalen met 1. Dit plaatste de liberalen met 12,49 % van de stemmen in een bijzondere positie.

Indien CVP en BSP geen akkoord zouden bereiken, zou De Grève, de enige verkozene van de liberalen, bepalen wie met hem de Stad gedurende 6 jaren zou besturen. De Grève behaalde 595 voorkeurstemmen of 4,96 %. Op de lijst van voorkeurstemmen bekleedde hij slechts de achtste plaats (bijlage 4).

Het loont de moeite om de lijst met voorkeurstemmen te bekijken (bijlage 4). De Grève werd voorafgegaan door een BSP-verkozene, 5 van de 7 CVP-verkozenen en zelfs door een niet-verkozene van “Vernieuwing”. Hoe ziet de lijst met voorkeurstemmen (bijlage 4) er verder uit? -ik ga uit grotendeels uit het aantal verkozenen per partij-:

-CVP: de 7 verkozenen met 1.001 stemmen voor de beste en 485 voor de slechtste staan binnen de 10 beste. Het laatste niet-verkozen lid staat op de zesentwintigste plaats. De slechtst verkozene van de CVP behaalt nog 81,55 % van de stemmen van De Grève die minder stemmen haalt dan de vierde CVP-verkozene;

-BSP: de 7 verkozenen met 2.514 voor de beste en 51 voor de slechtste staan binnen de 45 beste. Vóór de laatste verkozene  staan maar liefst 30 niet-verkozen van wie de 8 niet CVP-verkozen, 6 niet-verkozenen van “Vernieuwing”, 9 niet-verkozen liberalen en 7 niet-verkozen “Gemeentebelangen”. De tweede BSP-verkozene haalt minder stemmen dan de zevende en laatste CVP-verkozene;

-liberalen: de enige verkozene staat slechts achtste in de lijst van voorkeurstemmen.

 

Ik heb laten blijken dat de gemeenteraadsverkiezing van 11 oktober 1964 (bijlage 2) voor de CVP zeer slecht verlopen zijn. Ik vergelijk met die van 12 oktober 1958 (bijlage 1):

-de CVP zakt van 10 zetels naar 7. Ze verliest 3 zetels. Ze blijft de grootste partij, maar verliest haar absolute meerderheid;

-de BSP stijgt van 4 zetels naar7. Ze wint 3 zetels en blijft de tweede partij;

-de liberalen houden hun enige zetel;

-de 2 andere lijsten, “Vernieuwing”, Vlaamsgezinden, en “Gemeentebelangen”, handelaars, die samen 12,86 % van de stemmen of iets meer dan de liberalen halen, behalen geen zetels.

Ik parafraseer mezelf: de liberalen kunnen in de persoon van De Grève die van minder dan één Hallenaar op 20 stemmen kreeg en van wie de partij door minder dan één Hallenaar op 8 gesteund werd, bepalen wie van de 2 grote, aan elkaar gewaagde partijen, met hem Halle gedurende 6 jaren zal besturen.

Ik heb “kunnen” geschreven. De voorwaarde dat De Grève zou beslissen wie Halle niet bestuurt, heeft immers slechts zin indien CVP en BSP geen akkoord bereikten. Dat laatste was al snel het geval.

De Grève speelde zijn ondemocratische [9] troeven al snel uit. Hij liet CVP en BSP tegen elkaar opbieden. De CVP bood hem het mandaat van eerste schepen aan, veel meer dan waarop hij op basis van de uitslag van zijn partij en hemzelf mocht hopen. De BSP bood hem het burgemeesterschap aan. De Grève die de kassa al hoorde rinkelen, hapte toe. Het resultaat: Halle zou gedurende 6 lange jaren door een ondemocratische ‘meerderheid’ bestuurd worden.   

 

Hoe is het kunnen gebeuren dat de CVP die Halle sinds 1097 met absolute meerderheid der stemmen heeft bestuurd, de stad niet langer bestuurde? Dit is moeilijk na te gaan. Toch wil ik een poging doen. Hoe komt het dat de CVP in 1964 slechts 66,26 % van de  stemmen van in 1958 behaalde?:

-in tegenstelling met 1858 toen er 3 partijen opkwamen, konden de burgers in 1964 kiezen uit 5 lijsten. De 2 nieuwe partijen, “Vernieuwing” en “Gemeentebelangen”, deden meer dan de hoop vullen. Ze snoepten de 3 traditionele partijen 12,86 % van de stemmen af;

-De BSP stegen van 27,52 % van de stemmen naar 36,62 %. Deze winst is volledig op naam te schrijven van nieuwkomer Reviers. Meer zelfs, zonder Reviers zou de BSP erop achteruit zijn gegaan.

Een korte rekensom leert me:

-“Vernieuwing” en “Gemeentebelangen” waren goed voor 1.543 stemmen. Indien die alle op de rekening van de CVP zouden zijn gekomen, was dat goed geweest voor 6.103. Nog steeds een serieus verlies van stemmen, maar wel of de absolute meerderheid;

-het kan dan anders dan dat in de 2.514 stemmen van Reviers een aantal CVP- stemmen moeten gezeten hebben;

-kortom: zonder “Vernieuwing”, “Gemeentebelangen” en Reviers zou de politieke situatie niet wezenlijk veranderd zijn.

Het zou echter te gemakkelijk zijn om de verkiezingsnederlaag van de CVP te verklaren door de opkomsten van 2 nieuwe partijen en stemmenkanon Reviers. Lagen de oorzaken misschien binnen de CVP zelf?:

-waar in 1958 3 CVP-ers meer dan 1.000 stemmen haalden -één benaderde de 2.000-, werd dat in 1964 beperkt tot één persoon;

-het CVP-stemmenkanon Devillé, burgemeester van 1947 tot 1965 en goed voor 1.474 stemmen in 1952 en 1.901 in 1964, was niet meer opgekomen;

-buiten het niet meer opkomen van Déville onderging de CVP-lijst van 1964 in vergelijking met 1958 nog andere serieuze veranderingen: slechts 8 mensen die op de lijst van 1958 stonden, kwamen weer op en slechts 5 van de verkozenen uit 1958 kwamen weer op. Slechts 5 van de 10 verkozenen uit 1958 werden herkozen;

-de kans is niet denkbeeldig dat Devillé de verkiezing van 1964 bang tegemoet zag. Hij heeft de kiezers, bij wijze van afscheid, gevraagd om zich niet te laten misleiden door loze verkiezingsbeloften en hun stem “niet te vergooien op lijsten die toch geen kans hebben het tot iets te brengen …”. Hij heeft zich ooit tot de CVP zelf gericht: “De kandidaten van de CVP-meerderheidspartij mogen zich niet veroorloven propangandische stokpaardjes te berijden (…) ook vóór de verkiezing moeten zij blijk geven van werkelijkheidszin. Zij mogen geen ijdele beloften doen die ze daarna niet kunnen houden (…). En voor verantwoording heeft een eerlijk mens nog heel veel gevoel, zelfs al is hij verkiezingskandidaat!” [2]. Waren er interne problemen? Onderzoek zou kunnen verduidelijken.    

 

Ik wil een interludium over Jan-Niklaas Devillé inlassen. 

V. Lories en Johan Vanvolsem hebben hem politicus, verzetstrijder en artiest [2] [10] genoemd en geen onverdroten woord over hem geschreven. Lories heeft door hem te citeren onrechtstreeks zijn werkelijkheidszin, zijn gevoel voor verantwoording en het belang dat hij in een eerlijk mens [2] stelde, geroemd. Terecht?

Op 18 augustus 1950 tijdens de eedaflegging van prins Boudewijn  die zijn aftredende vader Leopold III opvolgde als koning van wie Belgen genoemd worden, zou hij 'Vive la république' (…) hebben geroepen. (…) De schuilnaam van de moordenaar werd publiek in 1985: ene "Adolphe" uit Halle. De echte naam - François Goossens - werd in 2002 publiekelijk gemaakt. (…) De volledige waarheid is nooit volledig naar boven gekomen. Zo is het meer dan waarschijnlijk dat toenmalig CVP-minister Albert de Vleeschauwer en de Militaire veiligheidsdienst een belangrijke rol gespeeld hebben in de voorbereiding en/of het toedekken van de moordaanslag. (…) Aanvankelijk was er sprake geweest van drie leden in het moordcommando van de Halse verzetsgroep "De fret": François Goossens en de zoon en de schoonzoon van de toenmalige CVP-burgemeester van Halle, Jan-Nikolaas Devillé. Uit een reportage ''Keerpunt'' op de Vlaamse tv-zender Canvas (17 december 2007) blijkt dat er een vierde deelnemer was geweest, die echter niet genoemd wilde worden. Deze vierde man zou de dodelijke schoten gelost hebben toen Julien Lahaut zijn deur opende, terwijl François Goossens enkel een schot heeft gelost bij het weglopen [11].

Ikzelf heb Goossens gekend. Ik citeer zonder verdere commentaar: In 1964, toen ik 8 jaar was, heb ik hem, Goossens dus, in de apotheek van mijn vader op de Beestenmarkt horen uitschreeuwen: “Moi, moi, je l’ai tué!” Net daarvoor had hij, ‘notoir’ monarchist, anti-flamingant, katholiek en communistenhater, het gehad over “Lahaut”. [12]. Pas jaren later ben ik te weten gekomen wie Lahaut was. Het is hard om te moeten leven in een stad waar burgemeester en bestuur, politie, rijkswacht en zelfs inwoners tot zijn dood in 1977 een moordenaar onderdak geboden hebben. Er zijn er die nu nog zijn misdaad  vergoelijken, zelfs toejuichen.

Met “burgemeester” wordt Jan-Niklaas Devillé bedoeld. Het kan niet anders dat dan hij via zijn zoon en schoonzoon en andere kanalen van de moord op de hoogte was. Hij heeft niets gedaan om als hoofd van de politie de schuldigen aan te geven is en zo medeplichtig aan de moord.

 

Terug naar mijn vader. Hij heeft van 1966 tot 1970 in de oppositie gezeten. Hij heeft gemeenteraden bijgewoond. Hij heeft geprobeerd om zijn politieke rol te spelen hoewel dat als oppositielid zeer moeilijk is. In 1970 is hij niet neer opgekomen.

Als reden heeft hij me ooit gezegd dat hij te veel klanten van socialistische en liberale gezindheid verloren heeft. Het heeft overigens tot vele jaren na het aflopen van zijn mandaat in 1970 geduurd om ze terug te winnen. Naar mijn mening heeft ook een zekere ‘degoút’ voor de politiek meegespeeld in zijn besluit om niet meer op te komen.

Bij de gemeenteraadsverkiezing van 11 oktober 1970 wordt mijn vader ‘gewroken’. Hoewel de liberalen onder de arrogante naam van “Lijst van de Burgemeester” [13] opkwamen alsof slechts de ontslagnemende De Grève op die lijst stond, de absolute meerderheid haalden met 9 zetels tegenover 4 voor de BSP en evenveel voor de CVP, mochten zij het gedurende 6 jaar van aan de zijlijn bekijken. Lemonnier, één van haar leden, besloot immers als onafhankelijke te zetelen.

In tegenstelling met De Grève die het mandaat van eerste schepen te min vond, toonde hij zich geen veelvraat. Hij werd gewone schepen.

De Grève had het begrepen en opteerde voor een ‘carrière’ in de nationale politiek. Zonder zijn ondemocratische handelswijze van 1965 zou dat nooit als het geval geweest zijn.

 

Ik denk dat lezers zich storen aan het feit dat ik de naam van De Grève koppel aan ondemocratie. Ik verander echter niets aan mijn standpunt. Ik herhaal wat vriend “van Dale” geschreven heeft:  democratie is een staat of andere bestuurlijke entiteit waarin het volk regeert [9].

Het spreekt voor zich dat het geciteerde als volgt moet gelezen worden: democratie is een bestuurlijke entiteit waarin de meerderheid van het volk regeert bij de gratie van die meerderheid. Welnu: van 1965 tot en met 1970 werd Halle bestuurd door een minderheid: BSP-De Grève hadden slechts  5.891 van de stemmen op een totaal van 11.994 of 49,10 % gehaald.

Ik begrijp dan ook niet dat Lernout De Grève één van de grootste politici die men er, in Halle dus, ooit heeft gekend [3], durft te noemen. 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Uitgebreide (volledige artikels) en korte(re) reacties (anecdotes, aanvullingen, weerleggingen, rechtzettingen, verbeteringen, illustraties, afbeeldingen, ...) van derden  zijn steeds en meer dan welkom. Ze kunnen via de rubriek "E-mail mij" hieronder ingezonden worden. Ze worden in de mate van het mogelijke al dan niet ingekort opgenomen of met verwijzing van de inzender artikels verwerkt. 
Over mijzelf
Ik ben Rik Wouters
Ik ben een man en woon in Halle (Vlaanderen) en mijn beroep is artiest, dichter, literair criticus en plastisch kunstenaar.
Ik ben geboren op 02/04/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: onder meer Catalunya én Barcelona in alle mogelijke aspecten, Nederlandstalige literatuur, 'Brabants fauvist' Louis Thevenet, geschiedenis in het algemeen en de geschiedenis van Halle in de breedste betekenis van het woord, ... .

Zoeken in blog


E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


Mijn favorieten
  • Halle en literatuur
  • 'Brabants fauvist' Louis Thevenet
  • literatuur van Rik Wouters
  • Sint-Martinusbasiliek Halle

  • Archief
  • Alle berichten

    Zoeken met Google



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Inhoud blog
  • WIJZIGINGEN
  • INTERNETLINKS
  • FILIPS DE STOUTE EN HALLE
  • OVER MAXIMILIAAN VAN HABSBURG, VOOGDIJSCHAP, HET KASTEEL VAN BEERSEL EN EEN ONTSNAPTE VALK
  • HALLE IN DE LITERATUUR DOOR RIK WOUTERS
  • 'BRABANTS FAUVIST' LOUIS THEVENET IN WEINIG EN VEEL WOORDEN EN AFBEELDINGEN
  • HALLE EN EEN ALBASTEN RETABEL, KEIZER KAREL EN EEN RENAISSANCISTISCH BEELDHOUWER*
  • INSPIREERDE SERVAIS' KLEINDOCHTER MISIA GODEBSKA MAURICE RAVEL TOT HET COMPONEREN VAN DE BOLERO?
  • STRAATNAMEN (4): KARDINAAL MERCIERPLEIN
  • STRAATNAMEN (3): BEVRIJDINGSPLEIN. OF MOET HET '˜BEVREDIGINGSPLEIN' ZIJN?
  • VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (2de en laatste deel)
  • VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (1ste deel)
  • VICTOR WOUTERS (1), MIJN VADER, EN DE (KONINKLIJKE) SINT-MARTINUS TURNGILDE
  • KUNST VAN HALLENAARS, DOORLOPEND TENTOONGESTELD BUITEN HALLE
  • 'ALLES' OVER SCHILDER LOUIS THEVENET
  • STRAATNAMEN (2): JAN VAN DEN WEGHE EN GHISLAIN LAUREYS
  • AARTSHERTOG ALBRECHT EN HALLE
  • WAPEN EN VLAG
  • STRAATNAMEN (1): BRUEGELLAAN
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (3de en laatste deel) [+ illustraties]
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (2de deel)
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (1ste deel)
  • HALLE. PAJOTTENLAND? ZENNEVALLEI!
  • HALLE IN DE KUNST (1): SINT-MARTINUSKERK EN ZWARTE MADONNA
  • HALSE KUNSTENAARS
  • DE DOOPKAPEL VAN DE HALSE SINT-MARTINUSBASILIEK: EEN MARKANTE SYMBOLIEK* [+ illustraties]
  • MIJN PUBLICATIES OVER HALLE ÉN LITERATUUR
  • MIJN PUBLICATIES OVER HALLE, LITERATUUR UITGEZONDERD [+ illustratie]
  • MIJN BEKNOPTE STAMBOOM LANGS VADERSKANT
  • RIK WOUTERS, HALLE EN MEER
  • TITELVERKLARINGEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
  • COPYRIGHT

    Gastenboek
  • dhr
  • dhr
  • Groetjes van Leen > AWARDS
  • Hallo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!